browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

De marathon in drie dagen – Dag 3

Posted by on 23 August 2015

Deze nacht heb ik heel erg goed geslapen. Was dat het? Of het voornemen gewoon echt rustig aan te doen vandaag? Was het de massage en het uitrusten op een boot gisteren? Of het vrolijke vooruitzicht met H te kunnen kletsen de hele route? In elk geval liep het allemaal erg goed vandaag. Goed verslag tot nog toe he?! Ik begin bij het begin:
vroeg op, omdat het warm wordt de stomme waterbelt meenemen, zonnebrand mee, startnummer, genoeg eten en weer dezelfde kleding aandoen (wel uitgewassen hoor), want ik weet dat die goed zitten. Petje op vandaag, extra water mee. Loopmaatje haalde mij en nog een andere loper op met de auto en weer reden naar de Sporthal Waterwijk. Hoefde ik me nergens druk over te maken? Nou, ik had nog een toilet nodig en de sporthal waar we verzamelden leek gesloten op zondagochtend om 9 uur. Maar dat was toch niet zo en om 10 voor 9 ging ik nog even naar de toilet. Het haalde mijn zorgen niet weg, maar ik weet dat ik onderweg langs een centrum kom waar ik eventueel kan gaan “zitten” als dat moet.
Toen ik terugliep richting buiten stond Eurosport aan op de TV. GP2 (of GP3) op Spa Francorchamps. Raceauto’s. Ik stond gebiologeerd te kijken en vergat waarom ik daar in die sporthal was. Daar liep ik, op Spa. Waar die auto in de kant stond, liep ik ooit. Ik weet nog precies hoe het eruit zag en voelde. Stokstijf stil stond ik naar dat ‘heilige’ asfalt te staren, de wereld om me heen helemaal vergetend. Ik rende om 1 minuut voor 9 naar beneden en iedereen stond al op de startstreep! Ik was nog in een rare trance en niet eens de laatste. Ik was H even kwijt. We zouden samen gaan lopen en ik had me daarop verheugd. Langzaam lopen en bijpraten. Maar nu was ik even alles ‘kwijt’, ik zat vast in een zoete herinnering. Van de eerste meters weet ik niks meer. Helemaal niks. Niet eens welke kant we op gingen. Ik zocht H verwilderd op en daar liep een clubje mensen die ik kende omheen. Ik liep net voor ze. Zij waren lekker aan het kletsen en ik ving wel op ‘Oh, die Anke gaat vast sneller’, maar dat was ik niet echt van plan. Verder was ik er niet goed bij; een brug over herinnerde me aan andere heuvels in de Ardennen en ik verschool me onder mijn petje. Die waterbelt zit altijd zo naar en beperkt de loophouding enorm met die twee flesjes. De waterpost boven aan Camel. We liepen langs de schaapskudde. He! Dat zag ik dan toch weer… Verder dacht ik alleen maar aan de wedstrijd in Spa en ik kon dat niet delen. Omlaag rennen, de barriers en in geel en rood. Straks misschien, maar de eerste twee of drie kilometer was ik lijfelijk wel in Almere langs de Noorderplassen aan het lopen, maar geestelijk was ik kilometers zuidelijker. Het Belgische bos in de verte en de roofvogels erboven in dezelfde blauwe lucht als nu. Ik liep een stukje op het groepje vooruit om met mezelf en mijn gedachten alleen te zijn. De finishlijn, de pitstraat, de haarspeldbocht La Source. Geen last van de zon, geen enkele moeite met lopen, de toilet vergeten. De zilveren tribunes met groende stoeltjes. De ophaalbrug heb ik wel gemerkt, maar ik was er niet écht bij. Snelheid, hardlopen als snelheid op de racebaan; mooier wordt het niet. We liepen het koeienpad op. De fotograaf, tegenliggers, waar H liep, al op 4 kilometer, kilometertijden? Ik heb het allemaal niet echt meegekregen, ik was gewoon helemaal in mezelf gekeerd. Het geluid van voetstappen Eau Rouge op. Ik vond het uitzicht wel mooi in Almere, maar ik vind het niet meer nodig om het te fotograferen en vast te houden. Ik ren stil voorbij en laat alles aan me voorbij gaan. Ik raakte aan de praat met J, zij fietst met haar man mee (en wisselt het lopen met hem af) omdat ze zelf last heeft van een lopersknie. Het bracht me terug in Almere, in de realiteit en leidde me af van de zon. Ik ging voor mijn gevoel niet al te snel verder en liep wat uit op het groepje van H, J en de anderen. Ik vond het niet erg. Een marathon loop je immers ook alleen.
Mijn tempo voelde goed aan. Goeie grap, er zaten al 6 kilometer op en ik begon eens een keer bezig te zijn met het lopen in het hier en nu. Ik nam een dextro en wat water. Merkte ineens de Noorderplassen op en de zon en het tempo en de lopers voor me, twee of drie dames nog zeker! Hellup, het is 23 graden, volledig boomloos hier en enige beschutting is er op de dijk ook niet, wat doe ik hier? Ik ging me maar geen zorgen maken en dacht met een glimlach terug aan Spa. Goeie oefening. Bij de waterpost dronk ik 1 bekertje snel leeg en dan de lange dijk op. Wind tegen. En nu ga ik iets geks melden: dat was heerlijk! Liep het zweet eerst in mijn ogen te prikken (toen het zweet werd waar mijn ogen van prikten), nu droogde dat lekker op. Petje tegen de zon. Ruim uitzicht. Cruise speed aan en gaan. Dat is de dijk: gewoon gaan, gaan, gaan. Heerlijk eigenlijk. Helemaal alleen in het hier en nu. De komende kilometers zijn voor mij. Ik voelde me even lullig tegenover H, maar ik kon me altijd terug laten vallen. Hij was met anderen aan het kwebbelen. Gek dat je je ergens op verheugt en dat als het zover is, het niet erg is als het anders loopt. Nu had ik een fijn tempo te pakken en ik merkte dat ik langzaam op de dames voor me ging inlopen. De kilometertijd schommelde om de 6 minuten heen: nét iets erboven, vaker eronder. Ik keek naar de hartslag: zone 2. In deze omstandigheden perfect.
Voor me liep een dame en haar vader fietste mee. En daar op de dijk kwam ik tot de kern van de therapie die ik afgelopen donderdag heb gehad. Ineens zag ik precies en helder en duidelijk in waarom ik de marathon van Eindhoven ga lopen. Het was zo duidelijk opeens, op het asfalt van de dijk, dat niet het zweet, maar ander vocht in mijn ogen prikte. Het gaf me een onwijs gevoel van vrijheid, klaarheid en ongebondenheid. Ik haalde de vrouw en haar vader op de fiets in. Ik vond het prettig dat de fotograaf me voorbij fietste deze keer.
We kwamen bij het centrum waar ik had kunnen gaan ‘zitten’, maar daar was niks van nodig. Ik had het minder heet als gisteren. De fotograaf kwam even met wat bemoedigende woorden ‘hou je eigen tempo aan, loop geen gaatjes dicht’, maar ik was langzaam wel bezig ook de twee andere dames voor me in te halen. En 1 van die twee haalde mij gisteren in! Soepel en stil liep ik voorbij, ik zei nog: jij mag mij straks weer inhalen, want die andere dame kan erg goed in een negatieve split lopen (eerste stuk rustig, daarna versnellen), maar dat was ze niet van plan, zei ze. Ik liep moeiteloos op ze uit. Ik hoorde ze achter me schreeuwen dat we op de helft waren op de rotonde. Ik was niet bezig met de afstand, die kan ik lopen. Ik was niet bezig met versnellen, dat hoeft niet. Ik was niet bezig met vermoeidheid, want dat ontbrak. Ik dacht aan mijn redenen voor de marathon, wat me energie en kracht geeft en nam nog maar een dextro voor de meer instant energie.
We gingen de dijk af en ik dacht dat ik daarvan zou balen, maar de bomen waren ook een verademing. Ze klonken zo heerlijk rustgevend met hun ruisende blaadjes in de wind. Alles viel op dat pad echt in elkaar en dingen die eerst zo toevallig leken, werden passende stukjes in een puzzel. Ik dacht dat het lastig zou zijn om over hetzelfde pad te lopen als gisteren, maar ik voelde me nu zo totaal anders, dat het me niks deed. Voor me moest een man wandelen. Ik keek letterlijk niet achterom (geen idee waar de anderen liepen), maar figuurlijk wel. En toen de puzzel paste, besefte ik ineens iets anders wat on-ge-loof-lijk belangrijk voor me was. Bij de waterpost dronk ik snel een bekertje water en ik wilde persé dat Rob en Vincent me zouden komen ophalen. Mijn grootste probleem was hoe ze te bereiken. Dat ik hen wilde zien was ineens van levensbelang. En op de brug waar ik twee jaar geleden Rob had moeten bellen dat hij mij kwam ophalen omdat het met mijn knie niet meer ging (maar wat ik toen dus niet deed), bedacht ik nu dat ik met mijn Apple Watch kon bellen. Ik kreeg geen contact.
Er liep iemand heel erg ver voor me in een blauw shirt en gelukkig wist ik de route een beetje, anders had ik vast de pijlen op de weg gemist en was ik naar huis gerend. Ik belde nogmaals zonder resultaat en wilde ook niet dat Rob zich zorgen hoefde te maken. Ik sprak met Siri in dat hij me moest komen halen en op het fietspad belde ik hem op dat alles goed was, maar dat ze naar de Sporthal in Waterwijk moesten komen over 3 kwartier. Hardlopend bellen: dat kon ook. Mijn hartslagmeter was echter even in de bonen: hij schoot door naar 190, terwijl mijn tempo gelijk bleef en de Apple Watch het hartritme ook niet zo belachelijk hoog legde. Soms doet de hartslagmeter ook of mijn hart niet meer klopt, maar dit middelt het weer aardig.
Inmiddels was ik alweer een paar kilometer verder en bleven de tijden om de zes minuten heen slingeren. En dan bedoel ik dat ik inmiddels tegen de halve marathon aan zat en me prima de luxe voelde. Ik moest wel denken dat ik nog een dextro moest nemen, want ook al is het nog maar een “klein” stukje die laatste paar kilometer, er moet wel energie blijven stromen. We liepen langs de sportvelden en heel langzaam bedacht ik me dat ik me nu toch maar eens zorgen moest gaan maken of het niet zwaarder werd. Maar dat werd het niet. Het was warm. Ja, nou en? Het was ver. Ja, nou en? Het was saai en bekend. Ja, nou en? Ik hoefde die man in het blauwe shirtje voor me niet in te halen. Of wel?! Over de Vaartbrug en ik wist dat ik straks Rob en Vincent zou zien, dat sterkte me keer op keer. Om langs de Vaart te gaan lopen (een extra ommetje langs de Leegwaterplas) had ik wat ruzie met een stel bejaarden op de fiets, waardoor ik wilde roepen: ‘hallo, ik heb al 20 kilometer gerend, rot ‘s op’; maar ik deed het maar niet en liet ze fietsen. Er waren meer hardlopers op het pad, maar ik kon ze niet inhalen: zij deden intervallen. Ineens ging ik twijfelen of de meneer met het blauwe shirt er wel bijhoorde. Stel dat hij al 6 kilometer lang dezelfde route volgde?! Toen stond een trainer langs de kant die riep: Het gaat hartstikke goed Anke! en ik wist dat hij gelijk had. Het ging gewoon hartstikke goed. Kei goed, zeg maar. Nergens last van. Werkelijk nergens last van. De meneer in het blauwe shirt liep wel heel toevallig dezelfde route en ik liep behoorlijk op hem in.
We kwamen op het pad wat superlastig loopt omdat het asfalt enorm ongelijk is. Toch durfde ik niet op het halfverharde, betere pad ernaast te gaan lopen omdat ik bang was om de pijlen te missen. Voor mij op het pad was iemand lopen en rennen aan het afwisselen. Die hoort er zeker bij, en die ga ik inhalen. Op het industrieterrein lukte me dat ook en de man met het blauwe shirt had ook een startnummer, hij hoorde er dus bij, en die werd ook nog ‘verschalkt’.
De laatste kilometers. Als je een halve marathon gewend bent is dit extra zwaar. Maar ik heb al 28 kilometer onverhard om Hilversum gelopen, vorige week nog 25 kilometer gelopen en ik moet me afvragen of ik de laatste kilometer(s) nog versnel. Waarom? Om te zien of me dat lukt. Maar ik moet ook echt goed op de pijlen letten, want ik ken de weg hier totaal niet. Daardoor kan ik ook niet inschatten hoe ver het is. Van een willekeurige zondagochtendfietser moet ik aan de andere kant op het fietspad gaan lopen en ik doe dat slaafs. Maar wel sneller. Dat gaat me heel gemakkelijk af. Aha, er volgt nu een conclusie die aansluit op het begin:
ik heb gisteren en eergisteren een ‘wedstrijd’ gelopen in weersomstandigheden die mij totaal niet liggen en ook vandaag word ik niet blij van de zon en de wind en de hitte. Ik heb al twee dagen (te) hard gelopen en nu loop ik alleen, zonder enige afleiding, een behoorlijke afstand. Ik ga de marathon in drie dagen voltooien en weet dat er binnen nu en 7 weken een marathon op 1 dag in de planning staat. En ik voel en merk dat ik de afgelopen 25 kilometer keurig netjes op tempo heb gelopen. Geen moment heb ik het te zwaar gehad. Dus als de omstandigheden over 7 weken bij de marathon van Eindhoven op 11 oktober meer ideaal zijn en ik op 9 en 10 oktober geen wedstrijden plan, het geen twintig graden plus is en ik nog ietsje minder weeg en geen water mee hoeft te zeulen, kan het alleen maar beter worden. Ik verhuis van zone 2 naar zone 3 en loop weer onder de 5:50 per kilometer. En dan kom ik de first-finisher tegen met adem te over om hem een fijne zondag te wensen en na wat voor mij 24 kilometer is staat de trainer te zeggen dat het nog een paar honderd meter is en zie ik de sporthal al. Versnellen hoeft niet meer. Het laatste stukje misschien. Shit, ik mocht nog 500 meter. Maar dit is ook prima zo.
Moeiteloos ben ik tweede geworden. Fijn zo. Ik ben niet uitgeput, niet oververhit, niet extreem moe. Rob en Vincent zijn er nog niet, ik kijk naar ze uit en loop de rest, het water en alles bijna even blind als toen ik wegrende, voorbij. Niet omdat het slecht gaat, maar omdat ik de afgelopen 2 en een half uur zoveel op een rijtje heb gezet dat ik dat even alleen zal moeten verwerken. Ik hoeft niks te drinken, geen appeltaart en geen woorden. Ik wil Rob nat knuffelen van het zweet en dat doe ik dan ook van harte als hij de auto uitstapt. Hij is minder enthousiast!

Goed gelopen. Met dank aan de fotograaf Arjan Schalken.


H komt iets later binnen met de andere dames, hij heeft prima gelopen. En dan besef ik dat ik dat ook heb gedaan. 2 Uur en 27 minuten over 25 kilometer en dan niet moe zijn, dan is het goed gegaan. Raar dat ik niet blij was. Ik was uitermate tevreden, dat wel. Gelukkig en helemaal in balans-tevreden. Door elkaar geschud en weer op zijn plaats gelegd en alles past dan opeens, zo intens tevreden. Ik haalde boven appeltaart en de vrouw van de negatieve split die me niet meer heeft ingehaald, zegt nog dat ik te ver voor haar liep om de route te wijzen – dat doet me goed. Eurosport zend geen racen meer uit, maar roeien.
In totaal heb ik 3 uur 58 minuten en 23 seconden over de marathon in drie dagen gedaan. Lijkt me een briljante droom-eindtijd voor een marathon op 1 dag, maar misschien is 3 kwartier van mijn marathontijd aflopen wat veel gevraagd. Gezien hoe het vandaag ging, zou het moeten kunnen, maar ik weet niet hoe de omstandigheden, ik, het weer en wat-al-niet-meer zijn op 11 oktober 2015. Ik bedank de fotograaf, zeg wat loopmaatjes gedag en ga richting de douche met mijn eigen mannen. Ik baal een klein beetje: ik had harder gekund vandaag. Geen last van spieren, enkels, pijntjes (een heel klein beetje voel ik mijn knieën), geen ongezonde eetlust (al had ik de M&ms-zak misschien toch beter dicht kunnen laten) en niet al te moe. Alhoewel…. bij de Formule1 race in Spa-Francorchamps val ik tegen Rob aan in slaap… Dat is de beste samenvatting van de dag en wat ik geleerd heb geloof ik.
In de AH word ik ongelooflijk moe en ik ga met Vincent fietsen om wakker te blijven. Tijdens het ritje “red” ik een jochie, -of toch op zijn minst zijn fiets- die op het ATBpad onzachtzinnig een heuvel is afgegaan en in brandnetels en prikkels is geëindigd. En of het nu de goede nachtrust, uitrusten op een boot, zelfonderschatting, de juiste training, het goede moment of iets anders was, in elk geval liep het allemaal erg goed vandaag.

Comments are closed.