Maandag 3 oktober: Rustweek houdt dus niet in dat ik op de bank blijf hangen. ‘s Avonds ga ik gewoon lekker hardlopen. Lage intensiteiten, dus allemaal niet hard of ver deze week. Manuel gaat mee: die mag toch taperen in de week voor zijn marathon. Dan kan ik hem wel bijhouden. We gaan pas laat: om 21:00 uur. Ik ga in lange broek en met lange mouwen. De herfst treed nu echt in. We lopen te kwebbelen en ik bereid Manuel voor op de route door Eindhoven. Ik ga een 800 meter hard alsof ik op de baan ben, maar het fietspad rent anders. Het is pikkedonker! Ik haal Manuel weer bij en we kletsen verder en nemen de verlichtte paden. Ik versnel nog een keer, maar dan voor een kilometer lang. Best een eindje! We lopen nog een stukje om en dan ga ik door tot er tien kilometer op zitten in 63 minuten.
Dinsdag 4 oktober: Zwemmen! Ik heb er bijna zin in… Al heb ik nog wel buikpijn voor ik ga. Ik begin een bekend gezicht te worden. In baan 1. Langzaam aan. Vorige keer blijken we al 1700m te hebben gezwommen. Ik zwem rustig in, 100m. Er is een mij onbekende trainer. We
gaan 100m borstcrawlen zonder hulpmiddel, dan 100m school- 100m borst-100m rug-100m borst-100m benen-100m borst-100m armen en 100m borst. Ik krijg teveel water binnen tijdens de tweede borstcrawl en laat de andere even voorbij om uit te hoesten. Hoort er vast bij, bij zwemmen. De trainer vraagt of het me goed gaat (wat aardig) en dat ik gewoon rustig aan moet doen. Ik doe de borstcrawl zonder achtje. Het valt niet mee, maar voor iemand die in juni nog nooit geborstcrawld had, is het een hele overwinning!
Dan drie keer 75m armen. “hou je eigen tempo aan”, zegt de vriendelijke trainer. Ik ga proberen 3 op 1 te ademen. Er zit veel meer rust in mijn slagen als in het begin. Ik verzuip niet meer zomaar. Dan 3 keer 75m de hele borstcrawl. Tussendoor heb je dan wat rust, maar die neem ik niet zo en ik kan niet goed zien hoe ver de anderen elke keer zijn. Ik ben nog niet goed in baantjes tellen. Slecht zelfs. Heel slecht eerlijk gezegd! Ik ga er van uit dat ik de laatste ben, maar 1 meneer smokkelt en die slaat regelmatig wat over. Dat doe ik dus niet. Ik kom hier om te zwemmen en ik wil net zoveel zwemmen als de rest. Tot slot 10 keer 50m (dat is op en neer) je mag 1 keer kiezen en 1 keer de borstcrawl. Bij het kiezen neem ik elke keer het achtje mee en adem 3 0p 1. Ik tel hardop mijn banen af. En dat helpt, want ik kom netjes tot 10. Zo heb ik deze keer toch al weer 1800 meter gezwommen. Dat is al bijna twee kilometer: zo zie ik het dan maar…. Het uur is voorbij en Dees verzekert me dat er een moment komt dat ik niet meer op wil houden. Dat moment is al zo’n beetje aangebroken…. 😉
Woensdag en donderdag: Woensdag wilden we gaan fietsen, heus, maar Vincents lekke band en de uren die daarop volgden voor we gewisseld-terug gewisseld en gepompt hadden waren genoeg om de zin voorgoed te doen verdwijnen. Donderdag zit vol met een open data middag in Den Haag en een vergadering in Almere. Geen training dus. Twee hele rustdagen. Twee dagen zonder sport. Potjandikkie: het lijkt wel een echte rustweek….
Vrijdag 7 oktober: hardlopen! Moet er ook weer eens van komen. Ik ga met Manuel mee die zijn beentjes losloopt voor de marathon dit weekend. Onverhard, of althans zoveel mogelijk. Lekker rustig aan. We hebben het over: * Manuels aanstaande marathonweekend * yoga * de ACR vergadering * open data * Vincent (willekeurige volgorde). Ondertussen lopen we door het bos en langs de plassen. Er staan honderden paarden. Prachtig! We stoppen voor een foto en hobbelen verder. Het is echt geen enkele moeite. Ik loop zo’n beetje onverhard, maar later ben ik het ook zat en neem lekker het asfalt mee. Het is me wel goed vandaag. Buitengewoon relaxed rondje.
zaterag 8 oktober: Time to Swimm again! Baan met zijn drietjes, maar ik blijf de langzaamste! Het gaat mij ook nog niet om snelheid. Inzwemmen gaat al lekker. Na een dag bankhangen naast een ziek kind. Ik oefen met pullboui en 3 op 1 ademen. Zou je van zwemmen een grotere longinhoud krijgen? Ik hou het prima vol in elk geval. We moeten slepen en dan gaat het om de arm hoog houden. Een soort hardloopscholing-oefeningen in het zwembad. Ik weet wel graag waar ik het om doe. We doen veel borstcrawlen en ik doe het zonder hulpmiddelen. Lukt. Ok na een half uur nog. Gewoon vol proberen te houden! We doen van alles en ik kijk af van de anderen. Ik probeer 4 op 1 te ademen en dat is nog gemakkelijker dan 3 op 1. Ik doe de schoolslag, de rugslag, veel borstcrawl: alleen benen (zo langzaaaaaaaam) en alleen armen: dan ben ik snel. Met andere woorden: ik zwem enkel op mijn armen en zal ergens ooit moeten leren meer kracht uit de benen te halen om sneller te zwemmen. Goed om te weten, maar nu vind ik het niet erg langzaam te zijn. De andere kant ademen is lastig. Ik kom volgens mij ergens een baantje te kort. Ik ben een beetje moe. Meer niet. Geen uitputting meer. Niet meer helemaal kapot. Gewoon een beetje moe. En volgens de meneer in mijn baan met horloge hebben we 2 kilometer gezwommen. Ik heb hooguit 50 meter minder gedaan, maar ik reken me niet rijk. Ik kan de oefeningen niet meer herhalen. Ik ben echt vooruit gegaan, en niet zo’n beetje ook. Ik heb alle vertrouwen in het water, ik durf het diepe in, ik ben geen één moment meer bang of onzeker. Ik ben alleen nog niet zo snel. Ik kan trots zijn op mezelf, want dat heb ik toch maar mooi helemaal zelf geleerd. 😀
Zondag 9 oktober Ik zou met alle mannen mee gaan fietsen, maar Vincent was net ziek geweest en daarom bleef hij met Rob thuis. Bleef mijn zwager GJ over. Die heeft een mooiere fiets dan ik, maar we waren allebei bang dat de ander sneller zou zijn! Toen de grote helden van de marathon in toptijden binnen waren gekomen, vertrokken GJ en ik voor een rondje Oostvaardersplassen. Het begin ging hartstikke goed: wel veel wandelaars op de weg en zelfs paarden, maar het tempo lag best hoog. GJ fietste voor me uit, maar ik kon ook gemakkelijk bijhalen. We hadden een tempo van 28km/uur; redelijk stevig tempo, maar ik vond het wel opmerkelijk gemakkelijk met zijn tweetjes. De dijk op was mooi en ik kwebbelde maar raak. Ik kijk niet naar het tempo, maar naar mijn hartslag. Die lag na het rommelige begin weer onder de 150. Primo. De Knardijk was niet zo erg deze keer, we hadden wind mee. We werden ingehaald door een hele groep fietsers en bij het buitencentrum was het weer druk. We reden door tot de sluizen en GJ ging met gemak op kop. Ik kon hem bijhalen en gemakkelijk achter hem blijven hangen op het smalle pad. Ik ken elke bocht, en daarom was het logischer dat ik voorop zou gaan. GJ raakte wat vermoeid, dus dat was nog een reden om hem te trekken en het voortouw te nemen. Of zijn conditie nu op was, of dat het kwam omdat ik moeiteloos vooraan ging of omdat het tempo ineens lager kwam te liggen als GJ’s verwachting was; feit was dat GJ na een uur aanzienlijke moeite kreeg met fietsen. Te snel begonnen? Verkeerde onderwerp? Te weinig voeding? Ik had geen moeite met langzamer gaan, maar GJ had het best zwaar. We gingen door het Kotterbos en via de Evenaar naar huis. De brug over de Buitenring was echt lastig voor GJ. Ik had geen enkele moeite. Daar voelde ik me niet goed bij, eerder het tegengestelde, dat ik het voor GJ vervelend vond. Ik reed nog een klein stukje extra om ook aan de 35km te komen. We waren bijna anderhalf uur onderweg geweest. Ik had lekker gefietst. Relaxed en toch best op tempo.