Zondagavond 25 maart: Ik krijg een mailtje wat ik nauwelijks serieus durf te nemen. Enige weken heb ik een quote van het wandellied van Tolkien ingeleverd bij een prijsvraag en ik blijk de winnaar te zijn! Ik heb een horloge gewonnen! Een superluxe hardloophorloge waar je muziek op kunt zetten en in de toekomst mee kunt betalen. Ik lees het wel honderd keer over, maar pas als ik het op de website zie staan geloof ik het. Ik win nooit wat! En net nu mijn trouwe Garmin 735 in de revisie is, krijg ik een horloge kado! Hoeft ik Vincents horloge niet meer te lenen om te zwemmen, want dat kan ook met de nieuwe Garmin 645.
Maandag 26 maart: Hardlopen. De straatjes weer eens door. Deze keer met een vrolijke noot aan het zware langzame begin: Vincent ging lekker mee! Door het licht wat overgaat in de nacht. De eerste kilometers zijn zo moeilijk, zo traag. En dat valt zo zwaar. Ik had het oude horloge nog om en die is al niet zo vriendelijk en accuraat als mijn trouwe 735: die heeft iets meer moeite met de lengte van de kilometer. Vincent boog af terug naar huis na de Januaristraat. Toen hadden we er drie kilometer op zitten, netjes boven de 6 minuten per kilometer. Ik vertraagde iets in kilometer 4 en toen moest en kon ik aanzetten. En dat ging beter! Door naar 5:30. Dan volgen er weer twee zware kilometers…. In de zesde kilometer doorversnellen naar 5:09 is al geen cookie meer en dan nóg een kilometer harder…. Dat is flink werken! Ik wilde graag onder de 5 minuten komen en het lukte! 4:52. Toen wandelde ik eventjes en daarna hobbelde ik rustig naar huis. De douche was alweer vrij.
Dinsdag 27 maart: Zwemtraining. De trainer-die-me-zo-graag-alles-goed-wil-laten-doen-ondanks-dat-we-beide-weten-dat-ik-geen-olympisch-zwemmer-meer-wordt is er. Ik zwem in baan 2, want baan 1 is vol nieuwe mensen. Ik zwem vooraan. Alles. De trainer wil me duidelijk graag helpen om effectiever (en sneller) te zwemmen, maar weet niet goed hoe. Net zo min als ik. We zwemmen vooral niet in zone 1 vandaag. Er is veel moeilijks bij. Ik doe mijn best.
Woensdag 28 maart: Hij is er! Mijn winnaarshorloge! Een superlicht horloge en heel gemakkelijk in te stellen. Het is wel een hardloop-horloge en triatlon komt er niet in voor. Maar dat wil niet zeggen dat ik er niet mee kan zwemmen! Dat zal het eerste zijn wat ik er mee ga doen. In het begin tel ik zelf of het horloge de banen niet goed. Ik hou het op het horloge eigenlijk… Ik zwem voorop en we doen veel met de ademhaling. Na een dik half uur heb ik niet meer zoveel zin. Bij het sprinten is het wel zo’n beetje op eigenlijk. Ik ga de 3 keer 250 meter lekker achteraan zwemmen in mijn eigen iets langzamere tempo. Dan telt het horloge opeens wel weer erg goed! Het horloge zwemt prima, nu ik nog.
Donderdag 29 maart: ik hoeft niet naar de baantraining. Met het oog op de wedstrijd en de drukte die in mijn hoofd zit, is dat niks erg. Ik ga graag zelf een stukje rennen: mijn eigen tempo, waar ik zin in heb. De kans dat dat volgens schema bij een half uurtje blijft, acht ik klein! Vincent is toch een uur en een beetje op de baan aan het lopen, dus ik kan prima naar het gemaal. Met mijn hardloophorloge: hier is ie voor gemaakt! Ik ga snel weg, want ik heb geen zin om met iemand te praten, er zit genoeg in mijn eigen koppie. Ik loop lekker en heb een muziekje ter afleiding meegenomen. Al snel loop ik aan de andere kant van de Vaart. Het is heerlijk weer: nog steeds licht, ondergaande zon. Ik loop al snel langs de Noorderplassen en kijk op van de (snelle) tijd. Dit gaat erg lekker! Zo haal ik de tien kilometer binnen het uur wel. Ik loop gewoon lekker en let niet op de hartslag. Het zal aan het horloge liggen! Ik ga langs het gemaal en over de bruggen en ik geniet ervan. Meer hoeft ik niet te doen als genieten van het bos, de bruggen, het ritme, het sluisje, het zonnetje. En dat is gemakkelijk! Ik loop nog een stukje om, want ik heb tijd over en wil de tien kilometer halen. Ik besluit de laatste kilometer door te versnellen en haal de tiende kilometer in 4:52! Ik hobbel nog een kilometer uit en doe een rondje op de baan als de rest klaar is. Goed besteedde avond, maar misschien niet echt rustig….
Vrijdag 30 maart: ‘s Morgens haal ik de racefiets van de Tacx af. Nog best een karweitje voor mij! Ik ga met Vincent fietsen. Rustig een uurtje. Met per 5 minuten 20 seconden versnellen. We gaan de stad een beetje uit en komen weer bij de Noorderplassen langs. Het gaat niet heel snel, maar dat hoeft ook niet echt. Op de dijk zanikt Vincent over wind tegen, terwijl het nauwelijks waait. We mogen niet langs het buitencentrum en fietsen maar om de wijk heen. Ik wil het tempo hoog hebben, om Vincent te laten voelen hoe hardlopen aanvoelt na te hard fietsen, maar het echte tempo blijft nogal uit. We lopen door het park als de fietsen weer in de schuur staan. Het valt Vincent zwaar, maar mij niet. Als is een heel klein stukje ook wel genoeg.
Zaterdag 31 maart: De Zwemloop in Utrecht bij Het Lint van de Vrouwentriatlon. Ik heb niet zoveel zin ‘s morgens. Gedoe met spullen pakken en voor twee mensen denken, want Vincent gaat ook en die start voor me. Ik ga 500 meter zwemmen in een zwembad en 5 kilometer hardlopen. Met Vincent hebben we geoefend met schoenen wisselen. Het is warm en onrustig in het zwembad. We doen een trisuit aan en ik zet snel mijn spullen buiten klaar. Dan heeft Vincent nog een paar minuutjes en meld hij zich bij baan 1. Ik leg mee zijn spullen klaar. Ik loop weer naar de tribune en zie hem goed zwemmen. Dan naar buiten om te kijken hoe hij loopt en dat is geweldig! Hij wordt derde jongen en heeft snoeihard gerend. Dan moet ik alweer snel naar binnen, naar de WC, mijn zwembrilletje pakken en het water in. Net iets te onrustig allemaal. Ik zwem een beetje in en dan ben ik opeens superzenuwachtig. En dan starten we. Ik kom niet weg met het zwemmen. Geen ritme en zeker niet in mijn ademhaling. Ik moet 1 op 2 ademen en dat zelfs met moeite. Alsof ik vergeten ben hoe het moet! Het lukt totaal niet. Ik ga de 500 meter aftellen. Er zwemt 1 iemand achter me en de andere drie raak ik snel kwijt. Ik kom er niet in. Heel even, als ik gelapt wordt, gaat het wel en weet ik weer: breed insteken, maar het is te laat en ik haal de 500 meter niet eens in tien minuten. Na 11 minuten kom ik heel boos en opgefokt het zwembad uit. Ik baal er enorm van. Wat ben ik boos! En dan kom ik bij mijn spullen en heb ik mijn schoenen niet goed neergezet en niet open gezet. Gezooi met het horloge en schoenen aandoen en ik duizel heel even, maar ik ben vooral kwaad. Kwaad op mezelf dat ik in een zwembad niet kan zwemmen. Ik doe niks aan over mijn trisuit en ga rennen. Hard. Want ik ben pislink. Ik haal de een na de ander in. Lopen kan ik tenminste. En elke keer als ik dat denk, ben ik weer laaiend. Ik moet leren zwemmen! Kilometer 1 zit op 4:37. Ik bedenk kwaad dat 5:37 ook wel goed was geweest. De woede helpt me in elk geval aan tempo. Het zijn maar 5 kilometer. Ik vind het saai. De volgende dame haal ik in. Het tempo blijft hoog. Ik keer om en wil liever achter de vrijwilliger om. Ik blijf opgefokt en vol adrenaline. Het is ongelooflijk, maar de kilometertijden blijven onder de 5 minuten liggen. Ik wist niet dat ik dat kon, maar de boosheid helpt me. Ik kom al langs bij Rob en Vincent met een gezicht op onweer. Ik drink niet, ik knal lekker door. Het enige wat ik leuk vind, zijn de twee kleine jongens en hun moeder op het bankje. Ik weet nog dat ik hier fietste. Het tempo blijft hoog. Ik zie het wel. De volgende is lastiger in te halen, maar het geeft mijn boosheid een doel. Nu is er nog iemand voor me. Ik denk dat ik niet bij de laatsten hoor. Helaas geniet ik niet van het weer, van de passen, van het gemak waarmee ik loop. Daar is naast de woede te weinig plek voor. Eigenlijk wil ik de mevrouw voor me in haar sjieke trisuit nog inhalen. Ik moet aanzetten. Alsof ik nog een kilometer kan aanzetten…. Maar ik wil het omdat het dan maar snel voorbij is en ik ergens tegenaan kan schoppen uit woestheid. Misschien dat dat helpt. Ik haal de sjieke trisuit niet meer in, maar ik zet nog wel aan. Nog nooit heb ik de 5 kilometer zo snel gelopen. Ik ben boos. Schreeuw: laat me maar met rust, en gooi met mijn startnummer. Ik eet een paar winegums en dan zakt de woede een beetje, maar het blijft niet goed voelen en opgefokt. Ik wil gewoon weg. Mijn voeten doen pijn van de schoenen. Raar dat ik niet kan genieten dat ik alles met meer dan 12 kilometer per uur heb gelopen, dat ik derde werd en dat ik alleen maar baal van mezelf dat ik zo slecht heb gezwommen. Ik leg me er wel bij neer en volgende keer beter. Ik kleed me om en mijn voeten zijn kapot gelopen. We wachten niet tot de snellere groep klaar is. We willen naar de zwemtraining vanmiddag!
En zo zit ik later bij het zwembad voor Vincents training en daarna voor mijn eigen training. Het water is kouder. Dat bevalt me beter. Ik zwem moeiteloos 1 op 4 ademend 250 meter in 4 en een halve minuut. We zijn met zijn tweetjes in baan 1, ieder een kant. Heerlijk: ik hoeft me niet aan iemands tempo te houden. We krijgen een briefje en dat is nog fijner. Ik doe alles met aandacht en kom tot de conclusie dat het exemplarisch was vanmiddag in het (warme, onrustige) zwembad in Utrecht. Ik kan nu prima zwemmen. Buitenwater? Minder stress? En dan dringt het door, dat ik dus wel erg goed heb gelopen. En dat ik daar maar weinig moe van ben. Het enige wat echt zeer doet zijn mijn ontvelde hielen.
Het is paaszaterdag en vandaag is de tweede blue moon van dit jaar. Vorige keer heb ik Vincent beloofd dat hij mee mag rennen op deze avond. Ondanks de wedstrijd, ondanks de pijnlijke voeten, ondanks de zwemtraining: we gaan! Maar het meest ontbreekt… de maan. Het is zwaar bewolkt en het regent zelfs. We lopen heerlijk langzaam. Traag. En als de straatverlichting ontbreekt, lopen we hand in hand, want dat is spannend als je elf bent. En genieten als je 44 bent 🙂 We lopen nog geen half uurtje. Mijn voeten vormen zich wel en schikken zich. De pleister voorkomt meer schuren en pijn. Uiteindelijk waren er nog 24 dames van de snelle serie sneller vanmiddag in Utrecht. Ik word 26ste. Van de 56 deelneemsters. Een slechte zwemtijd van 46ste wordt opgeheven door een 19de looptijd. Bij de 40+-ers ben ik zesde. In mijn looptijd zit de wissel ook, waardoor het langzamer lijkt: maar ik heb echt de 4,98 kilometer gedaan in 23:18. Totaal in 35:51.
zondag 1 april: Geen spierpijn. Hooguit in mijn armen! Mijn hielen doen wel serieus pijn. Vandaag zouden we naar Hilversum fietsen, maar het is regenachtig. Ik vind het jammer. Maar voornamelijk omdat ik dan niet netjes uitfiets en aan het schema voldoe. Voor de rest besef ik dat ik niet echt een oefen-wedstrijd heb gehouden, maar gewoon snoeihard heb gelopen. En dan mag een dag rust best, is het zelfs beter misschien. Vind ik een moeilijke keuze om te maken, maar kom amper buiten.
Week 13: …. en de winnaar is….. rustig opbouwen naar een (mislukte?) zwemloop
Posted under Uncategorized
Comments Off on Week 13: …. en de winnaar is….. rustig opbouwen naar een (mislukte?) zwemloop
Comments Off on Week 13: …. en de winnaar is….. rustig opbouwen naar een (mislukte?) zwemloop