Het ging niet goed. Tenminste: niet met mijn knieen, mijn voet, mijn blessures. Ik had eigenlijk de dag nadat ik had hardgelopen van alles weer ‘een beetje’ last. Daar baalde ik van. Daar baalde ik ENORM van. Daar BAALDE ik ÉNORM van. Ik ging weer wandelen (balend) en fietsen (balend). Niet dat dat pijn deed, maar ik voel gewoon weer alles alsof ik voor niks heb stilgezeten. Balen.
Maar ik laat me niet kisten: ik ga gewoon voor de herkansing. Ik doe geen strakke broek aan, gewoon een lekker slechte katoenen sportbroek (die lekker zit) en mijn marathon-schoenen. (die ook lekker zitten) Het plan is….. ‘ik zie wel‘ 3 Kilometer minstens. Desnoods wandelend (terwijl ik er eergisteren bijna 6 wandelde). Desnoods deels wandelend. En ohja, ik heb gewacht tot het regent natuurlijk. Van die saaie, grijze drizzle.
Kilometer 1: Mijn hartslagmeter werkt niet. Mijn reserve hartslagmeter werkt niet. Mijn telefoon vergeet ik aan te zetten (blijkt achteraf). En ook daarvan werkt de hartslagmeter dus niet. Mijn regenjasje zit binnenstebuiten. Mijn telefoonband zit niet lekker. Mijn benen voelen aan alsof ze oorspronkelijk van een saaie, grijze olifant zijn geweest. En ik heb geen idee welke route ik zal nemen. Kortom, dat ik die eerste kilometer in 6 minuten en 40 seconden loop mag sowiezo wel een wondertje heten.
Kilometer 2: Ik ben in het bos en er zit een ritme in mijn blauwe schoenen. Het is niet zo hoog, maar het is tenminste iets. Ik loop hier lekker in het bos en eigenlijk gaat het best goed. Ik ga gewoon een beetje op en neer lopen door die bossen. Over het asfaltpad. Slingerend om de honden heen. Het zal me een worst wezen hoe lang ik erover doe. Als ik de drie kilometer maar haal, rennend. Met minimale pijnbeleving.
Kilometer 3: Ik haal iemand in! Yeah! Eigenlijk is het te warm voor een regenjasje en lange mouwen. Ik begin me af te vragen hoe ik dit ooit 10 kilometer of nog beter 21 of nog erger 42 kilometer heb volgehouden. Hardlopen is best zwaar eigenlijk. Dit is niet het ideale moment om daarachter te komen, nu het net lekker loopt. Er komt mij een jonge gast tegemoet in korte broek en korte mouwen die zulke grote passen neemt dat hij wel lijkt te vliegen! Hallo, hier Dikke Grijze Olifant.
Kilometer 4: Ik kan nu elk moment stoppen. Geen probleem. Dat mag. Van mij. Het mag echt. Geen schande. Stop dan. Stop maar. Maar ik doe het alsmaar niet. Ik ga gewoon iets langzamer. Dan doe ik hier 7 minuten over, maar ik stop NIET. Olifantje hobbelt gewoon door. Ook nu het stopt met zachtjes regenen. Heb ik niet voor mijn niks mijn regenjasje aan – fijn. Denk ik, heel even. Als ik nu stop word ik langer nat. Maar als ik nu stop heb ik tenminste nergens een vergelijkingstijd mee. Of ik stop met hardlopen voor de komende 500 meter. Of ik wandel gewoon helemaal naar huis. Jeempie! Wat “fijn” dat ik nu ineens weer voel hoe dat ook alweer voelde na 40 kilometer. Ik kan gewoon stoppen. Echt. Theoretisch. Heb ik nergens pijn? Eh, nee, het gaat net lekker. Stoppen? Als ik bij de ingang van het bos ben. Dan stop ik echt. Het tempo wordt wel steeds lager.
Kilometer 5: De Vliegende hardloper komt me weer tegemoet. De wil zeker snel landen voor het nog harder gaat regenen. Ik geef het rekenen op hoe ver hij gekomen is tijdens mijn vierde-kilometertje-die-aanvoelt-als-veertig. De ingang van het bos! Ja NU stop ik. Oke, tot het bruggetje dan en dan ga ik echt wandelen. Echt. Anders worden het toch weer 5 kilometer. Hoeft niet. Bruggetje over gerend. Ik kan de volgende straat niet door! Dan moet ik (van wie) intervallen doen (van WIE ook alweer?!). Dus ik neem de straat hierachter. Arme mensen met hun doornatte hondjes. Kijk, ik ren nog steeds! Ik zie mijn huis en de thee aan het einde. Nou ja, ik wéét het van die thee. Goed onthouden, deze straat is ideaal om langzaam (denk in: slohohoom) uit te lopen. Maar de 7 minuten doe ik er niet over. 6:44
Ik heb ze toch gehaald. Vijf hele kilometers achter elkaar hard gelopen. Dat kostte wel bijna 33 minuten, maar dat zal me wat – ik had vast wind tegen. Snel naar binnen. Thee. Droog. En toen ontdekte ik dat de telefoon niet had gewerkt! GRMBL. Twee koppen thee. Natte spullen uit en een hartslag die binnen een kwartier van 113 naar 65 terugloopt. Ik ben wel moe van die 5 vijf kilometer. Maar….. ik heb nergens pijn! Niet aan mijn hak of knie en mijn voet zit hartstikke ‘los’. Ik wacht met spanning morgen af……
Morgen.
Opstaan. Trap aflopen.
ONTDEKKING
Trap weer oplopen.
Nogmaals trap af.
Het is toch echt waar: geen pijn.
Hak: geen pijn. Knie: geen pijn. Nog eens goed voelen. Nee, geen schijn van pijn.
Naar school lopen. Pijnloos.
Grote vraagtekens. Hormonen -vraagteken Afgevallen -vraagteken Gezond eten -vraagteken Stressperiode voorbij -vraagteken
Hé, zo wordt het weer leuk! Plannen voor de toekomst 🙂