De avond begint met regenspatjes, maar om 8 uur is dat voorbij en kan iedereen die dat wil (9 stuks) mee met de trainer en zijn ABgroep. Ook voor degene die dat niet wil, maar op wiens schema staat dat er ‘pittig meegetraind’ dient te worden, zijn de weersomstandigheden zeer geschikt.
Het waait tussen 8 en 9 uur flink met een wind uit het noordwesten, die van tijd tot tijd aantrekt. Tijdens het inlopen valt dat niet zo op, maar daarna zal de wind duidelijk voelbaar zijn. Bij het aftellen van 6 lantaarnpalen op kalm tempo heen en dan op hoog tempo terug naar de trainer, zal de wind meewerken om het hoge tempo vast te houden en goed op te warmen.
De wind blaast alle donkere wolken over terwijl er in intervallen de brug op gelopen worden. Rustig naar de Vaart toe met een beetje tegenwind, maar als je omdraait en de brug op stijgt heb je eerst een stuk wind mee. Hou het tempo ook vol als je weer de brug opdraait ná de haarspeldbocht en de wind vol tegen krijgt. Omlaag mag je uitrusten en de wind mee laten werken aan het verlagen van de hartslag. Om even van de voorbijrazende wolken te genieten en de hartslag helemaal tot rust te laten komen terug tot zone 1, neem je 30 seconden pauze in de luwte van de flatgebouwen. Om van de wisselende schouwspellen van het licht te genieten, doen we dit vijf keer. Bij de derde en vierde keer haalt de hartslag boven op de brug zelfs zone 5 (hs 174+), dus dat hart werkt ook hard mee om hard tegen de harde wind in te lopen.
Als de zon achter de wolken verdwijnt en de prachtigste kleuren een nog diepere saturatie geeft, volgt voor de vier dames van het ABteam een opdracht waarbij veel op duurtempo wordt gelopen. Het eerste stukje stijgen vraagt een hoge hartslag en een hoog tempo vanuit de ruststand, vervolgens dalend tegen de wind in op langzaam tempo. Daarna is het even je ogen van de wolken afhalen en op de trap richten die zo snel mogelijk beklommen zal moeten worden. De rest van de tijd is het dalen van de brug af en met de wind mee op langzaam tempo en omkeren tot de trap, waar de wind weer even fel tegen waait. Na de tweede keer trap en uitlopen moet onderaan 30 seconden rust in acht worden genomen. Dit tempo verveelt me na de eerste keer en ik besluit dat ook het stuk naar de trap toe, tegen de wind in door mij op hoog tempo wordt gelopen. En de trap vormt het toetje! De hartslag werkt zich net zo snel omhoog als de trap. We doen het nog een keer in zijn geheel en ik raak behoorlijk out-of-sync van de andere dames door mijn zelf-verkozen tempo-wisselingen.
Ik bewonder tijdens de rustige tempo’s het prachtige schouwspel in de lucht. De wolken, de zon, de felle kleur van de groene bomen: het is allemaal magnifiek om te zien. Het leidt me af en ik loop uitstekend: geen last van een pijntje waar dan ook (al schuift de blaarpleister wat hinderlijk), ik heb tijd over om in de snelle fases goed te letten op mijn pas (kort, knieën hoog, fel de trap op). Ik heb wat moeite mijn bovenarmen te ontspannen, maar tijd genoeg om zelfs dáár over na te denken en het bij te sturen.
Er volgt nog een afsluitend sprintje waarbij ik dik 14 kilometer per uur haal omdat ik persé de dames die voor mij gekeerd zijn in wil halen. Ik ben moe, maar buitengewoon voldaan. Ik maak foto’s van de prachtige luchten, maar het is onmogelijk om de grootsheid ervan vast te leggen.
Er volgen heel veel rek- en strekoefeningen. De nieuwe, mooi met dolfijnen gedecoreerde bekers met water zijn het enige water wat je op deze zomeravond zult zien. De zon gaat langzaam onder, maar dit zal pas gebeuren na de training. Het is een graad of 12, maar de lange broek voldoet bij de ondergaande zon en de stevige wind prima.