10 keer geen zin: 1) geen zin 2) had liever filmpje afgemaakt 3) geen zin 4) voel me slapjes door dieten 5) geen zin 6) slap doordat het weer die dag van de maand is 7) geen zin acht) half 8 is net te vroeg en te ver 9) geen zin 10) ik moet met de AB groep mee en in Stad zijn die veuls te snel voor mij!
En dat laatste bleek al snel bewaarheid: het inlopen gaat al op een tempo dik boven de 10 kilometer per uur! Inlopen! Meestal kan ik wel sneller bij het inlopen, en dan weet ik dat het daarvoor is bedoeld, maar dit is insprinten. We moeten drie rondjes op tempo lopen: langs het fietspad beneden snel, de trap op snel en nog een stukje omlaag ook snel en dan even ‘rustig’ lopen. Ik haal kilometertijden onder de 5 minuten per kilometer (>12 km/u) en de trap op haal ik nog iemand in. Maar de snelle heren zijn me zo ongelooflijk ver vooruit dat ik lijk te kruipen. En ik ben absoluut niet de laatste! Ook de tweede ronde kan ik nog gemakkelijk hard, maar ik heb geen tijd om foto’s te nemen deze keer. Ik daag mezelf uit ook boven aan de trap nog even hard te gaan. Het gaat allemaal wel, maar doordat er geen enkel vergelijk is met de rest van de groep, voelt het niet goed. De derde ronde gaat nog even hard als de eerste keer, maar de snelle heren hebben hun rondjes al klaar. Op de trap kom ik de andere groep tegen die de trap afdaalt. Ik sprint keer op keer de trap op terwijl ik de dames achter me zie vertragen. Twee dames maar trouwens, meer zijn het er niet. Ook een nadeel van deze razendsnelle groep is dat er voor de langzaamsten geen tijd is om op adem te komen – logisch want wat wachten die snelle (en totaal niet uitgebluste) heren al lang… 🙁 In hetzelfde hoge “inloop”tempo gaan we onmiddellijk naar de trap terug. Daar moeten we omhoog HINKELEN. Zo NIET mijn ding! Niet links, niet met twee voeten tegelijk en ook niet met rechts. Ik kán het gewoonweg niet. De traptreden zijn te breed, mijn sprong te kort, mijn kracht te weinig en de trap is veel te lang. Ik krijg er geen ritme in, mag geen tussensprong gebruiken en raak volledig buiten adem. Mijn coördinatie is vreselijk. Ik probeer het wel drie keer, maar het lukt me niet. Kunnen we weer gaan hardlopen? Gelukkig gaan we daarna door het gras verder, kijk, dan kan ik de mensen weer inhalen! Hier geniet ik erg van. We moeten omhoog klimmen, door het gras rennen en na de trap weer naar beneden. Het is zwaar, dat wel, met dat gras en die ongelijke grond, maar ik vind het wel leuk. Zeker na het hinkel-debacle. Het lijkt alsof ik weer ongeveer als laatste loop, maar ik vind over ongelijk, onverhard terrein harder dan 10 kilometer per uur rennen helemaal niet slecht. Met deze groep is het echt moeilijk om je niet helemaal dood te lopen en dan nog achteraan te eindigen – de verschillen zijn groot en akelig voelbaar. Er is niemand die er iets van zegt, maar ik heb het gevoel dat je hier wel een beetje minachtend wordt aangekeken als je niet zo hard kunt lopen. Een B groep is er niet, het zijn allemaal A lopers die over tien kilometer 3 kwartier of minder doen. Wederom in een tempo van ruim 10 kilometer per uur gaan we uitlopen. Ik krijg mijn hartslag niet meer onder de 150 en ben blij dat we klaar zijn. Ik wandel nog rondjes om de groep heen om ook de tien kilometer te halen, wat al die ‘arme’ mannen natuurlijk gemakkelijk gehaald hebben omdat ze (onder andere) voor die langzame ikke op en neer moesten lopen zodat ik mijn derde rondje ook kon halen. En het nodig vinden te moeten opmerken: “oh, ik heb elf kilometer gelopen, wat nog heel goed is voor een bruggentraining”. (met andere woorden: normaal zou ik zelf in 70 minuten wel minstens 13 kilometer lopen) Ik heb persoonlijk goed getraind, ik heb mezelf qua tempo en kracht overtroffen en ontdekt dat ik niet kan hinkelen! Maar ik heb het gevoel dat ik vreselijk gefaald heb en met deze groep totaal niet mee kon komen. Waar het vorige week veel te simpel was, was het deze week veel te zwaar. Als ik erop terug kijk, weet ik waarom ik nooit meer met de groep van Stad meetrain, want ook al loop ik strak achteraan in de groep van Buiten; ik heb nooit het gevoel dat ik daar te kort doe. Ik heb dat zelfs ooit durven na te vragen aan de rapsten van Buiten, maar in deze groep zou het antwoord niet oprecht zijn als ze ook zouden zeggen dat het niks geeft.
Punt 11 op de schaal geen zin: Niet meer met deze A groep.