Om 8 uur waren weer eens met zijn allen bij het buurtcentrum, maar daar waren ze ons nog even vergeten. Ik ging met de AB groep mee, snelle lieden. We liepen naar het straatje waar we altijd lantaarnpalen gaan tellen. De trainer beloofde ons een training-om-te-laten-merken-dat-de-zomer-voorbij-is. Ik ben geen fan van deze trainer, hij is mij niet altijd even duidelijk. Gelukkig loop ik niet vooraan en volg ik de rest gewoon!
Eerst langzaam 6 lantaarnpalen heenlopen en in steigerrun terug. Dat lukte me nog best de eerste keer. En de tweede keer ook. Hoe vaak we het deden weet ik niet precies. Toen volgde er een heel verhaal: 3 lantaarnpalen heen op rustig tempo, steigerrun terug, dan wandelen over het verbindingspad naar het andere fietspad waar we voor de verandering 6 bomen aftelden. De even keren moesten we terugrennen op 10-kilometertempo en de oneven keren net als op de heenweg rustig lopen. Volg je m nog? Weer terug over het verbindingspad wandelen en dat telt als 1 hele ronde. Dat maal tien. Dan ben ik blij dat ik niet voorop hoeft te lopen tellen, haha!
Het ging best, maar we moesten het wel tien keer doen. Na de vijfde keer raakte ik met een medeloopster aan het kletsen en toen haalden de andere dames ons in. Ik ben niet goed in versnellen. Volgens de trainer moet ik mijn knieën meer optillen en dat doe ik best, maar ik versnel niet zo snel als de anderen. Mijn tienkilometertempo ligt echter ietsje hoger en het ‘gewone’ tempo ook. Ik vind zulke opdrachten wat saai en het wandelen is echt bijna het moeilijkste: dat is gewoon een totaal andere beweging. Ik kreeg het wel erg heet eerlijk gezegd. Het hartslagpatroon en tempopatroon gaat er wel leuk uitzien door zo’n training! Ik ging een paar kilometer heel erg snel, ook al wandelde ik gedeeltes van die kilometer. Toen de snelle heren tien keer hadden gerend en ik pas negen keer, hielden we op. Wat kan ik daar slecht tegen, ik wil de opdracht ook tien keer doen! Dan doen zij het maar elf keer hoor.
We gingen nog een keer 8 lantaarnpalen rustig heenlopen, dan 4 palen heel rustig terug en de laatste 4 palen heel snel terug. Daarna moesten we 30 keer op een stoeprandje springen en dan nog een minuut wazig rondkijken slash wat drinken. Doen we ook. Ik deed de variant wazig rondkijken en horloge staren. Ik had niet al teveel zin meer, maar ja. Ik moet zeggen dat ik wel loeihard ging als ik mijn knieën optrok, zo’n 15 kilometer per uur. Het moeilijkste was het lantaarnpalen tellen, soms was mijn verdeling volgens mij 3 om 5 ofzo.
Toen liepen we weer terug. Ik heb nauwelijks gehoord wat de anderen allemaal te kletsen hadden. Zij bespraken zomervakanties. Met deze training was de zomertijd wel voorbij ja. We gingen nog uitrekken. Ik had er bijna tien kilometer opzitten. Kijk, daarom wil ik ook de oefening 10 keer doen en niet bij negen stoppen! En toen weer op de fiets naar huis. Met al een hele dag huisjes-boenen had ik mijn 10duizend stappen en alle bewegingsdoelen van de Apple ruimschoots gehaald! Ik was niet buitengewoon enthousiast over deze herhaling van zetten. Ik heb niet gemerkt dat er trainingen vervielen omdat het zomer was, dus voor mij had het niet gehoeven. De volgende dag had ik weer eens ouderwets spierpijn van de-zomer-voorbij-training.