Vandaag zijn we bij het paar Asics schoenen van hardloopster Anke. We zullen deze schoenen eens naar hún mening vragen!
Vraag: Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: jullie zijn nog niet zo lang bij het bazinnetje is het wel?
Rechterschoen moet meteen wat van het hart: “Nee, maar wij voelen ons wel een beetje het ondergeschoven paar hoor. Weet je, naast ons staat een paar Brooks en zeg nou zelf, dat is nauwelijks een echt merk. Wij zijn Asics, dat kent iedereen, wereldberoemd en wij komen uit het buitenland! Wij zijn veel stralender blauw als die donkere Brooksen. Maar meestal gaan de Brooks mee voor wat volgens mij de leukste klussen zijn. Die komen met verhalen terug van bossen en snelheid, waar wij meestal een beetje over het asfalt mee moeten sjokken, toch Links?” Links knikt beamend, maar voegt daaraan toe: “Maar afgelopen vrijdag mochten wij die supersnelle race doen toch?” Rechts heeft echter nog meer klachten: “Ja, maar in vergelijking met eergisteren, was onze taak vandaag weer heel saai, toch?!”
Aha, vandaag! Laten we het daarover hebben. Wat hebben jullie vandaag gedaan dan? Rechts antwoord meteen: “Asfalt, stoepjes en stad, zeg nou zelf…. En meestentijds in hopeloze tempo’s ook.” Links vult aan: “Die zone 2 ging wel heel lekker toch, elke keer?” Links legt mij uit: “Zone 2 deden we steeds een kwartier, eerst 10 minuten zone 1 en na zone 2 dan 5 minuten zone 3, snap je?” Jaja, dat snap ik. Zo erg is dat toch niet? Rechts vindt van wel: “We liepen door de stad de hele tijd. Over het spoorbaanpad. Kijk, eerst stopten we bij de trappen, maar daarna stopten we heel erg lang. Een uur stilzitten, daar zíjn wíj toch niet voor?!” Links mompelt er tussendoor: “Ja, en er lag een hond op mij he”. Ho even! Een hond en trappen, stilzitten? Leg eens uit? Links verduidelijkt het ons: “We gingen eerst naar de school rennen. En daar lopen we dan de trappen op en even over het linoleum, die paar minuten vertraging zijn niet zo erg. We zaten toch nog in zone 1.” Rechts neemt het relaas over: “Daarna gingen we dus naar zone 2 en een stukje zone 3, maar het bazinnetje vond dat blijkbaar wat lastig, want met al die heuveltjes was het qua tempo ook een beetje op en neer. En na een uurtje zones wisselen kwamen we dus in die huiskamer.” “Met de enge hond” vult Links aan, “die lag op mij, had ik dat al gezegd?!”
Hier raak ik het verhaal even kwijt. Die hond kan ik niet plaatsen en die huiskamer ook niet. Rechts wordt een beetje ongeduldig: “Terwijl het baasje thee zat te drinken, zaten wij STIL. Wij, het mooiste merk hardloopschoenen, wij moeten daar een uur WACHTEN, stilzitten dus – je snapt toch dat ik daar van baal?” “En die enge hond lag op me” meld Links nog maar een keer. Jaja, ik weet het van die hond. Was er dan weinig leuks te beleven vandaag? Het blijft even stil, maar dan weet Links toch veel te bedenken: “De weg terug was gaaf hoor. Het ging weer in dezelfde tempo’s en over hetzelfde asfalt zo’n beetje, maar ik denk dat de thee wel een goede uitwerking had, want het bazinnetje hield zich prima” “Jawel, maar ze had wel meer moeten eten hoor” vult Rechts aan; “En we hebben toch maar weer ‘even’ een halve marathon gelopen vandaag!”. Kijk, dat lijkt toch ergens op? Jullie mochten mee voor ruim 21 kilometer? Rechts kan het niet laten: “Ja, maar die rare Brooksen hebben zondag 25 kilometer gelopen.” Ikzelf vind het wel een prestatie van het bazinnetje en laat Rechts maar even links liggen met zijn ontevreden neus. Eenentwintig kilometer is eenentwintig kilometer rennen, ook al doe je dat met een pauze er tussen en heeft het bazinnetje (na navraag) daar (23 minuten) langer over gedaan dan de afgesproken twee uur. Blijkt dat toch met een lage gemiddelde hartslag, dus al dat gemok is niet echt nodig, dunkt me.
Ik vraag Links naar de andere medewerkers: Hoe waren de sokken? Links antwoord: “Zeer tevreden. Dit goedkope en roze paar (Rechts mompelt wat onaardigs over dat roze) hadden wij nog niet gehad, maar ze deden het uitstekend!” En Links heeft nog wat route informatie: “We liepen lekker langs dat water, die fonteintjes, weet je nog Rechts? Toen dacht ik nog: laten we daar maar niet doorheen lopen, haha. Wij worden nooit nat eigenlijk.” Rechts heeft echter een andere herinnering: “Weet je de eerste keer nog? Toen het zo hard regende?” “Ohja”, weet Links weer. “Maar vandaag bleven toch mooi droog. En we kwamen van die mooie steentjes tegen van mozaïek. Die zien die Brooksen lekker nooit!” Nog andere pluspunten van vandaag? Nou weet Rechts er ook nog één: “Kijk, wij zijn wel de asfaltvreters aan het worden en we kwijten ons perfect van onze taak, dus ik denk zeker dat we nog alle kans maken om voor de marathon uitgekozen te worden. Wij blijven natuurlijk wel een echt merk en prachtig blauw, terwijl de Brooks met al dat zand al verkleuren. Wij zijn gewend aan regen, dus ik hoop echt dat wij de marathon halen!” Ik denk zeker ook van wel! Dit ijverige paar verdient het in elk geval, en het verdient nog veel mooie trainingsmomenten, ook al leek het ze vandaag een beetje tegen te vallen. Ik bedankt voor het vraaggesprek en laat het paar in een discussie achter over hoe lang schoenen na gedane arbeid aan mogen blijven zitten.