Ineens was er tijd over. En dan kun je op het balkon gaan zitten, maar het was nog een uur tot aan het eten en tot het donker werd. Het koelde al aardig af en morgen is er geen tijd en is het warmer, dus ik trok de loopschoenen aan en de korte rok en ik zette een pet op. We zijn namelijk op Cyprus.
Vanmrgen hebben we al een stukje route wandelend verkend en ik ga richting Paphos rennen om te kijken hoe ver het is. Maximaal een uur. Het is namelijk anders dan thuis: hier is het warm en ik heb me ingesmeerd en het water moet mee.
Eerst heb ik wind mee. De wind waait stevig met 18 kilometer per uur. Ik ken de eerste anderhalve kilometer Daarna ga ik langs de luxere hotels. Het tempo ligt best hoog. Niet dat ik dat gevoel heb, want voor mijn gevoel loop ik rond de 10 km per uur. De werkelijkheid is dat ik rond de 10,5 km per uur loop.
Dit is wat anders dan thuis: er zitten klimmetjes in en afdalingen. Het pad is soms verhard en vaak ook niet. Ik loop langs de zee en volg de kustlijn. Ik spring over stenen en moet voortdurend opletten waar ik loop. Ik loop langs hele dure hotels en langs hekken. Ik zie de vuurtoren steeds dichterbij komen.
Hoewel ik besloten heb na 5 kilometer om te draaien, wil ik altijd eigenlijk verder lopen om te kijken wat er om de volgende bocht ligt! Ik haal 5 kilometer makkelijk binnen een half uur, dus ik kan ietsje door….
Maar na 5,5 kilometer besluit ik om te draaien.
Panorma van de weg voor me op het keerpunt
Nu heb ik wind tegen en gaat de zon al onder! Ik moet op gaan schieten, want ik heb beloofd een uurtje te gaan. Door het maken van foto’s duurt de 6de kilometer lang. (7:10) Nu ken ik de weg wel en dat is fijn, hoewel het niet afdoet aan de hoogteverschillen. Hoewel ik aanmerkelijk sneller wil gaan, werkt de wind me tegen en wordt het tempo ietsje lager, maar nog altijd rond de 10,3 kilometer per uur.
De vuurtoren in de achtergrond
Ik mis even de route langs het hek en dan zijn er ineens veel minder mensen. Kwam ik daarstraks nog veel wandelaars en zelfs opvallend veel renners tegen, nu loop ik alleen van de dalende zon boven de zee te genieten. Ik moet nog een foto maken en daardoor komt er nog een kilometer net boven de 6 minuten uit.
Ik merk dat mijn telefoon na 6 kilometer is gestopt met opnemen en daar raak ik van in de war. De zevende kilometer vind de telefoon nogal rechtstreeks gegaan en daardoor ook langzaam….. 🙂
Ik krijg nu voor de komende twee/drie kilometer echt haast, want anders mis ik de zonsondergang ‘thuis’ in het vakantiehuisje! De tiende kilometer (die ik aanzie voor de negende) gaat in een tempo van 11,5 kilometer per uur. De hartslag is langzaam aan opgelopen tijdens het lopen van 139 slagen per minuut tot 165 slagen per minuut. Ik wil graag de tien kilometer binnen het uur halen, maar omdat ik me een kilometer vergis denk ik dat me dat net niet lukt.
In de spiegelende ruit maak ik net voor ik het resort weer opren nog een foto van mezelf met de zon die bijna ondergaat. Ik ben behoorlijk moe geworden, maar niet uitgeput. Natuurlijk ben ik wel aardig bezweet. Na een uur en 5 minuten ben ik er weer en verbaas ik me erover dat ik elf kilometer heb gelopen. Hoewel dat wel logisch is als je na 5,5 kilometer omdraait…….
Ik storm het huisje binnen en zie dat we de zonsondergang vanaf het balkon niet kunnen zien. We moeten naar de andere kant van het zwembad lopen en ik heb daar nog alle energie voor! Het is een prachtig gezicht en ik ben blij dat ik het net heb gehaald. Ik had er niet 10 minuten langer over moeten doen. Ik ben trots dat ik 11 kilometer kan lopen, inclusief foto’s nemen binnen een uur en vijf minuten, ín de hitte, in een vreemd land en dan ook nog met stijgingen en dalingen over een halfverhard pad.
Hoewel dit overzicht niet helemaal klopt omdat er ongeveer twee kilometer mist, geeft het een mooi beeld van de stijging en daling.