Na alle droogte en dorheid van Cyprus vorige week, snakte ik vandaag naar bomen, groen en bossen. Op het schema stond een run van 7 kilometer op een lage hartslag. Deze was bedoeld ‘om er weer in te komen’ na de vakantie. Maar ja, ‘er weer inkomen’ hoeft niet, en 7 kilometer is zo weinig tegenwoordig- dan wil ik er iets speciaals van maken. Aangezien Vincent al bij oma was en het werk tijdig af was, besloot ik de renkleding aan te trekken en naar Hilversum te rijden, waar oma en opa een fijne douche hebben voor na de run.
Van de schoenen die ik in Cyprus aan had moet eerst het stof worden verwijderd. Hier draag ik weer een lange broek en lange mouwen in plaats van de korte broek en het hemdje. Niet insmeren, geen water mee voor dit uurtje en ik kan mijn neus gewoon volgen omdat je in Nederland niet kunt verdwalen. Ik steek het spoor over en ga het bos in. Heerlijk! Meteen voel ik me tot rust komen. Ik heb niet het gevoel dat ik hard loop, maar volgens de telefoon en het horloge ligt het tempo boven de 10 kilometer per uur. Ruim.
Ik geniet enorm van de groene waas om me heen. Het groen lijkt wel extra fel! Ik hoor overal vogelgeluiden. En dan ben ik nog amper de stad uit. Aan de andere kant ligt dan ook nog de spoorlijn en er komt een mountainbiker voorbij. In Nederland ben je nooit alleen en is alles aangelegd, betegeld en geregeld. De eerste drie kilometer ligt het tempo hoog en komt de hartslag niet boven de 150 uit. Ook niet als ik het spoor oversteek en de lichten beginnen te knipperen. Ook dat is Nederland: zelfs midden in het bos zijn er spoorbomen!
Ik krijg het idee dat ik al weer door kan steken en de weg terug zou kunnen gaan vinden, maar ik vind dat veel te snel! Ik kan me na 3,5 kilometer ook niet voorstellen dat ik al op de helft zit. Dus in plaats van rechtsaf door het bos terug, ga ik naar links om te kijken of ik bij dat leuke huisje uit kan komen. Dan loop ik toch weer over stoffige bospaden! Maar nu hoor ik de vogels tussen de bladeren scharrelen in plaats van salamanders die tussen de stenen wegschieten. Ik hoor de wind tussen de bladeren in plaats van het ruisen van de zee. En ik hoor het onafgebroken ruisende geluid van auto’s op de autoweg, de trein in de verte en de grote weg dichterbij.
Al snel weet ik ook weer wat het nadeel is van bos om je heen: het is funest voor je richtingsgevoel. Ik wil wel naar de grote weg, maar ligt die nu voor me of links van me? Door alle bospaden met hun eigen richting weet ik niet meer waar de weg ligt…. Ik slinger weliswaar genietend rond, maar na 5 kilometer ben ik het spoor toch bijster! Ook daarvoor is er in Nederland altijd een dubbele oplossing voorhanden: Je kijkt op de telefoon mét internet op de kaart (“wáár ben ik? hé, de weg ligt daar, dat had ik niet gedacht”) en je kunt een plaatjesroute volgen. In dit geval witte. Wel een mooi plaatje van het water midden in het bos gemaakt.
In noodgevallen kun je altijd nog aan een paar andere wandelaars met honden vragen waar de weg ligt….
Ik heb besloten dat ik eenmaal op de weg het tempo hoog mag leggen tot aan het viaduct. Ik heb geen idee waar ik op de Hilversumsestraatweg uit ga komen, maar het is een stuk verder dan ik gedacht had als ik er eenmaal ben! Ik verhoog het tempo 2 kilometer lang naar 12 kilometer per uur. Daar krijg ik het warm van, begin lekker te zweten en ook mijn hart gaat sneller kloppen tussen de 150 en 165 slagen. Even geen tijd om foto’s van dat leuke huisje te maken of van de provinciegrens: doorgaan is de taak. En dan voelt mijn lichaam gewoon moe aan. Mijn hele lijf is nog moe van weinig slapen de afgelopen dagen. Maar ik kán het wel!
Ik mis het piepje onder het viaduct geloof ik, want dan zijn de twee kilometer echt wel om. Daardoor ren ik langer door op het hoge tempo dan mijn bedoeling was. Mijn telefoon is onderbroken geweest en ik heb mijn horloge een nieuwe ronde in laten gaan bij de versnelling, dus ik heb even geen enkele clou meer hoe ver ik al gelopen heb. Als ik dat bij het klooster heb gevonden, zit ik bijna drie kilometer op hoog tempo en het is genoeg! Ik zie dat ik 8 kilometer heb gelopen en laat meteen het hoge tempo los.
De laatste kilometers hobbel ik lekker door het bos, kijk naar de duiven die zich een hoedje schrikken als mijn telefoon begint te praten. Van mijn voetstappen vliegen ze niet weg! Ik loop lekker stilletjes blijkbaar 🙂
Ik moet het gat in het hek zoeken, want dat is óók Nederland: alles is afgebakend en als je niet weet waar je erdoor kunt, loop je heel ver om! Ik hobbel langs het ziekenhuis en dan wil ik de 10 kilometer ook volmaken. Ik heb nog wat tijd (want ik had beloofd er tussen een uur en 5 kwartier op uit te trekken) en ik wil het ‘rondje om de vijver’ graag opmeten. Ik kom in het rondje van 500 meter 2 keer dezelfde mevrouw tegen, die me de tweede keer succes wenst. Wat een lieve schat! Ik denk dat ik voor de laatste paar honderd meter tot de 10 kilometer maar niet achter haar aan moet rennen door het paadje en kies de tegengestelde ronde in de hoop dat ze afslaat – wat ze natuurlijk niet doet, dus wens ik haar een fijn weekend als ik haar voor de derde keer met haar hondje tegenkom!
Dan heb ik de tien kilometer gehaald binnen een uur. Ik maak het uur vol! Weer niet netjes het schema gevolgd van 7 kilometer, maar de gemiddelde hartslag blijft onder de 150 liggen en dat was dan weer wel de bedoeling!
Het was een leuk loopje! Nu weet ik weer zeker dat ik de ‘kou’ van Nederland met zijn groene bossen verkies boven de Cypriotische zon met zijn uitgedroogde rotslandschap. Geef mij maar stoffige bospaden om op te verdwalen in plaats van stoffige wegen langs vakantieresorts. Maar het geluid van de golven van de zee klinkt toch beter dan het voortdurende geruis van de autosnelweg!
Ik meet nu mijn voeding anders af en het word mezelf nu duidelijk dat ik in dit uur alle calorieën die ik deze hele dag al gegeten heb er in 1 keer afgetraind zijn! Dus ik mag best een bord met patatjes eten na de douche!