Om kwart over tien pikte ik mijn loopmaatje op, die er al tien kilometer hardlopend op had zitten. Ik had gezegd dat ik tussen een uur en anderhalf uur weg zou gaan. Voor de rest was het plan slechts om over de nieuwe brug te gaan. Het tempo hoefde niet hoog te liggen. De zon scheen, het was droog, vrijwel windstil: kortom, heerlijk loopweer.
De eerste kilometer voelde helemaal niet snel aan. Het tempo lag op 10,2 kilometer per uur. We kletsten over de verdere plannen voor de zondag, over vanalles eigenlijk. Dat gebeurt zonder merkbare moeite. Mijn hartslag blijft onder de 150. Al een paar dagen heb ik een hele lage rusthartslag, gisteren is de hartslag in rust niet boven de 50 slagen per minuut gekomen! Of dat nu duidt op een goede condititie weet ik nog steeds niet zeker! Richting het bos gingen we steeds sneller lopen. We liepen gewoon over het fietspad. Onderweg kwamen we veel andere hardlopers tegen, die het weer blijkbaar ook prima vonden!
De eerste vijf kilometer gingen elke kilometer sneller tot een rondetijd van 5:19 op de vijfde kilometer. Na 4,5 kilometer liepen we over het nieuwe fietspad en daarna gingen we de weggetjes over de heuvels op. De poorten van de hardloopspeeltuin waren geopend!!
Eerst een rondje maken met een stijging en daling erin. Lekker op tempo genieten van de kleine uitdaging. Toen liepen we de andere nieuwe paden op. Stukje omhoog, stukje afdalen. Helaas wel voorzien van erg veel vliegende beestjes 🙁 Dat was het enige minpunt, want het was mooi, leuk, uitdagend, speels en verrassend.
We namen een pad langs het water over de balkjes. Dat kwam het tempo niet ten goede, maar de glimlach werd er des te groter van 😀
Ik gaf er niks om dat er grote zwanen lagen, die gingen blazend voor mij aan de kant.
We gingen in elk geval de heuvel nog op, toen we door hadden hoe het poortje open ging 🙂 Ik heb met de heuveltjes geen moeite, voor deze kleine puistjes schrik ik niet terug. We namen nog een zandpad en toen was er toch nog een poort dicht. We mochten over de heuveltjes weer terug! De zesde kilometer was wel ernstig langzamer door de zwanen, de poortjes en de foto’s.
Na anderhalve kilometer ging de route weer verder over het betonnen fietspad. Tussen de bomen door. Minder leuk qua speelsheid, maar beter voor het tempo. Dat ging meteen weer terug naar ruim 10,5 kilometer per uur. We liepen door naar de nieuwe brug. Het fietspad er naartoe is nog niet helemaal af, maar lopers deert dat niet zo. Stralend liep ik over de brug heen. Ik kon het niet laten blij te zijn met deze prachtige nieuwe route.
Er moet nog geveegd worden en de laatste aansluiting op de brug moet nog worden gemaakt, maar verder is het af hoor.
Voor nu is de route nog zo nieuw, dat het lijkt of we gezwommen hebben.
Dan kom je daarna helaas wel op een lange, ietwat saaie rechte weg; die nogal druk is met auto’s op zondag. Lastig voor het tempo, want dan moet je steeds aan de kant. Niet dat het tempo lager werd, integendeel. De tien kilometer legden we af in 57 minuten. Voor een ‘rustige’ duurloop door de speeltuin not too bad! Daarna zakte het tempo ietsje naar 10,4 kilometer puur. Waar de hartslag in het ‘speelgebied’ nog was opgelopen naar 160, lag die nu weer net onder de 150. Het kost allemaal weinig moeite. Ik neem een druivensuikertje aan, maar het is erg fijn om zonder water te rennen.
Na 12 kilometer heb ik geen zin meer. Ik wil het tempo wel lager leggen, maar dat kan ik niet. We lopen door de wijk heen en ik vind nog een nieuwe doorsteek over een graspad. Ik voel dat de koolhydraatjes op zijn: de hartslag loopt iets op en de zin is verdwenen. Ik vraag me dan altijd af waarom ik door blijf rennen. Maar dat doe ik om met mijn loopmaat zijn 25 kilometer te halen. En dat wil hij binnen de 2,5 uur doen. Wat betekent dat ik 15 kilometer gemakkelijk binnen anderhalf uur moet halen. In plaats van wandelen stel ik voor de laatste kilometer juist het tempo omhoog te gooien! We voegen de daad bij het woord en ik loop me af te vragen waarom ik mezelf nog zo wil afbeulen. Gelukkig kom ik adem te kort om hardop te klagen! Het tempo ligt boven de 11 kilometer per uur. Dat lukt best en ik heb het idee dat ik na een paar honderd meter qua tempo gewend ben. 15 Kilometer heb ik gelopen in 1 uur en 26 minuten. Gelijk met de beste 15 kilometer die ik ooit gelopen heb in september van vorig jaar.
Jammer-maar-helaas: We hebben te snel gelopen. De ijszaak is nog dicht. 🙂
Ben ik dan doodmoe? Nou nee, dat valt reuze mee. Na een banaan en twee glazen water ga ik gauw douchen en dan heb ik nog energie om de schuur op te ruimen. Helaas doet mijn rechtervoet wel een beetje pijn. De tevredenheid over de leuke, speelse, verrassende en nieuwe route overheerst echter.