Om 5 uur góót het in Almere. Er kwam een heuse waterval naar beneden! Ik was blij dat het niet een uurtje later naar beneden kwam, want op de planning voor 6 uur stond een loopje van 9 kilometer terwijl Vincent (ook) op de atletiekbaan was. Maar het beïnvloedde de kledingkeuze wel. Ik nam de regenjas mee. Op het laatste moment deed ik er nog een t-shirt met korte mouwen onder aan. De opdracht van de 9 kilometer was om elke kilometer ietsje harder te gaan. Ik eet twee boterhammen om onderweg energie te hebben voor de opdracht.
Ik vertrok in regenjas. De eerste kilometer ging lekker langzaam in 9,3 kilometer per uur. Ik kwam twee andere hardloopsters tegen, maar die haalde ik al snel in omdat zij even moesten stoppen. Ik ging lekker richting het sluisje en het bos. Ik voelde het enorm als inhouden. Het rook wel heerlijk overal na de stortbui van een uur eerder! De hartslag bleef onder de 140 hangen.
Inmiddels was de zon doorgekomen en bemerkte ik mijn vergissing: het was niet gewoon warm, maar heet! De regenjas ging al uit en ik was blij met de korte mouwen en niet blij met de lange broek. Ik maakte nog een foto van het mooie pad.
Alle tijd zo in de eerste kilometers!
De tweede kilometer ging in 6:18 (9,5 km/u) en de derde kilometer met sluis-oversteek in 6:14 (9,6 km/u). Ik was nog niet aan het zweten en vooral bezig met me inhouden. De vierde kilometer leidde me het bos door onder de natte bladeren. Geweldig! Ik vond het jammer dat ik moest versnellen. Maar ik deed het toch maar en had last van het wisselende licht. Mijn lijf wilde ook niet zo heel goed meewerken, ik voelde me wat slapjes. Toch ging de vierde kilometer in 5:50 (10,2 km/u).
Ik had er geen idee van of ik om het Block van Kuffelaer (de grote sluizen) heen kon. Ik was vergeten op te nemen hoe ver het was en wilde niet te laat weer terug komen bij de atletiekles. Dus boven besloot ik om te draaien. Kwam ik de dames weer tegen! En er liep ook een man achter me bleek. Ik kreeg het tempo niet goed te pakken. Al eerder was ik begonnen om ietsje vals te spelen: ik keek op mijn horloge tegen het einde van de kilometer (als mijn telefoon de kilometer al af had) om te zien of ik moest versnellen of vertragen. Zo kwam ik bij de vijfde kilometer bedrogen uit! Ik was te langzaam!! Ik snapte niet hoe het kon, want ik had het gevoel harder te gaan. Natte bladeren? Het omkeerpunt? In elk geval deed ik er 5:54 over. Nog altijd boven de 10 km/u maar ik baalde er flink van.
Kilometer 6 moest namelijk weer terug over het sluisje, dus ik moest aanzetten als ik dat sneller wilde maken. Het lukte me en ik begon eindelijk het gevoel te krijgen op tempo te komen. 5:31 Deed ik erover. 10,8 km/u. De volgende kilometer ging over de harde weg en ik had het fijne tempo gevonden. Het kon me niet meer schelen of ik elke kilometer harder zou halen, deze kilometer ging heerlijk! Ik vond dat ik dan de 9de en 10de (strafkilometer) maar harder moest gaan. 7 Kilometer in 40minuten en 40 seconden. Mijn nieuwe tempo ligt op 11,4 kilometer per uur! Boven de elf kilometer! Dan zweet ik wel en dan komt mijn hartslag boven de 150 uit. Ook de achtste kilometer besloot ik gewoon op een goed, flink tempo te lopen. Warm! Ik krijg er een rood zweetkoppie van.
5 Minuten en 3 seconden. Zolang doe ik over achtste de kilometer. Bijna twaalf kilometer per uur. Bijna… (11,8) De laatste of eigenlijk voorlaatste kilometer komt eraan. En balen: langs de vaart blijkt meer wind te staan. De hartslag loopt op tot boven de 160 en ik heb het gevoel dat ik hard aan het tempo moet trekken. En dat is gek, want ik blijk de negende kilometer net zo hard te lopen als de voorgaande kilometer! Ietsje langzamer nog (5:05). Terwijl deze kilometer zwaar, veel zwaarder aanvoelde! Onbegrijpelijk. Ik baal ervan dat de tijd niet met 4 minuten begint zeg. 9 Kilometer in 50 minuten, hoe kan ik ooit 10 kilometer in dezelfde tijd halen?
Ik besluit de tiende kilometer relaxter te lopen, maar wel op hoog tempo. Om de atletiekbaan heen. De mevrouw met de hond gaat ook die kant op. Inmiddels is mijn telefoon er bijna 500 meter eerder. De tien kilometer heb ik (ruim) binnen een uur gehaald, dus ik heb nog uitlooptijd.De tiende kilometer voelt weer gemakkelijker als de negende en guess what? Die is net zo snel als de achtste! Kortom: minder je best doen en relaxter is ook prima. Nadeel is dat ik er enorm, vreselijk van baal dat ik geen tijd ónder de 5 minuten neer heb gezet. Serieus – ik weet dat ik dat kan en ik moet dat van mezelf ook kunnen halen.
Ik loop nog een uitlooprondje om de atletiekbaan heen. He, daar zijn de dames ook netjes aan het uitrekken! En de man die ik heb gezien komt ook zijn kind ophalen! De mevrouw met de hond is er ook weer. Nu weet ik wat al die mensen doen als hun kind op atletiekles zit! Zij hebben echter geen van allen een lange broek aan. (op de mevrouw met de hond na) De elfde kilometer gaat lekker langzaam in hetzelfde tempo als de tweede kilometer. Nu voelt de rust ook anders aan, niet langer alsof ik me moet inhouden, maar meer alsof ik even uit kan rusten!
Eerlijk gezegd baal ik dat ik de opdracht niet goed heb uitgevoerd. Ik ben niet netjes elke kilometer sneller gegaan, terwijl ik dat wel zou moeten kunnen. Maa ik heb geleerd hoe verschillend tempo’s aan kunnen voelen. Dat het heel veel uitmaakt hoe je ermee bezig bent.
11 Kilometer heb ik afgelegd binnen 1 uur en drie minuten. Ik haal snel Vincent op en drink zijn water op! Thuis heb ik trek en eet ik lekker nog een bordje macaroni met roerbakgroente. De hartslag daalt weer snel en na een uur zit ik al rond de 65.