Het regende al de hele zondag. Meer een dag om voor de TV te hangen op de bank, spelletjes te spelen en cake te bakken. Aangezien we dat allemaal al hadden gedaan, was het ‘s avonds toch tijd voor wat buitenlucht. Regen of niet. Regenjas aan, oude schoenen die nat mogen worden en er maar het beste van hopen met de druppels! Toen ik naar buiten stapte was het droog.
Op het programma staan 14 vierhondertjes. In mijn hoofd staat: we zien wel hoe veel en hoe hard we het gaan halen; we gaan voor een leuke, ietwat zware intervaltraining. Het inlopen ging op een traag tempo. Om de plassen heen op het fietspad. 3 Kilometer in 20 minuten tijd. Ik had geen route vooraf bedacht, dus ik volgde mijn neus en wilde zo min mogelijk oversteken, dus het slingerde soms nogal! Het eerste vierhondertje ging gepaard met de eerste druppels. Het versnellen viel niet mee. De wind was ook niet erg meegaand. Ik was blij dat de eerste 400 meter erop zaten en ik moest er nog 13! Bij de tweede kwamen er al meer druppels naar beneden. Ik rende langs de plekken waar we vaak trainden en probeerde gewoon zo snel mogelijk te gaan. Toen ik voor de derde keer het tempo opvoerde, brak de bui echt los.
Het was stil op straat. Ik constateerde wind tegen en besloot richting de atletiekbaan te lopen, waar het vorige week zo lekker zonnig was. De brug over. Ik liet mijn horloge maar piepen dat ik sneller moest en dacht: dit is wat er vandaag in zit qua snelheid, het zal me wat. Ik liep het rondje om de doodstille atletiekbaan heen en ook de andere sportvelden lagen er verlaten bij. Het is zo leuk dat je in Almere over het atletiekpad en de marathonlaan kunt hardlopen! En warempel: daar was nรณg iemand aan het hardlopen! Ik dacht nog: in de volgende versnellling haal ik je in, maar deze meneer ging rechtdoor waar ik afsloeg. Ik liep in de luwte door de woonwijk en warempel: er ging een vierhondertje best wel heel lekker.
Ik moest door het gras in de rust de brug over en de regen bleef gestaag op me neervallen. Mijn telefoon houdt het tempo bij en dat ligt elke keer rond de 11 kilometer per uur. Ik vond het prima, ik deed gewoon mijn best, maar ik wilde me niet kapot lopen. Eergisteren heb ik een halve marathon gelopen – het is me wel goed. Ik heb al weken geen intervallen op dit nivo meer gedaan. En daarbij doet mijn rechtervoet pijn. Mijn hak doet zeer. Het wordt langzaam aan donker. Somber was het al.
Ik loop langs de vaart in tegengestelde richting dan normaal. Ik wil niet over de straat lopen waar het me nooit lukt en tot mijn verbazing heb ik al 10 vierhondertjes gelopen! Dan zal ik die laatste vier ook maar doen. Ik ben niet kapot of heel erg doodmoe van de versnellingen: ik wil gewoon niet tot mijn maximale lopen. Mijn hartslag loopt in de versnellingen op tot 170, maar daalt in de rust weer tot 150. Liefst zou ik wat korter rusten, zodat ik het eerder gehad heb! Ik begin genoeg van de regen te krijgen. Ik loop de wijk in raak een beetje het spoor bijster waar ik blijf. Letterlijk, want ik dacht dat ik aan de andere kant van het spoor zat!
Nu kan ik mezelf voor de gek houden en doen alsof ik niet doorhad dat er 14 versnellingen op zaten, maar de waarheid is dat ik bij het zien van de helling van de woondome van Almere (waar we heel wat hartslagtesten hebben gedaan) het in mijn hoofd haalde om mijn maximale hartslag te testen. Dus na de 14 versnellingen gewoon op tempo proberen zo lang mogelijk door te gaan. Als je echt niet meer kunt, zou je toch op je hoogste hartslag moeten zitten. Ik was een snelle schaduw van mezelf! ๐
ย ย ย
Ik begon net voorbij het centrum van Almere Buiten en gaf mezelf de opdracht om het tot de brandweerkazerne vol te houden of tot ik echt niet meer kon. Ik bleef maar hard gaan. Mijn horloge wilde juist een lagere hartslag, maar die liet ik lekker piepen. Na een redelijk zware intervaltraining haal ik nog een kilometer lang 12,5 kilometer per uur! Toch iets om trots op te zijn eigenlijk. Bij de kazerne was ik behoorlijk moe en kon ik niet meer, maar dat kwam omdat ik hoognodig een toilet nodig had. ๐ De hartslag blijft steken op 170 slagen per minuut. Als het tempo eruit is, daalt de hartslag binnen 2 minuten naar 125 slagen per minuut. (en dat terwijl ik echt moet nu!!)
Het was droog. De regen was voorbij. Ik kon rustig uitlopen. Het is donker geworden buiten.
In de wijk heb ik nog een klein extra rondje gemaakt. 15 Kilometer door regen en wind. Niet 1 van de vierhondertjes heb ik binnen de 1 minuut en 50 seconden gehaald. Ik ben nog nooit zo langzaam geweest als deze sessie! Maar ik heb het wel gedaan! Ik ben gegaan, nat geworden, uitgewaaid. Ik ben moe geworden, heb een stuk cake verdiend en ik heb een goede intervaltraining achter de rug. Maar eerst naar de toilet ๐