browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

12 kilometer met veel PIJN en (weinig) moeite

Posted by on 17 May 2014

Mijn voet bleef pijn doen. Onder mijn rechterhak lijkt een grote blauwe plek te zitten. Die doet pijn bij elke stap. Mijn enkel is zwak en de peesplaat onder mijn voet is geïrriteerd. Die twee pezen komen samen onder mijn hak en zorgen daar voor pijn. De fysiotherapeut doet haar best, maar dze keer heeft ze me niet binnen een week van de pijn af kunnen helpen. Ik moest van haar zeker één dag rust nemen en liefst nog een dag. “Een paar kilometer op vrijdagavond”, dat mocht van haar. Maar op vrijdag had ik nog te veel pijn en zag ik me genoodzaakt een extra dag rust te nemen. Met moeite en een zak M&M’s 🙁
Vandaag hield ik het niet meer! Mijn enkel voelde ‘s morgens nog stijf, maar de ergste pijn was weg. Het was heerlijk weer. Mijn hak deed weinig pijn meer. Ik stelde het tot de namiddag uit en besloot vanaf de zwemles naar huis te gaan lopen. Dat zijn op minst 5 kilometer, maar dat is recht door de stad. Ik wilde door het bos, dus dan is het ietsje langer. Mooier en fijner om te lopen. Ik ging eerst langs het water vol met bootjes en genoot van de vlindertjes. Haast had ik niet, ik wilde alleen maar kijken hoe het ging. Een lange duurloop van 2 uur zou het toch niet worden. Na 2 kilometer deed mijn hak weer pijn. Eventjes dacht ik aan teruglopen, maar het was zo mooi buiten! Er vloog een vlinder meterslang naast me en die deed me beslissen door te gaan.
Over het sluisje en toen kwam ik in het bos. Het was er mooi en in tegenstelling tot aan het water rustig. Ik had het hele pad voor mezelf en ik genoot van de vogelgeluiden, de lekkere temperatuur en de oase van groen. Het tempo lag rond de 6 minuten per kilometer en dat vond ik best. De schoonheid van de omgeving met de bruggen en de stilte leidde de aandacht af van de pijn. De brug bij het Block van Kuffelaergemaal stond open en er reed een man de rotonde verkeerd om op, al zwaaiend naar mij!
Ik kwam op de dijk, op het asfalt van het fietspad. Er raasden auto’s voorbij, fietsers passeerden me en mijn voet ging serieus pijn doen. Veel pijn.
Meestal klinken de hardloopstappen als stap-stap-stap-stap in een regelmatig ritme. Nu voelde het als stamp-tik-stamp-tik-stamp-tik. Mijn passen moesten zich wel aanpassen aan de pijn aan 1 kant. Ik moest op mijn tenen gaan lopen om de pijn te vermijden. Voor het eerst in tijden en tijden dacht ik aan opgeven en naar huis bellen. Maar ook dan zou ik moeten lopen of wandelen en zou elke stap pijn doen. Dat zou langer duren. Het tempo ging drastisch omlaag, naar 7 minuten per kilometer. Het maakte me niet uit. De afstand zou niet zo ver worden. Het maakte me niet uit. De zon scheen, het was mooi en ik mocht van mezelf door het bos. Het maakte me niet uit. Ik besefte dat ik op deze manier de halve marathon over een maand niet ga lopen. Dat maakte me wél uit. Gelukkig vloog er een vliegje in mijn oog waardoor mijn ogen traanden 😉
Er komen andere halve marathons, maar ik krijg geen andere voeten meer.
Ik hobbelde door het bos en had de kracht om te genieten van de kleine paden, de rust en al het moois van de natuur. Ik deed wel een uur en vijf minuten over de 10 kilometer. Het was warm in het bos. Maar overal was het stil en rustig en ik heb geen enkele andere wandelaar of hardloper gezien. Niemand! Niet in het wilgenbos, niet in het tussenbos, niet in het oostvaardersbos.
Intussen stapelden de kilometers zich langzaam maar zeker op. Het werden er 11 en ik dacht: nu ga ik tot de brug. Tot de volgende brug. Tot het park. In het park ging het weer een beetje. Dus gewoon tot thuis. Het werden 12 kilometers. De limiet voor dit weekend. In een laag tempo van gemiddeld 9,2 kilometer per uur. De hartslag was ook niet erg opgehoogd. Voor ik iets ging drinken thuis, legde ik ijs op mijn hak. Ik ga het schema aanpassen en kijken of ik over een paar dagen weer iets kan oppakken. De komende dagen loop ik pijnlijk door het huis. Ik betreur mijn eigenwijsheid. Ik heb al vaker pijn gehad en ben al eerder geblesseerd geweest. Ik heb zelfs al vaker gedacht: ‘nu kan ik echt niet meer lopen’, maar hopelijk leer ik er eens een keer iets van!
 

Comments are closed.