Het gaat beter met mijn voet! Hij doet steeds minder pijn. Het duurt niet meer de hele ochtend voor ik er gewoon op kan lopen. De pijn bij elke stap wordt een stuk minder voelbaar, een daarmee de vraag “hoe heb ik dit kunnen negeren?” dwingender. “Hoe kon ik dit aan het begin van de week aanvaarden?” verschijnt al als vraag in mijn hoofd. Dus deze keer zal het echt wel een goede les zijn! Ik heb me lang afgevraagd hoe ver ik kon gaan met hardlopen en die vraag is dan helaas eindelijk beantwoord: mijn pees houdt er het eerst mee op. Niet het doorzettingsvermogen of de conditie of de spierkracht; het zit ‘m in een pees in mijn voet. Tot zover dus. 10 Kilometer in 47 minuten en nu is mijn enige wens niet langer om sneller te worden, maar enkel om beter te worden. Mijn enkel moet beter worden. Als in dat het enkelgewricht nu eerst moet genezen.
Vanmorgen eerst een bezoek aan de fysiotherapeut. Ze kan nog niet zeggen of en hoe ik de Almere City Run kan lopen. Ze deed me minder pijn als eerder deze week. Wat een feest was het om te horen dat zij door mij te behandelen last van háár elleboog had gekregen! Ze heeft opnieuw de pijn opgewekt en de ontsteking aangezwengeld, zodat mijn lichaam de komende dagen weer zelf aan het werk moet om beter en sterker te worden. Dat betekent dat het lopen nog een paar dagen uitgesteld zal worden!
Gelukkig stond de fiets klaar (de andere fiets, want de eerste heeft al een lekke band) en mijn loopmaatje offerde zich op om mee te gaan – ook op de fiets! De eerst paar kilometer dacht ik nog dat ik hem echt niet zou kunnen gaan bijhouden en dat hij een tandje te hard voor me fietste, maar na een paar kilometer was ik aan het tempo gewend. Hij mocht vrolijk vertellen van de trainingen die hij afgelopen week heeft gehad. Ik ben niet meer zo jaloers, ik pak het later wel weer op. We fietsten door het bos zonder overduidelijk einddoel. Op de fiets kun je nog eens een kilometertje extra maken.
Het was heerlijk weer: bewolkt, maar niet te warm. Tijdens een fietstocht gaat de hartslag niet zo snel omhoog en kun je onafgebroken blijven kletsen. Dus rond de hele Kemphaan, vanaf dat we onder de snelweg door gingen tot we via het Shellstation, het Kemphaan terrein over en aan de andere kant van de Vaart weer terug reden heb ik uitgelegd hoe mijn favoriete bordspel Kolonisten van Catan gespeeld dient te worden. Zonder spelmateriaal bij de hand!
We kwamen bij het Block van Kuffelaer en de brug stond weer een keer open. Even rustpauze was niks ergs aan! Maar het werd tijd om het kind weer op school op te halen, dus we fietsten door terug langs de Vaart en het sluisje. Meestal vind ik het fijn om zo ver te kunnen komen op de fiets, maar door het Wilgenbos leg ik liever in een rennend tempo af om van dat bos te genieten. Da’s op de fiets zo voorbij. Na twee uur fietsen hadden we 36 kilometer afgelegd. Ik ben dan niet doodmoe of uitgeput. Na twee uur lopen heb ik onmiddellijk behoefte aan een douche, na twee uur fietsen heb ik zin in water.
Deze week hou ik het bij fietskilometers.