De fysiotherapeute was het met mij eens: 7 kilometer hardlopen aanstaand weekend is genoeg. Het hadden er 21 moeten zijn in een toptijd, het worden er 7 lekker rustig aan. Het gaat beter met mijn voet, het doet minder pijn. Weken geleden zou ik hebben gezegd dat het geen pijn meer deed, maar dat wil zeggen dat het de afgelopen weken zéér pijnlijk was! De komende week (weken) gaat hardlopen er nog niet van komen, dus stap ik weer op de fiets!
Op deze dinsdagmorgen waarop ik toch niks anders te doen heb, neem ik de muziek van Coldplay mee. Ik heb geen haast. De zon schijnt. De voet is nog gevoelig. Ik heb de tijd. De fietsband niet leeggelopen. Kortom: een stukje trappen naar de plassen achter de A6. De heenweg door het Kotterbos, langs de Vaart richting de Knardijk ging lekker. Snel, geen tegenliggers (op een tractor! na), wind mee, muziek aan. Alle kilometertijden onder de drie. Voorbij de sluis nam ik tempo terug en ging genieten van de wijdse omgeving, de bossen, het kunstwerk en de nieuwe paden en bruggen.
Ik ging langs het restaurant en bewonderde de roofvogels. Ik ging langs de plassen en verdwaalde over een parkeerplaats. Het bos was erg mooi daar, het leek niet zo aangeplant als het in de rest van Flevoland altijd is. Ik kon de rijtjes niet meer ontdekken bij de bomen.
Ik kwam verder uit als ik gedacht had en fietste richting de Praambult over de weg, omdat ik het fietspad te laat zag. Ik ging over de lange saaie rechte weg met wind tegen. Twee roofvogels waren een muisje aan het vangen, wat een snelheid en concentratie!
Ik ging de nieuwe brug over terug het Kotterbos in. Ik had eng gedroomd over de brug, maar in werkelijkheid kun je er niet overheen vallen! Toen ging ik over mijn lievelingspad met mijn lievelingsmuziek heel hard aan en tóch hoorde ik het ruisen van de bomen nog. Het hele pad was voor mij alleen en ik heb ervan GENOTEN.
31 Kilometer in 1 uur en 40 minuten en ik was weer thuis.
Het was me niet genoeg. ‘s Avonds ging mijn loopmaatje -nee, intussen fietsmaatje- meefietsen.De andere kant op, min of meer de stad in. Eerst het industrieterrein wat echt wel stad was, maar daarna reden we de bossen van het Wilgeneiland in. Erg mooi in het avondlicht.
Het werd een rondje om het water heen. Drie keer. Eerst het Wilgeneiland, toen door naar het rondje om de Leeghwaterplas. Je komt langs huizen, maar er is ook ontzettend veel groen. We staken het stadscentrum door voor het rondje om het Weerwater.
Snelheid was niet het beoogde doel. Die lag ook niet zo hoog met nauwelijks rondjes onder de drie minuten. We hoefden ook niet ver. Onder de 30 kilometer blijven was het idee. Maar we kletsten gezellig de hele tijd. Onderweg bekritiseerden we alle andere hardlopers. Ze waren er volop in werkelijk alle soorten en maten!
De zon ging onder in een mooie rode gloed en kleurde de stad Almere. Na het rondje om het Weerwater gingen we weer terug naar een brug om de Vaart over te steken. Ook nu reden we even door de woonwijken met totaal onbekende straatnamen, maar het blijft behoorlijk groen.
We konden ons slechts aan 1 deel van ‘opdracht’ houden: we gingen niet snel met gemiddeld 18 kilometer per uur, maar het werden wel 32,5 kilometer. Langzaam aan ga ik ook uitdagingen in het fietsen stellen: deze week wil ik meer fietsen als de weken hiervoor. Volgende week is dan de rustweek. Daarna ga ik langzaam weer bouwen aan het hardlopen. Als de pijn aan de voet over is, maar ik heb eindelijk weer goede hoop! Al denk ik niet dat ik de fiets dan de rest van de zomer werkeloos in de schuur laat staan. Ik ga het leuk vinden: je komt verder op de fiets, het kost minder inspanning, je hoeft niet met een waterbelt te slepen en je krijgt er geen rood hoofd van.