Vermoeidheid is een aparte gewaarwording: gisteren om vier uur ongeveer voelde mijn lichaam aan alsof het 100 kilo woog: al het bewegen ging moeizaam, denken ging langzaam (tot de ontdekking komen dat de wasmachine klaar is als je vast van plan bent ‘m aan te gaan zetten en dan niet meer weet wanneer je dat al gedaan had), alles wat moe kon zijn stond klaar om onmiddellijk bij het minste spoortje van toestemming in slaap te vallen. Ik bleef rondlopen, onkruid trekken, voorlezen en hardop alles zeggen om het uitgevoerd te krijgen. Door al het werken en de maximale tegenslag die ik erbij kon krijgen: de allerlaatste aflevering was af-ge-keurd- dat maakte me onwaarschijnlijk moe. En ik ben nog niet met vakantie en kan het als enige morgen oplossen. Ik vind het niet erg, maar wel dodelijk vermoeiend. Alsof ik gisteren een marathon gelopen heb. Dat is het enige vergelijk wat ik heb. Om half elf ging ik naar bed, voor 11 uur was het lichtje uit. Maar in tussentijd had ik wél de loopspullen klaargelegd voor een herkansing: lopen over de vlonders naast het Media Park.
Het werk viel mee, het was weer leuk en ik heb zelfs nog iets extra’s gedaan, maar om half 1 stond het vast: er was NIKS meer te doen. Geen compilaties meer, geen veranderingen meer nodig, niets meer na te kijken. Etenstijd? FOUT. Ik had mijn sportkleren snel aan en met op deze ochtend 1 boterham en 1 banaan achter de kiezen vertrok ik voor maximaal drie kwartier laag tempo lopen. Dat ging al snel mis: kilometer 1 in 5:30 heeft niks met laag tempo te maken. Hoe het ook voelt. Het voelde geweldig. Kilometer 2 ging in hetzelfde niet-lage tempo. Langs het water: ik wilde eerst naar de achterste vlonders. Bleek dat ik daar niet in mocht! Ik kon wel over de natuurbrug. Ik heb me 8 weken afgevraagd waarom die alleen voor dieren was als ik er onderdoor reed! Je kunt je vergissen. Ik kwam op de hei. Stilte. Genieten. Foto maken!
Ik vergat de tijd te stoppen, waardoor de derde kilometer heel langzaam leek te gaan. Maar ik genoot met volle teugen van de hei, het zand onder mijn voeten en het heuveltje waar ik overheen ging. Ik kan dit gewoon, dit afwikkelen van mijn voeten, dit tempo, deze strijd! Dit is niks in vergelijking met wat ik afgelopen weken heb gedaan. Dit relativeert. Ook dat het nu gaat regenen….. Terwijl mijn regenjas in de auto ligt GRMBL Ik kom door een prachtig bos en erger me helemaal nergens aan.
Ik heb geen doel, geen afstand, geen tempo nodig. Ik heb alleen dit hardlopen nodig. Op de paddestoelen staat waar ik heen moet en ik zie de uitzendtoren toch wel staan. Ik zie ook al echte paddestoelen. Kilometer vier en vijf komen weer onder de zes minuten uit. 5 Kilometer zonder doel in 29 minuten. Bingo. Here I Am. This is ME.
Het tempo moet nu omlaag van mezelf. Anders duurt het te kort 🙂
Nogmaals de brug over. Het miezert. Mij best. Ik krijg een bekend en vertrouwd gevoel: ik heb te weinig gegeten! Da’s niet te best, maar het maakt deel uit van mij en mijn beleving die klopt. Ik haal een man in die wandelt en zie veel fietsers. Mijn koptelefoon is inmiddels af.
Dan kom ik bij de vlonders. Ik heb hier (7) jaren geleden veel gelopen en nu ben ik terug. Er loopt een kat, mijn hardloop-totem en dan ga ik de vlondertjes op. Ik hoor de eendjes en meerkoeten. Mijn voetstappen. De druppels maken kringen in het water, maar dit, precies dit, is de gehele verbeelding voor mij van de serie. Tussen het riet door zie ik Calijn zitten in het prachtige licht. Ik hoor de zachte golfjes van de bootjes terwijl het in werkelijkheid stil is. In mijn stappen vertalen zich kinderstemmen die in het water spelen. Ik sta stil, zet mijn horloge stil en maak foto’s van de werkelijkheid. Het duurt even voor ik het ritme van de stappen oppak, het ritme wat in mijn hoofd zit en ik stap voor stap achterlaat. In de verte is een trap en die ga ik op. Ik wil nog een keer over de vlonders, niet om de afstand, maar om de mogelijkheid te krijgen hier alles achter me te laten.
Ik heb mijn horloge niet meer aangezet en mis zo een kilometer. Met 6:13 is de tijd nog niet eens zo slecht. Ik ga de vlonders nogmaals over en een gevoel van bevrijding komt over me heen.
Ik ga rustig verder langs mijn auto. Nu kan ik eindelijk opmeten hoe ver ik elke keer heb gewandeld. 7.23 bij de auto. En dan weet ik wat ik de afgelopen week zo miste: ze hebben de wei platgemaaid en de wilde-weidegeur waar ik elke dag van genoot is er niet meer. Ik loop langs de bushalte (laatste keer) en het begint harder te regenen. Langs Talpa (laatste keer) en daaronder is het droog. Mijn voet, mijn lies: pijnloos. 7.49 bij Zodiak. Ik ben weer terug. Ik ben klaar. Eindelijk
Over die 7,5 kilometer heb ik trouwens nog geen 3 kwartier gedaan. 5:58 per kilometer gemiddeld: dat is 10,2 km per uur. Mijn telefoon geeft me 8.6 kilometer, waarvan de 8 kilometer echt binnen 50 minuten vielen! En ik heb veel foto’s gemaakt, rare ondergronden betreden, hoogteverschillen gehad en me niet op snelheid ingespannen.