Negentien dagen niet hardgelopen. Alle hardloopkleding lag netjes opgevouwen in de kast, alles! Dat komt zelden voor. Maar nu wandel ik weer helemaal pijnloos, dus ik mag best een stukje gaan hardlopen. Mijn telefoon begon maandag al te vragen, maar ik ben braaf stil blijven zitten. Kost een hoop pepernoten en andere suikers, maar je moet toch iets als je niet kunt bewegen….
De weegschaal schoot vanmorgen naar boven uit, maar niet zo erg hoog als ik verwacht had. Mijn vriend ging naar de winkel en ik vroeg hem nog of ik de sleutel mee moest nemen, maar hij zou binnen 20 minuten terug zijn. Dan moet ik mijn drie kilometertjes toch kunnen volbrengen met wandelpauzes?
Lange broek aan, lange mouwen aan, zon aan en gaan! Ik wilde niet ver weg gaan, niet lang en het was even wennen toen ik in het park liep. Ik voelde alles: knieen, voeten, spieren. Maar ik voelde ook de zon en het ritme van mijn voeten en de vrijheid die ik zo gemist had. Het plan was 800 meter rennen, 200 meter wandelen. Dus ik kwam na 900 meter tot de ontdekking dat ik het meteen al niet met mezelf eens was! Ik wandelde een stukje – saai! Maar ook even fijn. Kilometer 1 ging altijd nog in 6:21 – met wandelpauze dus.
Bij kilometer twee voelde ik nog alles. Ik moest er echt inkomen. Ik vroeg me af waarom ik dit ook weer leuk vond? Nog steeds kan ik de afstanden niet inschatten: ik had een te kort rondje uitgezocht en ging in boogjes lopen om op 3 kilometer te kunnen komen. Deze keer ging ik netjes na 800 meter lopen. Maar dat is dus ook niet wat ik zoek.
Ik was bij dat ik weer mocht gaan rennen door het bos. Langs die andere snelle loper: ik heb in al die tijd geleerd, dat je andere lopers niet kunt beoordelen: ieder schema is anders; maar deze had duidelijk niet stil gezeten (en ook niet vorige week de marathon gelopen)
Eindelijk ging het hardlopen lekker (ondanks de korte foto-stop) en ik maakte moeiteloos kilometer drie vol zonder dat ik het door had. 6:09 Zomaar. Ik moest van mezelf 500 meter lopen. Weet je hoe lang dat is? Eindeloos! De hele straat door! En nog verder! Ik werd er gek van om de postbode achterna te wan-de-len en hield het 350 meter vol. Toen ging ik door het park terughobbelen. Rond de 6 minuten. Ik zag de auto nog niet staan. Tja, dan worden het vier kilometer, want ik krijg het nog altijd warm van rennen en dan is stil voor de deur wachten niet de ideale oplossing.
Ik wandel tot aan de school en deze 300 meter lijken de perfecte afstand. Vanaf daar ren ik weer naar huis. Worden het toch 5 kilometer. In 35 minuten. Maar liefst. Dat betekent dat inclusief wandelpauzes ik op een gemiddelde tijd van net onder de 7 minuten uitkom. Met dit tempo kan ik de marathon onder de 5 uur uitlopen.
Thuis weet ik waarom ik dit doe: het voelt zó goed! Ik ben trots op die stomme, langzame 5 kilometertjes. Ik kan de wereld weer aan! Hier word ik blij van!
Zelfs mijn telefoon is blij met me: