Ik hoefde maar 3 kwartier te hardlopen: 1 kwartier in zone 1 (met een hartslag tot 135), 1 kwartier in zone 2 (met een hartslag tussen de 135 en 148) en nog 1 kwartier weer in zone 1. Ik was net wakker, het was nog net droog en ik dacht met twee bekers water dat 4 graden niet eens zo heel koud is en dat ik maar meteen ‘s moest vertrekken. Twee denkfouten: 4 graden is wél koud en zeker handschoenwaardig en ik had me iets beter moeten voorbereiden. Regenjas aan en lange mouwen is net te minnetjes en de compressiekousen zijn toch niet over te slaan omdat ze nog in de droger zitten…
Ik had het koud. Ik zette de telefoon aan onder de jas en ging langs het station aan het lopen. Piep-piep-piep: het horloge piept dat ik te hard ga, dat mijn hart in elk geval te hard gaat. De enige andere mogelijkheid is wandelen. De hartslag lag boven de 170! Terwijl ik aan het hobbelen was, of beter, joggen als een tachtig-jarige had ik de hartslag die je in een wedstrijd kunt verwachten! Wandelen, stukje opstarten met een ‘soort’ van hardlopen, piep-piep-piep; wandelen. Ik werd er echt niet goed van. piep-piep-piep Er was helemaal niks leuks aan! piep-piep-piep.Wandelen maakte me te koud, bij hardlopen sloeg mijn hart iets te veel op hol. piep-piep-piep Meestal is de hartslagmeter dan niet vochtig genoeg, wat bij kou vaker voorkomt. Maar van wandelen word ik niet warmer. piep-piep-piep Na een kilometer dacht ik: ik ga het piep-piep-piep even negeren en kijken hoe zacht ik moet hardlopen om de hartslag lager te krijgen. Piep-piep-piep, piep-piep-piep GRRRRRR piep-piep-piep. Ik had net zo goed die hele eerste kilometer kunnen wandelen, dat was net zo snel gegaan!
Maar toen hield het gepiep op en ging de hartslag omlaag. Of in elk geval de metingen.
Het tempo kon iets omhoog en kwam weer in de zeven minuten over kilometer twee terecht.
Ik moest de brug op en kwam een heel klein beetje in mijn tempo. En toen was het kwartier zone 1 al voorbij.
Joepie! Nu mag ik iets harder! En ik ging ook nog eens de brug af, dus het liep eindelijk lekker.
piep-piep-piep
Wattus?! Ik vertraagde mijn tempo maar weer. Het ging net lekker 🙁
piep-piep-piep. DUH. Ik liep te zacht inmiddels!!! Ik moest juist h a r d e r .
Mocht ik na 3 kilometer eindelijk een beetje op mijn eigen tempo gaan lopen, ga ik ineens weer te zacht! Ik baalde ervan, want ik kon het tempo op deze manier totaal niet vinden. Telefoon pakken is dan net te zwaar, dan begint het gepiep weer. Ik was blij dat er niemand anders was, maar ik werd door sjacherein in beslag genomen en genoot even niet van het hardlopen. Na een paar fotootjes zat mijn telefoon weer niet lekker en zo kwam ik er dus maar niet in. De tijd kwam welliswaar in de 6 minuten te liggen (al zag ik dat nergens), maar ik zat er gewoon niet lekker in en had weinig energie om te genieten. Ik had het nog steeds koud, ik had rare trek in stomme dingen en mijn kleren zaten niet lekker. Ik besloot maar eens om me heen te gaan kijken en vroeg me af of je naar de eilandjes kunt zwemmen bij de oostvaardersplassen. Zal wel niet mogen. Het leidde de aandacht af en zorgde voor een soort tempo wat sloompjes aanvoelde, maar redelijk comfortabel was. Toen zat het kwartier zone 2 er alweer op. Het ging net goed en ik begon warm te draaien!! Uiteindelijk lag kilometer vier op een kilometertijd van 6:12 – dat is niet slecht bij een hartslag van 142 gemiddeld. Dat wist ik toen ook niet hoor.
Ik kwam langs het pad waar ik vaak intervallen loop, maar nu was de interval: langzaam en nog langzamer….En stop-pen voor foto’s.
Het begon te regenen. Heel zachtjes, maar het miezerde wel. Daar wordt je niet echt nat van, maar er kwam om half 11 toch echt vocht uit de lucht. De hartslag was ongeveer net zo drastisch gezakt als het tempo. Ik besloot het bos door te gaan en keek naar de vogels. Daar begon het: de Goede Voornemens Brigade. De ene hardloper na de andere werkelijk! Alsof die hadden gewacht tot het ging regenen, het moet niet gekker worden! De één had het nog harder nog nodig dan de volgende groep. Zelfs de brug op kwam de hartslag niet meer te hoog uit. Er staat een nieuw wit paaltje in plaats van de hekjes! Ik had moeite een mevrouw die met paraplu aan de wandel was in te halen, en dat zorgde voor een verhoogde hartslag, net voor de oefening erop zat! Hoi Hoi! Ik krijg een vrolijk piepend deuntje uit het horloge kado. Mijn telefoon bleek al die tijd niet aangestaan te hebben. *zucht*
Ik liep lekker op mijn eigen uitloop tempo. Langzaam, maar net niet koud. De hartslag ligt dan op 137. Het tempo rond de 8 kilometer per uur. Ik had er tabak van en was klaar met het gehobbel, maar ik begrijp heel goed dat ik nu een fundament aan het bouwen ben om de marathon nog een keer te lopen. Ik moet nog leren om ervan te genieten en me aan te passen, maar vrolijk word ik er niet van als ik zie dat ik nog geen 7 kilometer heb gelopen in 50 minuten. Eenmaal thuis was ik niet eens moe. Het zal vast goed zijn voor mij, maar na een jaar vol training om sneller te worden, is het even slikken om te aanvaarden dat ik nu eerst moet leren om langzamer te worden! Ik herken nog niet zo goed hoe ik me aan mijn hartslag aan moet passen, en dan realiseer ik me dat dit de eerste keer is dat ik dit heb getraind. Alsof ik de eerste keer toen ik op pad ging, meteen 5 kilometer achter elkaar hardliep! Dit ga ik ook leren! Die komt uit mijn eigen Goede Voornemens Brigade.