Nee, beste trainer; ik luister heel braaf, heus! Na een paar uur veel sjacherein en een paar dagen afkickverschijnselen omdat ik DRIE hele lange, bijna onoverkomelijke dagen niet mag lopen, heb ik me er met veel moeite bij neergelegd dat dit waarschijnlijk goed voor me is en dat ik daarom écht die trainer in de arm heb genomen. Maar geloof me, ik kijk uit naar de weken waarin ik leuk weer vier trainingen tegen kom. Genoeg gemokt; ik kan nu eenmaal niet binnen blijven zitten. Gisteren zijn we in een uurtje op en neer naar de bakker gelopen, lekker 5 kilometer moeiteloos binnen het uur gehaald! Weet je wat een mooi weer het was? Ik wil toch graag elke dag de 10duizend stappen halen?
Morgen staat er in het schema dat ik op de fiets naar de cross wedstrijd moet gaan, maar met een ambitieus kind wat een uur eerder mag hardlopen en sneeuw in het vooruitzicht, ga ik toch overslaan. Ik vraag me even af of ik dat ook had gedaan als ik er hardlopend heen had gemogen 😉 Dat ambitieuze kind trouwens: gaat op donderdag naar de atletiekles als het regent, on-af-ge-bro-ken regent. Waarom zou je dat toch doen? Ik snapte hem pas toen de les bijna afgelopen was: er loopt een gedreven voorbeeld rond in huis. Ambitieus kind wil graag kennis maken met mijn trainer, want die gaat hij straks inpikken om voor de triathlon te trainen; hij kan wel zwemmen en rennen ook. Dus we moeten het fietsen nog leren! Dan gaan wij toch vandaag op de fiets?!
Bij aardrijkskunde ging het in zijn klas over polders, sloten, dijken en gemalen. En laten we die nu in Almere hebben! Dus wij stapten om kwart over 10 op de fiets voorzien van snoepjes en drinkflesjes en handschoenen (zelfs een handdoekje voor de pauzemomentjes). Fietsen is niet zijn ding, bedacht hij binnen twee kilometer. Werk aan de winkel trainer! 🙂 (maar ik eerst)
Het was koud en ik zette mijn eerste versnelling in, het tempo lag laag. Heel laag. Mijn loopmaatje had het lopend bij kunnen houden. En anders had hij ons bij de eerste stop bij kunnen halen. De hardlopende mevrouw die we inhaalden, voorbij lieten rennen en niet meer ingehaald kregen, lukte het ook. Toen gingen wij de dijk op, omhoog fietsen kerel! Het was duidelijk waarom de dijk er lag: aan de ene kant hoog water, aan de andere kant laag het land. We trapten voort tegen de kou in en genoten van het uitzicht. Zo kwamen we bij ons leerdoel: De Block van Kuffeler: het grootste gemaal van Flevoland, Europa en bijna van de wereld. Ik heb ook iets geleerd! Dat doe je hardlopend nou niet: stoppen, borden lezen, binnen kijken. Rozijntjes eten, water drinken en nog een keer kijken. Het viel mee met de gladheid (maar de fietshelm mag niet af). We gingen door het Wilgenbos fietsen en hoe onmogelijk: we kwamen niemand tegen. Meneer vond de afgewaaide takken op het pad helemaal niks. Bij het sluisje namen we een lange pauze. Ik bleef zitten, terwijl mijn mannetje op verkenning uitging en ik moet toegeven: ook het sluisje ren ik meestal voorbij (en snel ook, want de doorkijk naar het water is NIETS voor mij). Heb ik ook bekeken. In de eerste versnelling gingen we verder. De zon scheen volop, maar het werd gewoon maar niet echt warm. We hebben gekletst over al die polders en Amerikanen zijn ‘dom’ verklaard omdat ze bang zouden zijn dat onze dijken doorbreken. Daarnaast is hij blij dat hij goed kan zwemmen. Omhoog fietsen het viaduct op, blijft een lastigere zaak. Maar hij mag van mij niet stoppen en gaan lopen, stug doortrappen brengt je ook boven, man!
We wilden zo snel mogelijk van het hobbelige fietspad af naar het nieuwe gladde pad. Het werd inmiddels een hele lange fietstocht voor meneer, maar het vooruitzicht van een lekker vers broodje hield hem op de been. Hij had al bedacht welke, maar die naam…. We fietsten naar de supermarkt en daar kwam ie: de kwarant ofzoiets. Na de wandeling door de supermarkt (“als jij spekjes wil, nemen we die mee, kleine trapheld”) had hij weer energie genoeg om snel naar huis te komen en de croissant in no-time te verorberen. We hadden bijna 16 kilometer gefietst. Daar hadden we 1 uur en 37 op getrapt en 2 uur en een kwartier over gedaan. Meneer ging naar buiten om verder te rennen, spelen en stoeien met zijn vriendje, mama was moe. Nouja, niet echt, maar wel voldaan en tevreden en voor vandaag uitgesport en uitgelaten.
Beste trainer, kan een ambitieus jongetje van 8 met een overschot aan energie alvast aan een triatlon training beginnen? 😀 (maar ik eerst)