browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Trailrun Rondje Naardermeer

Posted by on 10 April 2015

als je op de foto's klikt, worden ze vergroot


Mijn loopmaatje was ziek. Te ziek om mee te gaan lopen. Ik werd erg onzeker of ik wel helemaal alleen onverhard moest gaan rennen. Of ik het in mijn eentje aandurfde om langs het Naardermeer te gaan lopen. Maar het weer was zo veelbelovend! Ik had er zin in! Ik heb van mijn loopvriendin een boek gekregen over een trailrunster die heel Engeland in haar eentje doorkruist. Dan kan ik toch wel alleen… Maar de route…. Die staat aangegeven! Helemaal alleen… Ik kies juist voor het Naardermeer omdat ik daar op een mooie lentedag veel mensen verwacht. Dan ben ik niet zo alleen. Voor/als/dat/je weet maar nooit/
Ik ga er gewoon voor en om 5 over 9 sta ik gewapend met de route op de telefoon in mijn lange broek en regenjasje naast Stadszigt: het begin van de route. ik heb twee boterhammen op: voor mijn doen een heel vet ontbijt! Lange broek en regenjas? Ik verwacht dat een korte broek de eerste kilometers veel te koud is en de regenjas is lekker licht: die bind ik straks wel om. 19 Kilometer route, waar ik 2 uur en een kwartier de tijd voor heb. Here I Go!
Eerst naar het uitzichtpunt wat de Muggenbult heet. Ik kom meteen de eerste wandelaar tegen. De eerste kilometer gaat heel gemakkelijk, maar ik kijk niet hoe lang ik er over doe. Niet kijken, niet kijken… Mooi uitzicht, foto. Ik ga veel foto’s maken. Ik haal de wandelaar weer in. In de verte loopt een hardloper in een fel gele korte broek. Die haal ik nooit in en dat hoeft ik ook niet. Links het bos, rechts de A1. Jammer. Weer een uitzichtspunt. Hé, ik ga ze allemaal af vandaag! Op dit prachtige smalle paadje ben ik de eerste, getuige de spinnewebben. De bosgrond is superzacht. Foto’s. Het lijkt wel een Canadees bos!
En weer kom ik de wandelaar tegen, dit is de laatste keer. Ik heb inmiddels een langzaam ritme gevonden. Tussen de A1 en het Naardermeer. Ik heb geen uitzichtpunt nodig, ook nu is het zicht op de plas prachtig. Alles is onverhard. Vol met bloemen. Foto. Gelukkig werkt dit telefoonhoesje inmiddels ook goed mee! Ik heb het nog niet warm. Weer haal ik twee wandelaars in. Het is al druk voor nog-geen-half-tien. Langs een prachtig huisje, foto! Stukje modderig moeras. En de hele tijd de A1 aan de andere kant. Ik heb er al vijf kilometer op zitten en daar heb ik lang over gedaan. Ik begin al te balen, dit is zo leuk en het gaat zo snel voorbij!
(hé loopmaatje, sla deze alinea maar even over) Als je alleen rent, ben je minder afhankelijk. Ik kan gewoon mijn eigen slome tempo aanhouden, zonder het gevoel dat ik iemand ophou. (ik hoor ‘m zeggen: dat heb ik nooit iets van gezegd…) Als je alleen rent, kun je de bruggetjes gewoon over wandelen, omdat ze zo eng zijn. Als je alleen rent, pak je gewoon ineens het fototoestel. (dat kan toch ook als ik erbij ren, zal ie wel denken) Nu ik alleen ben, moet ik zelf de route in de gaten houden en dat is lastig voor me. (ik hoor ‘m lachen grrr) Als je alleen bent, moet je zelf al die hekjes open houden, en dát is nou echt jammer, want ik doe ze ALTIJD verkeerd om open. Als je alleen bent, hoeft je alleen maar naar je eigen gedachten te luisteren. Hoewel dat straks wel saai wordt, de eerste 10 kilometer is het prima en blijken er bakken vol vogels te zijn met hun herrie. Je kunt gewoon lekker het pad over slingeren, zonder iemand te hinderen. Maar je kunt ook niks delen. En dat mis ik het meest. Daarom maak ik zoveel foto’s.
Ik kom op het verharde pad. Rechts kan ik moeiteloos de A1 op, bah. De andere kant bevat een prachtig moerasbos. Ik mag verhard lopen! Eventjes fijn. Nu moet ik de oefening maar doen die de trainer me heeft meegegeven: “reactief lopen”. Nu mis ik het loopmaatje echt voor de nodige uitleg, haha – maar ik snap het zelf ook wel: hogere pasfrequentie. Als ik net wil beginnen zie ik de andere hardloper stretchen; nu kan ik geen triplingen gaan doen, want ik wil hem wel een beetje cool inhalen met zijn korte broek! Als ik hem voorbij ben, kom ik langs een prachtige ophaalbrug bij een schattig huisje. Jammer dat het helemaal verbouwd wordt.
Ik loop nog steeds verhard en ga de streepjes tellen en proberen daartussen meer stappen te zetten. Ik ben net goed op weg als ik de hertjes zie staan. Ze staan een eind weg, maar ik onderbreek de oefening voor een foto. Een tiener die me tegemoet komt fietsen, draait om om ook mee te kijken! De wielrensters snellen voorbij. Ik ga nu echt de passen tellen, de knieën optrekken en dan krijg ik bericht van mijn telefoon een bericht dat ik niet meer op de route zit. *zucht* die oefening wordt het blijkbaar niet! Ik kom toch echt keurig uit en zie zelfs weer een blauw pijltje. Wat pontificaal de modder in wijst. Jippie!
Ik loop over de ongelijke modderklonten, maar ze zijn opgedroogd. Dan komt me een hele grote hond over het veld een stuk verderop aangehold. Ik zie er geen baas in de wijde omtrek bij en ik ga wandelen. Grote honden op topsnelheid, dan ren ik hun huis niet voorbij. Hij blijft aan de andere kant van de weg. Ik hobbel weer verder en check de route nog maar eens. Het wordt erg vaag hier. Gelukkig helpen de blauwe pijltjes me ook. Het lijkt een kale vlakte met een spoorlijn en hoogspanningsmasten aan de horizon. Daar moet ik heen, maar ik kom nog langs een soort huis op deze prairie.
De zon breekt door en ik krijg het warm. 8 Kilometer. Ik ga mijn jas omknopen. Rennend, zigzag rennend. Gaat allemaal tegelijk. Bruggetje. Trein. Tegenligger, maar ik moet de andere kant op. Ik begin te balen. Weet je waarvan? Ik ben al op de helft. En dat vind ik nu al jammer! Ik bedenk me hoe fijn het is dat mijn loopmaatje ziek is, ik zal nog een keer met hem mee dit traject doen! Spoor oversteken en ik kom langs kleine caravans waar een ezeltje voor staat. Je zou hier toch maar het hele jaar wonen! De man die het ezeltje voert heeft niet voor niets Ouwe Jan op zijn deur staan, of hij Jan heet heb ik niet gevraagd, de rest hoeft ik niet te vragen.
Ik kom op een dijkje, in de verte zie ik een molen, een ophaalbrug en… een fort. Een fort? Ik waan me weer in Engeland of Ierland en vergeet bijna dat ik maar om hoeft te kijken om Hollandse sprinters op het spoor te zien. Ik mag er helemaal langs lopen. Er komt een bootje aangevaren over de Vecht. Hartstikke idyllisch allemaal! Ik stuur een bericht naar mijn loopmaatje en dat is niet zo wijs. Ik moet hier goed op de route letten en dat lukt niet allemaal tegelijk: appen, genieten, foto’s maken én de route. Het laatste gaat bijna mis! Ik mag een alleraardigst ophaalbruggetje over. Hier staan superleuke huisjes.
Ik ga de modder op. Dan is het appen van de baan. Klonterige modder. Omgeploegd door 80 koeien. Ongelijke modder. Enkel-brekers-modder. Het is hier mooi, drassig en wijds. Maar het enige pad loopt ook over hetzelfde spoor als dat van de koeien, dus om me heen kijken en mijn enkels wagen is geen optie. Dit is niet mijn hobby. Ik ploeter er doorheen en dan is er een bevrijdend trapje omhoog, naar de vrijheid en het asfalt. Een prachtig huis, inclusief antieke auto staat te koop. Jammer dat je vlak bij een grote weg zit. Ik ren rechtdoor de dijk over. Als ik dit nog eens loop, blijf ik de dijk volgen, zeker als het geregend heeft en de modder nog drassiger is! Op een grappig bord dat de weg doodloopt, staat ‘hier keren’. Ik moet er om lachen, want dat is een leuke optie. Ik loop door.
Als ik denk dat ik weer onverhard mag gaan lopen, blijk ik op een lange, rechte, geasfalteerde weg te komen. Loopmaatje appt net of het veel verhard is. Of je veel water ziet. Om me heen ligt water, maar dit is een Flevolandse dijk. Dat wordt een heel stuk rechttoe rechtaan, verstand op nul. Ik kijk naar alle vogels, het zijn er veel. Wie had ooit gedacht dat ik zo blij zou worden dat ik asfalt achter me mocht laten? Ik dans bijna het uitzichtpunt op en ineens is de hele natuur mooier! Ik vergeet bijna de weg naar de volgende observatiehut te nemen.
Het is wederom niet erg Nederlands, dit veenachtige landschap. Ik bewonder slechts even het uitzicht. Terwijl ik ren, kan ik hier ook goed rondkijken. Ik hoop dat ik dadelijk het bos weer in mag, want ik heb aan alles gedacht, (ik loop hier met een volslagen nutteloze OVchipkaart rond) maar niet aan zonnebrand. En de zon is fel vandaag. En alom aanwezig. Het nivo van de bruggetjes wordt opgeschroefd: nu moet je midden op de brug over een hekje heen stappen. Precies het goede moment voor tegenliggers (not)
Het bos in. Verkoelend. Ik kan wel huilen van geluk en ik loop hier helemaal te genieten. Hoe ver het nog is, hoe lang ik er over doe, wat ik nog tegen ga komen: het doet me allemaal niks. Ik loop hier heerlijk in dit bos te genieten alsof ik nog nooit in een bos ben geweest! Dan is er een doorsteek naar weer een observatiehut met uitzicht op het meer. Toe maar. Er liggen plankjes. Anders is het te drassig. Plankjes met gaas erop. Het is geweldig. Wat is dit leuk. Dit is Canada in Naarden. Dit is zo grappig! Dan zijn de nieuwe balken op en volgt de oude batch. Zomp, stap, balanceer. Ik geniet zo erg dat ik HARDOP aan het lachen sla. Ik kan niet ophouden. Hoe leuk is dit?! De hut is een raar bouwsel. Ik maak een aparte panoramafoto en dan… komt er een tegenligger aan over het zompige-latten-pad. Ik wacht maar even in de hut, anders kunnen we elkaar niet passeren. De terugweg is minstens even zo leuk. Ik film het zelfs. Voor het eerst heb ik hardlopend zo hard moeten lachen, puur door het hardlopen zelf!
De bruggetjes zijn nu zo gemakkelijk dat ik er gewoon overheen ren. Tenzij er een obstakel is. Ik geniet nog steeds na van de plankjes. Daarom is de zompige modder niets erg meer. Mijn witte schoenen veranderen langzaam van kleur. Wat een rare omgevallen boom daar! Als ik dichterbij kom, zie ik dat de ‘boom’ een zwarte vacht heeft en oortjes. Het is een enorm rund wat op mijn weg ligt. Door de modder schuifel ik er langs.
Dan volgt de weidegrond. Het ziet er lieflijk uit, maar schijn bedriegt. Zompig gras. Ik heb nu officieel natte schoenen. Op de eenden na is het grasveld leeg. Waren er net nog diverse andere mensen, niemand waagt zich op bergschoenen door dit veld blijkbaar. Mijn witte hardloopschoenen wel. Ik ga een bergje op en dan kom ik op het laarzenpad. Waar geen laarzen nodig zijn omdat het moerasbos wederom voorzien is van plankjes. JippieHoera!
Het lijkt wel een doolhofspelletje van vroeger. Ik blijf foto’s maken. Onder de boom door en tegelijk op de plankjes bijven is een heuse uitdaging, maar ik zit zo vol energie dat het mij allemaal niks meer uitmaakt. Ik kom tegenliggers tegen! Gelukkig is het hier even minder zompig, anders weet ik niet hoe ik ze had moeten passeren. Ineens is er weer die superzachte bosgrond. En dan moet ik naar de WC. Mijn horloge piept. Nog twee kilometer. Ik heb niet eens gekeken naar de kilometertijd! Ik verlaat het bos.
Mijn telefoon (route, fototoestel, life-line) raakt leeg. Ik zet alles uit. Dan kom ik aan de rand van Bussum. Ik moet nogmaals het spoor over en daarvoor moet ik de stad een stukje door. Ik weet niet hoe, dus moet de route op de telefoon weer aan. Ik kom langs een fort waarvan ik niet wist dat het zo mooi verscholen hier vlakbij ligt. Ik kom langs een school en dan brengt de route me door een onverhard park! Een schelpenpad inclusief bergje. Tussen spoor en huizen door.
Dan daagt het me: ik mag dadelijk over de spoorovergang waar ik met de auto naar het werk in Hilversum toe wel honderden keren overheen gegaan ben. Altijd wilde ik achter de school gaan kijken. Het is nooit gebeurd en nu kom ik achter de school vandaan! Het is me over bekend en toch totaal anders. Ik voel me een ontzettende bofkont. Terwijl ik langs een drukke straat ren! Ik ga kijken wat er achter de afslag ligt. Al weet ik het: mijn auto staat dichtbij en er is een WC. Ik zie een andere hardloopster. En de perken hier staan vol narcissen en blauwe druifjes. De wetenschap dat ik bijna rond ben doet me de tijd die ik daarvoor nodig heb gehad vergeten. Ik ben al langer onderweg dan de bedoeling was.
Als ik de 19 kilometer aantik en bij Stadszigt kom, zie ik dat het er druk is. Mensen op het terras in de zon. Mensen die de 800 meter naar de Muggenbult wandelen. Achthonderd meter… Dat is anderhalve kilometer heen en terug. Ik ben hier. Ik vergeet de WC. Er is nog een rondje aan vast te plakken en nu wil ik die halve marathon binnen drie uur ook halen ook. “Het is nog 19 kilometer” grapt een meneer op de fiets. “Die zitten er al op” dien ik hem van repliek. De laatste twee kilometer zijn raar genoeg het zwaarst.
Hier op het Verkerkepad was ik al. Toen waren alleen die ene wandelaar en ik hier. Nu zijn er zelfs rolstoelen! Bijna drie uur geleden en 90% telefoonaccu meer dan nu en weer maar ik hier een foto. Ik weet dat ik de telefoon dadelijk kan opladen. Ik heb onderweg niets extra gegeten. Mijn lijf is gewend aan weinig. Maar ik heb nu wel trek in de koekjes die in mijn auto liggen! De zon is me opeens te fel. De weg saai en recht. Asfalt. Nog 500 meter. Het lijkt weinig, maar dit is het zwaarste stuk. Ik kan mijn auto zien! Ik moet! 21,12 km op de Garmin. Alles uit en ik sprint naar de toilet. Dicht. Ik moet op zoek naar de andere WC’s. Eva. Die moet ik hebben en er is papier genoeg voor mij. Opluchting.
Ik spoel mijn gezicht af en voel dat het verbrand is. Ik had nooit kunnen denken dat ik trots zou zijn op een halve marathon in 2 uur en drie kwartier, maar ik barst van geluk! Ik ben zo blij dat ik zelfs een cooling-down doe bij de auto. Ik ben niks moe. De koekjes gaan er wel aan. En al het water. Ik ben ontzettend blij. Om de één of andere reden zit ik tjokvol endorfines. Het was zo mooi en ik heb echt iets overwonnen. Mijn telefoon heeft nog 1% accu en pas thuis kan ik mijn loopmaatje lekker spammen. Ik kan niet goed uitleggen hoe blij en stuiteren ik ben. Of ik met hem mee wandel. Ik heb nog energie over!
We wandelen langs de Oostvaardersplassen en dat is ook prachtig. Vlakbij en mooi. Ik heb geen spierpijn, nergens last van; alleen een soort onvermoeibaar gevoel. Het gaat goed tot half 6. Ineens heb ik honger. Te weinig bijgetankt. Hoofdpijn. Veel te weinig gedronken. Moe. Ik heb toch al met al minstens 27 kilometer mijn benen gebruikt. Nog meer honger. Spierpijn. Mijn benen geven zich gewonnen. De endorfines zijn op. Ik ook. En toch; ik ga nog mee naar Ikea, zet tot half 12 laatjes in elkaar. Sinds ik de fitbit heb, heb ik nog niet zoveel stappen gezet. Ik ga over de 40duizend heen.

Comments are closed.