browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Trail Harderbos: brandnetels, trekpontjes, onweer, groen, hitte en emotionele schoonheid.

Posted by on 5 May 2015

Bevrijdingsdag. Dreigend weer. Er is onweer voorspeld. Dus ik haal de vanmiddag geplande trail van twee uur naar de ochtend. Om kwart voor tien haal ik mijn loopmaatje op. Ik heb mijn korte broek weer aan en een t-shirtje én een regenjasje. Het is warm en benauwd buiten, met felle witte wolken en helderblauwe lucht. We vertrekken vanaf de Mosselweg het Harderbos in. Twee uur onverhard. Ik dacht er niet aan om mijn hartslagbeperking aan te zetten. Ik voelde me wat onrustig: gaan we nat worden, haal ik deze route van 15 kilometer wel na de 30 kilometer van zondag, gaat het onweren, is het regenjasje niet te warm?
Al snel liepen we een stukje extra. De zon scheen en het was warm. We liepen door een groen bos en het was prachtig. We moesten de weg oversteken en dat was even verhard. Ik merkte dat ik graag weer het graspad op ging langs het water. Er stonden veel paardenbloemen. De zwaan op het water stak wit af. Het was alsof alles licht gaf vandaag, het groen was feller dan anders en de lucht nog blauwer dan normaal. Ik SMSte even naar huis terwijl mijn loopmaatje een sanitaire stop maakte en toen gingen we een fietspad op! Beton… We gingen langs de grote weg de Dwarsvaart over en toen snel het onverharde pad weer op. Dat ik mijn regenjasje ombond omdat het te warm was, leverde mijn loopmaatje een zelfvoldane grijns op en ik geloof dat hij zijn ‘ik-zei-het-toch’ maar nauwelijks binnen kon houden.
Eerlijk gezegd was ik blij dat ik de route van de GPS aan mijn loopmaatje kon overlaten. Als het soms even mis ging, vond ik dat niet erg. In mijn eentje had ik het niet gevonden vrees ik. We kwebbelden onderweg wat, maar het onderwerp zou ik niet meer kunnen noemen. Mijn loopmaatje leest nu het boek van Jolanda Linschooten, dus de 15 kilometertjes platte polder die wij op ‘n ochtend afleggen vallen bij haar prestaties wel in het niet. Daar hadden we het vaak over, en over de vakantie die er aan komt. En over de route. Het was mijn beurt voor een stopje in het bos. We kwamen in het Hans en Grietje Bos. Daar waren we bij de fluisterschalen. We liepen over een prachtig vlonder. En alsmaar de heerlijke temperatuur en de zon tussen de bomen door. Ik zag een kleuterheksen-oefenpaadje waar ik overheen moest slingeren. Het waren allemaal kleine pareltjes.
We kwamen bij een prachtig ven uit. Het leek wel een schilderij. De zon kleurde alles in, maar het was geen overvloeiende waterverf. Het was groen en geel en wit. We stonden stil. Beetje raar, maar op zo’n plek moet je gewoon even extra goed kijken zonder er voorbij te rennen. Het loopmaatje had een probleem met de fotofunctie van zijn telefoon. Toen we verder gingen werd het wat modderiger. Ik kan me niet alle stukken van de route voor de geest halen. Nog een leuk bruggetje over met boomstammetjes. Het was elke keer weer een nieuwe kleine verrassing of kwinkslag. Naar de kilometertijden keek ik al lang niet meer. We gingen alles behalve hard.
Toen gingen we de brandnetels in. Het stuk was aardig overwoekerd met die nare prikkers. Ik was blij met mijn lelijk uitziende hoge compressiekousen, maar na een tijdje hielden die de prikkels ook niet meer tegen. Ik was blij toen het beter werd. Eventjes. Want we moesten DOOR het ven heen volgens de route. Aangezien dat iets te veel trail is, werd het door de modder er OMHEEN. Dwars door de modder. Ik was blij toe dat we weer op zo’n fijn, mooi, zalig bospad kwamen. We kwamen er andere mensen tegen, wandelaars. We gingen het gebied in van de runderen. Aan de ene kant lag een aangeplant bos met boompjes in de rij, aan de andere kant was het rommelig origineel bos. We kwamen bij de volgende brug over de Dwarsvaart, maar eerst moesten we een extra rondje maken voor we daar overheen mochten. We kwamen een andere hardloper tegen! Die op het fietspad bleef.
Een ander soort bos in. En toen was daar het trekpontje! We MOESTEN er wel overheen. Te leuk om te laten. En we waren er toch voor ons plezier! En ik moet je zeggen dat het inderdaad het ene leuke pad na het andere was. Echt een grote speeltuin! Het werd donkerder in de lucht. We liepen langs een villawijk, maar die lieten we snel achter ons om langs het water te gaan lopen. Ik werd stil, leerde enige woordjes Portugees en genoot met volle teugen van het bos. Ik genoot gewoon. Dat we over tien kilometer een uur en twintig minuten hadden gedaan, deerde me niks. Ineens kwam er een tijd in de 6 minuten voorbij, dus ik denk dat de Garmin hier en daar ook wat van slag was.
Toen begon het te regenen. Grote druppels. Verfrissende druppels. Ik vond het niet eens erg. Weer een vennetje. En we volgden de rode route het bos weer in. Het regende niet hard door. Naast het feit dat de kleuren niet meer alleen helder waren, begon het groen nu ook nog eens te schitteren! De zon kwam al snel door de regen heen. Alles róók nu ook nog eens heerlijk. Alle zintuigen stonden vol open bij mij en het was buitengewoon geweldig. Ik juichte nog even dat ik de marathon-in-drie dagen gehaald had na 12 kilometer. De GPS had het moeilijk met de natte bladeren en was vaak de route kwijt. Er liepen veel andere gezinnetjes, we zagen er vlak na elkaar wel drie. We kwamen weer terug bij de brug over de Dwarsvaart en deze keer gingen we er overheen. In de verte was het gemaal te zien.
Ik realiseerde me dat ik moe werd. Gewoon moe in mijn hoofd. Dat je even een paar passen wandelt en je weet even niet meer waar je bent of waarom. Toen renden we weer verder. In de verte begon het te donderen. Heel ver weg. Daar waren de wolken diep donkerblauw. Boven ons waren de wolken helderwit en fel omrand. De bomen met hun witte bloesem staken prachtig af tegen het heldere lichtblauw naast de witte wolken. Toen kwamen we bij een meer.
 
 
 
 
 
 
Er was niemand anders behalve wij. De zon scheen onder de donkere wolken door. Naast de meest prachtige tinten groen in alle schakeringen werd het blauw nu in het meer weerkaatst. Er zwom 1 witte zwaan. Het was onecht, zo mooi. Adembenemend mooi. Groots. En tegelijkertijd zo overzichtelijk als mogelijk. We moesten allebei over het heuveltje heen en lieten het meer achter ons liggen. De donder dreigde.
We liepen een heel mooi bos in toen we eindelijk over het goede bruggetje liepen en de GPS ons ook begreep. Ik weet niet of het nog een keer regende. Het rook er naar bos. Het liep er zacht op de perfecte ondergrond. De kleuren waren indrukwekkend. De vogels gaven een concert. En wij mochten daar lopen. Hou je mond maar, dacht ik en ik was zelf ook stil. In mij was het ook stil. Ik was alleen maar bezig met wat er om me heen te voelen was. Al die schoonheid, die rust in me aan het opnemen. Stap voor stap een ongekende dankbaarheid voelen dat ik daar was. Dat ik daar alleen maar hoefde te zijn. Ik hoefde alleen maar al die indrukken binnen te laten stromen. In mijn hoofd klonk de tekst van het liedje van Passenger: “It’s hard to find the answer, when the questions won’t come out”. Er waren geen vragen, geen antwoorden: dat was niet nodig. Ik was niet in trance ofzo, maar ik voelde me bijna los van dat pad en compleet ín dat bos. Het was ontzettend emotioneel en ook heel erg mooi. Ik had de kracht niet om het uit te leggen, ik wilde de stilte. Alleen de voetstappen horen en vooral voelen was voldoende. 
De omgevallen boom en de trailroute die er overheen ging, haalde me uit de droom. Liep ik het ene moment nog bijna te huilen van een rauw soort geluk, nu liep ik te lachen om het grappige bouwseltje over die enorme boom heen. We klommen omhoog, maar het pad vervolgen over nog meer brandnetels leek ons niet nodig als er ook een pad door het bos ging. Ik liet het loopmaatje even achter en liep alleen door dat prachtige stukje bos. Op dat moment kon ik hem net even niet gebruiken en was ik alleen met mijn eigen overweldigende diepe emotie. Ik kon dat niet delen. Hoe moest ik uitleggen waarom de tranen over mijn wangen liepen terwijl ik absoluut niet verdrietig was? Toen hij me weer bijhaalde, waren we rond. We waren weer op het bloemenpad en keken over de brandnetels naar de omgevallen boom. De betovering was voorbij.
Ik was er beduusd van. Ook wel een beetje vermoeid intussen. De kleuren waren er niet minder mooi op geworden, de zwanen waren nog altijd fel wit; maar ik voelde een soort loomheid vermengd met gelukzaligheid. We staken de weg weer over en inmiddels waren de woorden ook weer terug. We namen zomaar een pad naar links en als klap op de vuurpijl volgde een heerlijk vlonderpad! Alsof de route nog niet genoeg verrassingen had gehad. En zo liep ik 10 minuten na de tranen met een lach van oor tot oor over een houten pad dat aan Canada deed denken. In de verte rommelde de lucht nog. De donkere wolken leken ons te passeren. En toen zagen we nog een trekpontje! Een flinke deze keer. Het was te zwaar om ‘m eerst onze kant op te halen, dus… dan loop je eerst om het meer heen en gaat dan op het pontje naar de overkant! Het was hard werken om 2 kilometer per uur vooruit te komen. En ik kreeg er nog modderhanden van ook. Het begon te regenen. Dikke vette druppels. Ik ging ietsje sneller toen mijn loopmaatje opmerkte dat hij midden op dat meertje liever geen onweer had…
Toen we weer aan de kant stonden, was de regen voorbij. De 15 kilometer zaten er al op. We namen nog een slingerpaadje, maar dat leidde niet naar het doolhof, maar naar het meer terug. We zagen de auto. Het loopmaatje had er 17 kilometer op zitten en daarmee ook zijn marathon-in-drie dagen voltooid. Ik zag de auto en het was me opeens genoeg. Geen energie meer om er ‘per ongeluk’ een halve marathon van te maken of nog een stukje door te gaan. Het weer werd me te dreigend en er zijn grenzen van wat je zou moeten willen. Tijd voor droge kleren aan, naar huis. We hadden 2 uur en twintig minuten gelopen. Tel uit, dat is behoorlijk langzaam voor zeventien kilometer. Maar daar inbegrepen zaten 2 plaspauzes, 2 trekpontjes, een telefoon-herstartstopje, wandelen door modder, fluisterschalen, een trapje beklimmen en diverse foto-momenten. Inbegrepen was ook een hemels moment van bezinning in het prachtig groene Harderbos. Dat maakt alle tijd en vertraging meer dan goed. Dan krijg je van hardlopen veel meer energie als het kost om dat ene beentje voor de andere te zetten en dat dan uren- en kilometers lang.
It’s not hard to find the answer, when the question is ‘why running?

Comments are closed.