Uitlopen. Nuchter. Met 1 glas water. “Ga je mee?” vroeg ik aan Vincent. “Jaa!” was het antwoord. Hij at een boterham en ik trok een lange broek aan. En nam een rugzakje mee. We gingen om de wijk heen. De eerste kilometer piepte mijn horloge en was mijn hartslag loeihoog: boven de 170. Dat snapt de kleine techneut-anno-2015 best: “je moet langzamer mama”. En bedankt, maar dat ging nauwelijks. “Mag ik dan even sprinten?” Natuurlijk jongen, anders krijg je het misschien wel koud….
We liepen te kletsen onderweg. De hele tijd te kwebbelen. Moppen te vertellen. Meneer net 1 stapje voor me. We liepen in een zeer gelijkmatig tempo. 6:45 per kilometer over kilometer twee en drie. We haalden de mevrouwen in. Het ging hartstikke lekker! Helaas wist de jongen de weg en werd mijn ommetje extra niet gewaardeerd. Of ie zelf de weg mocht wijzen.
Vier kilometer. Vier volledige kilometers heeft de knul achter elkaar hard gelopen. Onafgebroken. Acht jaar. Achtentwintig minuten. Knap he?! Er liep een trotse moeder de Plus Supermarkt in voor broodjes, glassex en vitamientjes. Een snel uitgerust kind er naast. Pauze van een minuut of zeven.
Met het rugzakje vol gingen we weer naar huis. Hardlopend natuurlijk. Iets minder hard als op de heenweg, maar dat zal wel aan het volle rugzakje liggen, haha. Lage hartslag. We liepen door de straten met maandnamen, op naar de tijdpoort. Volgens Vincent van de houten naar de stenen huisjes. We moesten even langs het huis van zijn vriendinnetje… En ik wilde de twee kilometer nog graag volmaken. En het grootste deel van de drie kwartier.
43 minuten en 30 seconden en toen waren we weer thuis. 6 Kilometer! Zes hele kilometers heeft de jongen hardgelopen. Toen vond hij het de hoogste tijd om bij te komen achter een computerscherm met Minecraft. Minstens anderhalf uur lang.