We zijn op vakantie. In België. Nét in België. Bij het leukste tropische zwembad van Center Parcs. En wat doe je –naast zwemmen dus- op vakantie? Uitslapen ja! Maar niet vandaag dus, om HALF ZEVEN ging mijn wekkertje. Vandaag belooft een tropisch hete dag te worden, waar het zwembad bij verbleekt en hardlopen overdag onverstandig zou zijn. Om kwart voor zeven sta ik buiten het huisje. Ook nu is het al 25 graden. Ik heb het kaartje op mijn telefoon gefotografeerd gisteren en ben van plan om de rode 12 kilometer route te volgen. Maar het kan ook de oranje worden die slechts 6 kilometer is. Ik zie wel.
Ik loop het park af, waar de chloorvrachtwagen zich meld voor het zwembad en de medewerkers dit een normale begintijd vinden. Ik kijk op de kaart. Vanmorgen neem ik alle tijd: normaal slaap ik nog op dit moment! Blijkbaar slaap ik nu ook nog een beetje, want ik ga de verkeerde kant op. Dromend kaartlezen is geen goede optie.
Om 7 uur steek ik het kanaal over, maar bij een andere brug dan de bedoeling was. Ik heb nog geen meter onverhard gelopen, wat wel de bedoeling is. Ik weet nu waar ik ben en waar ik heen wil en daartussen ligt een goudglimmend bospad. Ik hoor vogels, een haan en andere landelijke geluiden. Zeker tien minuten lang waan ik me alleen op dit vroege uur, totdat een andere vrouw me tegemoet komt…. Hardlopend…. Goed idee!
Ik ga niet snel, maar het interesseert me ook niet. Ik probeer te bedenken welke route ik nu moet gaan volgen, maar het is voor mij toch voornamelijk nog steeds een tijdstip waarop ik beter kan slapen dan nadenken! Ik kom bij de juiste brug, maar er zitten al 4 kilometers in mijn benen. Door het bos en de schaduw valt de hitte me nog mee. Ik ga wandelroutes volgen. Het wemelt hier echt van de bordjes, paaltjes en routeaanduidingen.
In alle vormen en maten. Je ziet werkelijk door de bordjes het bos niet meer!
Wild spot ik niet, want de konijnen tellen niet mee. Andere levende zielen zijn hier ook niet, al hoor ik pauwen. Ik loop langs prachtig spiegelende meren en begin me af te vragen waarom dit de Lommelse Sahara heet en ik alsmaar lekker door het bos mag rennen. Ik kom een hondenuitlater tegen. Jawel, die zijn er ook op dit tijdstip! En dan herinnert het terrein me eraan dat dit toch echt België is; ik ga kleine heuveltjes over! Ik kom in het kinderspeelbos waar hutjes staan gevlochten van takken. Ik slinger er doorheen en de paaltjesdichtheid lijjkt wel een droom: na elke tien stappen wordt het juiste pad bevestigd. Hierna moet ik echt kiezen of ik rood, oranje of blauw ga volgen. Blauw is de korte kinderroute en die valt af, aangezien ik toch nog een half uur heb. Om dezelfde reden (dat ik nog een half uur heb) valt rood ook af, want die is te lang. Maar nu gaan rood en oranje samen de heuveltjes op en af. Het is heerlijk! Lekker onder de bomen! Doodse stilte op duizend vogels na, maar wacht…. Nog een hardloper! Of je hebt een hond, of een hobby, anders kom je hier niet!
En dan kom ik in de Sahara. Zand. Er ligt wel een oase in in het midden, maar de basisondergrond is zand. En een brandende zon erboven. Ineens is het toch heet! Mul zand. Ik snap dat hier een goede triatleet vandaan komt (info van de trainer): je kunt hier heerlijk sterk worden van het trailrunnen en dan in het meer springen! Ik loop over het harde zand langs het water en kom een renster tegen met honden: klinkt als een goede combinatie! Gelukkig volg ik de oranje route en kan ik snel de sahara weer uit. Voor mij geen Marathon Du Sables. Ik drink elke 2 á 3 kilometer en dat vind ik al moeilijk genoeg! Ontbijt heb ik nog niet gehad natuurlijk, ik ben via een ‘kleine’ omweg onderweg naar het winkeltje en verse broodjes. In de verte zie ik de uitkijktoren staan. Ik geniet ervan om hier mijn weg te zoeken en heb lak aan de temperatuur en de snelheid (of het ontbreken aan snelheid) die ik aanhoud.
De uitkijktoren aan de rand van een volgend ven. Ik zie het direct: dit is mijn grootste nachtmerrie! Open trappen, gaatjes in traptreden van metaal en het buitenwerk bestaat uit touw. Dit vind ik het aller-aller-aller engste wat er is. Maar voorbij rennen kan ik ook niet. Ik wil kijken hoe ver ik omhoog kom. Ik begin dapper de treden op te lopen, maar na twee trappen gaat het mis. Aan mijn conditie ligt het niet, mijn verstand weet maar al te goed dat deze toren niet onder mijn gewicht direct zal bezwijken, maar mijn tempo daalt en elke tree kost me moeite. Alsof ik van steen ben stap ik tree voor tree omhoog, terwijl ik de reling omklem. Ik kom niet hoger dan het derde plateau. Nog niet eens op de helft, maar ik durf niet verder. Mijn lijf weigert en blijft versteend staan. Ik kijk om me heen en het kost veel moeite mijn telefoon te pakken omdat ik de reling niet los kan laten. Het is een raar spel tussen verstand (ik weet dat er niks aan de hand is) en wat er gebeurt: ik ben helemaal verstijfd en maak een paar foto’s. Naar beneden tel ik de treden, ik ben tot trede 53 gekomen. Eenmaal weer op het bospad, ren ik moeiteloos verder, terwijl ik me voornamelijk verbaas over mijn onkunde om zo’n mooie toren te beklimmen.
Ik heb alle drie de routes weer bij elkaar en wil in verband met de tijd de blauwe blijven volgen als een blik op de route me laat zien dat de voetgangersbrug nauwelijks om is. Het is een hele sjieke en sierlijke brug. Naast het kanaal ligt een prachtig fietspad, ideaal voor een triatleet. Ik haal op het tijdstip waarop ik normaal op een gemiddelde donderdag mijn bed uit stap de tienduizend stappen. Ik vervolg mijn route door het bos. Ik ben bezweet en hoop de tien kilometer te halen vandaag, al is het maar om bij het winkeltje te staan stinken en toch íéts gepresteerd te hebben! Ik kom bij de brug die ik over had gemoeten op de heenweg en daar verlaat ik de onverharde ondergronden. Het is inmiddels acht uur en op de doorgaande weg is het druk, wat voor een zinderend warme onderbreking zorgt.
Ik druk op de bel voor de voetgangerspoort van het park nadat ik ‘m eerst voorbij ben gelopen en de Belgische dames meld dat ze “ons” binnen gaat laten. Ik hobbel door het park en hoor vooral veel kleine kinderen huilen die door de hitte niet konden en kunnen slapen. Bij het winkeltje haal ik verse broodjes en de krant en om kwart over 8 ben ik weer bij het huisje.
Ik ben niet moe van deze tocht. Wel nat van het zweten, maar dat ligt niet aan de snelheid! Over de 10 kilometer heb ik 1 uur en 17 minuten gedaan. Onverhard he. En met veel zoekmomenten voor de route. Én in tropische hitte, wat mij totaal niet past! Een koele douche is welverdiend en een krantje lezen op het terrasje ook. Daarna volgt een ontbijtje. Als we daarna nog anderhalf uur gezwommen hebben (onder water het bad naar de overkant door), voel ik even mijn spieren. Tijd voor een siësta! ‘s Middags is het inderdaad sahara-heet als we in de rondleiding zien waar de chloorvrachtwagen vanmorgen om 7 uur op weg naar toe was.