Verdwalen aan de andere kant van de grens
Heel vroeg ging ik weg. Om de hitte voor te zijn, om op tijd weer thuis te zijn en omdat ik heel lang mocht lopen: wel twee uur en een kwartier. Om kwart over 6 ging mijn wekker en 15 minuten later stond ik buiten. Het was droog, ondanks de kleine regenkans heb ik onderweg geen druppel gevoeld (zweetdruppels wel) Ik had een tochtje uitgezet; eerst over de Lommelse Sahara, waar ik de weg nu ken en daarna naar Nederland en daar zijn –hoera!- wandelknooppunten. Ik had het lijstje bij me. Appeltje Eitje.
Eerst het uitgestorven vakantiepark af. De eerste levende ziel die ik zag zat op een motor en die reed net de weg op. Dat was voorlopig ook de laatste levende ziel die ik zag. Ik ging het bos in en de zon kwam langzaam omhoog. Het was wonderschoon. Ik volgde de oranje route en toen moest ik uitkijken naar een WC. Die hebben ze ook in Belgie niet in het bos staan, maar gezien het geringe aantal toeschouwers durfde ik een stukje bos te bevuilen…. Ik hobbelde langzaam voort. Ik moest mijn hartslag laag houden en ik hoefde niet hard te gaan, dus ik nam de tijd voor foto’s en om goed om me heen te kijken. De meren lagen erbij als spiegels en de kikkers hadden het hoogste woord. Er zaten wat konijnen, maar verder was het stil in het bos. Totdat…..ik opeens een beest hoorde snuiven, man- ik schrok me kapot! Het was slechts een paard met ruiter. Ik kwam weer door het bos met de vreemde bouwsels en de 1000 paaltjes en de zon kwam met een gouden gloed tussen de bomen door. Het was geweldig. Ik hobbelde snel en eenvoudig de kleine heuveltjes over. Ik vond het wel prettig dat ik wist wat er komen ging en toen stond ik weer in het zand van de Sahara.
Hier pikte ik de rode route op en maakte het ommetje wat ik eerder overgeslagen heb. Dat betekent ook: veel langer door het zand. Voetstappen in het zand, ook van iemand op blote voeten! Ik vraag me af of ik hier vandaag de eerste ben die loopt. De zon is nog niet erg fel, maar wel heel vriendelijk en het geeft het landschap iets prachtig desolaats. Ik ga het bos weer in, maar voorlopig loop ik nog over een zandpad! Ik volg een stukje het fietspad en ga naast het asfalt lopen. Mijn hartslag is voortdurend laag, het blijft heerlijk rond de 130 liggen. Het tempo is helaas ook lager dan laag en de kilometertijden zijn beschamend. Maar daarvoor loop ik hier niet. Ik loop hier honger te hebben, want vanmorgen om half 7 had ik nog niets gegeten. Ik drink elke 4 kilometer een paar slokken en vanaf de 8 kilometer ga ik aan de dextro’s, dat moet wel. Toch heb ik weinig last van de hitte. Misschien went het, misschien valt het vandaag wel mee, misschien heb ik me er met mijn topje eindelijk op gekleed.
Ik kom in een prachtig bos vol strakke rechte stammen. Het ruikt er formidabel en het is net Lothlorien, het bos van de elven van Tolkien. De zon piept er doorheen en strooit gouden stralen tussen de bomen door. Ik blijf joggen en adem diep in en uit om dit zo goed mogelijk in me op te nemen. Er wacht een kleine verrassing: in dit bos staan oude, overwoekerde bunkers. Het bospad gaat over in een breed pad met stenen. Ik krijg last van een blaar. Ik voel het blaasje op mijn linkervoet groeien, maar ja, stoppen met rennen om zo’n futiliteit is geen optie. Dan kom ik weer langs het grote ven. Ik moet even stoppen om te genieten van de schoonheid. Vandaag moet ik meer door het mulle zand rennen om de ganzen en zwanen de kans te geven te blijven staan op het harde zand. Vlak langs de waterlijn ligt iemand buiten naast zijn (of haar) tentje te slapen.
Het is nog steeds vroeg op deze zondagmorgen. Ik zie in de verte de toren, maar vandaag loop ik er voorbij. Er staan twee mensen bovenop, ze praten tegen elkaar en dat klinkt hard door de natuurgeluiden heen. Ik jog door naar de voetgangersbrug. Ik kan nu terug gaan naar het vakantiehuisje, maar ik wil graag nog naar de grens rennen. Ik besluit een kilometer lang nergens voor te stoppen, dus de brug fotografeer ik niet weer. Jammer dat ik ook niet kan fotograferen dat ik na het zand en het bos ineens over de heide loop! Het zindert nog lang niet van de hitte, misschien later vandaag. Er zijn nog twee wandelaars.
Ik moet de GR rood-wit route nu een stukje volgen. Als ik alsmaar blijf lopen, krijg ik het toch best warm! En met het zweet komen de zoemende beesten om mijn hoofd, onder mijn pet en om me heen storen. Dan sta ik bij de grenspaal! Mijn vreugde dat ik weer ‘thuis’ in Nederland ben wordt getemperd door de horzels die me aanvallen. Ze herinneren me aan mijn jeugd bij de waterplassen in de zomer en ik weet hoe naar horzels prikken. Dat heb ik liever niet nu! Ik volg even het verharde fietspad, op naar de wandelroutepunten! Nu gaat het goed komen!
Dat dacht ik maar. Ik kom het eerste punt tegen en het is duidelijk dat ik naar het volgende punt wil, ik kijk de nummers na en zie niet wat er mis kan gaan, gewoon het pad volgen. Ik kom bij een bordje bladel-lommel en snap het routenetwerk nog niet zo blijkbaar, want hier had ik punt 23 toch echt verwacht! Het enige wat ik hoor en zie is de huifkar achter me en die is bevolkt met wat-voor-lui-er-ook-op-zondagochtend-om-acht-uur rondreizen. Ik vertrouw ze niet en neem een krap pad rechtdoor het bos door. Ik kom langs de velden te lopen. Dat is prima, maar een knooppunt zie ik nergens meer. Hoe moeilijk kan het zijn?! Ik word er wel wat ongedurig van en nu gaat ook meespelen dat ik trek heb. Ik merk dat ik minder goed kan nadenken en ik volg het grote pad.
Ik zie een auto in de verte, dus dat zal de grote weg zijn, maar het is een meneer met zijn hond en een vet Brabants “goeiemorrugu” is mijn deel. Dan zie ik ineens een klein pad en dat neem ik op de gok. Wat schetst mijn verbazing: een routepaaltje verstopt tussen het gras! Ik zoek het nummer op op mijn overzicht en besluit dat ik nu verder kan, maar iets later op de lijst. Ik moet door hoog gras en vraag me af of dit echt de bedoeling is en dan kom ik weer op het grote pad langs de velden. Zucht. Het begint me nu toch echt de keel uit te hangen met die Nederlandse wandelknooppunten! Wandelen met kaart in je hand en routepunten lukt vast, maar hardlopen en knooppunten is geen combi. Zelfs joggen en de paadjes en pijltjes volgen is niet voor me weggelegd. Ik volg de ATBroute, die hebben tenminste paaltjes zat, maar ik weet niet waar ik heen ga en waar ik uitkom. En warempel, daar op een kruispunt staat weer een knooppunt! Een totaal ander nummer als ik verwacht had, maar goed. Het is nu tijd om de route in te korten en terug te gaan naar Belgie. De vraag is alleen hoe en via welke nummers dan toch?!
Maar het wandelrouteknooppuntennetwerk is mij wederom niet goed gezind. Ik kom geen ander punt tegen en hier ben ik daarstraks ‘ingevlucht’ voor de huifkar, ik ben rond! Hier in Nederland, waar alles geregeld en betegeld is, raak ik het spoor bijster! Ik volg nog een stukje de ATBroute en na nog een omzwerving om een veld heen sta ik weer bij het eerste punt wat ik tegenkwam in Nederland. Nu weet ik echt waar ik heen wil en naast het volgende punt, wat gewoon rechtuit MOET zijn, wil ik naar het huisje terug. Ik heb trek, de tijd is bijna op omdat we om tien uur in het zwembad moeten zijn en de twee en een half uur ga ik gemakkelijk halen. Veel kilometers heb ik in die tijd niet gerend.
Ik ren over een breed bospad en voor deze eerste en ene keer kom ik precies het goed genummerde paaltje tegen waar ik het verwacht. Hehe. Nu loop ik door tot de weg bij de boerderij in de verte en dan ben ik bijna bij het park, kan niet missen! Er zijn 2 uur en een kwartier verstreken.
Ik mag de verharde weg volgen en ja, daar is de grenspost bij Lommel! Ik weet waar ik ben en ik ga de andere kant het park omrennen, want dat blijkt onverhard. Het tempo is er echt uit, terwijl ik toch mijn best moet gaan doen er voor 9 uur te zijn. Ik zie de huisjes aan de andere kant van het hek en zie nog een grenssteen, maar mijn telefoon heeft niet genoeg bereik voor een SMSje. Ik heb zin in pap of yoghurt, maar ik verheug me ook vast op het broodje. Ik zie de huisjes in de vijfhonderd, net als de onze, maar er zit een hek tussen. De boer sproeit zijn weiland hier en er staat een prachtig paard. Ik denk aan de douche en de croissant.
Als ik het park oploop heb ik niet ver gerend vandaag, but I don’t care, ik geef alleen om de melk en het broodje wat me wacht. Als ik het huisje inkom, is het nog stil.
Geen broodjes.
7 over 9 en nog 50 minuten te gaan voor we in het zwembad moeten zijn voor de aqua battle.
Dus haal ik zelf de broodjes op tempo en een heerlijk roomtoetje van kwark voor mezelf. Ik stink en ben bezweet. Ik verkies eten boven douchen en dan stuur ik de uitgeslapen heren naar het zwembad. Kan ik mijn vuile voeten bevrijden. De blaar blijkt niks te zijn als de waarschuwing ‘nieuwe schoenen’. Ik ben niet rood, niet doodmoe en het was heerlijk. Ik kan nog een uur mee door het zwembad! Mijn spieren voelen het wel dat ik tweeeneenhalf uur heb gejogd, maar het was echt gaaf. In Belgie tenminste.