Halluf Zevun. Toen was ik al op. Kwart voor zeven stond ik bij mijn loopmaatje voor de deur om hem mee te nemen naar de Veluwezoom. Op de planning stond eigenlijk een run van twee en een half uur, half verhard en half onverhard, maar nu was er tijd voor de trail over de Veluwezoom, waar ik eerder dit jaar al in spijkerbroek heb gerend om Vincent op te halen: TrailrunInSpijkerbroek. De trainer vond het goed en waarschuwde me met een knipoog goed uit te kijken als mijn loopmaatje een gelletje laat vallen, omdat hij daar bij de Almere City Run flink over gevallen is. In de auto at ik 3 boterhammen terwijl ik over de rustige autosnelwegen naar Rheden spoedde.
Om acht uur vertrokken we van de parkeerplaats af in korte broek en met veel water bij ons. We moesten even zoeken waar we moesten beginnen en de doelstelling was slechts: 2 en een half uur over het prachtige gebied rond de Posberg hardlopen. De route stond op de GPS. We liepen al snel de holle weg op en het ging omlaag. Daar waren warempel twee buitengewoon geschikte toiletbomen te vinden! We kwamen paarden tegen in het wild. Nou ja, echt wild en angstig waren ze absoluut niet. We slingerden door het bos en de GPS had veel moeite met de natte bladeren. Het was bewolkt en toch al heerlijk van temperatuur. We moesten omhoog en toen PATSBOEM, daar ging IK onderuit! Gelukkig niks ernstigs en ik moest er hard om lachen, juist omdat we in het gesprek precies op dat moment zeiden: “was jouw dat ook opgevallen“. Les geleerd: telefoon wegstoppen+praten+boomstammen+klimmen+natte bladeren is geen goede combi om je concentratie te verliezen!
Het bleef klimmen en dalen. Voornamelijk klimmen had ik het gevoel! Mijn hartslag ging bij tijd en wijle de hoogte in, maar ik had ook totaal geen haast. De kilometertijden lagen boven de tien minuten! Nog nooit vertoond! En loslaten. We kwamen wat hekjes door en toen zat er een hele flinke klim in. Ik had erg veel moeite om helemaal tot bovenaan te blijven rennen, zo steil was het. We kwamen in het bos uit, dus er was nog weinig uitzicht. We daalden weer af en ineens stonden we op een geweldig grote heide met allemaal heuvels om ons heen. We ploegden door wat zand en het was onvermijdelijk dat we gingen stijgen. Er lagen boomstammetjes op ongelijke afstand. Het was een eind omhoog, maar toen was het uitzicht ook geweldig en adembenemend mooi. We stonden ervoor stil. Inmiddels had een andere hardloopster het pad beneden aangehouden. Wij gingen op hoogte verder en het was ongelooflijk mooi. Wat een rijkdom! Er was geen enkel probleem om je voor te stellen dat we in Schotland liepen. Het tempo loog er niet om en trailrunnen is gewoon van een totaal ander kaliber dan over asfalt hollen. We kwamen even op het fietspad en na weer een hekje gingen we afdalen. Ook daar lagen de boomstammen hun best te doen een ongelijkwaardige trap te vormen, waardoor elke stap werd onderbroken. Ik ren liever hard naar beneden dan dit gehups!
4 Kilometer in een half uur tijd. Maar wel een uniek half uur. Nu volgde de allerheftigste kilometer: zand. Mul zand. Diep mul zand. Diep, mul zand op een heuvel omhoog. Zand dat je hartslag verhoogt, de ademhalingsfrequentie verhoogt en het tempo verlaagt terwijl de zweetdruppels talrijker worden. Zo, wat was dat heavy. Leuk, maar zwaar. Loodzwaar. En maar doorworstelen. Tot boven. We kwamen op een knooppunt en zouden hier straks weer langs komen, maar nu eerst over een smal heidepad. Het voelde als Schotland. Helemaal niks Hollands aan. Weidsheid, heuvels, heide. Ik hoop dat ik me nog heel lang heug hoe geweldig het was om daar op een bewolkte zaterdagmorgen voor 9 uur te mogen lopen. Stukje stijgen, stukjes brem en alsmaar dat prachtige uitzicht over die heuvels waar niemand was behalve wij. Mijn loopmaatje moet voorop lopen, omdat hij de route beheert en omdat ik liever langzamer ga dan me opgejaagd voel. We mochten ook een stukje naar beneden zonder de ‘trap’treden en dan kan ik heel even wel eens wat vaart maken. Het was verder voornamelijk sukkelen en hobbelen naar mijn idee. Hoe langer dit duurt hoe beter!
We kwamen op de Posbank, een uitzichtpunt naast de weg. Mooi, maar lang zo echt niet als de top eerder waar we net stonden. Het paviljoen ging net open, maar wij mochten een stukje over het asfalt lopen. Dat verveelt snel en het bospad is meer dan welkom. Het was wel smal en we waren niet voluit aan het kwebbelen vandaag. Ik verzon mijn eigen cryptogrammetjes, maar was voornamelijk bezig met de omgeving, de grond onder me en de ervaring in de natuur te zijn. Mijn voeten werden nat. Ik nam soms wat water en twee keer een dextro. Ik heb vanmorgen drie boterhammen op, dat is voor mij erg veel! We steken een weg over en weer volgt er volgens mij zand. Ik werd moe, ik kan me dat stuk niet meer zo goed herinneren. Toen hadden we het extra lusje alweer gemaakt. We verlieten de heide en gingen het bos in. Zoals je Veluwe verwacht. Bos Bomen Groen.
Ik werd mentaal moe en nam een dextrootje. Dat hielp wonderwel! Er volgde een heel stuk waarop ik prima door het zand kon zwoegen door de dextro. Bos en toch zand. Mijn natte schoenen namen het zand op en onder mijn voeten ontstond modder ín mijn schoen. Het maakte zelfs een zuigend geluidje. Ik was de route volledig bijster. Hoe lang we onderweg waren ook trouwens. Of hoe ver het nog was. Hoe blij kun je zijn met een kilometertijd die onder de tien minuten ligt! Als ik in welke training dan ook een tijd die met een acht begint zou ontmoeten terwijl ik het idee heb keihard door te rennen, zou ik nogal gedesillusioneerd zijn, maar vandaag was een welkom getal! Toch ligt er een heel stuk bos waar ik me de details niet meer van kan herinneren. Wel herkende ik het poortje waar we (voor mijn gevoel) uren eerder waren geweest voor we “naar Schotland doorvlogen”. Nu daalden we af een bos in wat je eerder in de Ardennen of de Harz zou verwachten. Vol varens, hoogteverschilletjes, smalle paden en de zon brak soms een beetje door. Of het na de heide en de vergezichten op de Posberg nog mooier kon? Ja, als je zo van bos houdt als ik dan wel ja. Soms wilde ik liever gaan wandelen, om langer van het moois te genieten. Maar dat heb ik al eens gedaan. Of nee, ineens stonden we bij een parkeerplek die ik herkende van de trail-in-spijkerbroek: destijds rende ik hier ook! En even later stonden we bij het bruggetje waar we toen ontdekten dat we nogal ver afgedwaald waren.
Wij vervolgden de route de andere kant op, anders als ik had verwacht, maar wederom omhoog het bos in. Ik kan me helemaal niets meer herinneren van het volgende stuk, maar het was de snelste kilometer van allemaal met 7:47!! We zullen wel veel afgedaald hebben… Ohja, er daagt weer iets. Het was daar heel mooi, er zat een man met rugzak tegen een boom die net een Grijze Jager leek en het bos was echt écht. Hoewel het met die Grijze Jager ook wel een beetje een sprookje leek. We zagen nog meer paarden langs de weg staan. We liepen even over een heerlijk breed bospad, tot we weer een klein trailpaadje in moesten en ons langs braamstruiken en tussen uit de kluiten gewassen struiken door moesten wurmen. Ik kreeg het onzalige gevoel dat we er bijna waren en dat klopte ook wel, want de bosgrond was hetzelfde. Ineens stonden dezelfde paarden als uit het begin voor ons en waren we weer bij de schapenstal. Ik hield het hek open voor ruiters. We waren 2 uur en een kwartier aan het rennen geweest en we moesten nog 1 ommetje maken. Langs het water. Sloegen we hier 2 uur geleden linksaf aan het klimmen, nu gingen we rechts langs twee vennen die de zon weerspiegelden en die mysterieus lagen te wezen. Ik moest er omheen rennen en trok me niks aan van de route. Ik wilde een boom knuffelen! We verdwaalden bijna in de laatste kilometer, maar ook dat lukte niet. We kwamen nog langs een boom die pas een hele grote zware tak verloren had: zijn balderen waren nog groen en er was nog geen pad omheen.
Even later stuitte ik op de meest mooie groene en dikke boom die ik me kon voorstellen en ik heb de boom een hele grote omhelzing gegeven. Apart hoe rustig je daar dan opeens van wordt, voor mij was de trail toen klaar. Mijn benen en mijn lijf konden nog best uren verder met rennen, maar mijn hoofd was te moe en te vol van alle natuurlijke indrukken. We kwamen nog modder tegen, de enige ondergrond die nog ontbrak. En toen de keitjes. Echt druk was het nog niet op de parkeerplaats, maar er waren veel meer mensen op hun bergschoentjes dan uren eerder. We liepen naar het bezoekerscentrum en na slechts 15 kilometer in 2 uur en 25 minuten was het mooi geweest. En niet zomaar mooi geweest, het was geweldig geweest!
Een groot glas sap was onze beloning en ik kleedde me om in het bezoekerscentrum alvorens terug te rijden over de volle snelwegen. Dan ben je voor de lunch thuis en lijkt de dag om. Er moest nog 1 ding gebeuren: nieuwe hardloopschoenen kopen! Als ik ze aandoe is het liefde op het eerste gezicht: mijn eerste marathon liep ik op lichtblauwe Brooks en de volgende marathon ga ik op donkerblauwe Brooks lopen.