Ze wist het nog eerder dan ik, die beste vriendin van mij: ik stond er niet tussen bij de uitslagen van de Spa Francorchamps Circuit Run! Zij was verbaasd en ik diep-bedroefd. Ik voelde me niet eens goed genoeg om bij de uitslagen te staan! 🙁 Dus fietste ik naar háár toe om ‘uit te huilen’. Zij was voorbereid om te gaan lopen, ik nog in spijkerbroek. We brachten haar hondjes naar de trimster voor we zelf gingen trimmen. Ik las haar voor van 2 vriendinnen die samen bijna 3 uur over een halve marathon deden. De ene vol irritante pijnen, de andere vol irritatie over het toegeven aan pijnen.
Ik ruilde mijn spijkerbroek om voor hardloopkleding en nu voelde ik me voor het eerst zoals jij je vaak voelt Mijn Vriendin; fysiek niet helemaal in orde. Jij met je reumatische pijn die de trots niet kan verhullen dat je ooit-ooit-ooit nog een marathon zou kunnen gaan lopen. Jij overwint jezelf, je lijf en met alle wilskracht die jij bezit kun je de 42,2 kilometer ook ooit overwinnen. Ooit. Als je daar aan toe bent. Die ooit. Komt ooit.
De zon riep ons over de natte paden langs de Vaart. Een kort, rustig rondje. Ik vertelde wat, jij deelde nog iets. We liepen gewoon maar wat voor mijn idee en het ging stroef, maar goed. Jij bent gewend aan spierpijnen, maar voor mij waren de trekkende heupen en krakende rug nieuw. Ik had al snel door dat dit niet mijn beste rondje ging worden, maar klagen en mopperen zul je van mij niet horen! ‘Gaan we voor het rondje van 9 kilometer’, vroeg je op 2 kilometer en ik zei optimistisch ‘ja, natuurlijk’. Toen moest ik na 3 kilometer mijn veter strikken en mijn maag begon te protesteren. Spierpijn, moeite met lopen, maag-darmklachten: ik ben dat niet gewend. Ik weet dat jij je vaker loopt te verbijten en nu mocht ik eens met je meevoelen en dragen. Zonder klagen.
We waren nog niet op de helft en ik verlangde al naar een toilet! Ik zei niks. Ik ging niet wandelen. Ik ging niet mokken. Ik ging niet klagen. En dat hoefde ook niet. Jij begon te kletsen en ik liet je graag begaan. Je leidde me af. Ik hoefde niks te zeggen. Ik hoefde niets aan te geven. Je wist het best, maar oordeelde niet. “We gaan langzamer” merkte je op, maar daar gaf ik niks om. Ga door met je verhaal! Ik hoefde niet te gaan wandelen. Ik hoefde me niet op te winden: ik hoefde alleen maar te luisteren en niks meer of minder te doen als doorgaan met rennen.
Ik onderbrak je verhaal niet, maar één van de snelste jochies van Almere fietste ons tegemoet. Ik heb hem bij wedstrijden zo vaak gezien, dat ik hem inmiddels (her)ken. Of hij mij ook herkende weet ik niet, maar de grijns die hij ons vanaf zijn (race)fiets toezond, was duidelijk: ‘kijk die twee daar eens gezellig rennen en keuvelen‘. Ik zag ons door zijn ogen en voelde geen minachting van deze jeugdige geweldenaar, maar de waardering die ik zelf voor jouw voelde, Vriendin. Voorzichtig vroeg ik je om het rondje om de Leeghwaterplas over te slaan. Je was niet eens verbaasd, oordeelde wederom niet, vroeg niks en zei gewoon: “prima joh”. Je vervolgde je verhaal. Geen uitleg nodig, geen excuses; gewoon doorgaan. Dat was zo prima en perfect!
7 Kilometer. Een kippeneindje. Ik vond het ver deze keer en moet eerlijk bekennen dat ik fysiek nog lang niet gezond ben, hoe hard mijn hoofd dat ook weer wil. De uitslagen zijn gecorrigeerd in België en ik ben van de 17 dappere dames die een halve marathon renden als 11de geëindigd. Vóór mij slechts 2 Nederlandse dames. Er zijn zelfs nog 22 heren achter mij gefinisht. Ik holde direct door naar het toilet. Niets heb ik je hoeven uit te leggen, mijn lieve vriendin. Geen klacht over dat ik je run zou hebben verstoord, kon ik ontdekken. Je was nog eerder blij dat je mij nu eens een keer mee kon slepen!
Lieverd, als Ooit is aangebroken, zal ik je ondersteunen: ik ga naast je lopen. Pratend, afleidend en ik weet dat ik me nergens aan hoeft te irriteren. I’m ready. Maar vandaag niet. Ooit.