Kerel, de afgelopen maanden ben ik eerlijk gezegd een paar keer strontjaloers op je geweest: lekker trainen voor een marathon, terwijl ik amper vooruit kom. En -laten we wel wezen- het was destijds mijn idee! Toen ik nog dacht dat ik dat best kon. Ik heb gekozen om de trainingstijd in het vinden van werk te stoppen en dat is me ook gelukt, maar goed: ik was bij tijd en wijle tóch jaloers op je heerlijke loopjes van Amsterdam naar Almere en dan die laatste kilometers moeiteloos versnellen… Ik benijdde je topconditie hoor! Ik leefde mee alsof ik zelf moest gaan lopen; hield je zoveel mogelijk aan de tapering en hoopte met je mee dat de verkoudheidsvirussen je passeerden.
En vandaag was JOUW dag. Jouw marathon. Het zou JOUW PR worden. Ik had al langer het idee je nu maar eens terug te betalen en met je mee te lopen, zoals je mij in Eindhoven voortgeduwd hebt, maar of ik je bij kon houden was echt een vraag voor mij. Ik werd er minstens net zo zenuwachtig van als jij! En terwijl wij hier nog zaten te rummikuppen in regenachtig Almere, zette jij de eerste 5 kilometer zo snel neer dat ik stiekem hoopte dat je bij de 34 kilometer wat vermoeider zou zijn. Met lichte angst en beven ging ik richting Bunnnik. Als ik jouw halve marathontijd zou lopen, zou ik een gat in de lucht springen! Ik wilde hoe dan ook met je mee, al zou ik het maar een klein stukje volhouden.
Met een routekaartje in de hand wandelde ik naar de verzorgingspost. Daar is namelijk – altijd nodig- een wc! Ik was veel te vroeg en kletste fijn met de vrijwilligers. Wat een helden zijn dat. Niet dat die snappen hoe het voelt om een marathon te lopen en al 32 kilometer te hebben afgezien, maar ze moedigen toch iedereen aan. En ik heb wat mensen voorbij zien komen! Sommige snap je niet dat ze nog lopen (en op een sub4uur tijd ook nog), anderen lijken net begonnen! Ik was vergroeid met mijn telefoon en zag je vanaf 29 kilometer steeds dichterbij komen. Toen de app even haperde, kreeg ik het benauwd. Elke 100 meter telde ik af voor je.
Ik zag je in de verte komen. Herkende je loopstijl. Ik ging je fris tegemoet en de vrijwilliger zou ons fotograferen. Mén, ik zag meteen aan je dat het zwaar is. Ik hoefde niets te vragen; ik hoefde je alleen maar te steunen. Aan een half woord had ik genoeg toen je mokte over het parcours en de lange saaie, rechte weg. Ik begon tegen je te praten en je hoefde niks terug te zeggen. Ik voelde met je mee, met één Heel Groot verschil: ik voelde me fit en in staat naast je te lopen kwebbelen, terwijl jij het zwaar had. Ik keek om me heen naar de landgoederen, terwijl jij het onverharde pad vervloekte. Ik vertelde een (redelijk) onsamenhangend verhaal over de 250km-trail die mensen door de Ardennen maakten, jij hoefde niet eens te luisteren. Ik weet hoe je je voelt. Terwijl ik baal, weet ik ook dat ik het niet van je kan overnemen. De enige tekst die ik stellig vermijd is het-gaat-goed. Want nee, na 34 kilometer hardlopen, gaat het gewoon niet meer goed. Je bewustzijn vernauwd, alles doet pijn, de zin is weg en het gaat alleen maar om afmaken. Dus ik melde regelmatig dat je goed bezig was. Dat je het ging halen. Anyway. Ik vroeg je nog maar een gelletje te nemen. Het liefst had ik wat van je vermoeidheid overgenomen en wat kracht teruggeven, maar meer dan afleiden kon ik niet doen. Er stonden mensen langs de kant, ik moest je weer bijhalen toen mijn schoenveter het maar weer eens liet afweten en het tempo lag nog altijd hoog voor me. Maar ik lette er niet op. Ik ging niet voor tijden of hartslagen: ik was daar enkel en alleen voor jouw. Je geblesseerde collega stond langs de kant; dat kreeg je nog net uitgelegd. We liepen door Bunnik, dat was best weird. Het was een onmogelijk vreemde gewaarwording voor mij dat jij het zwaar had, dat jij -die mij meermaals voortgetrokken hebt en meegenomen kreeg- jij, off all people ook een soort van grens had. Eerlijk: die heb ik nog nooit gezien!
Meestal was jij al lang genoeg klaar met een wedstrijd om weer bijgekomen te zijn als ik eens binnenliep. We haalden veel mensen in. Misschien zag jij dat niet meer zo, maar ik herkende zeker een aantal dames van toen ik bij de post stond en jij liep ze moeiteloos voorbij. Je bleef rennen. Oh, wat voelde ik me schuldig toen je zei: de langzaamste kilometer; ik voelde me er bijna verantwoordelijk voor! Ik had je graag die paar extra seconden gegeven op de volgende kilometer, maar je kon mij voor het allereerst niet bijhouden. Het verbaasde me dat ik deze ene keer degene was die een stapje voor je liep. Ik wees je nog op een appel op een kunstwerk; maar ik kende ook je antwoord: ‘wat kan mij die appel schelen’. De laatste kilometers wilde je zelf doen. Dat snap ik. Sowiezo was dit jouw race, jouw afzien, jouw topprestatie. Voor ik je ‘verliet’ heb ik tegen je geschreeuwd dat je niet meer mocht gaan wandelen, ook al zou je dan nog een PR lopen. En ik heb The Final Countdown voor je gezongen. Daarmee haalde je nog iemand in.
Ik pakte mijn telefoon en moest even mijn weg zoeken terug naar de auto. Ik rende door en rende anderen tegemoet die ‘pas’ op de 35km zaten. In mijn hoofd moedigde ik je aan. Op de parkeerplaats reed een auto deze telefoonstaarder bijna om en ik koos van lieverlee het onverharde wandelpad. Ik bleef rennen om niet teveel af te koelen en telde de kilometers met je af. Dat ik ook best hard liep, merkte ik niet op. ‘Je loopt verkeerd’ zei een wandelend stel. Ik keek net even op van mijn telefoon. Vlak voor ik weer bij de auto was, zag ik dat jij er was. Wat een heerlijk fantastisch vet PR heb jij gelopen! Ik hoorde in de verte de speakers en deed een rondedansje. Het wandelende stel verklaarde mij nu definitief voor gek, maar in uitleg had ik geen zin. Ik wilde nog 800 meter lopen om mijn eigen 10 kilometertijd ook neer te zetten. Eindelijk even met mezelf bezig en ik was verbijsterd weer eens onder het uur te blijven (55 minuten).
Manuel: ik ben trots op je. Je hebt loon naar werken gekregen en ik vond het fijn iets terug te kunnen doen voor je, na wat jij voor mij hebt betekent tijdens de marathon in Eindhoven. We zijn je ‘s avonds de door en door verdiende patat en hamburger komen brengen en ik vond het fijn je verhaal te horen. Je zult het nog een keer allemaal moeten/mogen herhalen. Maar dan op een iets rustiger tempo. Geniet van je PR, van de geweldige prestatie die je geleverd hebt en van dit behaalde doel.