De training van maandag dan maar vandaag. De energiebalans is wat zoek. Gister een congres, vandaag een interessante belangrijke meeting in Utrecht. Dat werken en heel veel leren kost bergen energie, maar daar worden de benen niet moe van. Dus ligt het hoofd op de bank en trappelen de voeten. Ik weet niet welke trainer ik wil, want ik heb de vorige keer beloofd mijn best weer te gaan doen aan de trainer van de snelle groep. Ik zal me aan mijn belofte moeten houden. Het inlopen gaat prima: ik hobbel rustig mee, maar wel achteraan. Mijn hoofd kan niet veel prikkels verwerken. De lucht is prachtig gekleurd. We gaan de brug op en af lopen. De trainer deelt me bij de ‘langzame’ groep in: die kan nog niet weten dat mijn benen best kunnen lopen en ik mijn best best kan doen! De lucht is rood en geel. Het is veel te ingewikkeld voor mij qua opdracht: 3 keer de brug op tot verschillende lengtes, omhoog snel en omlaag langzaam. Zulke opdrachten zijn voor mijn hoofd te complex, laat ik maar niet vooraan gaan lopen. Dat gaat al heel snel mis. De benen doen wel wat het hoofd niet kan: hard gaan! Ik loop op energieniveau en op hartslag. En ik zet mijn techniek in van kleine felle stappen om hoge snelheden te halen. Rond de 12/13 kilometer per uur omhoog doet mijn benen goed. De eerste serie brug op en af van circa 11 minuten gaat prima. Ik loop voor op de langzame groep en moet grijnzen als de trainer zegt dat ik het mooi aan het uitvoeren ben. Beloofd he. We moeten een minuut wachten en mijn hoofd weet niet meer hoe ik dat moet timen. Dat hoofd is rood,maar gelukkig is het inmiddels donker! Dat hoofd is leeg. We doen nog een serie, maar ik loop op een laag energieleveltje. Dat voelt wattig, zwaar en ietwat wazig aan. Na 30 kilometer marathon zeg maar. Heel klein wereldje. Ga me niet in de weg lopen, want dat kan ik nauwelijks meer ontwijken! Gelukkig kan ik nog net beredeneren aan de andere groep tot waar ik moet lopen en om kan keren. Deze serie loop ik eigenlijk maar ietsje langzamer op de snelle stukken. Ik tel ook uit dat ik ‘maar’ drie van de vier keer hoeft. Dus ik span me de derde keer nog in en dan jaagt de trainer mij nog 1 keer het trapje op op hoge snelheid! Als straf voor al die keren dat ik niet netjes heb meegedaan? Ik merk dat mijn evenwicht het moeilijk heeft. Daarna is het energielevel kritisch laag in het oranje vlak belandt. We moeten nog een keer versnellen, maar ik krijg het er moeizaam uit. Nu zijn én de beentjes én het hoofd moe! Ik zet nog 1 keer heel hard aan en loop van achter naar bijna voorop met een respectabele 15 kilometer per uur. Nu is het energielevel in het rood gezakt. Een beetje kletsen en uitlopen tegelijk lukt me enige minuten lang absoluut niet. Kan niet tegelijk. Pas later. Ik haal de tien kilometer deze training. Bij de cooling down vallen mijn ogen dicht. Nu zijn mijn benen moe en mijn hoofd rood én moe. It could be worse.