browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Een tegenvallende fietstraining, twee snelle loopjes, een 'stukje' fietsen, my first trailwalk en de eerste zwemles!

Posted by on 17 July 2016

Maandag 11 juli: De eerste fietstraining. Ik zag erg uit naar de fietstraining. Dat leek mij best leuk. Het waaide behoorlijk hard, maar dat vind ik niet zo erg. Ik vond het ook spannend. Heel spannend. Want al die anderen zijn wel sneller dan ik ben natuurlijk! In het begin fietste ik nog met een meneer mee. We deden wat oefeningen met 1 been fietsen en ik voelde me het enige sukkeltje zonder klikpedalen 🙂 We moesten in groepjes fietsen. Dat is wel lastig voor mij, want dat kan ik niet inschatten hoor. En om de kop fietsen begreep ik wel, maar dat was ook zwaar voor me. Ik blijk een te zware versnelling te nemen. We gingen de Hollandse brug op. Omhoog tegen de wind in in de laagste versnelling. Ik vergat dat ik nog lager kon en vond het saai. Terug omhoog mochten we in de hoogste versnelling en dat was best goed. Mijn benen vinden het niet verkeerd, maar mijn hoofd vond het weinig uitdagend. Weer omhoog en ik was niet eens de langzaamste. Maar ik moest wel eerder stoppen om te wachten op de rest. We gingen over de dijk en namen de wind mee. Dan ben ik echt strak de langzaamste, maar ik ben nog nooit zo snel gegaan! Ik word hier nu in grote stappen vele malen beter van, dat weet ik en daar word ik stil van. We fietsten rustig terug. Ik zwijgend achterop. Voor de kleine bochtjes moet ik mijn stuur anders vasthouden. Om alles even goed te laten doordringen, fietste ik naar huis. Ik had toch wind mee! En die tip van het stuur was even wennen, maar helemaal te gek. De training bekoort mij niet direct.
Woensdag 13 juli: Gister kreeg ik de training er niet tussen gepropt, maar vandaag wel. Ineens moest ik maar gaan. Het was weer een uurtje zone-swappen. Eerst 10 minuten in zone 1. Ik had geen idee van de route en ging eens een keer richting het centrum van Almere Buiten. Om na tien minuten zone 1 te bedeken dat langs het Meridiaanpark ook heel lang geleden is. Gelukkig mag ik door naar zone 2, want zone 1 vind ik zo moeizaam: al dat inhouden. Een kwartier in zone 2 is eenvoudigweg genieten. Lekker zo’n tien kilometer per uur lopen en om je heen kijken! Aan het einde van het Meridiaanpark ga ik naar links voor de Vaart langs en volgt 5 minuten zone 3. Dat is prima te doen. Ik haal een elfje in op de fiets! Zo schattig. Ik zie er al een beetje tegenop om straks aan het einde 15 minuten in zone 3 te moeten blijven rennen. Nu loop ik langs de Vaart over het rechte pad en ik ga terug naar zone 1. Dan is het niet zo erg en zijn 5 minuten al snel dribbelend voorbij. Ik ga ook nog achter de stripheldenwijk langs. Ik mag zone 2 weer in en dat gaat weer heerlijk. Ik blijf dadelijk gewoon laag in zone 3 zitten. Ik merk dat ik de sieradenbuurt ook nog langs kan. het wordt een hele tippel zo! Zone 3. Ik zag er misschien iets teveel tegenop. Het gaat heerlijk! Ik bouw het langzaam op en ga pas bij ons in de straat wat hoger in zone 3 zitten. Ik loop om via de school, anders zit het uur er net niet op. En dan haal ik de tien kilometer nét niet binnen het uur. Ik heb er 40 seconden meer voor nodig. Dat vind ik niet slecht, want een kwart van de tijd heb ik heel rustig gedribbeld. Ik ben razend tevreden dat ik dit nog kan!
Donderdag 14 juli: Heldinnen-Ode. Ik had geen zin. Gewoon niks. Te laat gegeten, spierpijn óp mijn voet (?) van gisteren, moe: alle redenen om gewoon eens geen zin te hebben mee te moeten lopen tussen de Geweldenaren van de Triathlonvereniging. Maar ik ga nu eenmaal wel. Inlopen lukte nog wel. Ik zei nog tegen die meneer naast me dat ik geen kwebbel ben en toen begon hij me vrolijk te onderhouden over de Tour de France! Daarna moesten we planken, op een zij planken en in de lucht fietsen. Halleluja, ineens zijn de kaatssprongen niet meer zo erg! Maar in plaats van me uit het veld te laten slaan, werd ik er een beetje vrolijker van. Toen gingen we volgens de trainer 2, 4, 6, 8, 10 minuten hardlopen. Dat is dertig minuten, vertelde hij er vrolijk bij. Tussendoor een minuutje rust: dribbelen of wandelen. En ohja, die andere minuten flink doorlopen. 90% van je 10 kilometertempo. Dus de snellen konden in de laatste 10 minuten 2 kilometer halen. Even voor de duidelijkheid: dit is de langzame groep! De trainer ging fluitend op zijn fluitje de tijd bijhouden. Ik ging wat hard mee, maar na 1 minuut waren we al klaar. Tot zover de telcapaciteiten van triatleten. Ze kunnen alles, maar hebben toch echt een kleine beperking! In de twee minuten kwam ik naast Astrid te lopen. Flink hoge hartslag in zone 4, maar ik vond dat qua vermoeidheid wel 90%. Zo voelde het in elk geval. We raakten aan de praat en ik heb verteld hoe Astrid onze Voorbeeld Triatleet is. Ik begon in de wandelminuut, maar de volgende 4 minuten kwebbelden we door. Jawel: ik liep rond de 12 kilometer per uur te kletsen. En onderwijl haalde Astrid volkomen moeiteloos haar heldenstatus op. Ze traint niet alleen voor de HELE marathon terwijl ze ouder is als ik ben, ze ‘doet’ komend weekend niet alleen ‘even’ een halve triathlon erbij, ze heeft daarnaast niet alleen maar 2 grote zoons, maar ze werkt er OOK NOG fulltime bij in de zorg. En ze lacht en vindt alles leuk! Zelfs dat ze Vincent 3 jaar jonger had ingeschat, verpakte ze zo vriendelijk dat het een compliment werd. De minuten vlogen voorbij. Mijn hartslag lag ook hoger als die van Astrid. Tjonge, wat een Geweldige Inspiratie Bron, zo’n vrouw. De tien minuten ging ik alleen aan. Ik legde mijn tempo (noodgedwongen) iets lager als dat van Astrid. Kan ze ook nog: het hoge tempo van de 2 minuten vasthouden op de 10 minuten. Ik trappelde maar door over de atletiekbaan. Ook toen het eten een beetje in de weg zat. Ik constateerde dat tien minuten eigenlijk een makkie moest zijn. Ik werd door nog snellere kerels moeiteloos ingehaald, maar ik heb zelf ook mensen ingehaald! En ik had een kleine supporter naast de baan. Na tien minuten verzamelden we en gingen we buiten de baan uitlopen. Ik raakte aan de praat met de meneer van het fietsen die zondag ook de halve triathlon gaat doen in Klazienaveen en me geduldig wegwijs maakte in hoeveel tijd hem dat gaat kosten. 1,9 Kilometer zwemmen in 40 minuten. De halve marathon in 1 uur en 3 kwartier. Ze zijn wel goed he? Maar vandaag keek ik niet alleen maar meer tegen deze supersporters op, ik kan ook best een beetje meekomen. Thuis keek ik naar het resultaat: 9,6 kilometer trainen in een dik uur. Inclusief planken. En twee keer een kilometertijd onder de 5 minuten!! Het zal wel aan de baan liggen! Hoeveel denk je dat ik in die tien minuten gelopen heb? Jawel, 2 kilometer! Langzame groep…. ammehoela. Ik kwam met veel meer zin terug van de training dan ik van tevoren had. Door de Helden en Heldinnen.
15 juli: Fietstochtje Vincents vakantie begon om 12 uur. We aten een lekker broodje en om 1 uur zaten we op de racefiets voor een rondje om Almere heen. En Almere is Groot! We fietsen onder de A6 door, over de A27 heen en over het Paradijsvogelpad. Al vrij snel waren we in Nobelhorst. Nou ja, snel… We hadden niet zo’n hoog tempo. Dat was prima de luxe voor ons allebei. We reden de Witte Brug over en zo verder naar de Kemphaan. Vincent had zin in een winegummetje waarvoor we naast de stadsboerderij een stopje voor maakten. Ik keek even op de kaart en onthield de nummertjes 84, 81, 80, 97 om Almere Haven door te komen zonder verdwalen. We kwamen langs het kasteel en langs de volkstuinen en langs de manege. En zo zaten we al naast het Gooimeer op weg naar de havenkom voor een ijsje. De wind hadden we nu tegen en Vincent stayerde er op los achter me, lekker uit de wind. Het ijsje van Mariola was werkelijk heerlijk! Toen moesten we nog verder naar de A6 brug langs het Gooimeer en hadden we flink wind tegen. Dat kwam het tempo bepaald niet ten goede. En het humeur werd er niet beter op toen Vincent mij onder de A6 door bij de Hollandse Brug wel weer kon inhalen. We gingen het fietspad op richting de Marina. Lastig los zand. Ik zag een openbare WC en ik moest zo nodig dat ik vergat dat ik nog nooit op zo’n gore plek heb gezeten! Snel verder aub. We gingen langs waar de Duin triatlon werd gehouden en ik wilde Vincent even naast me hebben voor de gezelligheid. Helaas was de wind óf gedraaid óf waren wij nog niet genoeg gedraaid, maar het ging nog steeds langzaam. De windmolens stonden even stil toen wij er langs fietsten. Een andere wielrenner haalde ons in en vond dat ik voor mijn kind moest gaan fietsen omdat ik meer kracht zou hebben als hij. Dus dat deed ik dan maar weer. Tot we de goede kant op draaiden en wind mee kregen. Toen ging ons tempo omhoog en konden we lekker naast elkaar gaan fietsen. Vincent ging me vertellen hoe de film ging die ze ‘s morgens hadden gekeken in de klas. Een eindeloos verhaal, maar de kilometers vlogen voorbij. We stopten niet bij de Trekvogel, maar reden en vertelden door. We gingen langs de Oostvaardersplassen en zagen de paarden rond paraderen. We reden een stukje door naar het Oostvaarderscentrum en daar heeft Vincent nog een welverdiend Raket-ijsje gekregen. En toen terug naar huis. Om 4 uur waren we thuis. We hadden ongeveer 2 uur 20 minuten gefietst en afhankelijk van op welke meter je keek 48,5 of 50,3 kilometer gefietst. We houden het gewoon op bijna 50 kilometer. De vakantie is goed begonnen!
16 juli: Een trailwalk met kersen. Ik ging met 3 andere dames en 1 meneer door het Kotterbos trainen. Dat deze mensen niet de snelsten zijn wist ik al, maar des te gezelliger! Toen ik naar het bos fietste begon ik erg te twijfelen of ik wel mee moest gaan. Mijn linkervoet is op de wreef zo pijnlijk dat ik niet goed kan lopen. Ik wilde het een kilometer aanzien. Meneer R, mevrouw H en mevrouw F zijn flink ouder dan ik ben, dus die kan ik vast wel bijhouden! Ik klets de eerste kilometer met C en de pijn in mijn voet neemt af. Dan moeten we wachten op de rest. Dit is mij nog nooit overkomen! Dat ik STIL GA STAAN. Daarna loop ik lekker voorop over het asfalt, even in mijn eigen tempo voelen hoe mijn voet het doet, maar die heeft het opgegeven de aandacht te trekken en doet netjes mee. Ik maak de foto’s en loop achteraan met meneer R mee. En dan gebeurt het volgende: we wandelen de heuveltjes op! Heerlijk kletsend gebeurt het zomaar plotseling. Totaal nieuw voor mij. Niet onprettig, maar tot het moment dat het plaatsvond nogal onvoorstelbaar voor me. Het bos is mooi. Ik ga even een stukje sneller en geniet alleen van de vlinders die voor me uit vliegen, maar maak dan weer een fotostop om nog langer naar meneer R te luisteren. Meneer R gaat terug naar de auto, wij dames hobbelen verder. Ik beken de ‘dame van het facebookbericht’ te zijn. Dan ga ik met C voorop lopen en we hobbelen door, niet snel, maar onafgebroken. Net als het praten, ook onafgebroken. Tot we weer op het asfalt zijn, dan staan we s t  i   l    . Minuten lang. Te wachten op de andere twee dames. H was bang van de brandnetels. Tijd genoeg voor winegums. Zo werkt het dus! We stijgen de berg op en ik pak weer even een eigen tempo. Even vlinders kijken en me dol genieten. Ik ken de weg. Ik ga netjes over de heuveltjes en las om er weer bij te gaan horen nog maar een fotostop in.  Dan loop ik met mevrouw F mee. Het is voor mij zo’n goede les dat er mensen zijn die niets om tijd geven en enkel joggen voor hun plezier! Ze kent Merijn via haar man: die is sportleraar op de basisschool. We stoppen. Om kersen te eten. De anderen dan, ik moet niks van verse kersen hebben. Ook niet echt van stoppen trouwens. Ik kwebbel weer verder met mevrouw F. Het gaat heerlijk, maar wel eindeloos lang. Over het pad langs het spoor onderbreek ik haar, want dat pad moet en zal ik op tempo doen. Even de benen losgooien en de hartslag wat verhogen! Fijn. Daarna jog ik weer verder met mevrouw F en kletsen we verder. Zij snapt mijn ambities niet en ik kan er maar moeilijk bij dat de grootste zorg is dat je niet laatste wordt. Als ik dan aan Astrid denk… Ik ben blij als we er zijn. Nog geen 14 kilometer in (heel erg ruim) twee uur. Meestal niet het moment waarop ik aan de recovery drank hoeft. Mijn voet heeft zich zeer keurig gedragen. Op de fiets gaan we naar huis.
Zwemles: mama leert de techniek. Ik zat naast de familie B. te wachten in het zwembad, terwijl meneer B candy crush aan het spelen was. Zweminstructeur Rob kwam eerder om mij te vertellen hoe de borstcrawl technisch in elkaar stak, terwijl de kinderen met zijn tienen het bad dwars door gingen met allemaal oefeningen. Goed opletten voor mij. Ik spring al zo het onverwarmde water in. Eerst legde Rob me uit waarom ik recht moet liggen. Net onder de waterlijn. Dan het bewegen met de benen. Grappig genoeg gaat die bijna in 1 keer goed. Voeten lang maken, bewegen vanuit de heupen. Enkel om languit te blijven liggen in het water, want de beenslag levert hooguit 8% van de snelheid. Hoofd in het water om lang gestrekt te blijven liggen, brilletje op. Ik kan mijn adem dit stuk best inhouden. Dan de armslag. Rob legt het heel duidelijk en goed uit: met de armen ‘schep’ je jezelf naar voren. Peddeltjes maken. Ik begrijp het helemaal en ben blij met deze uitleg: ik weet waarom ik wat moet doen. Scheppen. Armen doorhalen. Dat gaat ook nog goed in het pierenbadje! En dan die ellende met adem halen. Eerst moet ik ontdekken dat ik onder water kan uitademen. Het is de ontdekking van de dag. De ontdekking van de maand. Misschien wel van dit jaar! Dan hoor je de bubbels! Ineens voelt het wel echt aan of ik aan het zwemmen ben. Nu komt het moeilijkste stuk: inademen. Ik moet rustig blijven ademen “alsof ik gewoon buiten loop”. Rustig de slag doen. Ik haal mijn hoofd te laat uit het water. Dan zit mijn arm in de weg. Ik begrijp het zelf wel. Dit moet ik echt te pakken krijgen, maar het lukt me wel! Ik moet ook veel naar de anderen kijken. En oefenen. Er komt een andere instructeur, want dadelijk mogen de grote mensen zwemmen. Verschil moet er zijn: zij hebben vanmorgen 25 kilometer gelopen. Ik mag in het kleine badje blijven oefenen. Rob beweert dat ik over een week of vier de borstcrawl onder de knie kan hebben (leuke woordspeling, want die knie is juist het enige dat niets hoeft te doen), maar ik straal het ongeloof uit! Ik probeer het nog een dik half uur en kijk nog in het grote bad naar de zwemmers, maar zelf hou ik het voorlopig even bij het pierenbad. Nu ben ik zo moe dat ik alles moet verwerken en ik naar huis ga met Vincent. Liefst zou ik morgen weer een uurtje gaan oefenen! Maar in plaats daarvan ga ik morgen enorm uitrusten. In de hangmat liggen. En de Transition lezen, het triatlon-blad.

Comments are closed.