De eerste keer was ‘vals’ Ik hoeft deze week maar 1 keer te lopen op de training op donderdag, maar ik ging vandaag ook al: DINSDAG 27 september. Jawel, jawel, de MAANDAG was een hele dag zonder sport: niks, nada, noppes, niets. Bijkomen van een koppeltraining, die wel directe spierpijn opleverde, maar een dag later nog nauwelijks pijn meer gaf. Dinsdagavond ging ik hardlopen. Met MZ – het nieuwe triatlon maatje. MZ kan al heel goed fietsen en heel hard rennen. Zwemmen nog niet. Volgend jaar gaan wij allebei de halve triatlon doen in Almere. We wonen bij elkaar in de buurt, hebben hetzelfde doel en dezelfde beperkingen: (familie)tijd,voeding en (hoewel om andere redenen) wedstrijd-fobie. En dat zijn de overeenkomsten. De verschillen zijn wellicht groter: MZ is een grote optimist en hij gaat er van uit dat hij volgend jaar de halve haalt. Ik ben een pessimist (met minder zelfvertrouwen) die denkt dat het een hele zware dobber wordt. En zo renden we op ‘uitlooptempo’ langs de Vaart door het donker. MZ mocht het eerste deel volkwebbelen, want ik loop eigenlijk iets te hard. Voor dit moment, voor deze rustweek, voor waar ik nu sta is dit geen uitlooptempo (boven de 10km/uur). Ik ben verbaasd over het gemak waarmee MZ er van uit gaat dat hij met een paar uren trainen per week een halve gaat volbrengen volgend jaar. Waarom hij geen wedstrijden doet: omdat het veel tijd kost en hij zelf ook hard kan trainen. Ik zou graag wat ‘gemak’ en ‘vertrouwen’ van hem overnemen, maar dan moeten we nog maar vaak gaan hardlopen samen! Het is namelijk wel erg gezellig en goed voor mij om het van de andere (optimistische) kant te bezien. We lopen voornamelijk over het asfalt, tot we bij de natuurbrug komen, dan moet ik onverhard. Dit is voor MZ nieuw en ik ga aan het genieten. Door het donker door het bos, hoe top is dat! Dat je de weg nog net ziet… Het brengt mij een dikke grijns en het kan me niet schelen dat mijn tempo verlaagt. Hierover moeten we het nog even eens worden! We lopen naar het Oostvaarderscentrum, wederom (in mijn geval: natuurlijk!) onverhard. Ik begin het wat zat te worden, maar op het smalle pad zet ik het tempo goed door en dan zit ik er eindelijk echt in en ga kwekken. Na een uur zijn we van het ene naar het andere huis gelopen. Bij de koffie aan onze bar kletsen we nog even verder.
De tweede keer: woensdag 28 september: Zwemmen. Na een dag op een congres rij ik gedachteloos naar het zwembad. Wéér het verkeerde zwembad _GRRRR_ maar ik heb nog tijd om door te rijden naar Poort en ben daar net op tijd. De langzame baan in. Met drie andere dames. Ik merk al bij het inzwemmen dat het me moeite kost vandaag. Is het omdat ik al zoveel gewerkt heb? Lichte verkoudheid? Even wennen? Ik heb moeite met adem halen en recht liggen. Zonder achtje ben ik nergens. We gaan 6 keer 100m inzwemmen: 15 seconden rust tussen de 100m in en de ene keer de hele borstcrawl, de andere keer alleen armen. Alleen armen lukt wel, de hele slag lukt maar 50 meter: dan voel ik me een verzuipende baksteen. Daarna gaan we oefeniningen doen: slepen en oksel aantikken lukt me nog wel (antilliaans zwemmen-gevoel), maar schouder/been/schouder aantikken is een motorische RAMP. Bijleggen is een ritmische ademhalingsramp en ik doe het nog fout ook. Dan iets van 300m verdeeld in rugslag, schoolslag en hele borstcrawl. Heel langzaam begin ik in een ritme te komen, maar vandaag blijft het een hele opgave om te zwemmen. Wil ik te hard? Eis ik te veel van mezelf? Zit het werk nog teveel in mijn hoofd? We gaan nog 200 meter de borstcrawl zwemmen. Ik kan de baantjes niet meer tellen, ik ben vermoeid. Niet meer doodmoe, maar algeheel vermoeid. Ik probeer het toch nog een keer met bijleggen bij het uitzwemmen en begrijp het denk ik, hopelijk kijkt de trainer niet. Dan is het tijd. Gek hoor, van een uurtje hardlopen wordt ik minder moe en meer ontspannen, maar dit zwemmen is nog geen repeterende beweging voor mij die me tot rust kan brengen. Voor Dees geldt het omgekeerde.
De derde keer: 29 september: TVA training. Hardlopen. Het regende, dus het was niet druk, dus de snelle en langzame volwassenen waren 1 groep. Ik was in gezelligheidsmode: vandaag kom ik voor de lol. De ultra-langzame. Ik ga lopen te kletsen als ik heb gehoord wie er voor de hele triatlon en marathon (!) gaan. Beide verrassingen. Weer op de baan volgen een aantal loopscholingsoefeningen zoals de skipping en zo. De lucht fascineert me mateloos en is prachtig: het is rood, de lucht lijkt te branden en de zon is al bijna onder. Ik kijk meer omhoog dan naar mijn voeten. En dan is er ook nog een regenboog. Nou ja, een regenboogstreep: de zon is al onder, dus deze is uniek! Mijn nieuwe Iphone maakt hier goede foto’s van. Dan gaan we rennen (ohja, daar kwamen we ook voor!). 6 Rondjes van 300 meter (driekwart baan) en dan 100 meter wandelen. De 300meter op flink tempo. En weg zijn rappe gasten. Ik loop lekker achteraan met een thee-wc-moeder die maar 1 ronde doet en dan naar de WC gaat. De tweede ronde ga ik maar iets sneller dan: iets meer mijn tempootje. Ik voel me wankel en onevenwichtig. Spierpijn in mijn bovenbenen-binnenkant en ik heb het idee te zwalken. Het voelt een beetje labiel gewoon. Maar ik blijf genieten van de prachtige kleuren in de lucht. En dan behoor ik tot de langzaamste 5 mensen op de baan: met 5 min/km. Ja, echt langzaam – NOT Gelukkig kom ik daar niet voor en ik doe de rondjes werktuigelijk. Wandelen doe ik node. Na deze 6 rondjes (ik ben al twee keer gelapt), volgen 3 keer 700 meter op iets langzamer tempo en 100 meter wandelen. Ik kom er in! Ik pak lekker mijn eigen tempo op en neem soms Vincent mee en soms het licht wat om de baan heen aan gaat. Ik hobbel lekker door en haal de andere kwebbelkliek bij en in. De lucht is prachtig donkerblauw geworden. Ik geniet van deze avond. We gaan uitlopen en ik hoor de thee-wc-moeder uit. Het uur is omgevlogen en ik ben lekker sociaal bezig geweest met sporten.
De vierde keer: 30 september: Fietsen dan maar! Ik haalde Manuel op en we gingen een uurtje trappen en bijpraten. Manuel is met zijn marathon-conditie tien keer te snel voor mij, dus moeten we maar trappend kwebbelen. Ik hoeft toch maar cruise-tempo aan te houden. Op naar de sluizen! Het is bewolkt en niet zo warm. ‘t Blijft een rare gewaarwording voor mij, dat ik easy aan het fietsen ben en me inhou voor Manuel. Ik snap nu dat hij zegt dat dat niet erg is en niet lastig of moeilijk, maar rennend ligt het altijd omgekeerd. Bij de sluizen mag Manuel bepalen hoe we terug gaan en hij wil het rondje Oostvaardersplassen wel afmaken. Mijn best: zolang ik maar niet te veel hoeft te bedenken op mijn vrije dag! Waar wij het over hebben? Over (aankomende) triatleten, de werkster, het werk (van anderen) en wat we (niet) eten. Ik heb niet 1 keer moeite met de klikpedalen en fiets zonder moeite de nare Knardijk af. En dan komt de Oostvaardersdijk en de spijt…. het waait best wel eigenlijk. Nu praten we over Manuels vierde marathon (over een week al!) en ondanks dit eindeloos boeiende onderwerp blijft de dijk een lang end. Manuel maakt een mooie foto en we moeten een stukje om omdat ze aan het knutselen zijn op het fietspad. Ik hoefde maar een uurtje te fietsen, maar dat is niet gelukt. We praten over artikelen in de Runners World, ons aankomende huisgenootje en over concertkaartjes. Na 1 uur en drie kwartier zijn we 37 kilometer verder en heb ik buitengewoon heerlijk rond-gecruised.
En dan de vijfde keer: 1 oktober – zwemmen. Ik doe de hele dag rustig aan. Ik heb niet zoveel zin, omdat ik meer zin heb om op de bank te blijven lezen. Maar goed, ik ga toch maar. Eerst zwemt Vincent en ga ik nog even naar de stad. Ik ga inzwemmen en in dit zwembad heb ik de slag eerder te pakken. Omdat dit bekend is? Omdat ik de mensen hier ken? Omdat het hier dieper is? Omdat ik de hele dag rustig aan heb gedaan? Anyway: ik ga beter. Na het inzwemmen gaan we zonder hulpmiddelen 25 benen doen, dan 50 alleen armen en dan 75 de hele slag. Zonder hulpmiddelen! Het gaat me redelijk af zeg. Ik doe het eerste half uur zonder achtje of plankje en dat vind ik al goed van mezelf. En zonder te verzuipen er toevallig ook nog bij! Ik word er wel moe van hoor. Als we even rusten, sta ik te trillen op mijn benen van de inspanning! Daarna volgt iets met de hele borstcrawl en een stuk rugcrawl. Ook hierbij laat ik de hulpmiddelen achterwege. Dat is goed voor mijn zelfvertrouwen. Ik ga wel gruwelijk scheef bij de rugslag! Dan gaan we achter elkaar zwemmen 10 keer 50m. Ik ga niet voorop! Maar ik ben de derde en ik neem mooi mijn achtje mee. En dan moet ik me inhouden!! Dat is zo nieuw voor mij dat ik er van schrik. Het gebeurde net zo opeens als het moment waarop ik kon zwemmen: ik lag recht, ging hard vooruit en ademende nog maar 1 op 4. Ik had de slag, het ritme, het zwemmen ineens te pakken. Zomaar. Opeens. Van het ene op het andere moment. Alle angst is weg. Ik voel me thuis in het water. Ik ben niet bang dat ik geen adem kan halen, want ik haal het keer op keer. Ik neem me voor 1 op 3 ademhaling te gaan oefenen. Het valt niet mee. Soms lukt het een keer, maar meestal kom ik links te veel het water uit en dat kost snelheid. Ik merk het, ik voel het. Overduidelijk. De baantjes krijg ik niet geteld. Ik let alleen op mezelf. Ik probeer op links te ademen, probeer het te combineren. Ik blaas voornamelijk uit. En zo komt het dat het me steeds beter lukt. We gaan nog meer zwemmen, maar ik durf het niet aan om zonder het achtje te proberen. Ik geniet er enorm van dat ik de slag te pakken krijg. Snelheid komt later, ik hou dit vol! Het moeilijkste is altijd het bad uitgaan, want dan voel ik de vermoeidheid. Deze keer is het een tevreden moeheid. Geen uitputting meer! Het ging echt weer een hele stap beter deze les. Samen met GN tel ik uit dat ik wel 1,7 kilometer gezwommen heb. Ik kan dat niet bijhouden: ik ben alleen met zwemmen bezig.
Rustweek – ach, dat is 'maar' 4 (vijf) keer sporten in een week….
Posted under Uncategorized
Comments Off on Rustweek – ach, dat is 'maar' 4 (vijf) keer sporten in een week….
Comments Off on Rustweek – ach, dat is 'maar' 4 (vijf) keer sporten in een week….