Twee jaar geleden: hardlopen en fietsen werd afgewisseld in de natuurmarathon rondom de Oostvaardersplassen. Eerst een flink stuk hardlopen en dan een stukje fietsen. Ik was blij dat ik weer mocht gaan hardlopen, maar dat beviel totaal niet. “Het was RAMPzalig. Mijn spieren deden ERG veel pijn. Fietsen, afkoelen en dan weer gaan hardlopen KEN NIE. Wauw Auw AUW.” schreef ik. KEN NIE: het kan niet, oordeel geveld. Tweederde van de schema’s die ik kreeg bleef volledig oningevuld.
Even terug naar vorig jaar: ik had net een nieuwe baan en kocht van het salaris een heuse racefiets. Tweedehands via Marktplaats. Gedachten aan een triatlon ontbraken, het was gewoon leuk om ook wat te gaan fietsen en Vincent vond het zo fijn. En naast hardlopen en fietsen zou je in een triatlon moeten zwemmen. No way, dat ik ga zwemmen, dus ‘nee’ is het enige wat in mij opkomt als ik aan die rare driedubbele sport denk. Eenderde van het schema bleef oningevuld.
Deze week was een rustweek. Waarin nog altijd veel meer sporturen staan dan 1 of 2 jaar geleden. Het hele schema is ingevuld: hardlopen na fietsen is even gemakkelijk geworden als zwemmen. Maar maandag had ik geen enkele zin om naar de fietstraining te gaan. Het weer was slecht, mijn zin was ver onder nul en ik hoefde niet van mezelf. Had ik toch iemand vergeten in deze: “mama, je gaat wél. Al die keren dat ik van jouw móést zwemmen en hardlopen: nu moet jij fietsen, zin of niet”. De deksel op je neus van je eigen opvoeding. En tegenstribbelen “ik heb echt geen zin deze keer” hielp voor geen meter. Dus ik zat bloedjesjachereinig op de fiets. Bleek de hele groep volwassenen ook nog eens samen te gaan. Vertaald betekent dit: supersnelle 25jarigen voor wie 27km/u een infietstempo is. En ik en AS. Wij bleven achteraan kletsend fietsen en kwamen ook de brug op. Daar moesten we wachten tot de haantjes hadden uitgevochten wie het snelste was. Toen richting Muiden rijden en ik moet bekennen dat het droog was en enorm grappig om die snelle lieden te zien koersen en wedijveren. Ik reed mijn eigen hardst. Realiseerde me dat ik vorig jaar nog geen fiets had, nog geen ambitie en dat ik van al deze mensen hier de aller-allergrootste progressie heb gemaakt. Toen ik dat durfde te bekennen tegen meneer MC (die ik ooit helemaal niet mocht), werd ik getrakteerd op heel veel fietstrainingstips. Na de fietstraining was ik erg blij dat ik “moest” gaan.
Dinsdag weer zwemmen. Ook dat had ik een jaar geleden niet durven dromen. Dat ik daar in baan 2 lag en me na 3 kwartier begon af te vragen hoe lang ik nog ‘moest’ Ik had totaal geen zin meer. Niets. Stoppen is geen optie, maar het uur duurde een hele tijd. Kreeg ik na de training een ENORM compliment van DR dat ik goed zwom en dat de techniek echt goed is. Zij heeft het me geleerd! En ikzelf heb er veel effort in gestoken.
Woensdag had ik geen zin. Geen zin in sporten. Iemand had me erop gewezen dat één sportloze dag in anderhalve maand best wel absurd is. Dus ging ik niet zwemmen vandaag. Omdat ik geen zin had en omdat het rustweek is.
Donderdag was er geen training in verband met dodenherdenking. Dus na 2 minuten stilte en laat eten vertrokken Vincent en ik met zijn tweetjes voor een ‘fartlektraining’. In zo’n training ga je spelen met alles wat je tegenkomt: korte stukjes sprinten (en verliezen van je kind) en op de schommels staan. Glijbanen opklimmen en cirkelen om de boompjes heen. Klimmen op de rotsen en de spin. De trapjes op en af huppen. En met ogen dicht en hand-in-hand de brug over. En daar in de avondzon stond ons een mooie verrassing te wachten: een hele kudde herten. Stilstaan en genieten hoorde ook bij deze training. We gingen door naar de heuvel en genoten van de avondlucht. We vertelden 2 meiden waar de herten stonden en toen gingen wij omhoog rennen. We liepen over het intervallenpad zonder intervallen maar met huppeltjes en toen ging mijn buik in protest. Auw. Mijn darmen bemoeiden zich er ook mee. In plaats van langs de ganzen staken we op mijn verzoek bij het Oostvaarderscentrum weer terug naar het trapje. We zagen nog een hertje en ik moest echt inhouden. Mijn tempo werd bepaald door mijn darmwerking. Heel lastig. Vanuit onze straat rende Vincent alleen naar huis, kon ik er wandelend achteraan met mijn gedachten bij een WC
Vrije beVrijdingsDag Vrijdag. ik had de fietskeuring bij Vanderlinde, de fietsenwinkel in Almere die triatlon op zijn zachtst gezegd hoog in het vaandel hebben staan. Allebei mijn fietsen zouden helemal worden afgesteld. En ik vond het vreselijk spannend en eng. Eerst een vragenlijst. Grappig: ‘wat voor soort fietser ben je?’ was de vraag. Na enig twijfelen kon ik gemakkelijk wegstrepen dat ik geen wedstrijdfietser ben en cyclosportief voel ik me ook niet. Recreatief leek mij het beste. Jaja, met een tijdritfiets, zal die jongen wel gedacht hebben. Toen ik bij de vraag daarna meldde dat ik voor de halve triatlon trainde, heeft hij van recreatief toch maar cyclosportief gemaakt 🙂 Eerst werden mijn spieren goed bekeken, mijn beenlengte, de kracht van mijn armen en rugspieren, de stand van mijn voeten. Er was niets bijzonders. En toen werden mijn klikschoenen afgesteld. En mijn zadel op de goede hoogte gezet, zodat mijn knieën een goede hoek maken. En de afstand tot mijn stuur en de stand van de stuur van mijn racefiets: alles kwam aan bod. Het maakte wel degelijk verschil! Het voelt wat relaxter aan allemaal. Mijn racefiets heeft zijn remmen verkeerd om zitten. Na nog een kopje thee volgde alle aanpassingen ook voor mijn tijdritfiets. Nog veel heftiger, want ik kreeg een nieuw zadel en de zithouding is echt totaal anders. Alles werd opgeschreven en heel erg duidelijk uitgelegd. Die arme jongen (die zelf triatlon eredivisie doet) moest al mijn gekwebbel aanhoren. Het duurde al met al bijna drie uur! Toen ging ik naar Manuel om Vincent op te halen en te lunchen. Daarna gingen Vincent en ik naar Hilversum fietsen. Heerlijk, lekker even voelen of de racefiets anders zit en voelt. In elk geval met klikpedalen! En zonder lekke banden deze keer. We fietsten goed door. Het was bewolkt, maar niet koud. We zouden er anderhalf uur over doen. Zonder de stops op de beug en bij de stoplichten lukt het in 1:31. We lachen onderweg en het is gezellig dit met Vincent te kunnen doen. In Hilversum klets ik lekker met opa en oma en we aten apatatjes. Note to me: Rob volgende keer schone en warme kleren meegeven. Ik ga terug op de fiets. Opmerking 1: nu heb ik wind tegen. Opmerking 2: dat moet sneller kunnen als anderhalf uur. Opmerking 3: dit blijft een training, geen wedstrijd. Opmerking 4: zei die gast vanmorgen niet iets over langzaam wennen…. neeh, vast niet. Ik vind het leuk om elektrische fietsers in te halen. Aan het einde is het best zwaar zo alleen. Met Vincent is relaxter als met mijzelf. Na een uur en 20 minuten ben ik weer thuis. ‘Nu al?’ is mijn deel. Er stond inderdaad dat ik rustig moet wennen aan de nieuwe houdingen. Mislukt. Of is 65 kilometer rustig….
zaterdag: geen zin. Ik bedoel, geen animo om lekker alleen anderhalf uur in zone1 te gaan lopen. Muziekje van Ed op, rondje Beatrixpark om er in te komen. Tempo zone1 ligt lekker. Motivatie is matig. Na het Beatrixpark steek ik de stad door. Op de Esplanade loop ik vast in het bevrijdingsfestival. Daar baal ik van. Onhandig. Verderop pak ik de hobbel weer op. Zin is langs het pad niet te vinden helaas. Ik word ingehaald zelfs! Eenmaal over de brug aan de overkant begint de ellende echt: kale vlakte, betonblokken, zinderigheid in de lucht, snelweg naast je. Geen bal aan. En verderop waar het eerst mooi strand was met uitzicht op de skyline is het fietspad ook afgesloten. Langs de busbaan richting Mc. Ook niks aan. Ik kan maar de wc bij de Mc maar doe dat niet. Ik ga straks bij het zwembad. Ik haal tien km in 65 minuten en dan is de zin echt leeg. Totally op. Wel is het weer mooi, maar ik ben het zat. Suf hobbel ik nog twee kilometer terug naar de auto. Ik ben niet moe of bezweet, maar ik ben d’r gewoon kláár mee. Het was niet eens anderhalf uur.
Een paar uur later sta ik weer bij de laadpaal. Nu voor het zwembad. De jeugd triatlons zijn weer gestart, dus het is erg rustig bij de kinderlevens. Er zijn twee banen leeg. Ik heb een afspraak met ei,and, maar die komt niet. Kans: extra zwemmen! Die pak ik direct. Een half uur onafgebroken zwemmen, heb ik nog nooit gedaan. ik zwem 300m in met mijn achtje. Dan doe ik hem weg. Het eerste idee is elke 300m te wisselen, maar na 300m ga ik zonder achtje verder. Ik zwem een kilometer vol en besluit dan eens te kijken hoelang ik zonder achtje over 1000m doe. Nog 3oom extra dus. Ik zet wat aan. Ik kom uit op zo’n 23 minuten. Vind ik prima! Ik zwem nog iets van 100m uit en dan begint de les. Ik kan -als ik dat wil- na een half uur stoppen. Ik blijf in baan 1. Want daar is het erg rustig. Techniekjes en dan 4x250m op kilometertempo. Ik ga te langzaam! Nou ja zeg, ik had er 20 minuten over moeten doen. We wisselen de kop af. Ik zet aan en de laatste 250m doe ik ruim onder de 5 minuten met achtje. Ik kan het dus wel, maar 100om achter elkaar?! Ik weet het niet hoor. Rug met achtje is ook apart! We doen nog die stomme schoolslag en 2 keer sprinten. Dat vind ik me een partij leuk! Een ander zwemt bij de 200m rustig voorop, mij iets te rustig, maar hé, het is en blijft baan 1. Ik zwem nog uit en -tjonge- dan is het uur om en heb ik anderhalf uur gezwommen opeens. Hoi Zondag doe ik niks. Niets. Geen sport. Geen inspanning. Het is tenslotte een rustweek….. En dan is bijna 9 uur genoeg sport 🙂