Deze week zou het lastig worden. Ik wist al dat ik dinsdag waarschijnlijk niet kon lopen en donderdag ook niet. Dus op maandag 5 februari ging ik naar buiten om te lopen. Het was koel. Ik moest hetzelfde doen als vorige week en ik zag er een beetje tegenop. Zo goed als het vorige week ging met de 8 kilometer versnellen, zou me dat nog een keer lukken?! Na een paar honderd meter bleek het horloge uitgegaan te zijn. Geen best begin. De eerste kilometer ging ook langzaam. Ik wilde graag langzamer beginnen, dus dat was gelukt. Maar het is moeilijk, want je gaat toch twijfelen dat het vorige week zoveel beter ging! De tweede kilometer ook nog opwarmen. En zo ook de derde kilometer. Wel telkens iets sneller, maar in mijn achterhoofd wel: vorige week was het minder koud, had ik een rustdag gehad als excuses. De vierde kilometer net onder 6 minuten. En dan moet je dus iets versnellen. En is het schrikken als de vijfde kilometer in 5:30 gaat. Dat is wel een flinke stap en ik moet nog 3 keer sneller! Dan haal je de 5 kilometer nog niet eens in een half uur. In kilometer 6 verschoof er iets: ik voelde mezelf op bloemen lopen, rook bijna de geur en genoot van de snelheid, mijn stappen, mijn ademhaling, het ritme. Ze noemen het een runners high, maar ik heb dat maar heel zelden. Meestal zit mijn verstand ertussen. 5:17. Gelukkig hield de high nog even aan en kon ik moeiteloos het tempo vasthouden. Kilometer 7 ging wel iets sneller in 5:14. En toen die laatste kilometer. Het liefst wilde ik natuurlijk net onder de 5:01 van vorige week komen… het was hard werken. Geen bloemen meer! De beperking zat in mijn benen. Die konden gewoon niet harder. 4:58 zag ik staan! Vier achtenvijftig! Ik stond te springen in de straat! En toen uitdribbelen. Wat was ik trots op mezelf. Uiteindelijk moesten de tien kilometer vol. Goed begin van de week!
Op dinsdag blijft het steken bij de lunch-wandeling. En dat is prima.
Woensdag 7 februari haalde ik het wel in. Ik moest zwemmen volgens het schema en zou met Manuel rustig gaan lopen ‘s avonds. Als er dan een half uurtje over is op de middag, dan kruip ik snel met de serie de Tacx op. Gaat mijn triple vandaag toch weer mooi compleet zijn! Een half uurtje is snel voorbij. Ik doe er zelfs nog 4 versnellingen in. Daarna door naar het zwembad. Dat gaat een stuk moeizamer! Ik zwem niet lekker, lig voor mijn gevoel te harken.Ik hou niet alles bij. Zeker niet zonder pullboy. Qua zwemmen is het niet de dag vandaag. Het was de dag voor een lekkere bijpraat-run! Dat ging heerlijk! We hebben ‘gewerkt’ en Manuel heeft me ‘een functioneel ontwerp’ maken uitgelegd. Tot ik het zat was! We liepen door het donker, maar samen gaat dat zo voorbij. De spinazie werkte blijkbaar goed. Tot kilometer 8 dan. Toen was het wel een beetje op. Maar ja, het werden er toch tien natuurlijk.
Donderdag 8 februari. De baan haalde ik niet. Zomaar een tweede rustdag in de week! Het moet niet gekker worden zeg.
Vrijdag de negende maakte ik het weer goed: eindelijk een dag keurig aan het schema gehouden. Twee uur op de Tacx. Gelukkig had ik nog genoeg van de serie over. Anders is het na een kwartier al saai! In het laatste uur moest ik 5 keer 30 luttele seconden aanzetten en dat heb ik keurig gedaan. Na anderhalf uur sloeg de verveling wel echt toe. Maar de vijftig kilometer moeten dan toch ook vol… Dus ruim twee uur op de Tacx. Wat een prestatie!
Zaterdag 10 februari: een gokje. Ik wilde de Noorderplassen rond, maar zou ik dat wel halen in de anderhalf uur van Vincents aikido? Hij had zijn telefoon bij zich. En ik zou zien hoe het ging. Ik had ruim ontbeten met magere yoghurt en banaan en cruesli. Het liep lekker. Ik nam de heuvel in het Beatrixpark. Het was lekker weer en ik had lekker muziek bij me. Ik liep van brug naar brug. een hele serie ophaalbruggen lag op me te wachten. In tegenstelling tot vorige week was ik minder aan het aftellen. En de hartslag lag de hele tijd iets te hoog, boven de 154. Dat mag van de trainster: ik hoeft niet perse langzamer als het gewoon goed voelt. Ik kon vandaag ook beter vooruit kijken als vorige week. Rechtop lopen. Ik ging de plassen langs. Lange rechte paden zonder afslag. Ik zag 1 fietser, haalde 1 hardloper in en kwam 1 triatleet tegen met zijn kinderwagen. En… een stuk of 6 koeien op de weg! Als de kinderwagen er langs kan, kan ik dat ook. Niet hardlopend, maar daarna mocht ik weer versnellen. Ik was lekker bezig: rende gewoon door en soms een fotootje. Ik versnelde waar moest en dribbelde dan ook eventjes rustig. 30 Seconden was een eitje. Voorbij de Schateilandbrug begon het te miezeren. Niet zo prettig. En toen telde ik wel even af. Maar ik ging het vast halen. En de tien engelse mijl ook wel. Ik ging nog een viaduct in de versnelling omhoog. En toen begon het een beetje leeg te raken. Het ging wat moeizamer, wat trager en ik zag er naar uit om het te halen. Maar nog een keer versnellen ging ook prima. En dan de andere kant het Beatrixpark weer uit. Toen wilde ik de laatste witte brug langs het Weerwater ook meepakken. Even appen naar Vincent en de 17 kilometer volmaken. Ik ga de halve marathon dus wel halen over 3 weken. Maar of dat met de Ardenner heuvels en de kou daar binnen 2 uur lukt, daar heb ik nog een hard hoofd in. Ik liep in 1 uur en 46 minuten 17,5 kilometer. ‘s Middags weer zwemmen. Oei, ik had geen zin. Snel gekozen voor de rustigste baan: baan 1 dan maar. Ik ging kijken of ik 400meter kan zwemmen zonder pullboy. Dat lukte me in 8:42. Les was al geslaagd! Ik zwom de 200m hele slag en de 200m armen voorop. 200m vond ik een kwelling, maar ik heb het gedaan. We deden techniek en moesten zelf kiezen en dan overlegt een paar mensen beter dan 7 of 8. Zo haalden we baan 2 én baan 3 zelfs in! We moesten ook 10 keer 25 en elke baan ietsje sneller. Uiteindelijk kon ik maar 200m uitzwemmen met pullboy. Daar won ik 20 seconden op. Dus met pullboy. Ik ademde vandaag 1 op 2. Maar met 1 brilleglas in het water, zodat ik de andere zwemmers in de gaten kan houden. haha. Het viel reuze mee.
Op zondag 11 februari deed ik mee aan een zwemtest. Totaal niks voor mij. Ik kan me met niemand meten! Ik moet me dan ook met mezelf meten en over 6-8 weken kijken ze of ik sneller geworden ben. Gelukkig deed er nog iemand uit ‘mijn’ baan mee. Ik vond het niet echt leuk. Ik zwom veel in en was blij met achtje te mogen zwemmen. 400 Meter vind ik wel oké. Dan kom ik er in na een meter of 100 en diesel ik kei-hard verder. Slag na slag na slag. Ik haalde het binnen 8 minuten. Het andere meisje deed er langer over. Toen even uitrusten en mijn horloge resetten, die had niet goed meegeteld verdorie. Even uitzwemmen en toen moesten we de 200m doen. Ik deed er net iets minder dan 4 minuten over. Toch is het niks voor mij. Al die super-supersnelle heren die tegelijk de 50 meter willen starten om te kijken wie het snelste is, bleh. ik kan geen keerpunten. Ik zwem pas net. De 50m ging ik niet meer zo snel. Ik was het minst snel van iedereen. Sprinten zit niet in mijn systeem. Ik ging nog lekker even uitzwemmen: heerlijk rustig!
Weer thuis, stapte ik op de Tacx voor een uurtje krachtblokjes. 15 minuten infietsen en dan voor twee minuten door naar de hoogtste versnelling en hard trappen. Dat is de eerste keren nog wel te doen. Ik keek de serie op de iPad, maar die was wat donker en soms zag ik alleen de ondertiteling! Buiten begon het heel hard te hagelen. Dan is de Tacx opeens best prettig! Ik moest 8 krachtblokjes doen. Ik had het warm en vond het veel. Het idee ook nog een stukje te lopen, liet ik achterwege. Mijn beentjes werden erg moe van mij. In combinatie met het weer vond ik het niet zo’n goed idee meer. Ik ben flink afgevallen de afgelopen week en vandaag hou ik me niet in. Ik nam dan ook acht winegums bij het fietsen: na elk blokje had ik drie minuten rust om hem weg te sabbelen. Na een dik uur was ik klaar met serie, klaar met fietsen en klaar voor de douche. Deze week 19 bruggen overgerend, 3 uur en drie kwartier serie gekeken, 6,5 kilometer bij elkaar gezwommen, meer dan een kilo afgevallen en en tien uur en een kwartier gesport. Daar kijk ik tevreden op terug.
Week 6: schuiven zodat er maar liefst twee rustdagen ontstaan
Posted under Uncategorized
Comments Off on Week 6: schuiven zodat er maar liefst twee rustdagen ontstaan
Comments Off on Week 6: schuiven zodat er maar liefst twee rustdagen ontstaan