Elke week maakt GR een schema voor mij. Ze zet dat digitaal in het programma Training Peaks. De wedstrijden staan er in, de vorm van de training (fietsen, rennen of zwemmen) en als er speciale opdracht zijn, staan die er ook bij. Heuveltraining of TVA-training bijvoorbeeld.
Deze week staan er tien uur in. En op zondag de TriHartLon. Een achtste triatlon voor het goede doel (de Hartstichting) en voor mij: voor de fun! Het is dus best een beetje aanpoten deze week.
Op maandag 4 juni staat de fietstraining van de club. Ik ga maar weer. Deze keer ben ik niet de enige vrouw, maar wel de langzaamste. Dat zie ik meteen. De rest fietst altijd in een peloton, maar ik durf dat niet zo. Ik heb dus nooit wind-mee of het groepsvoordeel. Dat betaalt zich in de wedstrijd uit, want dan ben ik gewend, maar in de training is het niet zo motiverend. Bij de versnelling leg ik het trainer J uit, zolang ik rustig ga en nog kan praten tenminste. Ik ga volgens opdracht echt steeds sneller tot voor mij topsnelheid! Dan gaan we bochten rijden op de parkeerplaats waar een Ferrari staat. DR helpt mij en fietst bij me om aan te geven hoe ik een bocht moet insturen. Ik ben haar dankbaar. Ik vind het lastig en eng om niet te remmen. Maar ik krijg door dat ik kan hangen op de fiets! Wegens de drukte gaan we elders verder trainen. DR vertelt van haar vakantie. We gaan vierkantjes fietsen met in het midden een lange zijde waar we tegen elkaar moeten sprinten. Kansloos. Ik kan, wil en hoeft niet te winnen. Als ik zonder remmen vier bochten doorga, ben ik blijer. Ik trap wel hard hoor, maar sprint me niet onnodig stuk. De laatste van de vier keer, ga ik perfect alle bochten door! Ik kijk ver vooruit de bocht in en niet meer dichtbij. Dat is dikke winst!! Training geslaagd en sorry RS, dat ik nauwelijks tegen je sprintte, ligt aan mij, niet aan jouw. Pak je gemakkelijke winst. Iedereen wist van tevoren dat MC zou winnen. Mijn nog nooit gehaalde wedstrijdtempo is zijn trainingstempo. Duhh. Ik vind het niet erg, maar ook niet leuk. We gaan nog naar het industrieterrein voor een ander rondje vier keer met elke keer een zijde meer op tempo. Ik doe op mijn tempo. Dat gaat prima, tot ik bijna door een auto word geschept. Dan is de angst voor kwetsbaarheid snel weer terug. Ik ga mijn eigen hard. Alleen. En fiets ook een ronde uit. Als ik terugkom, gaan we meteen verder. Begrijp me niet verkeerd: liever dat dan uitklinken, maar het toont zó dat iedereen op míj moet wachten en het lijkt alsof ik mijn best niet gedaan heb om de rust te verdienen. We fietsen “rustig” terug. Ik vraag me af of ik dit de hele zomer volhou met dez gecombineerde groep. Het tast mijn zelfvertrouwen meer aan dan dat het mijn wedstrijdtempo goed doet. Al wéét ik dat dat laatste gebeurt! Ik haal de tijd op het schema niet, want wij rijden met de auto naar huis. De andere kinderen hebben geen Cito-toetsen of wonen dichtbij genoeg; Vincent moet naar bed. De training is geel: wel gedaan, maar niet genoeg. Dat helpt ook niet. En voor deze week zal het voor elke training voelen alsof het geel is.
dinsdag is Rob laat thuis. Er staat zwemmen op het schema. Maar dat lukt dus niet. Niks erg. Ik ga wel met de buurvrouw hardlopen. We bouwen langzaam op. De training is rood: zwemmen niet gedaan. De looptraining is grijs.
woensdag 6 juni. Zwemmen staat er op het schema. En 5 kwartier hardlopen. Die laatste wordt het voorlopig niet. Schoenen halen en huishouden eisen voorrang. We gaan wel buiten zwemmen. In het Henschotermeer. Mijn droom verwezenlijken: een rondje om het eiland. Mijn helpers zijn Vincent en mijn collega L. Het water is warm. Zonder wetsuit dus. L heeft nog nooit meer dan schoolslag gezwommen. Op en neer is 100m. Als we dat weten, laat ik L en Vincent achter voor hun zwemcursus en ga ik het rondje zwemmen. Navigeren met beslaande bril is lastig, maar genieten is gemakkelijk! Het is gaaf om het warm te hebben, onder de brug door te gaan en niet bang te hoeven zijn dat je verdrinkt. Het stukje dam is het lastigst- te ondiep om te zwemmen. Een klein half uur over een kilometer. Niet geweldig qua tijd, maar qua genieten veel te kort. Ik kan het gewoon! Ik kan buiten zwemmen in borstcrawl voor een kilometer achter elkaar! Yes. Dan eten we een klef broodje en daarna ga ik met Vincent 500m zwemmen. Hij zwemt mij er uit. Moet steeds omkijken en wachten. Gossie, maar we kunnen het wel ? Daarna ga ik L de borstcrawl bijbrengen. Even de benen, dan met achtte de armen. Zolang haar hoofd boven blijft, is het te doen. Overhalen leer ik haar met slepen. Ademhalen is een verhaal apart. Het lijkt wel vakantie zo op het strand in de zon. Ik maak 2000m vol. Eindelijk een groene training deze week! En nog wel 1 met een gouden randje ook.
Maar dan hardlopen. 5 kwartier: het zit niet meer in de avond en niet meer in mij. Ik heb wel nieuwe schoenen, Asics. Met een omweg van dag heb ik ze vanmiddag opgehaald. Ze moeten worden geprobeerd. Vincent ligt in bed en ik ga het kleine rondje lassen maken van 6 kilometer. Even genieten. Even mijn eigen tempo. En dat valt mee! Ik ga elke keer iets sneller. Zonder al teveel moeite. Met veel zweet en een rood hoofd, dat wel. En bakken vliegjes. Dat heb je bij zonsondergang. Het is wel heel mooi hier. Het verbaast me niet meer, maar verwondert me toch steeds weer. En dan kom ik in kilometer vijf Rob op zijn racefiets tegen! Ik praat nog wel, maar in korte zinnen. Dat ik 5:10 wil halen deze km. Even doorbeuken en -voila- vijf nul één. Tsjakka. Nadeel; 5 kwartier is ver te zoeken haha. 3 kwartier haal ik al niet, hoe kalm ik ook uitloop. Weer een rode training dus, maar de schoenen zijn dik goedgekeurd. Die kunnen sneller dan ik.
donderdag 7 juni. Weer haasten voor de training in de hitte? Op de saaie baan? Vol snelle mensen? Ik pas vandaag. Ik wil rustig en goed eten, rummikub spelen en dan ga ik straks wel. Zelf. Alleen. Mooi. Ik raad mijn collega aan niet elke dag te lopen nu hij eenmaal de 5 kilometer haalt. Zelf ga ik wel weer lopen. Hm. ? een uur. 10 kilometer? Ik ga vlak lopen. En genieten. Niet van de hitte of d vliegjes, maar van de zon, de plassen, ‘mijn’ mooie achtertuin, de kikkers, de stilte -op die kikkers na dan! Ik voel overal pijntjes. Kleine pijntjes, maar toch… ik loop heen en weer. Één lijn. Saai qua routetekening, mooi qua omgeving. Ik moet nog even op en neer naar het station lopen om 10 vol te maken en ik doe er precies een uur over. Hoera, weer een groene training! Maar deze voelt iets minder groen, want ik heb niet netjes de baan-intervallen gedaan en het is misschien wat veel lopen zo. Morgen ga ik immers weer (twee keer).
vrijdag 8 juni. Fietsen staat er. Twee keer. Een duurroute van 2 uur en intervallen van een uur. Het regent. Min of meer gelukkig. Want ik ga hardlopen met Joyce. We brengen de kinderen naar de Kemphaan voor een excursie en wij gaan trailen. Ik had geen rekening gehouden met regen. Er is niks ergs aan, maar een regenjasje heb ik niet. We gaan het gras over, het bos door, zwerven door het groen. Joyce kletst. Het tempo is matig. De ondergrond rechtvaardigt het. Die zorgt ook dat mijn pijntjes verdwijnen. We rijgen de kilometers aaneen. Na een stuk of zes stoppen we voor wat drinken bij het parkje bij Almere Overgooi met de bruggen. We “klagen” over onze sportverslaving. Dan door naar de Almeerse Alp. Lekker. Bergop jassen. Fijn. Boven wacht ons een verrassend ontvangstcomité, al hadden de uitwerpselen op het pad al veel verraden. Heel veel schaapjes. Onderweg omlaag jagen we ze op, ook al gaan we niet snel. Dan door het bos terug. Het begint nu echt te regenen. Ik vind het beter dan de zon. We moeten nog een adempauze inlassen en lopen door het bos terug de Kemphaan op. We maken in blokjes de 14 kilometer vol. Een stuk sneller dan vorige week. Een stuk gemakkelijker dan vorige week. En druipnat. Een grijze training. Vandaag had ik moeten fietsen. Niet lopen.
dat fietsen ga ik ‘s avonds dan maar doen. Met Vincent. Want tja, dat staat op het schema. Twee uur lijkt wat lang, maar de avonden zijn ook lang gelukkig. En dat schema…. ik vind anderhalf uur ook oké. Het is min of meer droog. In het begin heb ik het koud. Het Kotterbos door proberen we een groep in te halen. Dat lukt als wij gaan stayeren en samen de tweede vijf kilometer op tempo gaan rijden. Lekker! Tijdens 5 kilometer rustig leg ik het Vincent uit. Hij gaat in mijn wiel rijden tot ik onder de dertig kom en dan moet hij even. We gaan het proberen en we gaan over de weg. Het gaat hartstikke lekker. We gaan 5km lang meer dan 30 km per uur. Dan 5km rustig aan de sluizen bij de Knardijk over met een plaspauze. We gaan onder de A6 door en dan liggen er balen hooi. Slalommen! Dan halen we de groep nog een keer in, want zij hebben een lekke band en namen het fietspad. Dan weer 5km hard. Rechte weg, wind mee, ik doe veel kopwerk en de laatste km is van Vincent. Hard! Dan weer kalmpjes aan. We gaan de brug over want Vincent verkiest de Trekweg. De Trekweg is te kort voor ons tempo, we gaan weer de A6 over en de heuvel en bochten kosten energie en tijd. Net geen 30 dan. We fietsen kalmer en dan moeten we het verre fietspad nemen. Ik ga mijn tijd halen! En we gaan door voor veel kilometers. Op de Evenaar gaan we door op langzaam tempo voor veertig kilometer in 1 uur 40: yes groen! Ook al was het een eigen invulling.
Dan gaan we nog een keer hardlopen er achteraan koppelen met de buurvrouw. Evy- intervallen. Vincent kletst en we wisselen rennen en wandelen af. Tot het decemberpad en terug. Drie minuten hardlopen en wandelen wisselen. Lukt bijna prima. De buurvrouw kletst het laatste stukje. Dit is een grijze training. Die hoort niet, staat nergens gemeld maar heb ik toch gedaan! Sorry trainster, dat ligt aan mij ?♀️
Zaterdag 9 juni. Zwemmen en loslopen staat er op het programma. En laat ik me er vandaag nu eens aan houden (ook al loop ik voor de vierde dag achtereen, niks aan mijn collega vertellen ?) zwemmen doe ik van vijf tot zes. In baan 2. Lekker met zijn vieren. Het sprinten is mijn ding niet en onder water zwemmen ook niet. Ik ben “langer” gaan zwemmen, neem meer tijd voor mijn slag, meer ruimte in de lengte. Daar wordt het duurzwemmen beter van. Ik zwem van het uur in het bad maar 45 minuten daadwerkelijk en dat is een gele training. Ik vind van niet en corrigeer naar 58minuten, want daar zitten benen bij en korte pauzes.
Ik ga ook nog lopen. Het tempo is lekker niks, maar ik bedenk me waarom ik de triHARTlon ga doen en niet de almere City run. Niet alleen omdat triatlon tegenwoordig meer mijn ding is dan hardlopen, maar omdat ik intussen als geen ander mijn hartspecialist waardeer. Geen wedstrijd, geen verliezers, met elkaar; ik heb er zowaar zin in! Op naar de triHARTlon.
Ik heb niet genoeg gedaan van het schema. En nog vreselijk slordig ook. Gewisseld, te weinig gefietst, gedaan in plaats van getraind… Tijd om te bedenken dat 9uur sport in een week, op welk tempo en met welke intensiteit dan ook, toch maar een kadootje is! Er zijn veel meer mensen die dat niet kunnen, dan triatleten voor wie dat een makkie is.