Vrijdag 3 augustus. Het wordt een warme dag. Droog. Klein beetje wind uit het noorden. En Vincent en ik gaan naar Veldhoven fietsen. We willen zo vroeg mogelijk vertrekken en zijn al om 6 uur opgestaan. De fietsen zijn klaar: een ander voorwiel voor Vincent, geen klikpedalen voor Anke. De route is bepaald en het rugzakje ingepakt. Uiteindelijk moeten we de fietsroutenummertjes nog improvisatorisch vastmaken met elastieken en is het kwart over 7 als we vertrekken. Het eerste stuk kennen we en doen we uit ons hoofd.
Het is nog stil op straat en we fietsen soepeltjes en kalm aan naar de Trekweg, richting de Vaart. Langs de Vaart volgen een paar strubbelingen omdat we het oneens zijn over hoe we 170 door 5 moeten delen. We komen er uit en fietsen door naar de Shell en langs de Almeerse Alp en de naturistencamping. Overal is het nog rustig, maar het is dan ook nog maar pas 8 uur. We steken de Stichtse Brug over en maken een paar foto’s. Op weg naar beneden doen we wie het langste kan blijven fietsen zonder trappen. Anke wint, maar net! Dan gaan we een nieuw pad op langs de snelweg om de Wakkerendijk bij Eemnes te vermijden. We komen niemand tegen. In Eemnes steken we door de stad, maar dat is nog altijd leuker dan de lange dijk. Nu hebben we tot de A1 nog maar een kort stukje recht fietspad voor de boeg.
Na de A1 slingeren we het de rotonde over en Vincent en een mevrouw in een auto remmen allebei net op tijd. Langs Groeneveld en door Baarn. Vincent wijst me op een bedrijf met een stomme naam. Ik rij hier elke dag en zal nu elke keer dat bedrijf zien! Even verder is een huis waarbij Vincent de bewoners caravanverslaafde noemt. Daar kom ik ook nooit meer vanaf! We fietsen langs Paleis Soestdijk. Onderweg nemen we vaak een slok drinken. Het is nog niet te warm. We halen wel gewone fietsers in, maar soms komt er een andere racefietser ons voorbij. Dan langs Soest af en door het bos. Weet je, het is daar zelfs een beetje koud in de schaduw! We draaien richting Den Dolder en dan is de McDonalds nog 7 kilometer verwijderd. Die duren best een beetje lang. Ondertussen zoeken we een huis met zwembad uit, zwaaien naar Soesterberg en hebben alle stoplichten mee. Om half tien komen we bij de McDonalds aan. De eerste stop en het gaat voorspoedig! Vincent neemt frietjes, ik eet cruesli bij de McDonalds. Een aardige mevrouw denkt dat wij gezellig samen aan het fietsen zijn, maar dat slaat om in ongeloof als we zeggen dat we naar Eindhoven onderweg zijn zonder een nachtje slapen. Om tien uur vervolgen we onze reis met ijsblokjes in de bidon en de fietsroutenummers in de aanslag.
We gaan een nieuw stuk route doen. Vincent houdt zijn fietscomputertje bij de hand en weet zo de fietsnummertjes razend eenvoudig en snel te vinden. Dat zal de rest van de dag veel zoeken en onzekerheid schelen. We komen maar een heel klein stukje onverhard pad tegen. We rijden onder een mooie poort door bij Rhijnauwen en slingeren langs Utrecht af. In de verte zie ik Houten liggen. We gaan richting Werkendam en daar zullen we de bekende route weer oppakken. We beginnen aan een spelletje: “Ik ga op de fiets en ik neem mee….” en dan maar aanvullen. Werkendam gaat aan ons voorbij. De kilometers vliegen ook voorbij. En tijdens het spelletje gaat het tempo ongemerkt ook omhoog. Een helm, fietshandschoenen, klikpedalen, een bidon… We nemen vanalles mee en proberen het in groepjes van 3 te onthouden. We komen maar tot 12 dingen omdat we ondertussen ook op de fietsroutenummers moeten letten en op het overig verkeer. De zon wordt intussen feller. We gaan het volgende spelletje doen: een woordslang. Dan gaan de kilometers en het tempo helemaal ongemerkt omhoog! We bedenken het ene dier na het andere! Over het kanaal, een fietsgroepje inhalend, langs de polderweg: wij zitten in de beestenbende en hebben de grootste lol. Als Vincent een dier met de S moet verzinnen is er geen schaap te bekennen. Wel een pontje! We wachten en nemen de drukke pont. Even een rustmomentje om te laten weten aan het thuisfront dat we goed gaan.
Door Beusichem heen, verder richting de A15. We laten de dieren voor wat ze zijn. Hier zijn we al vaker verdwaald, maar deze keer helpt het fietscomputertje en zie ik ook geen bordje over het hoofd. We komen op stukjes die ik inderdaad nog nooit heb gezien. De A15 over en we zien geen goederentrein helaas. Het gaat nog steeds van een leien dakje. We zijn op weg naar de volgende McDonalds. We roddelen wat en stellen de bestelling alvast samen. We zijn al over de helft! Of we nu 170 of 160 kilometer gaan fietsen. Het wordt nu wel warmer. Rond 12 uur zijn we bij de McDonalds. Voor frietjes en Fristi. En om handen te wassen, even uit te rusten en water bij te tanken. We gaan hartstikke goed.
Na een half uurtje kunnen we verder: de grote brug over. Ik maak lekker veel foto’s en we komen zonder lekke band weer beneden. We rijden lekker langs Zaltbommel en ik zing van de Torenspits van Bi-Ba-Bommel. Met het fietscomputertje verdwalen we deze keer niet, al doe ik de rotonde 4 kwart rond. We rijden langs de tekeningen van Fiep Westendorp en ik vertel over mijn tijd bij scouting, waar Vincent nog nooit van heeft gehoord. De wegen zijn wat saai en naar Den Bosch is elke keer verder dan we denken. Het wordt nu ook steeds warmer en zonniger en benauwder. Voor het eerst drink ik beter dan Vincent. We steken de Maas over en ik bespeur vermoeidheid. Ik stel Vincent voor om goed na te denken of opa hem moet komen halen. Dat doet hij als we langs de leger-opslag rijden en door het natuurgebiedje. Maar hij gaat door. Hij wil iets rustiger gaan fietsen, maar het wel afmaken. We slingeren door Den Bosch en dat is altijd onrustig en lastig als je moe bent. We komen op de Parade bij de Sint Jan en daar is weer festival: theaterfestival. We ploffen neer en Vincent knapt op van 2 Friti’s. Het is twee uur en we hoeven “nog maar” 45 kilometer. Dat gaan we redden vanmiddag!
We fietsen snel over het zonnige fietspad door de natuur naar de snelwegen toe. Ik maak foto’s met de Sint Jan op de achtergrond. We weten dat er nog onverharde paden aankomen. Maar nu gaan we eerst het spelletje wie-heb-ik-in-mijn-hoofd doen. Dat doodt de tijd en de kilometers. Ongemerkt gaan we St-Michielsgestel voorbij en dan houdt de Garmin Edge het voor gezien. Net als voorgaande keren. We draaien de bospaadjes op. Dat is te doen, maar meer ook niet. Het is droog en extra zwaar. We gaan over de Dommel en dan volgt nog een stukje onverhard pad. Daarna is het voorbij. Vincent heeft liever een ijsje in Liempde bij de supermarkt waar we elk jaar gestopt zijn dan de McDonalds in Best. Gek genoeg lopen de kilometers nu harder af dan op! Nog maar 25. Dat is bijna niks meer. Ik haal drinken in de supermarkt en we vervangen water voor AAdrink. In de snackbar tegenover de supermarkt verkopen ze een extra grote losse Raket. We slingeren de kermis langs en dan gaan we doorfietsen tot opa en oma. Ik schat er nog anderhalf uur over te doen en om 5 uur aan te komen.
We komen langs het punt waar we de eerste keer gestrand waren en rijden dan Best door. Vincents route wijst ons de weg, want aan de ene kant van Best ligt punt 70 en punt 12 ligt 100 bochten verder aan de andere kant van de stad. Ik keur Best af en vind het niet “best”. Dan het fietspad op richting Eindhoven met de kringeltjes in plaats van streepjes. Dat vindt Vincent dan weer niet best. Langs het kanaal en over het kanaal. Er vliegt een vliegtuig laag over. Vorig jaar regende het hier, maar dit jaar zal ons dat niet gebeuren. We fietsen langs het vliegveld en dan zijn we in Eindhoven. Waarom we vorig jaar (nat en moe) aan het einde nog de mist in gingen is duidelijk: er volgt nog een stukje onverhard pad. Deze keer nemen we het gewoon en dan komen we in Meerhoven en bij de McDonalds van Veldhoven aan. Ik wil een rondje over de grote fietsbrug en merk dan pas dat we alleen maar wind mee hebben gehad. We volgen de route trouw en moeten alleen in Zeelst nog omfietsen voor de kermis die daar in de weg staat. Ik ken de weg. En dan fietsen we langs de speeltuin zo de wijk in.
158 kilometer. Het is tien voor 5. We zijn 9 uur en 40 minuten onderweg geweest. We hebben 7 uur en 9 minuten gefietst. Gemiddeld 22 kilometer per uur. Dat is allemaal heel, heel erg netjes en knap. Fijn dat de fietsen zich zo goed gehouden hebben! Fijn dat wij ons zo goed gedragen hebben! En vooral heel knap voor de kleine beentjes.
Ik drink wat AAdrink en wil gaan hardlopen. Natuurlijk. Het is wel warm, maar dit kan ik! Wat zeg ik: het is bloedheet hier in het zuiden met 34 graden. Ik ga toch. Het gaat goed. Heel goed. Niet opjutten. Dat betekent dat ik 5:20 loop. Stop bij de stoplichten en daarna nog harder loop. Bijna moeiteloos. Weer stoplichten en dan nog een stuk park. Ik ga gewoon door. Het is zo raar: wanneer houdt dit op? Waar ligt mijn grens dan? Ik keer om in het park en ik moet naar de WC. Voor de kleine boodschap. Bij het stoplicht wacht ik weer even. En dan ga ik onverhard lopen in de schaduw. Het lijkt niet op te houden, maar in kilometer 4 word ik ook moe en valt de tijd “terug” naar 5:36. Dan is er iemand die meent op te moeten merken vanaf zijn fiets dat het geen weer is voor sportinspanning. Wat een …. Weet hij veel!! Maar ik krijg het wel zwaarder. Die 5 kilometer gaan er komen, maar ik loop nu in de felle zon richting de kerk. Dat wil ik graag. Ik ga echt rustiger. Ik maak vijf kilometer vol binnen 28 minuten. En dan ben ik ook moe.
Tijd voor friet!