browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

week 32

Posted by on 12 August 2018

Maandag 6 augustus
We fietsen naar de training toe. Lekker kalm aan over het spoorbaanpad. Vincent gaat natuurlijk ook mee! Het is lekker zonnig. We zijn met een klein groepje volwassenen. 7 Mensen, 6 snelleren dan ik. We gaan infietsen met 30 kilometer per uur. Godzijdank ben ik in vorm! Ik klets met SJ en fiets voorop. We gaan een lange tocht maken. Op dit tempo?! Ach wat, ik ga mee en het gaat me goed. Tot de brug trek ik het voorop, daarna ga ik er lekker achter hangen. Veel gemakkelijker. En die lieve vader van DR en RP houden me in de gaten. Hé, ik red me wel hoor! Ik ben een kei in bijhalen. We gaan door Muiderberg over de koppelstones en ik klets met de vader. We zijn al snel bij het kasteel van Muiden. En dan terug richting de brug. We gaan over de A1 naar het Naardermeer! Ik fiets nog wel achteraan, maar nu geniet ik enorm. Ik vertraag om ervan te genieten dat ik hier fiets. Mijn telefoon wil het molentje helaas niet vastleggen. Er is nog iemand die het tempo even niet bijhoudt. Op de weg terug over de brug maak ik wel een foto. Ze moeten even op me wachten. Jammer dan voor hun! We fietsen terug en ik fiets met DR vooraan. Even bijkletsen! Toch ligt het tempo voor mij wat hoog dan. Als we de brug weer op gaan, laat ik ze gaan. Ik kom er straks wel bij of niet, en dan fiets ik zelf wel terug. We moeten over dat vreselijke stuk spoorbaanpad. T raadt me aan een veel kleiner verzet te kiezen. Dat voelt wel beter inderdaad, maar ook raar. Ik heb meteen honderd vragen: wennen de spieren daaraan? Waarom kom je dan gemakkelijker de bocht door? Is het net als met hartslagzones: hoe lager, hoe sneller je in het hoge kan? Ik hou mijn vragen voor me. We moeten ook nog naar huis fietsen en gelukkig gaat dat wat langzamer!
Dinsdag 7 augustus
Buiten zwemmen. Ik wil graag nog 1 keer het rondje eiland doen. W gaat mee. We zwemmen ongeveer gelijk, maar hij is eerder moe. Ik doe mijn wetsuit toch nog aan, ondanks dat het nog steeds tropisch is. Ik kan geen rondje zwemmen zonder, dat red ik niet. Het wetsuit geeft me iets meer drijfvermogen. Ik ga lekker. Kalm aan, mijn eigen tempo. W wacht straks wel. Wel veel planten al! Het is druk op het water. Ik ga lekker naar de boeien, maar wijk iets teveel af naar rechts om er omheen te gaan. Dan naar het eiland toe. Dat lukt me altijd nog wel. Ik zwem bijna tegen de groene boei op, oei. De zon is niet meer zo fel, dus ik hou redelijk richting en redelijk W bij. Achter langs het eiland is niet mijn ding. Er zijn veel planten, het water is vies, warm bij momenten, navigeren ligt me niet hier. Drukke kinderen in een bootje. Bij het bruggetje wacht W op mij. Daarna pak ik het altijd weer op. Zou dat ook een soort geheugen zijn? Ik ga kalmer zwemmen, hou W bij tot voorbij de bocht en navigeer op de vuurtoren. In de bocht moet ik controleren waar mijn spullen zijn in de boei en daardoor raak ik achter. Ik ga gewoon mijn eigen tempo verder. Dit stuk ligt me wel! Voor de grote oversteek jakkeren er nog twee boten voorbij. W wacht op me. Hij gaat nog een eindje om, want hij moet voor de hele trainen. Ik ga terug. In de verte zie ik een oranje boei. Ik denk dat het BIJ is met mijn boei en zwem erheen, maar afstanden zijn op het water nog moeilijker in te schatten. De boei is er al en vervuil het water lekker nog meer. De boei blijkt van de mannen te zijn. Zij zijn een half uurtje later vertrokken. Ik kleed me om en wacht nog tot ik zeker weet dat W er ook is. De rondhangende rokende jeugd vind het maar een wereldprestatie om om het hele eiland heen te zwemmen. Ik vind het genieten. 3000m op het tellertje. (maar met een stukje strandwandelen, want toen schoot ie weer aan)
Woensdag 8 augustus
Twee keer een uur. Eerst een uur duurloop en dan ‘s avonds een uur intervallen. Na enig dubben en niemand die mee gaat, ga ik alleen. misschien combineer ik de trainingen wel. Het is afgekoeld gelukkig, maar ik heb geen zin om drinken mee te nemen. Ik zet de bidon bij de deur en ga 2 of 3 keer het rondje van 7 kilometer doen. Eerst rustig, dan intervallen, dan misschien nog een keer rustig. Rustig en gestaag is bij mij 5:40/5:45. Heerlijk afgemeten tempo. Ik ken de weg, mijn spieren kennen de weg en daar houden we van. Alles wat ik nu doe, moet ik straks ook doen in de volgende ronde of rondes. Als snel merk ik dat het best 3 rondes kunnen worden. Vincent doet zijn eigen koppeltraining. Heldje! Langs de plassen onverhard, 5 kilometer alweer. Ik vind drie keer zeven heel prettig. Jammer dat ik niet het weerwater rond kan, dan hoeft ik daar straks ook niet meer op te letten. Brug over en het tempo is strak. Ik heb wel dorst nu. Na enig telwerk weet ik dat ik nog een ronde de duurloop aan het afmaken ben en aan het inlopen ben. Ik doe een blokje extra en ren dan het huis in naar het kleine kamertje. Enige minuten later kom ik lichter weer naar buiten, drink de halve bidon leeg en ga door. Nog een rondje. Het gaat nu iets sneller, maar ik zie op tegen de intervallen. Raar idee, dat ik 21 kilometer ga lopen in ongeveer 2 uur. Ik heb over de eerste ronde precies 40 minuten gedaan. Het tempo gaat iets omhoog en het regent ook even. Heerlijk. Brug over, lange rechte fietspad. De overgang van de afdaling naar vlak lopen vind ik het lastigst! Dezelfde mensen weer die wandelen. Ik moet tot het centrum zeker! Ik besluit tot de 11 kilometer te gaan en dat als eerste uur duurloop aan te merken. Ik zet dan het horloge uit, neem een foto en start de intervallen training op. De eerste 20 minuten zijn inlopen. Of: de ronde afmaken. Maar dan met een horloge wat de hartslag te hoog vindt. Ik krijg zelfs trek nu, maar het tempo blijft er lekker in. Ik tel me suf hoe lang ik nu over de tweede ronde doe. En dan telt het nog af ook! Ik haal het in elk geval ook weer binnen de 40 minuten. Gel naar binnen, bidon leegslurpen, Vincent gedag roepen en weten dat het zwaarste deel nog komen gaat. Nog net in het park en over de witte brug zit de eerste versnelling van 90 seconden. Ik ga flink harder, grotere passen. Dat kan dus nog. Ik tel elke keer de interval af. Dat maakt het draaglijker. Brug op is best lastig, maar ik doe het toch wel. Dan 3 keer 60 seconden versnellen. Het centrum weer voorbij. Ik merk aan alles dat ik moe word. Mijn spieren trekken zelfs een beetje. 3 keer 30 seconden zijn snel voorbij en 3 keer 15 seconden is echt een makkie: die knal ik eruit, ook al is het onverhard. Ik permitteer me 15 seconden wandelen om bij te komen. Dan begint het gereken weer: haal ik het in 2:03 (mijn standaard halve marathon tijd) of niet? Ik tel en reken. Nu moet ik twee trainingen optellen. En dan bij de brug word ik ingehaald op de fiets door mijn schatje! Ik ben niet meer heel spraakzaam, het is nog 2 kilometer overleven. De brug op. Er zit een kilometer boven de 6 minuten tussen. Grmbl. Ik denk dat ik qua looptijd rond de twee uur uitkom. Natuurlijk heb ik er langer over gedaan met de (korte) stops. Het tempo gaat weer iets omhoog naar 5:50, maar het wordt nu wel merkbaar zwaarder. Hoe doe ik dit volgende maand na het zwemmen en fietsen?! Een maand….. ARGHHH. Nu eerst dit afmaken. Nog een blokje om het huis en Vincent fietst lief mee. Tien kilometer zitten erop in 58 minuten. De eerste keer deed ik daar een minuut minder over. Vincent wacht me op voor nog een foto terwijl ik al binnen ben en hem zoek. Uiteindelijk zijn de twee tijden opgeteld 2 uur en 1 minuut. Training Anke, training! Met intervallen erin én delen onverhard. Ik drup leeg en ben tevreden. Ik heb er nog altijd ‘maar’ 2 uur en 9 minuten over gedaan. Met een stop op de Dixie 🙂
Vrijdag 10 augustus
Eerst een krachttraining vandaag. Ik vertrek samen met Manuel om half 11 om de bui voor te blijven die over een uur gepland staat. Helaas ben ik niet zo snel als Manuel en is een uurtje om de Oostvaardersplassen wat veel gevraagd. We hebben wel wind mee op de dijk, zodat het infietsen lekker snel gaat! Ik heb zes krachtblokken staan: op hoge versnelling zwaar trappen voor 4 minuten en dan 2 minuutjes rust. Ik kort het infietsen wat in en op de Knardijk ga ik aan de blokken beginnen. Manuel houdt gewoon zijn eigen versnellingskeuze aan. De wind is krachtig van opzij. Ik kan dit goed: stoempen op de fiets. Trappen op de grote versnelling tegen de wind in. Het is zwaar, maar ik vind het leuk. Tegen de wind in nog iets liever dan de wind vanaf de zijkant. Na 3 blokjes komen we bij de brug bij de Praambult. De enige schuilmogelijkheid. Gezien die oprukkende wolken, kiezen we hiervoor. Een afkoelpauze. We worden vergezeld door een triatleet met een nog duurdere fiets die de hele triatlon gaat doen. De regen laat even op zich wachten, maar uiteindelijk schuilden we niet voor niets. En dan verder over het natte fietspad. Manuel blijft achter opeens. Hij heeft zijn telefoon stuk laten vallen en baalt terecht. Ik laat 1 van de tempoblokken voor wat het is. Gezien de omstandigheden vind ik dit prima. Ik fiets uit rondom de wijk en kom een paar minuten te kort voor de anderhalf uur.
‘s Middags volgt een tempotraining. In mijn eentje. Het Zeewolde stuk van het rondje van de challenge. Ik ben niet blij, want ze hebben de voedingssponsor gewijzigd bij de challenge. Het merk waarvoor ik ben overgestapt is veranderd. Ik weet niet of ik daar op kan terugvallen. En daar baal ik ontzettend van! Al fietsend merk ik dat niet zozeer het probleem is dat ik het nu zelf mee zal moeten nemen en regelen, maar dat ik me zo dom voel door al die mensen die op Facebook zetten: “daarom-heb-ik-mijn-eigen-plan”. Ik wens ze toe dat hun supporters op verkeerde plekken staan en ze niets hebben en misselijk worden van het nieuwe merk tijdens de triatlon. Nu probeer ik met de wind mee en de wind tegen op de lange Winkelweg de tempoblokken te doen. Ik maak gedichtjes onderweg. Naast het tellen van tempo’s. Weer eens wat anders!
Ik voel me klein en nietig
Een speelbal in de wind
Ik voel me fijn en ik geniet
En speel wat met de wind
 
Grote molens, kleine molens
Pedalen en bochten
Ze draaien allemaal mee
De wind bepaalt ons tempo
Een richting geven we er zelf aan mee
 
Het regent in de verte
Tussen de wolken door
Daar regent het zonnestralen
En ik fiets lekker door
 
11 augustus
Zwemtraining om 9 uur. Mij ligt het niet. Te vroeg. Nog niet wakker. Nog niet toe aan zoiets technisch als zwemmen. Het is best druk. Ik ga in baan 1. Vandaag zijn we met meer gelijke zwemmers. De trainer geeft me goede tips en ik doe echt mijn best. Lange slagen maken, ademhaling onder controle houden en niet nazwaaien als mijn arm uit het water komt. Ik maak het uur netjes vol.
Nog een uurtje een negatieve split-loop. Als het lekker gaat, mag ik in de tweede helft versnellen. Ik heb de nieuwe voeding binnen en ik ga het maar meteen proberen. Of ik de gel lust, of mijn maag er tegen kan, hoe ik reageer. Lekker naar de dijk lopen. Op mijn eigen tempo. Het gaat lekker. Al denk ik de eerste paar kilometer alleen maar: straks kan ik niet meer sneller, ik ga nu al 11 kilometer per uur. Ik geniet ontzettend van de mooie omgeving. Wat is het toch prachtig in de Oostvaardersplassen. Ik loop 5 kilometer in iets van 28 minuten. De zesde kilometer gaat wat kalmer over de dijk met een even adembenemend uitzicht en een klein stopje om de gel te eten. Hm. Cola is vrij heftig: het smaakt mij meer naar rum-cola. Caffeine en alcohol: beide zijn niet aan mij besteed…. Ik maak de 6km vol en verbaas me dat het tempo al iets hoger ligt rond de 5:25. Nu door gaan pakken en kijken hoe het gaat. Ik verhoog het tempo. Dat merk ik, dat voel ik, maar kan ik aan. Al schrik ik me stuk als ik 5:04 zie staan. Doe mij nog zo’n gel 😀 Ik hou het tempo redelijk vast. De wind heb ik nu niet mee, die komt zowel nu als op de heenweg van opzij. Dus dat is het niet. Ik krijg het wel wat warmer. Mijn buik verwerkt de gel ook goed. Maar mijn benen hebben er het meeste baat bij! Er komen drie kilometers voorbij onder de 5:10. De tien kilometer knal ik er in 54 minuten doorheen. Terwijl ik toch al heel tevreden was (vorige week nog!) met 57 minuten. Ik voel het wel, natuurlijk, maar ik ga er niet stuk aan. Ik moet wel doorzetten, maar ik krijg mezelf niet onderuit. Ook niet als ik ga doemdenken, dan lach ik mezelf eerder uit. Want voor het uur ga ik nu 11 kilometer lopen. En met een ‘rust-kilometer’ erin (de zesde) ook. Het gaat zelfs nog iets rapper richting de 5 minuten. Dat is bijna 12 kilometer per uur. En dat hou ik dus 3 kilometer vol. Veel harder gaat ook even niet meer. Door het park he, onverhard! 11 Kilometer in 59 minuten. Balen, is het uur nog niet vol ook 😉 Doe mij maar deze gels!! Hier ga ik een halve marathon op lopen. Als ik straks niet ziek word, ben ik om. Ga ik nog juichen ook dat ze een maand van tevoren van merk wisselen. Gaaf dit. Ik loop een kilometer uit, want dat gun ik mijn spieren nu ook. Yeah, ik kan ook langzaam nog gelukkig. Met die laatste kilometer in 6:33 haal ik nog een gemiddelde van 5:27 – dat is 11 kilometer per uur. Waar kan ik deze drugsgels bestellen? Misschien zit er wel echt rum in 😀
 
12 augustus. een koppeltraining. Ik heb een minuscuul beetje spierpijn, wat al over is als ik bij de toilet ben, maar niet erg veel trainingszin vandaag. Kom op, een uurtje koppelen moet toch lukken. Half uurtje fietsen met  7 minuten rust en 3 minuten doortrappen en daarna een klein half uurtje lopen in tempoblokjes van 2 minuten rustig en 3 minuten hard. Ik ga zelf wel tellen. En zo fiets ik rustig richting de Oostvaardersdijk. De stukjes op snelheid bevallen me wel. Ik kijk vrolijk rond. Fietsen gaat best goed, maar ik voel weinig energie om mezelf te overtreffen. Gewoon lekker trappen. Ik moet mijn ronde vergroten. Het gaat best, maar niets meer dan dat. Als ik thuis kom moet ik wachten tot Vincent mee gaat. Ik loop vast de eerste twee minuten hard en heb het gelijk erg warm met mijn lange mouwen. Vincent komt er later bij en de 3 minuten lopen we samen. Dan schiet ik er weer van door. Het tempo ligt hoog voor 2 minuten. Maar het gaat niet lekker, het voelt erg zwaar. Ik loop met Vincent zijn rondje mee. We spreken af bij de Ferrari en ik neem op mijn snelheid het bos. Ik haal het onderste eruit, maar de twee minuten duren lang. We ontmoeten elkaar weer bij de Ferrari. Vincent loopt naar huis, die heeft het nog zwaarder en warmer en ik loop uit door de wijk. Ik ben het zat. Ik heb voor het eerst deze week totaal geen zin meer. Het is me klaar. Kan me opeens niets meer schelen als het half uur niet volkomt, de 4 kilometer niet vol komen, als het tempo eruit gaat, als ik ga wandelen. Ik loop naar huis en het is klaar voor deze week. Het tempo was niet eens laag, de vier kilometer zijn niet vol. Ik heb het goed gedaan. Soms is het gewoon zo. Het kan niet elke dag top zijn. Ik heb 12 uur gesport. Een uurtje wandelen telt niet mee. Tempo’s verlegd, afstanden vergroot, onder wisselende weersomstandigheden en dat is best oké! Ik hoor in het webinar dat een hersteltraining ook goed is voor je en dat je dat midden in de training kan aanpassen. Dat is wat ik vandaag heb gedaan!

Comments are closed.