Op maandag 4 februari ging ik naar Lelystad, naar het zwembad. Ik heb de eerste les van 10 lessen voor een betere borstcrawl gemist. Nu vind ik het spannend in een nieuw groepje te komen. Ik moet opschrijven wat ik wil leren en dan kiezen uit 1 van de 6 banen. Elke 2 banen hebben hun eigen oefeningen en aandachtspunten. Ik sluit me al bijna aan bij baan 1 en 2 voor de ademhaling, maar uit de oefeningen blijkt dat ze hier nog geen 200m borstcrawl kunnen zwemmen. Baan 3 en 4 gaan met nog iets anders aan de slag, dus ik ga naar baan 5 om 200m in te zwemmen. Rustig en gemakkelijk. We moeten anders starten en dat oefenen we. Dan gaan we de doorhaal oefeningen doen. Goed opletten op de doorhaal, ik hoeft niet de snelste te zijn. Er zijn een aantal oortjes en de trainer kan tijdens het zwemmen aanwijzingen geven. Ik krijg vooral tips voor mijn benen en dat is best oké. Ik vind het doen van de vele oefeningen wel leuk en ik let goed op de insteek. We moeten ook veel benen doen. Ik heb het idee dat we maar de helft doen van wat op het schema staat. Ik hoest pas mijn longen eruit als we weer aan de kant staan. Een aantal mensen wordt gefilmd, ik snap van 4 van de 5 niet wat ze hier doen.
Dinsdag 5 februari. We verven, we zoeken een vloer uit, we verven verder, de keuken is leeg, het is een rommel en ik hoest. Ik hoest en hoest en het doet zeer. Ik hoest ‘s nachts en mijn borst is aan de rechterzijde vreselijk pijnlijk. Maar ik heb niet zomaar de hele dag voor niks gewerkt en ik wil gaan hardlopen. Vincent gaat met me mee en we gaan dezelfde oefening doen als die ik vorige week deed. 12 minuten inlopen, 3 keer 15 minuten zone 2. Toen ging het niet, nu moet het beter gaan! Ik loop te hijgen en te puffen. Het gaat niks beter, het gaat zelfs veel slechter. Ik heb last van het hoesten, van ademnood, Ik kom niet vooruit, ik haal zone 2 niet eens. Ik ben moe, stijf en mijn benen houden mij nauwelijks staande. Wandelen lukt nog net. Vincent maakt zich terecht zorgen en ik ben blij dat hij er bij is. Ik moet een blok van 15 minuten hardlopen skippen. De laatste 15 minuten joggen we met grote moeite van mijn kant naar huis. Heeft de verbouwing er in gehakt of het hoesten? Ik moet het sporten even op een lager pitje zetten.
Woensdag 6 februari. Tijdens de zwemtraining, na een dag verven en alles in orde maken, na een dag wachten tot de keuken, de vloer, een matras ben ik moe. Het hoesten doet erg veel pijn. We wandelen door de regen. Eten onderweg bij een snackbar en ik vind het ver, ga langzaam en ben moe. Op donderdag ga ik naar de dokter. Ik heb zo hard moeten hoesten dat ik er spierpijn van heb gekregen. Dat voel ik. Verder zijn mijn longen en luchtwegen schoon. Opgelucht voel ik me weliswaar iets beter, maar ik ben nog heel moe en niet op mijn best. De keuken wordt door anderen geplaatst en ik kan rustig aan doen. Meer kan ik eigenlijk ook niet. Ook tijdens de baantraining gaan Rob en ik wandelen. Het gaat iets beter, maar ik vind 3 kilometer een enorm zwaar eind. Ongelooflijk dat ik dat normaliter lachend hardlopend zou afleggen. Dat verbouwen trekt een zware wissel.
Op vrijdag help ik Rob een nieuwe vloer te leggen. Ik pak planken, leg ze aan de kant en rust dan uit. Ik zit op de bank. Manuel helpt me om 2 keer naar de stort te rijden. Ik hoest en kuch. Ik ben er moe, maar kan nu niet stoppen tussen het stof. Sporten kan én wil ik ook niet. We gaan vroeg naar bed. Op zaterdag gaat het hetzelfde. Ik leg twee planken neer en zijg neer op de bank. Ik voel me zwak en vervelend. Zwemmen kan ik weer niet. Ik veeg en schrob de vloer en dat is net zo vermoeiend als een halve marathon lopen vandaag!
Zondag ruim ik de keuken samen met Vincent in. 4 dingen inpakken, een half uur op een stoel zitten. Ik ben niks waard. Maar ik geef het ook niet op. Normaal kan ik alles tegelijk, maar nu even niet. Ik overleg met de trainer en doe voorlopig even niks. Op maandag 11 februari blijf ik ziek thuis van mijn werk om bij te komen. Ik slaap en kan nog niet eens 2 trappen op en af lopen. De verplichte rust bevalt me niet, maar ik kan niet anders. Niets kunnen doen bevalt me niets.
Dinsdag 12 februari doe ik ook nog rustig aan, in de hoop dat het herstel dan sneller gaat. De trainer en Rob vinden dat een uitstekend idee. Morgen mag ik weer heel rustig beginnen en dan ga ik ook weer werken.