Maandag 18 maart. Na een dag werken, reis ik weer af naar Lelystad voor de borstcrawltraining. Deze keer zijn de beentjes aan de beurt! Niet mijn favoriete onderdeel – eerlijk gezegd – mijn benen gebruik ik vaker niet dan wel! En tijdens de training blijkt waarom: ik haal er maar weinig kracht uit. Ik lig best recht, maar ik ga niet heel erg hard vooruit. Ik flipper me suf, maar na alle actie van het weekend, zijn mijn beentjes hier niet blij mee. Dan pakken we het ademhalen er bij en dat bevalt me beter. We ademen 1 op 3. Het blijft wennen, maar volgens de trainer moet je het een weekje volhouden en dan weet je niet beter. Daarna maakt hij een filmpje van mij. Hoe zenuwachtig kun je zijn?! En ik hoeft niet eens snel! Ik kan best op en neer zwemmen. Benieuwd wat hij er van vindt, maar dat hoor ik volgende week.
Dinsdag 19 maart. Na een vreselijke dag werken, reis ik samen met Vincent naar de andere kant van Almere voor een hardlooptraining. Ik hoeft en mag niet hard vandaag. Eigenlijk mag ik maar een half uurtje, maar mijn werk slokt me zo op emotioneel, dat ik liever niet alleen ga lopen malen. Maar in de groep moet ik ontzettend uitkijken me in te houden. En dat doe ik een uur lang. Die lieve GN heeft wel een zware training: we lopen korte stukjes in 5 kilometer tempo. Ik heb geen idee: mijn 5 kilometerwedstrijd zorgt voor een tijd van 7:00 minuten per kilometer, maar dat bedoelt ze vast niet. Ik voel dat al mijn spieren gespannen zijn, net als de stress in mijn hoofd. Ontspannen lopen lijkt verder weg dan ooit. Bij de derde keer loop ik met een langzame loopster mee te kletsen om mezelf niet onder teveel druk te zetten. Heel langzaam neemt de spanning af en op het einde moet ik zelfs grinniken als het over chocoladetaartjes gaat! Ik had aan het begin van de training gedacht dat ik niet meer wist hoe dat moest, dus stiekem was het een toptraining.
Woensdag 20 maart. Ik moest fietsen, de was doen, yahtzee spelen en om 3 uur heb ik een afspraak die net voor het zwemmen klaar is. De wasmachine kan best tegelijk met het fietsen draaien, maar yahtzee spelen…. Vincent regelt een plank en de workmate en komt naast me zitten. Ik moet eerst in de lage zones fietsen en dat combineert prima met yahtzee op de Tacx! Helemaal leuk als ik ook nog win 😀 Zo nu en dan moet Vincent een pen, papiertje of dobbelsteen van de grond halen of voor mij schrijven. Het horloge piept soms dat ik het niet helemaal goed doe. De tijd vliegt voorbij en ik geniet nog na van 2 uit 3 overwinningen in de snelle blokjes die de training afsluiten. Ik ben nog steeds een beetje gestresst, maar de middagafspraak haalt de angel eruit. Ik kan gaan zwemmen, maar ook daar is het niet de bedoeling me in te gaan spannen. Ik zwem in baan 1. Ik weiger voorop te zwemmen, want ik doe langzaam aan. Ik ga wel alles zonder pullboy zwemmen. Dan maar iets langzamer. De snelsten zwemmen met hun pullboy voor me uit. Het kan me niet schelen. Of in elk geval maar een beetje. Ik doe de oefeningen ook allemaal. Ik probeer 1 op 3 te ademen. Het licht op het einde van de les is adembenemend. De zon schijnt op het water.
Donderdag 21 maart. Na weer een intensieve dag op het werk ga ik moeizaam naar de baan. Ik mag deze training overslaan, want morgen staat me weer wat te wachten… Ik ga en als ik zie dat de trainer, de groep of de samenstelling van de groep me niet bevalt dan ga ik alleen lopen. Het valt alledrie tegen: 1 grote groep, een stevige trainer en weinig langzame mensen. Ik ga dus alleen lopen, want het inlopen gaat me al te hard. Ik ben vermoeid vandaag. Van het werk, niet van het sporten. Ik ga even bij Joyce langs voor een knuffel. Helaas is ze er niet. Ik loop door en ga over de Vaart heen, dan kan ik dadelijk om de Leeghwaterplas heen lopen. Het is veel verder dan ik dacht. Was ik figuurlijk de weg al een beetje kwijt, de letterlijke wijze volgt. Dat beangstigt me wat. Het lijkt ook donker. Eenmaal op het lange fietspad langs het Leeghwater heb ik een kalm tempo ontwikkeld en komt er een lichtpuntje in. Aan de andere kant van de plas is het bijna licht! Ik ga de tien kilometer halen en loop lekker. Heel langzaam aan kan ik er figuurlijk bij stilstaan dat ik blij moet zijn dat ik kan lopen, dat ik fietsend kan yahtzeeën, dat het mooier weer wordt en dat ik fijne nieuwe schoenen heb. Ik maak het rondje af en ben netjes op tijd weer bij de baan.
Vrijdag 22 maart. We gaan het vandaag weer doen: 4 keer een half uur lopen en een half uur fietsen. En vanavond uitfietsen. Een flink programma. Ik begin met lopen zodra Vincent naar school vertrokken is. De Tacx staat klaar. Het eerste half uurtje zone 1 is weer het moeilijkste. Er zit geen tempo in. Ik hou me echt keurig aan de hartslagbeperking, hoe vervelend ook. Het is er mistig bij. Ik loop het rondje richting de Oostvaardersplas en AlmeerPlant. Ik haal 4 kilometer in precies een half uur. Tijdens het fietsen ga ik bellen met mijn zusje. Dat gaat prima en een half uur vliegt voorbij! Weer hardlopen. Ik mag nu in zone 2. Ik ga het fietspad richting het centrum op en zal teruggaan via de Evenaar. Ik maak vandaag elke keer ongeveer 4 bochten en pak met de volgende loop het laatste stukje van de voorgaande loop weer op. Ik bedenk me dat ik er een middagpauze tussen zal nemen. Dan doe ik vanmorgen de eerste 3 en dan lunchen we samen en daarna fiets ik eerst, doe het hardlopen van het vierde blokje en fiets dan (als het kan buiten) uit. Ik heb me helemaal vergist dit rondje. Na 4 kilometer ben ik thuis, maar ik heb nog zomaar een minuut of 7 over. Blokjes om het huis dan maar. En zo kom ik drie keer langs de dakkapel die uitgeladen wordt. Ik loop 5 kilometer in een half uur. En dan weer op de fiets. Deze keer verveel ik me een beetje. Ik blijk vanmiddag niet te kunnen inhalen, want er komt een monteur. Dat haalt mijn spirit er uit. Aan de andere kant ben ik besluiteloos: ik zie wel wat ik vanmiddag nog kan en wil doen. Nu eerst nog een keer hardlopen onder de bloesems door. Ik doe mijn Asics weer aan, net als de eerste run. Ik wissel de Hoka’s en de Asics om te kijken of ik verschil voel. De Hoka’s voelen een stuk krachtiger. Maar de Ascis en deze derde ronde gaan als een tierelier! De hartslag is lager bij een hoger tempo. Dadelijk nog even fietsen en dan ben ik klaar voor vanmorgen. De ochtend is dan ook voorbij. Ik drink en eet genoeg deze ochtend. Elke keer een gel, twee bidons. Het uitfietsen doe ik zonder enige afleiding. Het half uur duurt onmetelijk lang. Op het einde schakelt het vliegwiel in van de Tacx en komt er eindelijk tempo in alsof ik de berg af ga. Om 12 uur ben ik klaar voor de lunch en de pauze. Hopelijk komt de monteur snel en kan ik nog gaan. Ik want en wacht en kijk pas tegen drie uur op het papiertje en dan blijkt de monteur volgende week te komen. 😐 Ga ik nog rennen… fietsen… Het is intussen heerlijk weer. Ik wacht tot Vincent thuis komt (en dat duurt lang, want die staat te kletsen). Rob wisselt het zadel van zijn fiets om en ik sluit de cadansmeter aan. Off we go: op naar een ijsje in Almere Haven. We doen een redelijk tempo, maar door de stad is altijd wat gehobbel. Vincent kijkt op de route, ik doe het een beetje uit mijn hoofd naar de Kemphaan toe. Voorbij het kasteel neemt Vincent het over en slingeren we door Almere Haven. Ik vind het grappig en geniet er van dat we niet verdwalen! Hij krijgt twee bolletjes vanille-ijs en ik neem iets wat yoghurt zou moeten zijn. Eindelijk heeft Vincent het koud in zijn korte broek! Ik heb een lange broek aan. Het is heerlijk weer. We fietsen over de dijk terug en gaan ergens terug richting de Kemphaan. Weer een nieuw pad! We kijken huizen. Dan scheuren we langs Stichting Aap en daarna aan de andere kant van de Vaart. We bewonderen een grote boot, halen ‘m in en fietsen er op de brug overheen. Bij de moskee gaan we richting het spoorbaanpad. We nemen nog een keer een andere route om het centrum te ontwijken. Na bijna 34 kilometer zijn we weer thuis. Ik heb niet het volledige rondje gesport en de 5 uur niet helemaal gehaald, maar het is genoeg geweest.
Zaterdag 23 maart. Er staat een optioneel rondje fietsen. Ik ben ongedurig vandaag, maar heb geen last van spierpijn of wat-dan-ook. Ik ga het gewoon proberen of ik last heb van zadelpijn! Ook dat niet. Ik hoeft ‘maar’ een uurtje. Vandaag staan er wel weer cadansaanwijzingen bij. En dat bevalt me voor geen meter. Ik moet in een lage hartslagzone 80 tot 90 rondjes per minuut maken. Het duurt een hele tijd voor ik de mix gevonden heb. Mijn beentjes worden boos. Heel boos. Die willen niet overdreven veel rondjes draaien. Ook niet op de lekkere supersportdrank. Ze voelen niet oké en beginnen te mopperen op de trainer die dit verzonnen heeft. En met een beetje wind tegen, gaat de hele mix direct naar de filistijnen. Ik moet op het horloge kijken voor de cadans en dat stoort me ook mateloos. Het voelt aan alsof ik superlangzaam ga. De tijd kan ik niet ook nog ergens zien. Ik irriteer me op de fiets. En de Trekweg is ook geen pretje. Maar het kan nog erger: ik moet in zone 3 gaan fietsen met een cadans tussen de 95 en 105. Het voelt bijna onmogelijk en de brug over tegen de wind in, maakt het niet makkelijker. Ik mopper en vloek op de trainer. Als ik gewoon eens ga weigeren aan dat stomme cadans-gedoe?! na 2 minuten pauze en een cadans van onder de zestig -lekker puh- probeer ik het nog 1 keer op het lange rechte fietspad. Ik haal het zowaar na drie minuten! Het evenwicht is precair en ik word er niet blijer van. Tot ik omschakel naar het tempo en dat is heel behoorlijk. Het voelt alsof mijn benen kapot gaan, maar het is niet voor niks tenminste. Ik blijf maar rechtdoor fietsen, want het moet nog een keer na een pauze van 2 minuten. Ik hou het niet vol. Als ik de rode flats voorbij ben, geef ik het op. Mijn benen gaan in staking, die willen niet meer hard rondjes trappen. Ik fiets rustig uit en neem nog een stukje bloesem mee. Het zal voor een goed doel zijn, maar ik moet navragen bij de trainer waarom. Daarna nog zwemmen. Ik ga 400 metertjes zwemmen. Op mijn tempo. De eerste met achtje. De tweede niet. De derde en vierde weer wel. Ik moet soms aan de kant voor de snelle zwemmers, maar ik hou gewoon vol. Mijn opdracht is 1 op 3 ademen. Keer op keer op keer op keer op keer. De vijfde ook met achtje. En dan bedenk ik me iets wat JtW me jaren geleden heeft gezegd: kijk naar voor als je ademt. Dat doe ik. En dan verandert er opeens vanalles! Ik moet er voortdurend bij nadenken, maar het wordt gemakkelijker. Logischer. Lichter. Rechts gaat beter dan links. Ik kan nog wel een uurtje doorzwemmen zo. Maar dat hoeft niet.
Zondag 24 maart. Eerst maar eens lekker uitslapen en wakker worden met vers brood. Dan rustig een aantal huishoudelijke karweitjes afvinken en na de lunch gaan Vincent en ik naar opa en oma in Hilversum fietsen. Ik heb een horlogemount op de fiets, Vincent heeft een hartslagmeter om, we hebben allebei een cadansmeter. Ik heb gister even overlegd met de trainer en ik mag (als het echt niet goed lukt) de cadans maximaal 5 slagen lager leggen. Dat belooft wat vandaag, want ik moet een uur in zone 1 bij een cadans van 70-80 en een uur met een cadans van 80-90 één hartslagzone hoger. Ik ga mijn best doen, maar de hartslagmeters en horloges maken er een potje van. Welke hartslagmeter ik ontvang blijft onduidelijk, maar mijn hartslag flippert tussen de 75 (veel te laag) en de 175 (veel en veel te hoog). Nogal rommelig. Het fietsen gaat echter lekker en we houden allebei een hoge cadans aan. Volgens mijn trainer hou je het dan langer vol, maar mijn benen denken daar toch echt anders over. Ik ben blij dat ik op het laatst nog een jasje aangedaan heb, want het is ondanks de zon toch frisjes. Bij het Shellstation doet Vincent de hartslagmeter af, maar mijn hartslag blijft rommelig. We kijken motors en gaan lekker de brug over. Ik merk dat Vincent wat vermoeider raakt, maar dat mag ook wel voor de eerste lange rit van het jaar. Als we de A27 over zijn, klaagt hij over steken in zijn zij. Misschien valt de sportdrank niet goed of ligt het verse brood ‘m dwars. We nemen een andere (iets rustigere) route door Eemnes. Op de dijk is het weer passen en meten en inhalen. Er rijden klassieke auto’s langs en een DB9. Onder de A1 door en dan begint het al op te schieten. Een nieuw snelheidsrecord ligt op de loer. Nog nooit hebben we binnen anderhalf uur naar Hilversum gereden. We rijden rustig langs Anna’s Hoeve en dan zet ik Vincent aan tot flink doortrappen. Hij wil hierna gaan lopen en het zal goed voor hem zijn dat met zware benen te voelen. We zijn er met gemak binnen anderhalf uur, 1 uur en 24 minuten. Vincent doet snel de hardloopschoenen aan en vertrekt. Voor mij is dat niet zo zinvol, want ik fiets weer naar huis terug straks. Ik drink lekker veel thee en help opa en oma van een heel kunstwerk aan paaseitjes af. Het is fijn even lekker te kunnen kletsen en rustig te kunnen zitten. Rond half 5 stap ik weer op de fiets. Een half uurtje zone 1 en cadans 70-80 en daarna een uur in zone 2 met een cadans van 80-90. Ik hou mezelf voor dat dit bergaf gaat en dat ik wind mee heb. Het lijkt er wel op, want in zone 1 kan ik al behoorlijk tempo maken bij de juiste cadans. Ik heb mijn koptelefoontje op, maar die zet ik op de Wakkerendijk bij Eemnes pas aan. Ik moet inhouden voor overstekende koeien. Ik ben Eemnes binnen een half uur voorbij! Vlak bij Blaricum halen 2 andere racefietsen me in, maar ik weet dat ik doorga naar de volgende zone en dan haal ik hen weer in. Zij kunnen (voor de helft) beter de brug op fietsen zonder hartslagbeperking. Ik neem snel nog wat sportdrank. Op de heenweg heb ik de halve bidon leeggedronken. Dat is al heel wat voor mij, maar de bidon had ook leeg gemogen. En nu dreig ik het te vergeten. Geen goede beurt, maar ik heb nog een hele polder om het in te halen. En ik heb het nodig! Niet om de brug af te scheuren, want ik ga superduperhard (43 kilometer per uur, jippie!!!) Dan krijg ik wind tegen en gaat het minder lekker. Het is lastig om cadans hoog te houden. Mijn zin verdwijnt een beetje met het tempo en de cadans. Ik luister de muziek en trap maar verder. Langs de berg, langs de Shell, nog een paar flinke slokken en dan langs de Vaart. Daar is het nog iets zwaarder met de wind. Ik schiet aardig op en zal mijn best doen ons eerder op de middag aangescherpte record te gaan verbeteren! Ik tel een beetje uit dat ik het binnen 1 uur 20 moet kunnen halen. Maar dan moet ik nog wel even doortrappen. Dat lukt pas weer voorbij het data-centre. Sorry trainer, ik laat de cadans even los en ga gewoon even lekker los! Op de Trekweg vlieg ik er een beetje doorheen. Ineens is de sportdrank op wonderlijke wijze ook op. Ik ga de wijken door op een ietwat gevaarlijk hoge snelheid. Niet voor mij, maar voor de andere weggebruikers. Stukje bloesem meepakken en dan wil ik als het even kan binnen de 5 kwartier uitkomen. Ik zet nog aan, maar had dat misschien iets eerder moeten doen. Ik ben thuis in 1:16. Nadeel: nu moet ik nog even uitlopen, anders zit ik niet op het schema. Geen uur meer, maar een kort stukje. Niet op Vincents tempo, want dat haal ik ammenooit niet, maar mijn eigen tempootje. Dat ik vermoeid ben, blijkt wel uit het feit dat ik het horloge zo’n 700m te laat aanzet. Ik vind het tempo laag houden erg lastig. En de ronde aanhouden ook. Dus ik doe geen van beide meer heel zorgvuldig. Ik ben blij dat ik op de bus mag wachten, loop 3 kilometer vol en dan ben ik blij, trots en hongerig omdat een dikke vette sportweek er op zit. Nieuw record: 14 en een half uur. Ik ben er wel een beetje moe van en vanmorgen had ik spierpijn van het zwemmen, maar verder ging het redelijk goed.