20 april
De tijdrit. Hij is de afgelopen week van locatie gewijzigd. Van de polder naar Almere Haven. Ik hou niet van de tijdrit. Fietsen vind ik leuk. Lang fietsen ook. Op tempo fietsen gaat wel. Maar hard fietsen? Zo hard als je kunt? In een wedstrijd met anderen? Daar is niks leuks aan. Vind ik tenminste niet. Ik heb twee jaar geleden meegedaan aan de korte afstand op de tijdritfiets die helemaal niet paste voor mij. Nu fiets ik veel meer en de tijdritfiets is op mij afgemeten. Ik doe mee aan de lange afstand van 42 kilometer. Ik fiets door het zonnetje langzaam richting Almere Haven. In de stukjes dat ik kan sprinten merk ik het al: een hoog tempo zit niet in de benen vandaag. Doordat ik al zoveel gefietst en gelopen heb? Ik weet het niet, maar de soepelheid ontbreekt een beetje. En juist op deze fiets zit vandaag geen cadansmeter! Dom, maar waar. Ik ben onrustig en nerveus en heb totaal geen zin. Ik krijg een nieuw startnummer, want de mijne klopt niet. De nieuwe locatie met de dijk bevalt me wel. Ik hou van de dijk: lekker recht. Mijn vriendinnetjes KH en SG zijn er ook.
Snel nog een keer plassen en dan spullen aan de kant leggen en hoppa: het startpodium op. Ik heb geen zin, ik val al bijna om als ik vastklik nog voor ik weg ben en we beginnen met een bocht. De dijk is lekker leeg. KH haalt me al snel in. Ik hou van de leegte. En dan vraag ik me af waar mijn telefoon is. Verloren bij de WC? In de openbare omkleedtent? Paniek! Ik voel me opgejaagd. Niet goed. En het was al niet leuk! Mijn beentjes doen hun best, maar nu mijn hoofd ook geen klaarheid meer heeft, is genieten ondenkbaar. Ik zie op tegen keerpunten, tegen iedereen die me inhaalt. Het keren gaat wel en ik bedenk dat ik dan maar zo hard mogelijk moet fietsen om weer snel bij de telefoon te zijn. Wie zou die nu stelen?! Ik wil voor mezelf een gemiddelde boven de dertig halen. Dat lukt me elke keer eigenlijk wel. Niet met gemak, maar het gaat. Ik kijk de kat uit de boom als de eerste ronde voorbij is en de winnares haalt me precies dan in onder luide toejuichingen van haar kinderen. Ik ben niet zo snel in deze grote bocht. Dan weer de dijk op. De mannen halen mij nu ook in, in grote getalen. Ik kan niemand inhalen: al met al heb ik 1 iemand ingehaald. Ik hou mijn eigen tempo hoog, maar het lijkt of ik stilsta. Ik moet er iets aan doen! Ik kijk naar de recreatiefietsers op het fietspad naast de dijkweg waar wij fietsen en ga die stuk voor stuk inhalen. Heb ik toch doelen! En dat houdt me bezig en bevredigt me. Leidt me af van de telefoon, hoe lang het nog is, hoe moe de benen zijn. Ik eet een gel, maar wel wat laat. Drinken lukt niet zo best. Keerpunt door, terug, wind mee, omlaag, blokje om en 1 stukje echt wind mee en fijne weg, weer omhoog en nog maar 1 ronde! Het tempo blijft oké. In de grote bocht dondert een man met een dicht wiel vlak voor mij omver. Streber. Ik zie dat SG afhaakt. Dat snap ik niet. Ik zou ook graag kappen, maar dat echt doen…. dat gebeurt me niet! Nu is de wind aangetrokken en tegen op de dijk. Ik heb het zwaar. Mijn benen hebben het zwaar. Er fietst niemand op het fietspad. Het is nu echt ver. Ik ga de tijdrit afmaken, maar de interesse is totaal weg. 5 Kilometer die een gemiddelde onder de 30km/u hebben. Ik kan het nog goedmaken. Eindelijk begin ik wat te tellen: als ik er 1 uur 15 over doe zou dat heerlijk snel zijn. 1 uur 20 moet ik halen. Veertig kilometer met een gemiddelde van dertig, dat moet in 80 minuten. In het blokje merk ik dat ik 75 minuten nevernooit kan halen. Dan de 1:20 maar! Ik laat alles varen: de cadans, wat er zou moeten, hoe hard ik zou willen: ik ga er eindelijk voor! En dan blijkt dat ik dat misschien eerder had moeten doen, want ik blijk nog een bakje kracht over te hebben en fiets harder dan ik de hele rit gefietst heb! Misschien lonkt de telefoon… maar eerder lonkt de finish. Ik haal het precies in 1 uur en twintig minuten. Toch gek… Het duurt even voor ik me realiseer dat ik meer dan 40 kilometer heb gefietst: het waren er 42. En dus heb ik wel degelijk harder dan 30km/u getrapt. Ik drink chocomelk, prop spekkies naar binnen, ga even met SG en KH op de foto en dan door naar de telefoon. Die zit gewoon in mijn tas. Adem uit…. Dan pas merk ik dat mijn benen kapot zijn. Dan ben ik pas moe. Maar ik moet nog naar huis. Ik zie KH en SG niet meer en stap rustig op. Ik hoeft niet meer hard. Ik merk dat ik een stuk relaxter fiets. Onderweg bel ik nog even met KH en ik rijd door Nobelhorst. Al met al fiets ik toch maar weer 70 kilometer! Dat vind ik dan weer niet moeilijk…
‘s Middags gaat het kind naar de zwemtraining. Ik zou er gewoon bij kunnen gaan zitten. Met gemak. Geen probleem. Maar ja, ik ben er toch… Dus ik ga gewoon MET ACHTJE een stuk zwemmen. Ben ik het na een kwartier zat? Dan stop ik. Mag van mezelf 🙂 Ik zit met twee trainers in de baan. Zij volgen het programma, ik zwem baantje na baantje na baantje. Ik merk dat ademen 1 op drie inmiddels bijna vanzelf gaat. Het voelt aan alsof ik lekker doorzwem. Dat zal achteraf wat tegenvallen, maar ik kom er lekker in en zwem gewoon door. Na 2000m leg ik het achtje aan de kant en zwem nog 250m zonder achtje. Al met al heb ik drie kwartier gepoedeld. Het is me goed.
21 april
uitfietsen met zijn drietjes. Eventjes. Oostvaardersfietspad, oostvaardersdijk ri bloq, wilgenbos, sluisje, naar de hogering en terug naar huis. Het voelt niet gemakkelijk. Ik kijk niet naar het tempo, maar naar de cadans. Ik hou het prima vol. Vincent en Rob ook. om de beurt de route. Nadat we de 16km hebben gefietst ga ik nog uitlopen. Node: geen zin. Mijn benen waren helemaal in protest-modus. Stijf, zwaar. Na 3 kilometer op redelijk tempo liet ik ze onverhard uitdribbelen door het park. Ik maak de 4 kilometer vol. het is welletjes. Toch weer een dikke sportweek van 12 uur en een uur wandelen. Het is pasen en ik ga paaseieren snoepen bij mijn ouders!
22 april
Nog een paasdag.
Fietsen met Vincent op een ka-ca-dans. uit het koppie. 6 minuten 80-85, 6 minuten heel hard vloeken en 100+ en 3 minuten lekker fietsen. Bloemenvelden. 30 kilometer. Rondom de A27. Heel gezellig samen. 1 stukje hard: ik moest op hoge cadans, maar dat kan ook hard want wind mee
uitlopen omdat Vincent het ook doet. hij hard voor me uit. ik ga ook niet zacht (voor mijn doen). na anderhalve kilometer haal ik hem bij: hij heeft kramp. Ik ga door. drie kilometer telkens ietsje harder. lukt. Dan dribbel ik hem tegemoet. stond niks van lopen op welk schema dan ook.
ZWEMMEN. BUITEN ZWEMMEN. met SG en KH kwam ook. stop d’r in en proberen. Vond het spannend en gaaf tegelijk.
KOUHOUHOUD. Ijzig. Schoolslag. Hoofd in het water… Borstcrawl. 1 op 3 ademen gaat vanzelf. Uitblazen. zwemmen. Bodem zien. Zonnestralen in het water. Prachtig. Adembenemend. Was het al bijna vergeten. Geniet. GENIET. beetje koude voeten. KH gilde en krijste van de kou, ik moest er heel hard om lachen. Heel hard. SG zwemt een stuk sneller. wat is het gaaf. het gaat beter dan ooit. Rustiger. Ik ben minder onzeker, minder angstig. we zwemmen op en neer. KH blijft in mijn buurt, ze kan harder, maar laat me niet alleen. ik kan beter vooruit kijken. als ik 1 op 4 wil ademen merk ik dat dat nog net te koud is en dat dat me niet goed bekomt. Verder heb ik alleen last van koude oren!! Ik gebruik mijn benen niet. De zon over het wateroppervlak. eendjes. golfjes van de boot. GENIETGENIET. het enige nadeel: ik moet er om 2 uur uit, want om 3 uur wacht de volgende paasdag. Ik haal de km niet, maar het boeit me niet. we maken foto’s en dan eruit. De kou valt mee. wetsuit uit en op de handdoek in de auto. rush de douche in. paaseitjes snoepen en bijdrinken. Ik geniet nog na van het zwemmen.
23 april
De dag werken was lang. En buiten was het mooi weer. Maar ik moest binnen werken. Ik was moe toen ik thuiskwam. Rob zou laat zijn en Vincent is uit logeren. Ga ik vanavond laat nog lopen, ga ik úberhaupt lopen, ga ik nu lopen, ga ik eten. Uiteindelijk dacht ik dat ik maar meteen kon gaan lopen: eerst 35 minuten in zone 1 en dan 25 minuten in zone 2 terug. Als me dat zou lukken. Lekker langs de plassen. Muziekje aan. Ik vind zone 1 moeilijk: langzaam en rustig. Het was nog lekker zonnig en ik hobbelde voort. Ik bracht heel langzaam dat ik door het bos terug zou lopen. Na 4 kilometer (ik weet precies waar de 5 kilometer zit en tot daar wilde ik het halen in 35 minuten) belde Vincent. We kletsten over hoe hij op het station piano had gespeeld. Toen gebeurden er een heleboel dingen tegelijk: ik moest even aanzetten om de 5 kilometer te halen, het gesprek met Vincent af te ronden en ik kwam Manuel tegen die aan het fietsen was! Dus ik moest praten, stoppen, het horloge omzetten en ik had water vergeten. Manuel fietste verder, ik ging het bos in. Lekker laag in zone 2, dat lukt net in het bos. Ik zag een hertje, genoot van de zon tussen de bomen, had het zwaar. Ik overhaaste niks. Ik had trek en dorst, maar geen water. Uiteindelijk moest ik ook nog eens heel nodig en ik heb van de natuur gebruik gemaakt. Ik maakte tien kilometer vol door het park en toen was het hoog tijd om eens iets te gaan eten.
24 april
Werken, afspreken met een vriendin, Vincent ophalen bij oma en opa: de dag ging voorbij! Maar toen gingen we naar het zwembad en ik ging in baan 2 meezwemmen. Alle rust had me goed gedaan denk ik, want het ging soepel. Ik ging wel lekker met achtje. We moesten 4 keer 100 op kilometertempo zwemmen en ik ging voorop. Dat was een flink tempo, zo kreeg ik van iedereen te horen! We deden ook schoolslag en benen en armen. Ik deed netjes mee en het was niet eens zo zwaar. Op het einde ging ik zonder achtje nog 250 meter doen en dat kost me net iets meer dan 5 minuten.
25 april
Een loodzware dag: ik was somber, ongelukkig, zat totaal niet lekker in mijn vel, moe, depri en wat al niet meer. Maar ik ging met Vincent mee naar de baan. Ik had geen zin om iets te zeggen, dus ik liep lekker achteraan en we liepen heerlijk rustig in. We waren met 1 grote groep volwassenen. MB begon tegen me te praten, maar mijn stemming was echt ver beneden peil en zelfs zij kon me niet echt opvrolijken. We gingen een piramide lopen: 1,2,3,4,5,6,5,4,3,2,1 minuut op allemaal hetzelfde tempo met tussendoor een minuut wandel/dribbel. De trainer zou fluiten. Ik begon rustig op 5:10 en gaandeweg ging ik iets sneller tot 4:55. De rest liep allemaal hard voor mij uit, maar ik vond dit prima. Alleen alsjeblieft. Rondje na rondje na rondje na rondje. Ik dribbel graag. Er begon nog iemand tegen me te praten maar die ik zo snel en ik was zo in mijn eigen wereldje dat ik hem nauwelijks begrijpen kon. Ik hobbelde maar liefst 11 kilometer vol. Vond het een flinke training.
26 april
Fietsen was de bedoeling. Lang fietsen. Maar hoe krijg ik Vincent mee die vakantie heeft? Dan is het succesrecept als volgt: Je nodigt Manuel uit op de mountainbike, belooft de McDonalds in Lelystad en voegt er een vleugje Oostvaardersdijk met wind mee aan toe en dan is iedereen blij! Ik fietste mijn eigen tempo vooruit, nam een stukje extra, haalde ze in, keerde om ze weer te halen, genoot van wind mee en bleef zo’n beetje in zone 1. Ik moest anderhalf uur zone 1. Eerlijk gezegd viel ik er soms uit, maar lekker jammer dan. We fietsen door Lelystad en dan ging ik er weer even vandoor en nam een rotonde extra. Na bijna 30 kilometer waren we bij de McDonalds. Frietjes als lunch! Jammie, bedankt Manuel! Toen gingen we apart terug: Vincent en Manuel rechtstreeks en ik ging om het vliegveld en langs de Vogelweg. Ik moest nog 20 minuutjes in zone 1 en dan 3 keer een kwartier in zone 3. Ik hoopte op wind tegen om dat te halen. Tot mijn grote verbazing was ik na 20 minuten het vliegveld voorbij! Toen reed ik voor een tractor uit, sorry boer dat je me net niet kon inhalen, maar ik reed dertig! Eenmaal op de vogelweg was het uit met de pret: wind tegen en hard werken. Dat maakt zone 3 niet goed. Ik haalde zone 3 niet, maar ik trapte wel flink door. Ik zou over de Knardijk gaan, maar die was er veel te snel! Dus reed ik door op de Vogelweg. Ik had een wielrenner voor me en dat dreef mijn tempo lekker op. Ik haalde hem win en hij ging in mijn wiel hangen. Ik was echter niet zo spraakzaam na 12 minuten zone 3. Ik mocht achter hem hangen, maar ik deed echt kalm aan en dronk wat. Toen deed ik het volgende blok weer alleen. Ik vond het heavy. Ik haalde de andere wielrenner niet meer bij. De Vogelweg is erg lang. Ik stak de A27 over en ging toen de Paradijsvogelweg in. Ik wilde echt niet meer hardlopen na het fietsen. Ik wilde ook de 60 kilometer halen. Ik moest nog 1 stukje in zone 3, maar die was echt onbereikbaar geworden. Ik zat er niet mee. Ik ging voor lang en kilometers. Ik ging over de wegen om nog wat wind mee te hebben wat erg prettig is. Ik liep ietsje uit, haalde 67 kilometer met een gemiddelde van 26 kilometer per uur en daar was ik wel tevreden over. En toen waren Vincent en Manuel bij de IJspressie. Hardlopen werd wandelen naar de ijscowinkel!
27 april
Koningsdag en ik ging met Vincent mee naar de Vrijmarkt, waar hij ging spelen. Mijn hardloopkleren zijn oranje. Na een tijdje tussen de buien door naar Ed Sheeran te hebben geluisterd, kwam Rob me aflossen. Ik zou een koppeltraining moeten doen, maar ik had er ontzettend geen zin in: kwartiertjes fietsen en lopen…. Mijn hoofd kon dat niet aan en ik heb spierpijntjes de laatste dagen omdat ik me niet zo goed verzorg. Gewoon een uurtje lopen, dat wil ik en dat kan ik! Manuel liep me tegemoet op de Evenaar. We keerden om en gingen naar het Kotterbos. Rust en stilte! Manuel deed de route: eerst langs de Vaart wind mee. Het tempo was lekker, maar het was wel warm. Gelukkig bleef het droog. We kletsten en zwegen. We liepen en ik vroeg me af of ik ook was blijven lopen als Manuel er niet naast had gelopen. Ik vermoed van wel en misschien wel harder om iets te bewijzen of om er eerder te zijn, maar nu liepen we de 5 kilometer vol binnen een half uur. Ik riep de hele tijd: we gaan wandelen of we gaan rustiger, maar het bleef maar steeds ietsje sneller gaan. Ik stribbelde ook tegen over de route, maar we deden wat Manuel bedacht had. Het Kotterbos door, over mijn pad. Onverhard ging het tempo eindelijk ietsje omlaag. Ik vond de brug op met wind tegen erg moeizaam, maar het was duidelijk dat we 10 kilometer gingen halen in een uur. Daarna gingen we dribbelen en echt rustiger. Ik moest 67 minuten lopen om de tijd vol te maken. Dat haalden we en 11 kilometer ook. Toen ik bij Manuel was, brak er een flinke bui los en ik schuilde even. Ik kon de 12 kilometer ook nog volmaken. Thenks Manuel: het was heerlijk om weer eens samen te hardlopen!