Eens in de vier weken krijg ik een nieuw schema. En dat is de laatste tijd toch elke keer eventjes ‘schrikken’. Na anderhalf jaar schema’s van Merijn was ik gewend aan 3 tot 6 uur hardlopen en daar zijn ook wat fietsuurtjes bijgekomen vanaf juni. Sinds een paar weken blijft het daar niet bij en zijn de uren aardig opgehoogd. Was het vorige keer al schrikken dat er 7 of 8 uur bij de totalen stond, nu staat er 9 uur, 12 uur, 8,5 uur en dan een rustweek met ‘maar’ 5 uur sporten. En ik ga nergens voor! De trainingsuren voor een triathlon zijn drie keer zo hoog per week. De loopuren zijn in verband met de trail half augustus nog niet echt verminderd. Dan valt mijn oog op augustus en de eerste 11 dagen van augustus staat er dagelijks een sportactiviteit op het programma. Maandag TVA-fietstraining, dinsdag zelf hardlopen, woensdag heb ik een extra zwemtraining aangevraagd (ook bij de TVA), donderdag TVA-hardlooptraining, vrijdag de lange duurloop, zaterdag TVA-zwemmen en zelf een duurrit fietsen en zondag is de rustdag. En soms wisselt er wat; dat het fietsen naar de zondag gaat en dan is er elke dag iets. Je zou er spontaan spierpijn in je voet of kuiten van krijgen, ware het niet dat die opspelende blessure door de verschillende sporten juist sneller afneemt! Dit zijn natuurlijk 3 verschillende sporten en mijn trainer weet als geen ander wat hij doet, maar als je zo op het eerste oog kijkt, dan is het elke keer toch even slikken. Ik heb er het volle vertrouwen in en wie weet went het! Dat ik er sterker van word, merk ik al en dat ik het leuk vind weet ik zeker. Ik krijg er echter ook veel meer honger van! Ik lijk soms onverzadigbaar. Kom maar op met al dat bewegen!
Maandag 25 juli Fietstraining: Snel de fietsen op de auto! Rob gaat mountainbiken en ik ben om 1 minuut voor 7 bij de fietstraining. We gaan achter JC aan. Ik kom nooit in deze buurt, leuk hoor. Ik klets wat met AS en rij zelfs een beetje vooraan. Dan gaan we ‘het-rondje-van-de-tijdrit’ rijden. De snellen 4 keer, en ik hoeft maar drie keer. (geen idee wie nog meer langzaam zijn). 2 Zijdes hard, 1 zijde zacht. Ik vind dat al moeilijk, want een vierkant heeft 4 zijden; hoe lastig moet dat voor triatleten zijn? Dat blijkt al gauw: ze gaan gewoon alles hard. Ik ga maar twee zijden op mijn ‘hard’, maar de zijdes zijn me totaal onduidelijk. Haal ik iemand in de snelle zijde in, maar zijn derde zijde gaat later in ofzo? Het zal me wat. Ik ga op mijn eigen snelle tempo 2 zijdes hard en 1 zijde zacht, van dit vierkantje, wat niet vierkant is. Ook al ben ik de laatste! Ik doe ook mijn best. Misschien wel het meest van allemaal. In het derde rondje verwacht ik al ingehaald te worden, maar dan loopt mijn ketting eraf en vast. Ik heb het zo weer gemaakt, maar ik word al heel snel ingehaald in deze ronde. Omdat ik zelf de zijdes ook vaag blijf vinden, ga ik drie zijdes hard en een klein stukje wat minder hard. We moeten wachten op twee mannen die niet al te snel waren en toch vier rondes deden. Ik moet nog veel leren van dat fietsen, maar ik ga wel degelijk harder als in het begin. Ik ga heus vooruit. Achteraan. Op de terugweg spreekt een vriendelijk veelbelovend jeugdtalent me aan. Ze is prachtig bruin. Nu fiets ik achterop, want van 0 naar 18 kilometer per uur blijft een opgave voor me zonder klik-pedalen. Toch voel ik me geen moment on-welkom. Rob heeft ook lekker gefietst. Fietsen weer op de auto en lekker naar de douche.
Dinsdag 26 juli Looptraining: Ik hoeft ‘maar’ 5 kwartier onverhard in zone 1 te lopen. Ik rij naar Joyce in de avond om voor de zonsondergang rond te lopen door Almere. Zoveel mogelijk onverhard. We nemen de schelpenpaden, de graspaadjes en gaan door het Vaartsluisbos. Soms moeten we stukjes verhard, maar dat is ook prima. Anders kom je de bruggen niet over. Ik zet node het geluid van mijn horloge weer aan. Zone 1 is anders niet vol te houden. Maar ik word wel gek van het gepiep dat ik langzamer moet. Dat wil ik niet. Alle pijn uit mijn kuiten en mijn voet waar ik vorige week last van had, is verdwenen. Joyce kwebbelt heerlijk verder. We komen in het Vaartsluisbos en ik blijf iets achter bij Joyce.
De ondergaande zon maakt het onwijs mooi. De hele wereld lijkt voorzien van een laagje bladgoud. Ik zit helemaal in het ritme van mijn voetstappen en geniet erg van deze avond. Het licht is onwijs mooi. Nog een schelpenpad en naast de verharde weg over het gras. Het gaat allemaal best lekker, maar het is niet heel gemakkelijk. Misschien is het toch nog wat benauwend. We maken nog een ommetje en Joyce heeft zelfs nog een bergje in de buurt om de vijf kwartier vol te maken. 11 Kilometer en dat niet eens echt in zone 1.
Woensdag 27 juli:
Beste JC,
Je bent een beste trainer. Je helpt me bij het zwemmen, je informeert me bij het fietsen, je bent zelf niet de snelste, maar wel degene die degelijke training geeft. Omdat je al die plusjes al hebt, kan dit minnetje er wel tussen. Ik had zin om te zwemmen. Niet een beetje, maar heel veel. Ik verheugde mij er op. Heel veel. Ik was ruim op tijd. Met GN stond ik voor de deur en er kwamen steeds meer triatleten met hun plankjes. Maar jij niet, JC; en jij had een sleutel. Jij zou training geven. Om half 6 belde MB je en was jij net weer thuis op je fiets. We zouden om 5 uur beginnen met de training beweerde je. Ammehoela! Overal staat half 6, ik had het nog zo gecontroleerd. Dus we stonden daar voor niks met zijn allen. 1 Man mopperde hardop: en op dinsdag mogen we ook al niet meer. Heel even dacht ik: fijn, daar kom ik onderuit, maar dat maakte onmiddellijk plaats voor En ik wil dit zo graag! Dat laatste bleef hangen. In de auto voelde ik me helemaal verslagen. Teneergeslagen. Je had toch kunnen wachten toen er om 5 uur niemand was?! Ik was niet boos; maar diep, diep teleurgesteld. Ik plofte thuis op de bank neer en bleef de hele avond zitten. Gelukkig was er een excuusmail, opgesteld in triatleten-taal qua zinsbouw en vergeef ik het je vanwege alle plusjes die al op je conto staan, maar wil je dit nooit meer doen JC?!
Donderdag 28 juli: Hardlooptraining. Grimmig vroeg ik me af of we niet een half uurtje eerder zouden beginnen… Maar nee, JC was er wel, maar JV gaf de training. Ik had deze trainer nog nooit gezien en aan de reacties van de anderen begreep ik dat hij dan ook een tijd wegens een militaire opleiding tot sectie (niet sexy) commandant afwezig was geweest. Ik kreeg een stevige hand en had meteen een beeld van een schreeuwerige strenge man voor me. Het was een drukke dag geweest op het werk, het was warm en ik had laat gegeten. Waardige excuses. We liepen buiten de baan de brug over en toen commandeerde JV ons een setje skippings te doen. Niemand begon. MB probeerde het, maar werd gecorrigeerd. Ik werd er helemaal melig van: deze giganten, deze triatleten, ze weten niet wat een skipping is! Een soort kniehef joh. Er waren er maar heel weinig die het correct deden. Ik moest er inwendig om gniffelen. JV ws gelukkig niet heel streng. De steigerun begrepen ze dan weer wel. Zo’n beetje. Ze gaan meteen hard en dan nog harder dan hard. Brug op. Grote stappen brug af en dan gaan die helden extra lang rusten omdat JV ze toch niet kan zien. Ik moet er zo om lachen! We moesten nog het trapje op en JV wist precies wie aan te moedigen. Voor een commandant zat er veel zicht op zijn mensen in. Schreeuwen op de juiste toon. De baan op. Ik luisterde niet zo best: 800 meter, 600 meter, 400 meter; maar daartussen was me even een raadseltje. Iets met 300, 200 en 100 meter dribbelen. 800 meter net onder duurtempo ging nog wel, maar het was zo heet op de baan met de zon erop! No thanks. Hoe moet ik in ‘s hemelsnaam die dribbelmeters uittellen? Ik ben echt slecht in baanrondes afmeten. Vraag me elke keer af waar alle baantekens voor staan. JV kan aansluiten in de rij met mensen die me aanraden korter grondcontact te maken en mijn knieën hoger op te trekken. 600 meter op iets hoger dan duurtempo. Niet voor JV, maar voor mezelf ging ik toch maar weer eens aan het werk met mijn loophouding. Knieen optrekken, afzetten: het werkt wel… JV scoorde dikke punten door dit op te merken! En hij voegde er aan toe dat ik het niet voor hem hoefde te doen. Een commandant met een heel heldere kijk. De strenge schreeuwerige commandant met het Brabants accent is absoluut een prima trainer, weg met die vooroordelen! De 400 meter moest flink op tempo. Flink zweten. Toen van de baan af wandelen en twee keer het rondje met het trapje. Vanaf de baan kon de commandant de snelle mannen makkelijk toeroepen! Dus schreeuwen zat wel in de opleiding blijkbaar. Ik deed het ook netjes twee keer. En daarna moesten we 400, 600 en 800 meter rondjes lopen. Geen idee wat daartussen. Ik kwam bij S te lopen die te snel was gestart geloof ik. Ik was ook moe en vuurrood. We deden bijna een tomaten-wedstrijd. Wij maakten er 200 meter dribbelen van. Toen 600 meter wat langzamer (dat ging vanzelf) en ik haalde JC in. Ik zei maar niks meer van het zwemmen. Nog een keer 200 meter dribbelen en toen logen S en ik dat we al bijna op het tweede rondje zaten en deden we iets van 600 meter in plaats van 800. Anders moest de rest zo lang wachten – jaja. Vind ik zo lollig, dat die supersportieve triatleten afsnijden en smokkelen als het ze uitkomt! Grinnik. We liepen nog een rondje uit om de baan en zo kon ik weer 9,5 kilometer bijschrijven in een uur. De Garmin had het ook warm: die meet helemaal niet meer zo best. Hartslag en tempo sloeg ie maar over. Toch kom ik deze maand helemaal niet zo laag uit in de loopkilometers en ga ik de 150 wel weer over!
Vrijdag 29 juli: Het prachtige Rondje Hoge Veluwe wat zomaar een eigen blog verdient! Lees: De Hoge Veluwe
Zaterdag 30 juli: zwemles Ik durfde me niet echt te verheugen, stel dat het weer mis was? Maar deze keer stond RO als trainer klaar. De eerste trainer die begin deze maand vond ik dat een lange weg te gaan heb met zwemmen. Het pierenbad is nog een prima plek voor me dan! Ik heb veel filmpjes gekeken en weet nu goed wat de bedoeling is van een borstcrawl. Ik merk ontzettend goed het verschil met recht in het water liggen. Daar heb ik nog echt mijn pullboy (achtje) voor nodig. Ik doe de armslag rustig en elke keer zo goed mogelijk. Ik let op de stand van mijn handen en hoe ik mezelf door het water kan trekken. Ik probeer het ook wel zonder
het achtje, maar dan lig ik beduidend lager in het water. Als ik iets wil weten over de armslag of als ik me afvraag of je beter kunt trappelen als je op de waterlijn ligt, dan ga ik ‘spieken’ Ik kijk af bij de andere zwemmers. Ik zie dat ze hun benen iets uiteen houden. De armslag gaat behoorlijk goed nu. Eigenlijk is het pierenbadje nog iets te kort. Dan het ademhalen. Ik durf nu probleemloos onder water uit te ademen. Inademen is een enorme uitdaging. En dan komt RO me zeggen dat ik het dadelijk maar eens in baan 1 moet proberen. Dat is onmiddellijk Het Compliment van de Week. Ik voel me vereerd, maar ik ben er nog niet klaar voor. De lange weg te gaan doorloop ik niet in drie weekjes hoor. Ik moet de ademhaling nog onder controle krijgen. En dat is het moeilijkste deel. Ik ontdek dat ik door mijn mond moet ademen een weet waarom je recht moet liggen 9anders krijg je gewoon niet genoeg lucht). Heel soms heb ik de slag even te pakken. laat ik maar meteen om de drie keer proberen te ademen, moeilijk is het toch. Ik vind het leuk in het water. Ik zou het wel in het grote bad willen proberen, maar daar is het me te druk en -suffig- te diep. Dat is zo anders dan hier in het pierenbad, daar ben ik al voor gewaarschuwd dat het eng is als je ineens niet meer kunt staan! Maar als RO het verzoek voor de laatste 10 minuten herhaalt ga ik het toch proberen. Hij heeft het over 200 meter, maar die opdracht snap ik totaal niet. ‘Om aan het tempo te wennen’, voegt hij er aan toe en dat vat ik ook maar op als compliment. Ik ben er nog niet helemaal klaar voor, maar ik ga toch lekker letterlijk het diepe in! Het is inderdaad eng. De rest moet langzaam zwemmen, maar ik heb het gevoel dan niet de ruimte te hebben en heb geen idee hoe ver de meneer voor mij zwemt. Grappig. Maar ik heb genoeg om me zelf druk over te maken. Armslag goed doen en ademhalen en het ís diep! Ik kan hier niet meer staan! En het is ver! Ik worstel me er echt doorheen. En ik ben moe ook. RO geeft me nog mee dat ik mijn hoofd alleen opzij moet proberen te draaien om adem te halen. En dat ik mijn schouder niet meer aan hoeft te tikken: dat was goed als oefenen, maar nu moet ik doormaaien. Dat gedeelte lukt, maar ademhalen is nog een hoofdstuk apart. En wennen aan de diepte ook. GN blijkt (vandaag) ook in de langzame baan te zwemmen en zegt me dat ik ook heel goed vooruit ga en dat is het tweede compliment van de dag. Maar ik ben heel erg moe en vind het niet erg dat de les voorbij is. Dit is zwaarder dan trailrunnen zeg. En ik heb beretrek! Ik ga best vooruit op de lange weg, maar het einde is nog niet in zicht. Bedankt RO, voor het vertrouwen!
zondag 31 juli Duurritje fietsen. Het klinkt bijna als een rustdag: “alleen maar” anderhalf uur fietsen wat er gister niet van kwam. ‘s Ochtends doen we ons in de Decathlon tegoed aan klik-schoenen, een betere camelbag voor mij, goede handschoenen voor Rob, schoenen voor Vincent en een BH met ‘ingebouwde’ hartslagmeter voor mij. Na de F1-race trok ik me van de bank en ging bepakt en bezakt testen of de Garmin Edge (een fietscomputertje) de route goed kan aangeven. Dit voor de lange toch van Vincent en mij die op het programma staat. De klik-pedalen proberen we vanavond pas uit. Ik ga lekker rustig en ik ken de weg wel langs de plassen en over de dijk. Ik rij natuurlijk verkeerd om en heb wind tegen. De route is hartstikke duidelijk. Ik ga rustig aan en maak geen haast. Lekker een beetje naar de muziek luisteren en om me heen kijken naar de skyline, de plassen en de heldere lucht met witte wolken erin. Ik maak wat foto’s, neem de wind mee langs de Noorderplassen, slinger om de koe heen en bewonder de bootjes en het mooie groen. Dan ga ik de stad weer in en komt het opletten op de route. Samen met de knooppunten is het heel erg goed te doen. Ik wijk expres van de route af om de Leegwaterplas heen. Uiteindelijk kom ik weer bij punt 52. Punt 74 mis ik echt, maar gelukkig ken ik in Almere de weg en zit ik zo weer op de route. Ik versnel nog eventjes voor de lol, maar gewoon langzaam trappen is ook prima. Ik volg trouw de knooppunten en ga een rondje extra om de wijk heen om de anderhalf uur vol te maken. Dik 30 kilometer op de fietsteller. Na het eten gaan we naar buiten om de klik-pedalen te testen. Maar de mijne passen niet! Ik ben klaar om te vallen, klikt het niet eens tussen mij en de pedalen 🙁