Over zes weken is de halve marathon van Eindhoven en ik ga daaraan meedoen. Zes weken de tijd om daar naartoe te trainen en om 5 kilo (minstens) af te vallen. Dus ik eet weer (te) weinig en na lang nadenken ga ik proberen om het schema te volgen van 1 uur 49 minuten. En dan goed de grens bewaken en accepteren als er iets is wat niet haalbaar blijkt te zijn. Dat was het plan tenminste. 1 Uur en 59 minuten is te weinig uitdaging en in mijn agenda staat de tussenvorm voor 1 uur een 55 minuten. Vanavond zou ik gaan trainen, maar waarom de hele dag wachten en dan de familie weer een avond zonder me te gunnen als het ‘s middags gemakkelijker is?
Dus om kwart voor 2 had ik de korte broek aan (maat M moet weer gaan passen) en ik had een schema in mijn horloge. 2 Kilometer inlopen – moeilijk hoor om rond de zes-dertig te lopen, dus het werd zes minuten precies. Ik had vannacht al bedacht om maar zoveel mogelijk langs de oostvaardersplassen te lopen. Ik moest drie keer twee kilometer lopen binnen 10 minuten. Vrij forse afstand voor mij in een behoorlijk hoog tempo. Ik had het snel heet en zorgde voor flinke verjonging langs de oostvaardersplassen die werden ‘bevolkt’ door fietsende 60-plussers. Ik was blij toen de eerste twee kilometer erop zaten. 10 minuten en 3 seconden. Net niet gehaald dus en ik wist ook dat het niet beter zou worden.
5 Minuten rust en mijn tempo ging drastisch omlaag. Na twee minuten was ik weer op adem. Ik zag al op tegen de volgende twee kilometer, maar begon weer op het fietspad. Ik heb als last dat ik echt niet kan inschatten hoe lang twee kilometer zijn: kan het hele fietspad zijn, maar ook tot de brug – ik heb geen idee! Dat maakt het mentaal wat zwaarder, maar mijn benen blijven wel doorgaan. Ik moet proberen er niet bij na te denken 😉 En dan zijn twee kilometer best ver. 10 minuten en tien seconden. Ik was me aan het afvragen of ik de laatste zou skippen, maar dat kán ik gewoon niet.
Deze 5 minuten rust moest ik zelfs wandelen. Het duurde wel drie minuten voor ik een beetje op adem was. Toen hobbelde ik weer door om de mevrouw met hond in te halen, dat lukt wandelend niet. Op voor de laatste twee kilometer! Hoe ver, geen idee. Mijn horloge begon te piepen dat ik iets sneller moest, maar ik kon gewoon niet meer. En dan nog anderhalve kilometer blijven proberen op een tempo van 5:10 te lopen… Het viel niet mee, maar ik dééd het gewoon. Ik kwam niemand tegen tussen de kassen. 1o minuten en 19 seconden. Twee kilometer is heel, heel ver soms.
Ik wandelde meteen het bos in. Het gekke was dat ik baalde dat ik het niet had gehaald, maar dat ik over het hoofd zag dat ik nergens pijn had! Ik druppelde van het zweet en de tijden waren veelbelovend: 7 kilometer in 39 minuten en 8 kilometer in 45 minuten en 7 seconden. Maar nu was het tempo helemaal zoek! 10 Kilometer in 56 minuten, meldde de telefoon terwijl ik de brug op wan-del-de. Ik was er nog niet eens! De laatste kilometer in het park haalde ik het tempo er helemaal af hoewel ik wel weer hardliep, want ik had veel energie nodig om niet te veel te balen dat meteen de eerste training al niet gelukt was.
Ik had al bijna het dubbelde aantal calorieën verbruikt wat ik op deze dag had gegeten! Dus er kon een koekje vanaf…Het valt echt niet mee om tevreden te zijn met 11 kilometer in 1 uur en zeven minuten. Het valt niet mee om te bedenken dat 6 kilometer op een tempo van bijna 12 kilometer per uur best een behoorlijke prestatie is en een mooi begin. Ik heb een tijd achter de computer gezeten en lekker gedouched en toen merkte ik dat ik nergens meer last van had. Niet van mijn voet, geen spierpijn, niet in mijn lies, geen pijn in mijn buik. En dat vond ik eigenlijk dan weer wél een hele prestatie!!