browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

De Vrouwentriatlon in Utrecht – mijn tweede achtste triatlon.

Posted by on 25 June 2017

Ik heb weer te weinig geslapen (6,5 uur maar). Dus ik ben moe. Bijna te moe om zenuwachtig te zijn. Dat is een voordeel! Ik ben wel gespannen. Op het laatste moment heb ik besloten voor de tijdritfiets te gaan, toen ik het fietspad zag. Ik eet 2 bolletjes met stroop, drink een bidon met sportdrank en om 9 uur vertrekken Rob en Vincent en ik naar Utrecht.
Vorige keer in Duin deed ik een sprinttriatlon: dat is een halve olympische afstand van de triatlon: 750 meter zwemmen, 20 kilometer fietsen en 5 kilometer hardlopen. Toen was het allemaal net ietsje minder. Vandaag doe ik een achtste triatlon: 500 meter zwemmen, 20 kilometer fietsen en 5 kilometer hardlopen. Volg je hem nog? Het zit in de zwemafstand. Helaas is elke triatlon net ietsje anders: was het bij Duin allemaal net ietsje minder ver, vandaag ga ik fietsen op een fietspad van 8 kilometer en dat in drie ronden, dus worden het 24 kilometer. Al mijn mede-atleten zijn vrouwen. Van alle pluimage. Ik hoop dat ik onder de 1 uur twintig uitkom, iets sneller dan in Duin.

Mijn tijdritfiets in de transitieruimte.


Bij aankomst hebben we gelachen om de parkeer’kunsten’ van de vrouwen! 3 Auto’s op 5 parkeerplaatsen: ja, wij zitten goed! Meteen maar het startnummer halen. Dan spullen pakken en naar de TA, de transitieruimte. We zijn zo vroeg. Heel rustig alles klaarleggen. Het is gemoedelijk, goed georganiseerd, maar zonder het testosteron. Ik twijfel: wetsuit of niet? is de vraag. Nog even naar de WC. Wetsuit? Of alleen trisuit?! dan zie ik MZ. Gezellig! Hij komt iemand anders aanmoedigen (hij is een man immers en mag niet meedoen) De zestiende triatlon is bezig. Ja, ik ga in wetsuit. Ik heb ‘m zo aan. Hopelijk straks ook zo weer uit… Geen warming up voor mij, geen gespring in het veld! Ik heb nu al trek. Dom, want ik heb niets bij me. Een gel, maar geen water. Geen broodje, geen banaan. Ik pik vast een bekertje water om 11 uur voor de oervieze colagel. Dan ga ik even het water in.  Even naar de boei kijken. Weet ik nog van vorige keer, dan voel ik me safer. De rest komt ook en we krijgen nog een briefing. Ik klets met mevrouw nr 59. Ik ben maar weinig gespannen: alles is zoals het is. Zwemmen begin ik laat aan, ik mis het startschot volledig en de aansluiting ook! Eerst even adem op orde krijgen.

De achterste van deze twee zwemster, met haar rechterarm omhoog, dat ben ik. Tussen de roze badmutsen 🙂


Zwemmen gaat redelijk. Ik raak uit koers en moet voor mijn gevoel terug naar rechts steken. Het gaat zo snel! Ik moet dit beter kunnen doen. Het duurt even voor ik erin zit. Dan zijn we al bij de boei. Ik heb niet het idee dat ik goed genoeg ga. Het voelt slecht. Insteken lukt niet zoals zou moeten, onrustig. Ik wijk weer teveel uit naar rechts. En dan komt het erin. Dat ik dit gewoon kan! Vorig jaar in het pierenbad, toen had ik NOOIT gedacht dit te kunnen. De emotie werkt vertragend, dus ik moet het opzij zetten. Naar de vlag. Water uit, dat voelt raar, om de vlag heen rennen en weer het water in. Ik zag Rob zitten. Dan gaat het beter. Ik wil inhalen, ik krijg de slag te pakken en het gaat als een tierelier.

Dit deel van het wetsuit was zo uit.


Om de laatste boei heen en dan opstaan en hup dat pak uit. Ik zie MZ en ren moeiteloos het strand op en de TA in. In de middenmoot voor mijn idee. Ik krijg door de chip het pak niet uit en baal daarvan. Schoentjes aan, helm op, startnummer en fiets pakken. Geen handschoentjes, geen sokken. Mijn horloge doet de transitie niet, grrrr. Stukje lopen is wel opeens lastig, beetje duizelig. Opstappen is slecht. Ik hoor W en J bijna lachen achter me. Ik zie MZ en ga de brug over en klik dan pas in. Op het fietspad.

Ik heb er zin in! (foto MZ)


Het waait. Ik ga meteen lekker door. Hard. Boven de 30. Inhalen. Pacmannen. Ik maak me grote zorgen om de lengte van het rondje en hoe ik weet hoeveel rondjes en waar het ‘rond’ is. Ik vind de wind eng, niet moeilijk, maar eng. Door die lichte fiets. Weer een meid ingehaald. Wat een tempo, wat een fiets, wat een kracht. Ben ik dat?! En dan haal ik er weer 4 in. Zonder moeite eigenlijk. Dit kan toch niet. De wind pakt me, de bocht nekt me en ik fiets het gras in. Hoog gras. Het gaat gecontroleerd, maar is niet de bedoeling. Snel uitklikken, niet vallen, ik zie ze voorbij razen en daar baal ik van, ik roep tegen de hardloopster dat het goed is (ze stopte eventjes) en ga weer op weg. Weer inhalen. Een beetje angstiger, een ervaring rijker. Ik zwaai naar W die me tegemoet fietst. En pak het op.

Ik ken dit gedreven racemonster niet hoor.......


De tweede ronde ga ik verder met mijn pakman spel. Fijn om doelen te hebben. Inhalen. Stuk voor stuk. Het tempo blijft hoog. Ook tegen de wind in. Ik snap niks van dit rondje. Let op de weg voor me, niet op de omgeving. Soms op een vader met klein kind, op de keer op keer tegemoet komende wielrenner, op de knappe hardloper. Hihi, dat moeten ze bij een vrouwenwedstrijd vaker doen: knappe hardlopers inzetten! Ik kan niet drinken. Ik krijg het flesje niet los. Dat voel ik. Ik wil wel, maar het kan niet, dat is mijn sportdrank potdikkie. Ik zie Vincent en Rob niet, maar doordat het horloge verbinding maakt, weet ik dat ze er zijn. Laatste rondje. Ik bedenk dat het wel onhoudbaar wordt. Zelfs ik heb even moeite met wind tegen. Er vallen 6 druppels. Ik weet niet meer waar ik de bocht uitvloog. De vrijwilligster laat de auto te snel oversteken, hallo… ik kom met 35km/u aan! In de laatste ronde wordt het moeilijk in te halen, deze dames gaan ook hard. Er wordt wel gestayerd hier en daar. Haal ik ze allebei in. 1 Kan me volgen. Ik weet dat ik na de spoorbrug een tandje lager moet schakelen. Ik hou het koppie erbij. Ik mis het zicht op hoe het gaat tov de rest. Ik word nog ingehaald, maar zij is tien jaar jonger en ik laat ‘r gaan. Ik concentreer me op de laatste bocht. Dan op het afstappen. Altijd moeilijk! Het is een rommeltje op mijn plek in de TA. Er staan twee paar dezelfde schoenen, ik moet spullen zoeken. Dan de fietsschoenen uit: dat lukt niet. Hardloopschoenen zonder sokken aan en strikken lukt me ook heel slecht. Dubbele knoop. Helm af gaat ook al niet. Gel opslokken en water er achteraan gooien. Eindelijk kan ik gaan rennen. Ik gooi Rob de zonnebril toe. Het loopt zwaar. Balen. Dit wordt ‘m niet.

Hoera, al 1 rondje gehad


Mijn hoofd loopt er tegenin. Ik wordt meteen een rondje gelapt. Het tempo vind ik niet. Ik ga straks wel wandelen, dit is kt-mt-prn. Saai. 4 Rondjes afzien. Gelukkig geen zon. Ik moet het nummer omdraaien, maar dan zit het niet lekker. Nummer 100 herkennen ze! Tweede rondje, ik hou mijn duimpje voor Rob naar beneden. Maak maar een foto…. Ergens in ronde 2 kikt de gel in, of ik vind mijn ritme, of allebei: ik ga het wel uitlopen.

op weg naar de finish


Hoe saai ook. Al die andere loopsters met hun eigen tempo maken het wel minder saai. Ik haal er veel in en ga constant aan het lopen op 5:13. Mijn tempo. Ik vind het goed als ik straks afzak naar 5:30 en reken. Ik heb mijn ritme te pakken, maar vind het niet erg leuk. Asfalt, al die wiefkes. Ik loop weer de water post voorbij. Nog twee rondjes. Tja, het moet maar. Straks bij de F1 val ik wel in slaap. Geen idee wie in welke ronde zit. Volgende kilometer weer netjes in 5:12. Ik gooi een bakje water over me heen. Nog 1 rondje. De telster kent mijn nummer inmiddels: dit was de laatste keer. Ja, nu het net een beetje gaat. Hoe kan ik ooit een kwart of een halve gaan doen?! Niet het moment om daar aan te denken. Denk aan de finish en aan eten-eten-eten. Wat ik dus niet bij me heb. Het lijkt me nog zo rustig bij de finish. Rob loopt mee, ik kan nog wel, maar ik schrik van de tijd. Lang!

Blij dat ik er ben


Het was minder zwemmen dan Duin, maar ik ben 7 minuten langzamer. Hmm. I did it again. Ik prop winegums in mijn mond en drink water en sportdrank en water. Ik ben niet kapot, wel moe, maar niet stuk-stuk. Gek genoeg vooral teleurgesteld. Door die tijd. Niet eens in de top 10. Grrr. Er druppelen nog wel heel veel dames binnen. Duin voelde beter. Echte tevredenheid spat er niet vanaf. Ik spreek nummer 59 aan die ik binnen zie komen. Tien minuten na mij. Neem nog tucjes. Vincent wil wel naar huis, maar ik wil naar de tombola. Ik pak mijn spullen en klets nog met een buurvrouw in de TA die zich omkleed en mijn fiets bewondert. Ik loop moeiteloos naar de auto en klets met de mevrouw die naast ons haar fiets weglegt. We lopen weer terug voor de prijsuitreiking. Want stel… Ik hoor immers bij de 40+ers! Vorig jaar was ik met mijn tijd derde geworden. Ik app met Manuel, met MZ en ben benieuwd naar mijn positie. De winnaressen van de 16de, de 50plussers -er waren er twee sneller dan de 40plussers en dan haak ik al af. En dan de 40ers. Ik sta nog met de telefoon te miepen, als Rob mijn tas wegtrekt. En de telefoon. Ik ben geen derde, ook geen tweede: ik ben de snelste 40plusser! Eerste! Ik ben overdonderd, totaal. Zo onverwacht! Dat was de droom dan wel, maar nu moet ik op dat hoogste plankje springen. Ik had mijn trui uit moeten doen en TVAer moeten en mogen zijn, dichterbij moeten gaan staan… Ik juich. We mogen iets uitzoeken. Ik neem het DAtasje mee. We wachten niet op de tombola. Het gaat me niet om de prijs, het gaat om het podium. Ik ben verbijsterd.

YES


Tijdens de F1 slaap ik niet. Ik doe de was, ruim op, douche en vreet een zak chips leeg. ik heb nachtcreme gewonnen, hahahah! Had ik toch maar het zwembrilletje moeten kiezen. Volgens Rob zat ik zeer zeker wel voorin met zwemmen. Ik zwem volgens het boekje, ziet hij. Alles te strak, te goed qua zwemslag. Mijn wisseltijden zijn weer rampzalig! Ben ik van de 123 deelneemsters 99ste in T2…. Zonde. Maar als ik terugkijk, snap ik het wel. Oefenen, oefenen, oefenen. En elastiekveters kopen. En een drinksysteem voor voorop. Fietsen is oké, rennen matig. Alles was net meer dan gewoonlijk: 568m zwemmen, 24,3 km fietsen en 5,4km hardlopen. De hartslag was gruwelijk hoog. Soms is het even lastig (duizelig) opstaan, maar ik ga gewoon door. Toch mist de echte trots. Omdat ik geen medaille heb? Omdat ik langzamer was dan ik verwachtte? Omdat ik moe ben? Of snap ik het gewoon niet echt? Misschien dat ik morgen ineens merk dat het geen droom was….

Altijd leuk, die statistiekjes....


Terugkijkend: ik heb gedaan wat ik van mezelf verwachtte, ik heb gevierd dat ik in een jaar heb leren zwemmen. En hoe. Ik kan zwemmen. Van nul naar eerste. Dat vind ik leuk, dat zwemmen.  Dat water voelt goed. Fietsen is mijn ding. Ik kan hard. Ongelooflijk hard, dat geloof ik zelf niet. Die kant ken ik niet van mijzelf, dan voel ik me MvdB, die de term ‘pacmannen op de fiets’ heeft bedacht. En lopen: daar moeten Vincent en ik aan werken. Al is 5:13 voor mij prima; dat is wel wat ik kan. Wisselen is een ramp. Beter dan vorige keer, maar het blijft slecht. Aanpassingen in maken dus. Of ik nu vol vertrouwen naar de kwart doorga? Wat denk je zelf….

Comments are closed.