Op maandag 17 juli mocht ik uitfietsen. Gister was zowaar een sportvrije dag, die zelfs ik deze keer maar eens in ere hield! Niet dat ik ergens last van had hoor, alleen een beetje roodbruin geworden van het niet-insmeren, een schuurplekje in de lies en ‘s ochtends een heel kleine beetje stijf – maar dat is met een uurtje bekeken. Blijft het nagenieten nog het langste hangen! Maar maandagavond dus weer op de fiets, geen last meer van schuurplekjes of iets. Ik bracht Vincent op de fiets naar zijn fietstraining en ging alleen verder. Kwam me wel goed uit, ik had geen zin me aan de groep te moeten conformeren: ik wilde over de dijk. Het duurde iets langer voor ik die gevonden had (richtingsgevoel in poort ontbreekt) en toen bleek ik dik wind tegen te hebben. Je wil wat he! Ik trapte gewoon lekker door: mijn ding, mijn avond, mijn tegenwind, mijn tempo. En dat hoeft niet hoog, niet hard. Ik mocht anderhalf uur, maar ik wilde natuurlijk de 40 kilometer weer halen, dus het werd iets langer (een kwartiertje meer). Daarna ging ik hardlopen. Ik wilde naar de nieuwe heuvel en terug. Eerlijk gezegd was ik vergeten wat het schema me ‘opdroeg’. Ik ging gewoon best lekker: mij bevalt dat lopen na het fietsen eigenlijk best wel. Ik wilde rond d 6 minuten per kilometer. Ik keek even uit over de berg en hobbelde weer terug. 27 Minuten en 4,4 kilometer: ik had geen zin om de 5 ook nog vol te maken: het was leuk geweest voor een avondje!
Dinsdag 18 juli heb ik 4 keer 6 slagen in het buitenbad van het zwembad in de sauna gedaan. Zonder zwembril, zonder zwemkleding. Ik kom beter tot mezelf en tot rust als ik mag bewegen en daarvan zweet dan wanneer ik stil moet zitten om te zweten. Ik zag andere triatleten zwemmen in het buitenwater en hardlooptraining volgen: ik was een beetje jaloers zelfs!
Woensdag 19 juli dan wel buiten zwemmen. Samen met Vincent. Hij vond het spannend en ik ook: zonder wetsuit, met zijn tweetjes: Vincent nog hoestend en ik onzeker. We moesten er even doorheen, door het koude water, maar toen gingen we schoolslag doen. Ik bleef vlak naast Vincent. “mama, ik zit vast in de planten” “mama, ik kan niets zien onder water” “mama, ik durf niet verder” “uche-uche-uche” “mama, er zitten overal planten!”. Maar met drie borstcrawlslagen haalt hij me in. Toen gingen we een meerkoet ‘vangen’. We zwommen rond achter het beest aan en dan zwemt Vincent zijn moeder er volkomen uit! De meerkoet liet zich echter niet pakken en fladderde weg. Wij fladderden terug naar de kant. Vincent ging spelen en ik zwom op en neer naar het steigertje een kleine stukje verderop. Viel me mee, zwemmen zonder wetsuit aan en alleen in trisuit. Ik trok mijn zanderige schoenen aan en ging een klein stukje hardlopen. Vincent had al vriendjes gevonden en was in zijn trisuit de bom bij de meiden. Ik liep maar twee kilometer en gaat hardlopen na het fietsen mij goed af, hardlopen na een stukje zwemmen is helemaal lekker! Ik ging op een lekker tempo bij een lage hartslag. En toen het water weer in. Vond ik een beetje spannend: Vincent ging me filmen. Ik zwom onder de brug door en in de schaduw was het koud, het water! Het was gaaf om onder de brug door te gaan en ik ging weer terug: zo’n 325 meter gezwommen. Het was niet veel en ver, maar ik vond het wel een geinige training geweest.
Rupsje nooit-genoeg en ik-moest-gister-ook-al-stilzitten ging ook nog fietsen ‘s avonds. Manuel ging mee, tenminste het eerste deel. We fietsten naar de sluisjes en toen keerden we op tempo terug naar Almere, waar Manuel bijtijds thuis wilde zijn. Ik ging alleen verder langs de plassen richting de dijk. Voor de tweede keer deze week, had ik niet goed gekeken naar het schema. Ik dacht dat ik na anderhalf uur 3×8 minuten in zone4 moest doen, met twee minuten rust. Dat had ik zo uitgeteld om op een half uur uit te komen. Ik kwam na 75 minuten op de dijk en dacht: ik doe ze nu vast, dat is makkelijker als door de wijken heen. En dan gaat zone4 best hard. Ik kijk alleen maar naar de hartslag en hou die rond de 150, maar ik kwam veel verder als ik had gedacht in die 8 minuten. Ik kwam de Noorderplassen wel rond, hoopte ik. Ook deze keer op de dijk had ik wind tegen. Langs de Noorderplassen kwam ik er niet zo goed in omdat er veel bochten waren en een bruggetje. 4 Minuten na de laatste interval werd mijn route door koeien versperd. Reuze gezellig en het geeft wel een vakantiegevoel. Ik ging de ophaalbrugbrug bij Schateiland over en nam toen nog een interval van 4 minuten mee: wind mee, rechte weg; dat gaat lekker. En toen nog uitfietsen. En tja, dan wil ik toch die 50km halen… In ruim twee uur. Voor mijn doen prima. Achteraf stond er op het schema dat ik zone2, zone3 en zone4 door moest in die acht minuten. Jammer dan. Ik koppelde weer het lopen: op en neer door het park, ik had niet heel veel zin meer, maar het lopen ging wederom van een leien dakje. Ik stampte lekker door en was met 2,6 kilometer en een kwartiertje weer thuis.
donderdag 20 juli stond ‘s avonds de baantraining op het plan. Ik had te laat roerbakgroente gegeten (een half uur van tevoren) en was van kaart omdat de Apple Watch zomaar stuk is gegaan. En omdat die groep zo snel is en ik dat niet ben. J stond voor de ‘langzame’ volwassenen. Ik kwebbelde wel mee deze keer. Na het inlopen gingen we 4 x 800m lopen, waarvan 600m 10-kmtempo en 200m dribbelen en dat aan 1 stuk door. Dat lukt me best, al lijkt het me leuk als mijn 10km tempo onder de 5 minuten ligt. Ik moest naar de WC; dat heb je met laat eten. Dus ik miste de eerste 400m op 10km-tempo door een drukpauze. Daarna volgde 200m wandel/dribbel waarin ik de uitleg kreeg en 200m sprint, wat ik dus niet kan. Ik kan gewoon niet sprinten en ik weet niet zo goed waarom niet: loopefficiency, durf ik dat niet, kunnen mijn spieren dat niet… Geen idee! Ik mocht de complete serie nog een keer doen. Daarna deden we nog 2 x 800m, met net als de eerste keer 600m 10km-tempo wat mij lukt, dan 100m wandelen en 100m sprinten. Toen was de tijd wel op gelukkig, anders hadden we nog loopscholing gekregen. Rondje uitlopen en toen was ik minstens net zo bezweet als in de warmste sauna.
Vrijdag 21 juli begon voor Vincent dan ook eindelijk de zomervakantie. We gingen naar Hilversum fietsen. Uiteindelijk gingen we pas om half tien weg. Lekker in zone 1 en zonder klikpedalen, zodat ik snel op- en af kan stappen. Prima in de lage zones, want een stukje harder fietsen, leverde een fikse hoestaanval op bij Vincent. Doen we dus niet meer! We kwamen Manuel tegen die aan het hardlopen was. Wij gingen langs de Vaart en het was gezellig samen met Vincent. We middelden het cirkelbos: mijn stuk rechte weg, zijn stuk langs het water naar de brug. We waren na 54 minuten op de brug. Vincent had de trap genomen, ik fietste om. We pauzeerden eventjes. En toen naar beneden, langs Blaricum en naar Eemnes. Omdat er veel wind tegen was, ging ik voorop. “Je gaat steeds harder mama!” Schreeuwen lukte nog prima. We kwamen bij de A1 en hadden allebei trek: ik in een croissant, Vincent in brood met zoet. We waren er al bijna voor ons idee en het ging best snel eigenlijk. We hebben er ruim anderhalf uur op gefietst. Vincents tempo en dat voor die kleine beentjes. Terwijl Vincent 4 boterhammen verorberde, ging ik hardlopen. Lekker door Anna’s Hoeve: onverhard, heuvel op. Ik ging snel! Zou het de gel zijn? Ik vond het heerlijk: ook de andere heuvel ging ik moeiteloos naar boven. Echter, 1 probleem: het zweet liep in mijn ogen, prikte, deed pijn, waardoor ik een groot deel van de tijd met 1 oog dicht liep. Ze liepen om de beurt ‘onder’. 5 Kilometer binnen 29 minuten: ik vond het best, dribbelde in nog steeds een behoorlijk tempo terug naar 2 croissants en bijkletsen. Het rennen tussen het fietsen door stond natuurlijk ook niet op het schema! Blijkbaar pas ik het anders in qua schema deze week. Toen terugfietsen met zijn beidjes. Wind mee! Dat was nog leuker eigenlijk, nog gemakkelijker. Het begin was wel lastig, want dan zijn de beentjes al een beetje moe. We maakten twee stops nu: de eerste bij het sluisje bij Blaricum en toen de brug over. Nu namen we mijn route langs de nudistencamping en de miniatuur-vliegtuigjes. Daarna over het Vierbruggenpad, waar Vincent mij ervan blijft proberen te overtuigen dat het 5 bruggen zijn. De tweede stop bij de witte brug en de Kemphaan. We namen dezelfde route terug en het werd best een heel eind. Meer dan 60 kilometer fietsen als je 11 bent is best knap. Wat verdien je dan? Drie grote bolletjes vanille-ijs van de IJspressie. We hadden de terugweg iets sneller gedaan zelfs. Ik had wel zin, maar zag geen mogelijkheid om ‘s avonds weer buiten te gaan zwemmen.
Zaterdagochtend de 22ste juli volgt het zwaarste loopmoment van de week: nuchter, lage zone met een hartslagbeperking op de 126 slagen. En het was warm en benauwd: kortom ik genoot NIET.
Ik liep de hele tijd af te remmen, in te houden en inwendig te mopperen en mokken. Ik had trek, ik had pijn in mijn rechterhiel, linkerknie, rechterbovenbeen, linkerhiel. Ik wilde naar huis, naar de AH om eten te halen, in mijn bed liggen en ontbijten. Het was zwaar, vervelend en balen. Het lichtpuntje lag aan het einde bij de AH: bolletjes kopen snel naar huis. 5 Kilometer in 36 minuten. En dan bolletjes eten. En toen viel het best mee en was ik toch een beetje trots dat ik het gedaan had, ondanks alle tegenzin.
‘s Middags ging ik naar het zwembad. Eerst kletsen met de andere ouders en dan in baan2 gaan inzwemmen. Ik moest de kar trekken want R was er niet. Hmmm. Gelukkig waren het allemaal korte stukken en piramides zwemmen: dan kan ik het uitgeteld krijgen. Ik ging lekker, ik deed alles met pullboui. Telkens verschillende tempo’s. En een hele serie steigerswims. Ik tel me er wel doorheen. We moesten ook verschillend ademen, vond ik leuk en uitdagend. Ik adem 1 op 2 slagen of liever nog 1 op 4. Maar oneven ademen is een uitdaging die nog voor me open ligt. Ik steek nu andersom in, voor mijn gevoel: mijn duim eerst. Dat levert alvast veel extra kracht op. Nu nog leren mijn hand plat neer te leggen, maar ik weet nog niet hoe. Ik zwom een uur en volgens mijn horloge een heel eind ook. Het lijkt erop dat ik mijn trainingsweek met 11uur en drie kwartier wel aardig vol heb gemaakt.