Ik hou niet van rust. Ik kan er slecht mee omgaan. Ik word er ongedurig van en prikkelbaar. Intussen is een weekje met 4 uur sporten rust. Nu maak ik even mijn eigen schema’s. Mijn eigen houvast. Tot ik een andere train(st)er heb gevonden en tot ik weet wat ik verder qua doelen wil. Van te weinig sporten ga ik twijfelen.
Dus op maandagavond deed ik….niks. Een avond twijfelen, schema verzinnen, denken over doelen, mails versturen en TV kijken.
Dan de dinsdagavond. Zwemmen! Niet dat het zwembad minder saai is, maar na het eerste doel (afvallen) is het tweede doel op korte termijn: beter de zwemtechniek leren. Heel veel baantjes zwommen we. Ik ging voorop. Omdat ik in baan 1 zat en dan moet ik wel. Het gaat wel beter nu ik niet meer bang ben om mijn armen uit het water te halen en het koud te krijgen. De trainer heeft er niets meer op aan te merken. Ik heb zelf het gevoel dat ik weer een beetje wat dingen opnieuw moet leren. Maar ik ga er weer voor!
Woensdag. Vincent moest ergens heen en ik kon drie kwartier in de wachtkamer gaan zitten of op en neer naar huis rijden of een stukje gaan lopen. Tja, loopkleding aan en de route eens van een andere kant bekijken. Gewoon alleen. Mijn tempo, mijn eigen gedachten, mijn zonnetje. Ik hobbelde heerlijk. Onverhard en ook bekend. Geen hartslagbeperking, niets moet, alles mag, niks wat hoeft. Eventjes bijkomen en glimlachen om de fotografe en om het feit dat het tempo lekker hoog kan blijven. Ja natuurlijk zweet ik ook en wil ik soms dat ik voor de wachtkamer gekozen had, maar ik ben rijk en gelukkig dat ik dit op een woensdagmiddagje kan doen! Het valt me nog niet gemakkelijk, maar ik geniet er wel van.
En daarna naar het zwembad. Kan er ook bij. Veel bekenden, veel mensen die mijn vrienden geworden zijn. Ik moet in baan 2 vanwege de drukte. We krijgen veel techniek. Heel veel. En we mogen niet met hulpmiddelen zwemmen. Best zwaar voor mij. Maar ja, ik wil het leren he. Er wordt ook veel gekletst. Ik zwem weer onbehoorlijk veel.
Donderdag naar de baantraining. Kijk: het ritme komt er echt weer in! Na een lange rotdag op het werk, heb ik geen zin. En dan de trainer die zo ambitieus is die op de fiets meegaat. Hoe ga ik dit uur doorkomen? Ik raak aan de praat met nieuwelingen, maar ik voel dat ik gister ook al liep in mijn lijf. We zijn wel een half uur buiten de baan, bruggetje op en af. Het wordt alweer vroeg donker. Op de baan doen we intervallen en mijn hartslag rijst de pan uit. Ik laat het maar gaan, ik overleef het wel. Een stuk tevredener dan voor ik begon, sluit ik de training weer af.
Vrijdag: het kan nog net, dat fietsen. En zondag moet ik een wedstrijd op de tijdritfiets doen, dus laat ik die nog eens testen. Manuel gaat mee en we rijden de dijk af richting de Noorderplassen. En verder door. 1 Keer wil ik even doortrappen om te voelen of ik dat kan. Het gaat, maar of ik ook 40 kilometer boven de 30 km/u kan trappen betwijfel ik. We kletsen. Wind of geen wind. Geen regen in elk geval. Mallotig genoeg vind ik een rondje van nog geen 35 kilometer maar een kippestukkie.
Het wordt zaterdag. Ik zou met iemand gaan hardlopen, maar die kan niet, dus ik ga alleen. Tijdens Vincents aikidoles. Anderhalf uur alleen met mijn gedachten. Met mijn rugzakje, met mijn tempo. Ondanks dat ik graag met anderen ren en klets onderweg, geniet ik enorm van mijn eigen loopje. Vooral omdat ik niet het idee heb dat ik mijn tempo aan iemand anders hoeft aan te passen. Ik ga tot het ophaalbruggetje, omdat ik de dijk net niet haal. Achteraf misschien wel, maar na 3 kwartier draai ik gewoon om. Ik haal de 15 kilometer en dit ging echt weer gewoon goed. De gemiddelde hartslag ligt nog in zone 3, maar ik vind het fijn dat ik nog 15 kilometer kan hardlopen. Dat belooft wat voor als ik een halve marathon wil lopen. Zomaar. Ik leg me niet vast, geen druk. Maar er is een mogelijkheid.
En ‘s avonds weer zwemmen. Vincent gaat niet, ik wel. Dezelfde trainer als woensdag en ik moet naar baan 2 omdat een groot aantal nieuwelingen in baan 1 les krijgt. Ik ben bijna jaloers! Ik ben wel het voorbeeld voor ze: als je niet kunt zwemmen en het toch leert. ‘Zeg je er ook bij dat ik 3 of 4 keer per week in het zwembad lag?’ vraag ik erbij. We gaan op techniekherhaling. Koprollen onderweg: het moet niet erger worden, maar ik doe het vier keer. De kant niet aanraken bij het keren en geen PB: ik doe het vier keer. Schoolslag direct na 100m borstcrawl: ik doe het allemaal mee. Ik ben weer eens flink moe na de training.
Op zondag deden we de tri together triatlon. Ik zal er een aparte blog over schrijven.