Op maandag staat mijn rustdag. Ik vind het niet eens echt erg. Op dinsdag voel ik me nog steeds niet helemaal 100%. Zal ik toch gaan? Zal ik overslaan? Ga ik lopen omdat dat in het schema staat? Of gaat deze ene training het verschil niet maken? Ik wacht tot ik me echt beter voel. Dan ga ik! Morgen alsjeblieft….
Op woensdag 10 januari gaat het beter. Ik wil weer sporten. Ik heb er zin in. Samen met Vincent ga ik proberen of we een run-bik-run kunnen doen. Zaterdag doen we de volle afstand, nu kleine stukjes. Een kilometertje rennen. Dat gaat nog best eigenlijk. De mountainbikes staan klaar. Ik doe lang over mijn schoenen wisselen, maar het is een training he. Vincent vind het fietsen erg zwaar. Ik krijg het er ook warm van. We fietsen 5 kilometertjes. Over de bospaden in de wijk. Dan weer wisselen en nog een keer dezelfde kilometer lopen. Mij gaat dat gemakkelijk af. We denken aan en verheugen ons op de chocolade. Deze kilometer gaat sneller, maar voor Vincent is het best afzien. We kunnen het!
Daarna gaan we zwemmen. Ik doe in baan 2 een groot deel voorop en een deel met achtje. Ik vind het allemaal behoorlijk leuk en ik voel mijn spieren, dus ik doe ook nog iets goed! Mijn horloge ligt thuis, dus ik tel hoeveel ik zwem. Ik zwem wel 500 m in! Het papiertje is voor de snelle banen: wij doen iets minder in baan 2. Al met al zwem ik met gemak de 2km weer vol.
Donderdag 11 januari. Bedrijfsuitje. We gaan naar Snowworld. Ik ben niet van het skiën en de kou en ik zie op tegen vallen, blesseren, pijn, ongemak. Ik treuzel met het skipak. Eenmaal op de latten, vind ik het al best aardig. Met mijn conditie kan ik best de sneeuw omhoog ploeteren. Recht naar beneden gaat ook. De ski-mat omhoog is nog het lastigst. Ik vind het leuk! Het remmen lukt aardig en ik wil gewoon zo vaak mogelijk. Niks koud. Niks vallen. Een klein uurtje een beetje op een andere manier voortbewegen. Je krijgt hier sterkere enkels van, dus zwemmen zou beter moeten gaan. Het viel me heel erg mee, maar de volgende sneeuwvakantie boeken we nog lange niet!
Vrijdag 12 januari. Ik lijk er echt doorheen. Aardig opgeknapt. Ik wil gewoon weer bewegen. Samen met Joyce ga ik lekker lopen naar het sluisje en door de modder. We kletsen en doen een rondje ‘zoons’. Ik praat ook weer mee en verveel Joyce. We stoppen een kort moment en dan zie ik KH in de verte lopen. Ik herken haar loopstijl. Ze reageert pas laat op ons geroep en dan lopen we een stuk met zijn drietjes. KH kletst minstens net zoveel als wij doen. We lopen de tien kilometer vol. Ik voel me verwarmd. ‘s Middags ben ik er wel moe van en ik sla het fietsen voor vandaag over. Even zuinig zijn op de hervonden energie.
Zaterdag 13 januari: Vincent en ik gaan meedoen aan de korte cross run-bik-run bij het Henschotermeer. Rob ging mee om foto’s te maken. We namen alledrie de mountainbikes mee. We haalden de startnummers en er blijken maar 8 mensen aan de korte cross mee te doen! Daarom starten we tegelijk met de langere cross. Wij gaan 2,5 kilometer hardlopen, gevolgd door 11 kilometer mountainbiken en sluiten af met 1,5 kilometer hardlopen. Vincent en ik blijven bij elkaar. De fietsen neerzetten is nog best lastig! Het is allemaal heel kleinschalig en het is meteen duidelijk dat Vincent de jongste deelnemer is en daar dan ook onmiddellijk mee opvalt. Na de briefing gaan we al van start. We worden door bijna iedereen ingehaald bij het hardlopen. Vincent blijft nog even achterom kijken, maar de hoofdzaak is het doorploegen in het zand. Best moeizaam… Het stukje gras is een verademing. We doen de eerste kilometer wat snel. De tweede kilometer stort ik een beetje in en laat ik Vincent voor me door het mulle zand ploegen. We lopen weer terug naar de brug en gaan het heuveltje over. We blijven in contact en bij elkaar. Ik vind dit het lastigste deel en schakel dan over op een laissez-fair houding en ga aan het genieten. We nemen nog een extra lusje en dan zijn de heuveltjes op best zwaar! We hebben het al niet meer koud en de zonnebril gaat af, want die beslaat. Ik had gehoopt dat we de 2,5 kilometer in een kwartiertje konden lopen, maar het heeft langer geduurd. Dat is het enigste momentje dat ik ook maar iets om de tijd gaf. We zijn al in de wisselzone. Het jasje is snel uit, ik pruts de fietsschoenen aan en de fietsbroek en Vincent doet dat ook. De man noemt onze namen en iedereen roept “kom op Vincent”. Met een paar winegums gaan we de wisselzone (zand) uit en stappen op. Het eerste heuveltje is al erg, haha! Dan het zand. Mul zand. Nog vrijwel zonder sporen. Ik maak meteen duidelijk dat afstappen en rennend verder er bij hoort! Iedereen moedigt Vincent aan omdat hij zo dapper en klein is, dat is erg leuk! Weg gaan het bos in en de heuveltjes moeten we nog wel ‘s afstappen. Ik herken wel wat dingen van vorig jaar. Bij het fietsen ga ik voorop. Ik kijk vaak om waar Vincent blijft en hou hem in het vizier. We worden ingehaald en houden zoveel mogelijk rechts. Bij de parkeerplaats wil ik Vincent zeggen dat we nu niet meer hoeven te stoppen of in te houden voor de inhalers, maar dan neem ik de verkeerde afslag. We gaan een stukje over de parkeerplaatsen en keren om. Dan gaan we nog een stukje verkeerd achter een andere ‘verdwaalden’ aan. Daarna komen we weer in het bos: dat is een lekker stukje! Vincent durft over de boomstam te fietsen, ik stap af want ik word ingehaald. Dan langs de somber uitziende camping en terug het bos in. We komen weer bij het Henschotermeer en ik betrap Vincent op een brede grijns. We zijn allebei erg aan het genieten. Rob zit op een heuveltje om iedereen te fotograferen. We zijn bijna het eerste rondje door. De lange cross doet vier ronden, wij hoeven er maar twee. Nu komen we het eerste heuveltje bijna op! Ik rij het water in en haal er een nat voetje, maar daar geef ik niks om. Het zand bestaat nu grotendeels uit een spoortje en aan het einde in het mulle zand moeten meer mensen afstappen. Hebben ze tijd om Vincent aan te sporen en ik wacht tot hij er ook is. Heuveltjes over en ons in laten halen. Dan gaan we het bos weer in en ik stuif even voor Vincent uit op mijn tempo. Omdat het kan op dit stukje en omdat ik dan een foto van hem kan maken! We nemen nu de goede route langs de parkeerplaatsen. Ik ga nog een keer een stukje vooruit. Vincents energie neemt af. Bij de boomstam wil ik er ook overheen, maar ik donder hard tegen de grond aan. Gelukkig is er niemand die het ziet! Ik wacht op Vincent, maar die valt ook. Hij gaat snel aan de kant, maar kan -net als ik- verder. Even vindt Vincent het niet meer leuk. Van de weeromstuit glijd hij nog een keer om en dan word ik boos omdat hij midden op het pad stopt en hij snauwt omdat ik boos ben. Hij wil harder, maar van mij hoeft dat niet. We hebben het heel snel uitgepraat en dan gaan we verder. Vincent voorop. Het is alweer leuk als de fotografe hem prijst en een verlaten toeschouwer applaudisseert. We komen langs Rob en pas daarna kan ik Vincent inhalen. Veel mensen die ons voorbij fietsen, roepen dat Vincent zo dapper is en vol moet houden. 1 Mevrouw vind het superleuk dat wij dit samen doen. Asfalt, heuveltjes nog een keer over en dan komt dadelijk de grootste opgave: nog een stukje hardlopen. Eerst zitten mijn fietsschoenen vast en krijg ik moeilijk gewisseld. Het duurt wat lang, maar who-cares.. “Mama, helm af” herinnert Vincent mij. “Pak een paar slokken sportdrank”, spoor ik hem aan. We lopen over de matten en dan het strand weer op voor het laatste kleine rondje. De aankomend winnaar van de lange cross is ook net aan de laatste loopronde begonnen. Vincent heeft het zwaar, maar geeft niet op. We blijven vlak bij elkaar. Ik voel me nu kiplekker en ben blij dat we dit samen kunnen doen en dat het mij lukt. We gaan de brug over en ik help Vincent het heuveltje op. We gaan de finish halen nu! Nog een brug over en we zijn allebei supertrots en blij. We gaan hand-in-hand de finish over. Als laatste van de korte cross, maar daar geven we niks om. We krijgen een mooie houten medaille. Wat ben ik supertrots en blij. Vincent huppelt er bijna van; als dat nog gelukt was tenminste… Ik ben maar een beetje moe. Ik heb last van mijn knie van het vallen. Bij het lopen voelde ik het gelukkig niet. Vincents pijn is al bijna weer weg. We zetten de spullen in de auto en gaan naar de brasserie voor de prijsuitreiking. Niet dat het mij boeit, maar voor Vincent moet het toch wel gaaf zijn! Hij is tweede bij de junioren. De winnaar is een kop groter en 13 jaar. En ik… ben tweede dame geworden. HAHAHA. De andere dame is pas 20. We mogen iets uitzoeken van de tafel en ik scoor een jackje en Vincent na lang twijfelen ene shirt. Dat is mooi meegenomen, maar de ervaring: dat is de hoofdprijs!
En dan … ben je een echte held als je ook nog gaat zwemmen! Vincent traint een uur mee, terwijl ik tevergeefs op een badpak jaag. Mijn energienivo is wat verminderd, maar ik ga toch zwemmen in baan 1. We zijn met zijn drietjes en ik zwem voorop. Baan na baan na baan. Ik heb er weinig moeite mee, maar voel dat ik op sportdrank zwem. Ik let goed op mijn doorhaal. Ook de 400m zwem ik lekker door. Ik doe alle oefeningen en het gaat weer goed.
Zondag 14 januari. Ik heb nergens last van, alleen een hele grote (pijnlijke) blauwe plek op mijn knie. Ik voel me echt weer de oude: energiek en overal zin in. We hebben een set weekendklusjes liggen. Als de fietsen schoon zijn, pak ik de racefiets er weer bij. De zon schijnt, het is droog: ik kan naar buiten! Ik kleed me warm aan, maar vergeet de dubbele sokken. Op de fiets geniet ik al snel: ik ga heel veel uitklikken vandaag om te oefenen. Dit is zoveel fijner dan de Tacx! Ik klik en merk dat het een korte, heftige beweging is. Door mijn oranje zonnebril lijkt alles nog zonniger. Het gaat lekker, ook al mag ik niet langs de Oostvaardersplassen (ivm winterafsluiting). Ik ga de dijk op richting de Noorderplassen. Ik ga eerst over het smalle pad. Het valt me op dat ik minder angstig ben. Ik ben ook niet gefocust op het tempo of de tijd. Ik kijk om me heen, naar het water, de zon, het beetje groen wat er nog is. Ik wacht heel geduldig tot het pad breder is en ik kan halen. Dan heb ik energie om flink door te trekken. Dadelijk op de dijk ga ik de krachtblokjes doen, maar ik weet niet meer hoelang ze moesten zijn volgens het schema. Ik lijk toch wind tegen te hebben op de dijk. Koud! Ik ga voor twee minuten naar de hoogste versnelling en trap dan door. Al na een minuut merk ik waar dit goed voor is! Verzurende beentjes… Ik rust een minuut en ga voor 3 minuten. Ik herhaal de 3 minuten 3 keer. Met het uitkijken bij het oversteken. Mijn voeten missen het paar extra sokken. Ik ga de dijk af en langs de kassen doe ik nog en 2 minuten blokje. Dan heb ik een uur gefietst en ga ik de 25 kilometer halen en ik trap rustig naar huis. Met een keer of tien uitklikken inclusief.