Maandag is de rustdag. Nu ik op zondag meteen na de training aan hersteldrank ben begonnen, voel ik me op maandag niet meer erg moe.
Dinsdagavond gaan we op bezoek bij een school en daarna zetten Rob en Vincent me af bij de zwemtraining. We gaan een CSS-test doen: 400m en 200m zwemmen op je hardst en daarmee je zwemzones bepalen. We zwemmen flink in. Ik doe zoveel mogelijk zonder pullboy. Vorige keer heb ik de test met pullboy gedaan en zwom ik 7:53 over de 400m. Nu ga ik zonder pullboy. Het voelt een stuk minder soepel, maar ik zwem graag de langere afstanden. We timen zelf. Ik doe er 8 minuten over. Dat is heel redelijk! De 200m doe ik ook zonder pullboy en daar ga ik dan nauwelijks harder in. 3:57. Ik ben heel tevreden, maar de trainer heeft het idee dat het toch echt nog beter moet kunnen als ik technisch de slag goed onder de knie krijg.
Woensdag ga ik ook weer zwemmen. Ik moet meedoen in baan 2 en zwem heerlijk! Het gaat goed zonder pullboy, achterop en ik doe lekker mee. Daarna heb ik in Lelystad inspanningstesten van de nieuwe trainer. Daarmee bepalen wij mijn hartslagzones. Zowel voor lopen als fietsen. Ik neem de tijdritfiets mee. Daar loopt de ketting af als we de achterband eraf halen en gaat er iets fout met de derailleur. Fietsen gaat niet lukken. Ik ben al gestresst, want inspanningstesten vind ik niet zo leuk: die lijken wel heel erg op een wedstrijd… We kunnen wel lopen op de loopband. Geen lol aan, maar ik geniet van de mensen die in de sportschool bezig zijn en ik loop gewoon zoals ik loop. Ik hoeft niet te weten hoe hard ik loop, dat boeit me niet. Ik voel wel wanneer ik op mijn omslagpunt zit: dan heb ik even totaal geen zin meer. Tegenwoordig loop ik daar doorheen en ga ik nog harder lopen. Ik haalde de 13 kilometer per uur geloof ik. Mijn hartslagzones klinken bekend! Jammer dat we niet hebben kunnen fietsen.
Donderdagavond wil ik rust. We rennen elke avond van hot naar her en ik wil niet naar de baantraining. Vincent is te verkouden voor de training. Ik ga zelf wel intervallen lopen als Vincent in bed ligt. Ik ga de straatjes weer door. 2 heel rustig, 2 sneller maar niet te, 1 dribbelen, 3 sneller, 1 dribbelen, 3 sneller, 1 dribbelen, 2 heel snel en dan weer 1 dribbelen. Ik steek de busbaan over en loop heel hard de laan der VOC over. Dan de straten achter ons huis: helft hard, 3 kwart hard, hele straat hard, 3 kwart hard, helft hard en onze straat hard terug. Dan doe ik dezelfde regeling met de straatjes weer, maar dan maar 1 rustig om te beginnen. 2 Sneller maar niet te, dribbelen, 3 sneller, 1 dribbelen en dan hard terug naar huis. Leuk gedaan!
Op vrijdagmiddag kruip ik ‘s middags op de Tacx. Met de serie en 2 uur opdrachten in hartslagzones met een aantal sounds per minute. Ik gebruik het horloge voor de tijden, kijk op het fietscomputertje voor de RPM en de tacx telt mee hoeveel kilometer ik rij. Ik kijk naar Netflix en druppel leeg. Twee uur is een hele tijd, maar ik zit en peddel ‘m uit.
Zaterdagochtend begint voortaan met een half uurtje nuchter lopen. Op een hele lage hartslag en een heel laag tempo. Met wandelen tussendoor. Ik vind het afzien en zwaar, maar ik doe het wel elke keer. ‘s Middags zwemmen, maar ik kan niet bij de kinderen meezwemmen. Ik zwem in het volwassenenuur mee en daar is het druk. 9 mensen in baan2 en ik ben de enige die terug durft naar baan1, waar maar 2 mensen zwemmen. Belachelijk! Ik erger me daaraan. Ik zwem daar niet beter op. Het is me te druk, te onrustig en de lijn ontbreekt. We moeten rustig zwemmen, maar ik lijk wel de enige die zich daar aan houdt. We zwemmen veel, maar ik kom er niet in en het gaat prut. Dat levert wel een chocoladeletter P op.
Zondag na het maken van de surprise wacht er een combitraining: 3 kwartier infietsen, dan 1 uur hardlopen en nog een kwartier uitfietsen. Ik stap weer op de Tacx, want het regent. Serie lukt niet zo heel goed en ik tel gewoon 3 kwartier af. Het lopen bestaat uit 10 minuten zone1 en 50 minuten zone2. Vincent gaat mee. De regen valt mee en het is warm. Mijn hartslagmeter heeft kuren. Ik loop bijna 12 kilometer per uur in zone1. Vincent doet soms de kortere route en wacht op mij. De hartslagmeter geeft een lagere hartslag, terwijl ik harder en harder loop. Het gaat prima, maar de hartslag moet wel hoger liggen. Vincent raad me aan de meter maar ontkoppelen en dan gaat het beter. Het tempo ligt nog steeds op bijna 11 kilometer per uur. Het uitfietsen vind ik saai, maar die twintig minuutjes zijn heel snel voorbij.
De tijdritfiets heeft een nieuwe derailleur nodig, ik heb een beetje meer tijd nodig, maar dat komt omdat ik niet de fietstest heb kunnen doen. Ik heb het idee dat de trainingen gemakkelijker zijn geworden met de nieuwe trainer FW al voelt dat tijdens de trainingen nog niet zo aan 😉