browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-25 Vakantie en de draad oppakken

Posted by on 21 July 2019

We zijn op vakantie in Duitsland. Hoofddoel: uitrusten en bijkomen van een enerverend school- en werkjaartje! Precies om deze reden heb ik de triatlon voor de zomervakantie willen doen: ik moet nu wel kalm aan doen!
Reizen, rijden, de omgeving verkennen en uitslapen: dat zijn de belangrijkste zaken op 12 en 13 juli. Het huisje ligt op een berg en de receptie met verse broodjes/zwembadje/kampvuur etc. ligt beneden, dus we komen wel degelijk aan de kilometers en de het calorie-verbruik!
Op 14 juli gaan we wandelen met zijn drietjes. Het Wasserpad.

We lopen langs de (stuw)meertjes, waar je tot mijn grote verdriet niet in mag zwemmen. We moeten een heel stuk omhoog lopen over het bospad. En halverwege is een bankje met -jawel- gratis kaartjes van de omgeving en de routes! Dan maken we een heen-en-weertje om boven op de berg van het uitzicht te kunnen genieten.

Daarna gaan we afdalen door mooie berkenbossen en krappe paadjes. Ik wil dit rondje ook hardlopen! En die ‘arme’ Vincent moet mee. Ik besluit dat ik dezelfde dag nog wil gaan, want ik voel me supergoed. Ik slaap weer goed, mijn rusthartslag is in een week 10/11 slagen lager en ik voel me prima. Twee weken niks doen is niet echt iets voor mij. Ik heb al een dikke week niet meer hardgelopen en mijn Frysmanbandje heb ik vandaag ook verwijderd. Ik wil dat afsluiten en weer gewoon lekker verder trainen!

‘s Middags gaan Vincent en ik naar het zwembadje. Het blijft toch een uitdaging om in zo’n badje van 18 meter op en neer te zwemmen tussen de (dikke) Duitsers door en de spelende Hollanders. Al met al zit ik ze dik 20 minuten en een kilometer lang in de weg. Of zij mij, hoe je het maar bekijkt. Daarna lekker in het bubbelbad en met een balletje spelen!

Tussen de de F1-race en het avondeten in gaan we hardlopen. Het is een rondje van 5 kilometer en we gaan tegen de klok in. Hetzelfde rondje als we vanmorgen gewandeld hebben. Het tempo is rampzalig en heel ver te zoeken. Het lopen zelf gaat prima, maar er zit (ook naar beneden) geen enkel tempo in. We besluiten dat we 900m hardlopen/dribbelen en 100m wandelen. Omhoog gaat het ook prima en Vincent houdt mijn tempo laag en blijft praten dat het niet meer hoeft te zijn dan we doen. Al snel zijn we eigenlijk boven.

Voordeel van het rondje tegen de klok in is, dat we ook eerder zouden kunnen stoppen. Maar nu gaan we naar beneden en dat is helemaal simpel! We wandelen netjes de laatste 100m van een kilometer. Mijn hartslag blijft gelukkig net als het tempo láág. Vincent probeert me rustig te houden en dat lukt het wel, maar ik voel me echt oké, dus dat is niet eenvoudig. We lopen het hele rondje en hoeven niet af te snijden.

We doen over 5 kilometer wel iets van 37 minuten! Omdat het steilste stukje na 5,5 km komt en we er dan bijna zijn, wandelen we tot het huisje. Ik kan het nog! Ik weet nog hoe ik moet hardlopen! En het tempo is nog ver te zoeken, maar dat zal aan de heuvels liggen.

15 juli: ik heb slecht geslapen, van de spierpijn! Dat is nog niet het ergste, het ergste is dat al die mensen die zeiden dat ik twee weken niks moest doen, eigenlijk gelijk hadden. hallo- ik zit hier in een prachtomgeving en ik mag niks doen?! Bah. Mijn bovenbenen doen meer pijn als ze na de hele triatlon deden. Ordinaire spierpijn en onrustige benen. Ik heb een beetje spijt dat ik zo graag wilde hardlopen, hoe mooi, leuk en gezellig het ook was! Vandaag gaan we boogschieten: een ballon kan ik niet raken, omdat ik dat eng vindt, maar darten met pijlen gaat me prima af!

En we wandelen ‘s middags: lekker een paar uur langs watervallen, velden, bossen, beetje stijgen en dalen en zonder dat er iets aan tempo ‘moet’. Dat helpt me tegen de spierpijn! Heerlijk!

Op 16 juli doen we bordspelletjes. Catan, rummikub, Cluedo: we hebben het allemaal gespeeld. En ik ga met Vincent naar het zwembad. Het is er druk met ongeveer 25-30 mensen in een klein badje. Ik kan niet echt op en neer zwemmen tussen de spelende, ballende, dansende, duikende kinderen en (dikke) Duitsers door. Als het iets rustiger w

ordt, pak ik mijn kans, maar het blijft een uitdaging om mensen te ontwijken. Ik slinger een half uurtje tussen kinderen en ballen en luchtbedden door. Het is goed voor de navigatie. Eigenlijk zijn er maar twee nare kereltjes die haaks op mij op en neer zwemmen (scheelt toch gauw een meter of 10 of je het dwars doet of in de lengte) en die niet goed kijken. Ik krijg het idee dat ze eigenlijk wel goed kijken en expres proberen mij te ‘raken’, dus wordt het mijn uitdaging ze juist iets eerder te laten gaan en achter langs te zwemmen. Leuk vind ik het niet, maar ik hou het een half uur vol.

17 juli is ‘mijn’ dag: We gaan mountainbikes huren en een route van 20 kilometer fietsen. Toch ben ik bang dat ik het niet bij kan houden, dat ik ga vallen, dat we enge dingen gaan doen, dat ik de langzaamste van de groep ben, dat ik zadelpijn krijg en wat ik ‘s nachts al niet meer kan verzinnen om me wakker te houden. We moeten om 8 uur de fietsen al ophalen, dus nog vroeg op ook! Ik heb alle fietsbroeken, -handschoenen en spulletjes meegenomen, maar wel bedacht op goed weer! Alles klopt met de fietsen en we krijgen een helm erbij. De grootste uitdaging was het om naar het huisje te fietsen. Dat gaat namelijk steil omhoog. Ik haalde het! Mijn hart zat in mijn keel, maar toen de mannen ook boven waren, was ik al bijna uitgehijgd. Eten, spullen pakken en om 9 uur waren we weer beneden. Het was zonnig en ik deed mijn lange broek maar meteen uit. Het is even raar om zonder klikpedalen te fietsen. Het was een groepje van ongeveer 10 mensen: 2 Duitsers met een hele goede eigen mountainbike, een aantal mannen met fietskleding, maar ook een man en vrouw in een gewone korte broek en zonder handschoentjes. We gingen een oefening doen op de parkeerplaats met langzaam rijden. Toen het dorpje door. Ik hoeft niet vooraan te fietsen, als ik er ook maar kom. We gingen net voorbij het dorpje een heuvel op. Gewoon doortrappen tot op het viaduct. Rob moest afhaken, want hij werd helemaal niet lekker: ademnood en hyperventilatie. Hij keerde om en wij gingen verder. Het viel me mee, want het was niet zo steil als in het park. Ik ga niet voluit, dat hoeft ik niet namelijk. Op de top wachten we op elkaar. Vincent fietst samen met de meneer met het EHBO setje achteraan. Dan gaan we naar beneden; dat is dan het voordeel van bergen!

Al moet ik persoonlijk zeggen dat ik omlaag meestal akeliger vind dan omhoog ploegen… We wachten op elkaar en de zadels van Vincent en mij mogen omhoog. De eerste tien kilometer zitten er al op. We gaan weer terug richting het park, maar nu gaan we onverhard omhoog over het pad waar wij ook al hebben gewandeld. Prettig, want dan weet ik wat er komen gaat! Vincent vond dat juist moeilijk: dan weet hij dat het stijgt en onverhard is juist.

Ik hobbel gewoon naar boven en nu begint mijn conditie te tellen en ga ik gewoon door en door. Ik haal zelfs de mevrouw in. Na een stop ga ik bij Vincent fietsen en hou er de moed voor hem in. We komen bij het bankje en mogen 1 voor 1 het steile stukje proberen. Vincent wandelt een stuk ervan, maar ik kom helemaal boven. Vanaf nu gaat het omlaag en we gaan niet te dicht op elkaar.

We houden gelukkig de grote paden aan! Naar beneden onverhard is wel leuk, maar ik vind het ook een beetje eng. Vincent en ik gaan lekker samen. Dan steken we de grote weg over en gaan we weer omhoog een berg op over een onverhard pad en in de zon. Ik heb het warm. Boven staat een steen en een bankje waar we langer pauze nemen.

Kan ik de mouwtjes uitdoen en Vincent gaat over op trisuit. Ik hoeft niet zo lang te pauzeren, dat ben ik zo niet gewend! Dan moeten we 1 voor 1 naar beneden en het wachten en niet weten waarom het zo gevaarlijk is en wat er komen gaat, maakt me heel zenuwachtig.

Ook al stelt het niks voor en is het voor de veiligheid, even wachten op mijn beurt vind ik echt moeilijk. Dan gaan we verder omlaag en het gaat en kan even hard. Ik rem netjes bij, maar vind het altijd een beetje akelig. Ergens heb ik er even genoeg van, maar dat is natuurlijk geen reden om te stoppen met fietsen of om te gaan mokken. Constateren, snoepje eten, accepteren en doortrappen! En weer stoppen en wachten op elkaar. Ik haal de dames nu in, want ik begin er juist een beetje in te komen! We gaan nog een keer omhoog en dan over het asfalt naar beneden. Ik trap even bij en zet mijn kracht in en dan gaat het lekker loeihard! Op de weg nemen Vincent en de ene mevrouw de korte route terug. Ik kan met Rob appen via zijn iPad. Hij is weer een beetje bij en in het huisje. Wij doen nog een stukje extra en dat gaat eerst omhoog. Het gaat me goed af, tot ik verkeerd schakel: zwaarder in plaats van lichter. Stap dan maar eens op! Ik moet lopend omhoog, grrr. Weer omlaag gaat nu goed en weer wachten. Weer een stukje omhoog. En weer wachten. Ik vind het wel goed zo, laten we doorfietsen! Ik ben klaar met fietsen, heb een uur gefietst en twintig kilometer en ik nu wil ik kijken of ik kan lopen. We fietsen terug over de weg naar het park. Even gedag zeggen en dan fiets ik weer omhoog. Ik neem de snelle route, maar daar zit 1 stukje in wat echt te steil is. Bij het huisje groet ik de mannen en ik ga lopen. Eventjes maar.

Kijken of ik dat kan. Ik heb immers pas tien dagen geleden mijn lijf helemaal leeg getrokken op een hele triatlon. Volgens schema ga ik 3 keer 5 minuten, maar ik hobbel gewoon het park een keer verder in omhoog. Ik ga langs de andere huisjes en dan naar beneden. Daar kan ik eindelijk een ritme oppakken wat ik gewend ben van mijn benen. Het voelt goed! Ik hou me even in na de eerste kilometer, maar wandelen zie ik niet zitten. Ik loop langs het andere stuwmeertje en het tempo voelt weer goed. Dit is vlak en verhard en het loopt weer als vanouds gelukkig. Daar ben ik blij mee!

Dan ga ik aan het stijgen. Ik hou weer even in na de tweede kilometer, maar niet zo lang. Ik besluit het echt kort te houden, ook al voelt het goed. Ik neem een steil paadje naar beneden en maak foto’s. Dan hobbel ik terug naar het huisje. De derde kilometer is door de onverharde grond en de stijging beduidend minder snel, maar ik ben dik tevreden! Ik kan het nog! En daar ben ik hartstikke trots op! De rest van de middag mag ik lekker uitrusten, op de bank buiten in de zon zitten, boekjes lezen en zelfgebakken muffins eten.

18 juli. We gaan roofvogels, vossen, wilde zwijnen en hertjes kijken rondom het mooie kasteel Kasselburg. Dat is hartstikke mooi! indrukwekkend. Weet je wat het meest indrukwekkend is voor mij? De open wenteltrap in de toren van het kasteel. Ik durf hartstikke veel: spring in het water tegenwoordig, ren heuveltjes op, fiets onverharde paden af op brommersnelheid; maar een open wenteltrap, dát vind ik doodeng!

Zo’n trap met losse treden die oneindig omhoog gaat: ik heb er grote moeite mee. Mijn ademhaling kan ik dan niet onder controle houden en na een treetje of 50 voelen mijn benen aan alsof ze van lood zijn. Diezelfde beentjes die een marathon kunnen lopen! Ik krijg ze amper een treetje hoger. Elk treetje is een overwinning en ik denk maar: kalm ademen-kalm ademen. Onderweg zijn er verdiepingen waar ik even op adem kan komen en tot rust kan komen. Er zijn drie verdiepingen. Daarna begint de ellende pas echt! een open trap aan de wand! Ik verzamel heel, heel veel moed en ga treetje voor treetje omhoog.

Vincent loopt rustig voor me uit. Ik heb minstens net zoveel wilskracht nodig voor deze trap als voor het lopen van de marathon! Mijn hart klopt in mijn keel en ik zweet me te pletter. Dat is niet omdat ik conditie mis, maar omdat ik het heel erg akelig vind. Er is nog een rechte houten trap waarbij je tussen de treden door kunt kijken, maar die vind ik niet zo erg. En dan sta ik ook op de toren en kan ik uitkijken over het Duitse heuvelland! Dat vind ik dan weer niet eng!

Daarna weer de trap omlaag. Dat is minstens net zo vervelend, maar ik weet dat de ellende beneden voorbij is. Na de houten trap ga ik mezelf afleiden door de treden te tellen. Dat helpt. Ik hoeft nu alleen maar te tellen en elke paar tellen te ademen. Op de etages neem ik even rust en schrijf ik snel op hoeveel treden ik heb gehad. Meer dan 130 overwinningsstappen! De wilskracht van de week is weer hartstikke opgebruikt! De enorme gieren vliegen tijdens de show vlak over je heen. We gaan ‘s avonds lekker bij de McDonalds eten! Het is en blijft vakantie.

19 juli: ik wilde nog een keer gaan hardlopen, maar het regende en het werd weer zo een geprop tussen opstaan en inpakken in. Dus ik zwaaide af. We waren snel ingepakt en samen met Rob heb ik nog een lekkere wandeling gemaakt, terwijl Vincent met de andere kinderen in het bos lasergamede. Toen reden we naar huis en daar scheen de zon.

Ik nam Vincent mee om even de beentjes te strekken op de racefietsen in de polder. Even een stukje dijken, sluisjes en rechttoe-rechtaan!

20 juli: Thuis begint het leven weer: de was, strijken, organiseren, foerageren en… hardlopen! Het regende wel, maar ik ging gewoon voor 3 kwartiertjes. Hartslag sub 150 en maar zien: als ik wil wandelen, dan kan dat! Ik doe het niet hoor. Ik ga rond de 6 minuten per kilometer. Dat valt nog steeds een beetje tegen qua tempo. Na 2 kilometer kom ik bij de heuvel en de hele derde kilometer ga ik die drie keer op en rustig de trap af.

Het is best gemakkelijk vergeleken bij broodjes-halen-in-Duitsland! Daarna weer verder langs de vertrouwde en volgroeide Oostvaardersplassen. Er zit nog niet echt het vertrouwde tempo in. Ik krijg een bui over me heen en neem na 5km in 32 minuten een korte pauze om Vincent te appen dat ik zo nat niet bij de oppaskat naar binnen kan. Dan hobbel ik verder. Nog een bui en het tempo blijft een beetje gelijk. Ik wandel na 7km over de witte brug en ga nog door het park. Dan stroop ik de natte kleren af voor de volgende machine was!

‘s Middags melden Vincent en ik ons bij het zwembad. Ik zwem 100jtes: 5 keer met en 5 keer zonder achtje. De volwassenen baan is met 5 personen van zeer verschillende snelheden het meest vol! De trainer geeft me nog tips: de insteek kan rechter en krachtiger. Ik zwem ruim 2000m en vind het wel goed dan.

21 juli: We zijn weer helemaal thuis en de was is zo goed als opgeruimd. Tijd om het trainen weer op te pakken. Er staat voor de komende tijd veel fietsen op het programma. De eerstvolgende wedstrijd is een kwart triatlon in Emmeloord en half september de halve triatlon van Almere.

Fietsen dus. Maar hoe krijg ik iemand mee… Ik stel voor om naar Hilversum te fietsen: dat zijn een paar vliegen in 1 klap: dan gaat Vincent mee, dan kunnen we daar mee-eten en het is gezellig en ik kan altijd nog terugfietsen als het goed lukt. Rond 4 uur vertrekken we op de racefietsen. Nog voor we de straat uit zijn, ligt Vincent zijn ketting er al af, maar het blijft gelukkig bij die ene keer. We fietsen aan de andere kant langs de Vaart en langs Stichting Aap over de Kemphaan. Ik ben van ‘een beetje anders’, maar hoe precies kan ik niet zo goed beslissen.

Op de dijk hebben we wind mee en dat gaat lekker, want er staat wel een behoorlijke bries! De brug over en dan dubben tot Blaricum of we over Blaricum gaan of via Eemnes. We houden de gewone route aan en gaan langs de snelweg. We hebben weer zo’n beetje wind mee. Dan door Eemnes en pas bij de dijk wordt Vincent een beetje moe. Ik ben nog lang niet moe en heb ook niet het gevoel dat het zwaar is. Het is akelig om te merken dat 35 kilometer een mini-stukje geworden is. Een beginnetje… Ik zit wel redelijk op dit zadel, maar ik voel nu echt alles lijkt het. Ik probeer of het sneller gaat als ik via de rotonde ga, maar dat is het natuurlijk niet. Nog een klein stukje over het rottige fietspad bij Anna’s Hoeve en dan zijn we er alweer. We hebben er anderhalf uur over gedaan. Vincent gaat nog hardlopen, 2 rondjes om de vijver, maar ik ga lekker zitten en verheug me op de frietjes. Ik heb nog genoeg energie en genoeg daglicht om terug te fietsen, zeker na de frietjes! Rond kwart voor 8 stap ik weer op de racefiets voor de snelste en gemakkelijkste route terug. Alleen.

Dat is minder gezellig. Ik ga wel iets harder dan. Het is saaier. Maar des te meer reden om eerder thuis te zijn! De lange Eemdijk af. Gelukkig is de wind gaan liggen. Ik vermaak me wel hoor: kijk om me heen, geniet van een soort rust op zondagavond. Lekker de brug over en niet over de dijk, maar wel langs de berg rechtdoor. Ik ga het gemakkelijk halen binnen anderhalf uur. Het gemiddelde tempo ligt hoger, maar ook de hartslag ligt hoger! Ik ben om kwart over 9, na 72km fietsen, weer thuis. Geeft een voldaan gevoel. Ik ga lekker in bad om de dag af te maken!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

14 − 2 =