browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-45

Posted by on 29 December 2019

16,17 & 18 december. Ik verstuurde deze app naar mijn trainer:

Ik ga het rust-schema zo netjes mogelijk opvolgen, maar gemakkelijk is dat net zo min als een overvol schema. De trainer kan er wel om lachen, maar drukt me op het hart dat ik ‘recht’ heb op rust. Dat mijn lijf even bij moet komen en dat ik hooguit 1 training mag toevoegen. (ik opteer meteen een training van 2 à 3 uur) Rust is Training schrijft hij me. Of ik dat op een tegeltje wil zetten. Dat is niks voor mij, maar ik moet mijn tijd nu op een andere manier doorkomen:

Als ik dit heb gedaan, alle was gedaan is, dan mag ik toch best even een stukje lopen? Ik moest gister 20 minuutjes gaan lopen en vandaag 30 minuten. Dat vind ik echt niet de moeite en gister had ik geen zin, dus ik combineer de trainingen vandaag. Eerst mag ik 6 keer 500 meter lopen. 400 Daarvan in een (heel) rustig tempo, 100m versnellen. Dat zie ik als de warming-up. Daarna ga ik een half uurtje proberen precies 10 kilometer per uur te lopen. Dat ga ik combineren met het aanzetten van RacePro op mijn horloge. Het is lekker weer. Droog, koel en een licht zonnetje. Kijk, dat bevalt me nog net ietsje beter dan borduren!

Bij het Oostvaarderscentrum is de ‘warming-up’ voorbij. Ik ga proberen om een half uur lang precies 10 kilometer per uur te lopen. Aanstaande zaterdag ga ik iemand “hazen”, dan loop ik met iemand een halve marathon en we willen precies op 1 tempo gaan lopen. Ik loop lekker en gemakkelijk. En… te hard. Ik loop 5:45. Misschien ietsje minder hard als ik over de onverharde paden ga, maar de 5 kilometer zijn na 29 minuten klaar. Aan mij zal het niet liggen! Intussen heb ik ook één van de laatste doelen van dit jaar gehaald: 1800 kilometer hardgelopen.

Donderdag deed ik ook weer rustig aan. Vrijdag 20 december moest ik eigenlijk gaan zwemmen volgens het schema, maar dan is er gen zwemmen. Dus ik stapte maar weer eens op de Tacx. Met anderhalve aflevering Outlander. Heerlijk! Het was een onverwacht fijne aflevering en de tijd fietste voorbij. Ik ging niet al te hard, want we hebben geen warm water om te douchen. Leuk zo naast de kerstboom!

Na een half uurtje ging het vliegwiel meewerken. Dan ga ik een stuk harder. Ik fietste door terwijl ik lekker aan het kijken was. Voor mijn neus staat een kerstboompje. 75 Minuten hield ik het gemakkelijk vol.

Zaterdag 21 december.
Ik ging met DR mee naar haar geboortedorp Linschoten om haar te hazen bij de halve marathon. Haar moeder heeft deze loop vaak gedaan en de loop komt bij haar ouderlijk huis langs. Inmiddels woont haar moeder daar niet meer, maar in een verzorgingshuis. D’s vader woont daar nog wel en daar waren we van harte welkom. Vincent ging ook mee, hij ging de 5,3 kilometer hardlopen. Ik sliep niet zo goed, dat is al een paar nachten zo. Geen reden voor, gewoon vaak wakker of laat in slaap. DR wilde de halve marathon net zo snel lopen als haar moeder, namelijk 2 uur en 9 minuten. In elk geval wilde ze sneller dan 2 uur en 20 minuten die ze de eerste keer deed. Dat moet makkelijk lukken. Een vriendin van D, HN, kwam ook naar ons toe. Met zijn vieren reden we naar Linschoten. We waren al vroeg, om 12 uur gingen het dorp ‘op slot’, om half 1 ging Vincent lopen en wij pas om kwart voor 2. Ik had niet zoveel zin. Het is mijn rustperiode en zo voel ik me ook een beetje: alle doelen gehaald, alles gedaan: het hoeft niet meer zo van mij. Ik bedacht zelfs dat één van de dingen die ik nog niet heb gedaan niet-finishen is en dat dat ook een mogelijkheid zou zijn.

Bij D’s vader zit nog meer familie die de 5km gaat lopen. Dochter van 16 voor de eerste keer, D’s oom heeft een marathon gelopen en vertelt daarover. De man van de vriendin van D heeft de halve triatlon gedaan. En bij mij sluipt het er in: “leuk allemaal, maar kom terug met je marathon als je daarvoor 180 kilometer hebt gefietst en verzopen bent.” We halen startnummers en ik zie het snelste waar we zijn moeten. In mijn hoofd zeurt het stemmetje voort: “dit is jouw wedstrijd, niet de mijne.” Ik ben vandaag van de begeleiding: eerst Vincent, straks D. We lopen op en neer en dan gaat Vincent starten. Ik laat hem gaan: hij mag doen wat hij wil, hoe hij wil, hoe hard hij denkt te kunnen. Vooraan beent de knul weg.

Geen partij voor de lange slungels, maar hij laat zich niet kennen, de kleine. Ik wacht even en na 23 minuten en 20 seconden is hij weer binnen. Wow. Snoeihard. Dan weer naar D’s huis lopen om om te kleden. Ik ga toch in lange mouwen en ik heb een liter sportdrank bij me. Van mijn zeurende hoofd heb ik hoofdpijn gekregen en ik neem een paracetamol. Misschien heb ik vandaag teveel pijn. We lopen naar de start, nog een keer plassen, wachten, nog een keer plassen en in het startvak. Haar vriendin gaat sneller dan wij.

Ik ben gelaten. D had me beloofd dat het niet druk zou zijn, maar ik vind het best wel druk! Ik loop rechts van haar, ik zal wel kletsen en ik heb nog steeds geen zin. Ik heb niks met Linschoten of Oudewater of Montfoort. Pas 3 minuten nadat de eersten gestart zijn, gaan wij lopen. Voor haar huis langs en we wisselen even van plek, zodat zij naar iedereen kan zwaaien.

Vincent zal met D’s vader mee rond gaan fietsen. De brandweer staat buiten met zwaailichten. Het is wel gezellig en sportief. We lopen door Linschoten heen. Wat een leuk dorp! Over een bruggetje en langs de warme bakker. Vincent en R’s vader staan er al en we zwaaien. We lopen het dorp uit en we mogen over de weg. Altijd leuk als het asfalt voor de lopers is, maar ik kom hier nooit. We gaan de wegen op en voor ons loopt een lang lint met lopers. Ik vind het nog steeds best druk. Ons tempo is precies wat het moet zijn: 6:08. En dat wel 4 of 5 kilometer lang! Ik hoop dat we dat vol kunnen houden. Ik kijk mijn ogen uit. Het is apart hier te lopen. Ik zie de huizen met kerstbomen en het water. Is het erg als je je dan voornamelijk afvraagt hoe het is om daar in de zomer te zwemmen? Veel hekjes en landgoederen. Ik klets soms wel wat en we halen hier en daar iemand in. Ik heb nergens last van, behalve een beetje melancholie en somberheid. Mijn schaambeen irriteert wel een beetje, maar niet erg. Ik drink wat gels-in-water na 5 kilometer. We hebben precies een half uur gedaan over de eerste 5 kilometer. We lopen in een soort van groepje en het gaat verder uit elkaar lopen. We lopen nu een beetje tegen de wind in. Is dat voor mijzelf een reden om een tandje bij te zetten en het eigenlijk niet eens te merken, ik merk het nu aan D en de anderen om ons heen. We vertragen. De tijd loopt heel langzaam een beetje op.

Na 7 kilometer fleur ik even op: het eerste rondje zit erop! Zo voelt dat. We lopen langs water en huizen ernaast die niet gemakkelijk bij hun overburen kunnen komen. Stomperwaard ofzoiets, heet het.

Ik maak een foto en app met Vincent. Dat we op 8 kilometer zijn. Ik voel me niet uitgedaagd en dat hindert mij dan. Ik kwebbel wel vrolijk hoor, maar er ontbreekt een tandje inspiratie bij mezelf. Bij de tien kilometer staan Vincent en R’s vader weer. We zijn dan net in Ouderwater. Dat is ook een leuk plaatsje eigenlijk. Daar is het dan even wel druk. Het grootste deel van de route is qua toeschouwers heel erg stil.

We lopen onverhard en zo langs het water dat ik toch weer meer zin krijg in zwemmen dan in lopen! Even iets drinken en we blijven hardlopen. De tijd loopt steeds een klein beetje op. Diep in mij blijft het katterige gevoel over dat ik meer kan. In werkelijkheid is dat helemaal niet zo! Ik zou niet veel harder kunnen en vooral niet willen op dit moment. Ik begin te kletsen tegen D en de mevrouw voor ons kan daar niet tegen. We halen haar in. Het maakt me niet uit of D luistert, maar het leidt haar af.

We zijn al over de helft en voor ik het in de gaten heb zitten er 12 en 13 kilometer op. We lopen nu wel uit qua tijd en ik begin bang te worden dat we de 40 seconden niet meer goed kunnen maken. Ik hoor anderen weer over de wind en voel ‘m zelf ook, maar hij komt van opzij. 14 Kilometer is voor mij altijd een punt: het tweede rondje! We zijn al anderhalf uur bezig en we gaan nog een half uur. D ziet haar man en kindjes en krijgt een knuffel.

Ze ziet ook haar broer. Dan komen we Montfoort in. Daar is herrie en het is er druk en ik vind het er erg leuk. Ik monter echt even op. We zullen het wel halen, dringt tot me door. We hoeven nu alleen nog maar terug te lopen naar Linschoten. Vincent appt dat zij er al zijn. D’s broer fietst een stukje mee en dat doet haar goed. Ik zie aan haar dat ze vermoeid raakt. Ik voel het zelf ook wel een beetje, maar ik ben nog lang niet op. Verre van. Nu krijgen we wind mee en dat maakt het gemakkelijker.

Ik wil best jagen op de 2 uur 9, maar van D hoeft het niet. Zij vindt alles binnen de 2 uur en een kwartier winst. Ik zou liever dichter bij de eindtijd komen en ik vind het moeilijk me erbij neer te leggen. Omdat ik zelf nog zou kunnen ook denk ik. We tellen af vanaf 18 kilometer. In kleine stukjes. We zien Linschoten al liggen. Nog een stukje wind tegen, maar het kan D niet meer aanzetten. Ik dreig een beetje, maar ze zegt dat ze op is. Ik geloof er niks van, want ‘op’ zit in je hoofd. We lopen de wijk nog door en ik kan wel harder, maar D niet. Hoewel… we hebben het tempo iets opgeschroefd. We moeten nog een keer het brugje over en het lijkt me een drempel van niks nu, maar ik kan me voorstellen dat niet iedereen zo denkt. Als ze haar vader ziet, kan D nog een versnelling inzetten. Ik heb even moeite om haar bij te houden, maar ze zwakt snel genoeg af.

Het wordt een tijd van onder de 2 uur en 11 minuten. We gaan juichend de finish over samen. Ze is ape-trots: haar PR met tien minuten doorbroken.

Ik zou ook trots moeten zijn dat ik dat gewoon gedaan heb, maar ik voel het niet zo. Vincent zijn PR er dik aan, D’s PR er dik aan, een tevreden nichtje die 5 kilometer in 35 minuten heeft gelopen, de PR van D’s vriendin er dik aan en ik… Ik heb maar een halve liter gedronken. Ik ben moe van te langzaam lopen. Ik ben niet blij omdat er geen uitdaging was. Net niet hard genoeg. Ik heb niet bij een ander gevoeld wat ik wel dubbelendwars heb: net het beetje vechtlust extra. Iets meer willen dan je eigenlijk kunt. Mijn schaambeen doet zeer. Ik ben blij voor iedereen, maar niet echt voor mezelf. Ik kleed me om en neem hersteldrank. De kortste dag van het jaar is alweer donker. Vincent en ik rijden samen naar huis. Er is geen warm water om te douchen. Ik ben ook niet heel erg bezweet meer. Samen met Rob wandel ik naar de frietkraam voor een hamburger. Omdat het toch een wedstrijd was en ik een medaille heb!

22 december. Ik slaap weer eens heel lekker. Lang en diep en bijna aan 1 stuk door. Mijn schaambeen irriteert vooral als ik lig, dat is vervelend. Ik heb ook overal een beetje spierpijn. Niet genoeg, maar de spieren voelen moe. Ik ga na het ontbijt maar gelijk uitfietsen. Niet van harte, maar om de op-één-na-laatste aflevering van Outlander te kijken. Ik hoeft niet hard, want stel dat we weer geen douche hebben.

De aflevering is wat luguberder dan ik dacht en na een kwartier neemt de zin al af. Na een half uur is de zin in fietsen op. Het voelt niet goed, ik mis alle inspiratie en drive. Ik wacht op het volgende blokje in de serie en zet ‘m af. Ik fiets de drie kwartier vol en ben blij dat ik af kan stappen. De douche doet het gelukkig nog. We wandelen nog op en neer naar de Plus. Voor de rest neem ik de rust gewoon. 6 Uurtjes gesport deze week. Zucht. Erg genoeg went het toch!

23 december. Ik ga zwemmen. En niet bij de TVA, want die hebben geen trainingen op maandag. Ik ga naar het zwembad de Vrijbuiter in Almere Buiten. Dan kan ik daar ook douchen, want vanmorgen deed de douche het weer niet. 😐 Ik rij met auto een stukje en loop het laatste stukje. Dan blijk ik mijn horloge niet bij me te hebben. Grmbl. Ik zal baantjes moeten tellen. Als ik naar huis ga, hou ik te weinig tijd over. Ik had al niet veel zin over…. Het water is warm. Ik kies de achterste baan en ga banen tellen. In blokken van 20. En dan leg ik mijn slippertjes een tegeltje verder. Ik moet andere mensen ontwijken. Ik ga namelijk gewoon baantje na baantje door.

Wel met een achtje, maar mijn tempo ligt “een ietsepietsje” hoger dan die van de rest. Ik zit niemand in de weg. Ik krijg het er wel warm van. “Ik heb al 36 baantjes gezwommen”, vertelt een jongeman zijn vriend. Zij waren er al toen ik kwam. Ik zit al op de 44. Ik ga zeker door tot 100 baantjes. Het gaat niet vanzelf, maar het gaat wel gestadig door. 120 en door voor de 140 baantjes. Ik vind het bad vies. En ik weet niet hoe lang het is. De laatste 10 baantjes doe ik zonder achtje. Het is rustiger en mijn tempo is er dan wel een beetje uit. 150 baantjes. Nu er nog achter zien te komen hoe lang het bad is. Ik loop te meten en een meneer snapt mij nu echt niet meer. Hij had gedacht dat ik na een half uurtje mijn moordende tempo wel zou opgeven. Ik ben niet moe, maar de hitte maakt het niet gemakkelijker. In de douche kom ik een andere triatleet tegen die in het grotere bad zwemt. Een lekker warme douche! Ik heb uiteindelijk heel veel gezwommen, want het bad is 20 meter. Was ook ietsje langer dan een uur.

24 december. Dat ik niet wist hoe de serie afliep, zat me toch een beetje dwars. Dus als je op kerstavond toch niks anders te doen hebt, dan ga je maar lekker TV kijken en Tacxen! Het bloederige viel me reuze mee. Ik moest nog niet zo hard fietsen dat ik ging zweten, want het is niet zeker dat de douche gefixt is. Ik trapte dus eigenlijk behoorlijk lekker en toen na 15 minuten het vliegwiel al mee ging werken, ging het nog best aardig qua tempo ook! Als het echt spannend werd en ze gingen knokken, ging mijn tempo vanzelf omhoog 🙂 Ik stapte na een uur en een kwartier af. Weer een doel afgevinkt voor dit jaar: de serie Outlander 1 tot en met 4 helemaal afgekeken.

25 december. Eerste kerstdag. We gaan naar mijn ouders. En we nemen mee: een kind met een nieuw sporthorloge, hardloopkleren en shampoo om te douchen. Als je dat combineert, volgt de honger voor het kerstdiner vanzelf daarna. Ik ga samen met Vincent naar mijn lagere school lopen. Vroeger leek dat best een stuk fietsen, want wij gingen niet naar de school in de wijk.

Nu blijkt het maar 1,5 mijl te zijn. Ik moet 400m rustig en 100m snel doen. Kind kwebbelt me er vrolijk doorheen en dat moet ook wel. Het gaat best snel voor mij en ik voel me niet zo sterk vandaag. We lopen door de Polkestraat en over een rotonde die er vroeger nog niet was. En dan zijn we er al zowat. We kijken bij de tegeltjes die er vanaf het begin hangen en dan lopen we door het park. Vincent vraagt me of ik vroeger ook al lopend naar school ging. De schat, toen kende ik het begrip hardlopen nog niet eens!

We hobbelen weer terug en Vincent gaat proberen een selfie te maken, maar ik pas er elke keer niet op! Ik zal blij zijn als er 5 kilometer op de teller komen te staan. Dat lukt uiteindelijk als we het paadje achterom doorlopen, maar er is nog geen half uur voorbij. Een warme douche en een heerlijk diner is onze beloning!

26 december. En dan naar Hilversum op tweede kerstdag! We gaan hetzelfde doen: eerst lopen om daarna extra van het kerst-snoep en en -eten te genieten. Vincent moet er van mij een hartslagbeperking op zetten, op zijn horloge. Dan voelt hij hoe dat is!

We gaan lekker onverhard lopen door Anna’s Hoeve. Ik ga iets beter, want nu hoeft ik niet zo hard te lopen, grimas 🙂 Anna’s Hoeve is een bouwput in de natuur. Er is veel afgesloten, maar we kunnen toch wat heuveltjes meepakken. Ik leg uit hoe dat zit met de hartslag. We steken over bij de A27 en dan gaan we de heuvel op. Vincent moppert (lachend) wat af op de beperking die hem elke keer als hij ietsje harder gaat tot de orde ‘piept’. Hij gaat heel rustig de berg op. Dan lopen we door naar de volgende berg die later is aangelegd. Die kan hij sneller op.

Ik vind het best lastig, maar ik stop pas als ik boven ben! En dan de trap af naar beneden. Nee toch? Ik loop liever over het pad. We gaan weer terug en deze keer doen we ruim 32 minuten over de 5 kilometer. Dat is niet erg.

27 december. Een lange dag van hot naar her en veel “auto’s” als thema. Maar daar verdien ik mijn sport niet mee, dus ik stap nog even op de fiets. Ik heb andere series gevonden op Netflix en ga al trappend kijken hoe de ondergrondse wereld van Londen er uit ziet. Wederom hou ik me niet aan een opdracht, hoewel warm water uit de douche nu weer zou moeten lukken. Het Londen onder de grond kan me wel bekoren en ik fiets rustig door.

Stekker loopt wacht tot ik weer binnen kom!

Het tempo ligt niet zo hoog en dat hoeft ook niet. Na een half uurtje gaat het vliegwiel aan. Ik doe nog wel een blokje hoog-tempo, maar dat hou ik niet zo lang vol. Ik fiets uiteindelijk 25 kilometer bij elkaar in een uurtje en weet nu dat de kunstwerken van Londen in metrostation Aldwych werden bewaard tijdens WOII en dat er nog diepere War Cabinets zijn elders in Londen op een geheime plek. De warme douche maakt het af!

28 december. Terwijl Vincent en heel veel andere kinderen aan het zwemmen waren, ging ik hardlopen. Rondjes door het park. Eerst zoveel mogelijk buitenom, ook al was dat onverhard. Het ging niet soepeltjes. ik heb last van mijn lies aan de rechterkant, ergens diep van binnen en dat voelt niet lekker. Het lukt me niet om heel ontspannen te lopen en tot rust te komen. Ik had mijn telefoon vergeten deze keer. Toen ging ik een rondje over het skeelerpad, maar ook daar kon het tempo niet echt verbeteren. Ik keek niet veel op het horloge, maar ik telde wel een soort van de kilometers af. En dat was een mentaal dingetje, want ik dacht elke keer: ik stop bij {vul aantal kilometer in}, maar ik ging toch telkens ietsje langer. Ik maakte nog een klein rondje binnendoor, maar toen was de motivatie echt oppperdeop. Ik ging nog zwemmen ook! Met een minsaldo aan zin.

Ik ging bij HB in baan 1, ieder een kant en ik de buitenste zijde. Met achtje. Als ik er echt zat van had mocht ik stoppen van mezelf. We deden 10 keer 50m met techniek naar eigen keus. We deden hetzelfde als ze in baan 2 verzonnen. Daarna moesten we 6 keer 100m in hoog tempo. Hoewel ik een achtje had, lag het hoge tempo niet zo hoog en kwam het zelfs vaker niet dan wel onder de twee minuten. Toen nog 3 keer 200 meter met de laatste 50 meter op hoog tempo. Ik deed het zo een beetje. De afstand klopte wel, maar veel sneller was het hoge tempo nou ook weer niet. Toen nog even uitzwemmen en het zat er wel weer op. Gelukkig.

29 december. Deze blog is door Vincent geschreven:

Vandaag kwam mama’s trainer FW langs voor de schema’s voor mij. Na een lang gesprek gingen we eindelijk hardlopen! Ik had er al super veel zin in en op tijd gegeten en opgestaan. Het was ijskoud en ik zette een muts op, maar toen ik naar buiten stapte was het helemaal niet koud! Muts door de brievenbus duwen en gps zoeken en gaan!

Mama mocht vandaag helemaal niet rennen van de trainer! note van de mama: dat mocht wel hoor, maar ik hoefde helemaal niet zo hard als de heren gingen!!

We zijn naar de berg gelopen ( ondertussen kwebbel kwebbel) (2km) en daarna door naar het Oostvaarders centrum ( hier nog steeds kwebbel kwebbel) (2km). En naar huis (2km). Het was een rustige training dus lopen we rustig door. Ik heb zelf een klein stukje afgesneden… (geen goed voorbeeld van hoe ik train, helemaal geen goed voorbeeld, foei Vincent :)) Het was super gezellig en hebben het veel over wedstrijden gehad. Groetjes Vincent

Ik liep zelf erg lekker. Had steeds mínder last van mijn lies! Ik kon het iets hogere tempo goed aan en had geen last van de kou. Ondertussen kon ik ook nog praten zelfs. Ik vond het een klein rondje voor deze keer.

De eerste rustweken zitten erop. Rond de 6 / 7 uurtjes gesport. Ik heb het overleefd, maar ik voel me ook niet meer gemotiveerd. Voordat iedereen met cijfertjes zou gaan beginnen heb ik op Facebook aangekaart dat iedereen moet laten weten wat zij bereikt heeft: hoe ver ben je gekomen en wat heb je over jezelf geleerd? Ik heb geleerd dat ik beschik over een bovenmatige dosis doorzettingsvermogen. En hoe ver ik gekomen ben? Lopend kom ik tot in Pompeii. En dan ga ik fietsend en zwemmend (tussen Italie en Albanie) via Moskou terug naar huis. Als ik alle kilometers achter elkaar zet en ik ga naar het zuiden, dan kom ik uit op de Evenaar!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

17 − 13 =