1 mei
De dagen vloeien allemaal een beetje in elkaar over. Vrije dagen, ziektedagen, werkdagen thuis: soms weet je niet meer of het maandag of vrijdag is! We slapen heel wisselend: de ene nacht redelijk, dan weer uren wakker. En was het vorige week nog prachtig weer: vandaag regent het en lijkt het mooie voorjaar weer voorbij. Dat maakt fietsen lastiger in te plannen. Dus ik ga weer hardlopen. Ik moet ook nog fietsen, maar dat zal wel Tacx worden. Ik ga lopen samen met Manuel. Hij moet rustig van mij. Alles in de 6 minuten. Behalve het tempo, mag ik ook de route bepalen. Kotterbos dan maar, want dat schijnt weer helemaal open te zijn! We hobbelen naar de berg en we hebben wind mee, dus ik keur het net goed met 5:56 omdat er een 6 in zit… Ik loop kalm aan op mijn gemak. In mijn korte broek en regenjasje. We gaan “mijn” pad op en lopen te kletsen de hele tijd. Manuel gaat versnellen. Dat vind ik prima, loop ik even alleen door wetende dat ik (vandaag zeker) zijn tempo toch niet kan bijhouden. Ik geniet van de regen. Het klinkt gek, maar dit is echt mijn weer. Heerlijk! Niet koud, maar regen en frisse lucht. Dat voelt voor mij echt goed. We lopen lekker onverhard en ik laat me maar niet opjagen. We gaan langs het water lopen en Manuel gaat op de verharde weg weer versnellen, maar hij had een ander punt in gedachten dan ik, dus lopen we iets verder dan ik dacht. Ik vind het wel grappig en knap dat Manuel zo kan versnellen! Mijn beentjes praten nog na over de training van gisteren. Ik luister gelukkig niet…. Dan gaan we het fietspad op wat net weer open is en daar het bos door. Ik voel me goed en het tempo is prima en het gezelschap ook, maar toch ben ik even vermoeid. Desondanks besluit ik de route te verlengen. Omdat ik gewoon lekker loop! Manuel gaat twee keer op hoog tempo de berg op en ik wacht hem op voor een foto. Een legendarische foto waarop Manuel lacht!
Dan weer verder door het bos naar de volgende berg. We kletsen en Manuel gaat snel de berg op. Ik niet natuurlijk! We gaan onder het spoor door en lopen terug langs de Oostvaardersplassen. Voordeel van dit weer is dat er vrijwel niemand is voor wie je uit moet wijken. 1 Wandelend stelletje.
Manuel doet een lange versnelling, dus ik loop heerlijk in mijn uppie te genieten van het water en de natuur. Ik kan niet kiezen tussen het intervallenpad naar de volgende berg of het trapje, maar Manuel stelt een ommetje voor door het bos. Die kletsen we vol en op het fietspad gaat Manuel zich nog 1 keer ‘uitsloven’. Ik denk dat ik de 14 kilometer ook haal. Zomaar. We lopen samen door het park en dan heeft Manuel meer en sneller gelopen, maar deze keer heb ik het zelf gezien! Ik kom toch wel erg nat thuis. Ik kan de rest van de dag de zin in de tacx nergens meer vinden en laat het achterwege.
2 mei. Een zaterdag die begint met onweer en het wonderlijke feit dat ik als laatste opsta! Het hagelt hard en harder en het onweert ook nog ‘s morgens een keer. Buiten is niet erg aanlokkelijk! Behalve als tussendoor de zon bedrieglijk schijnt. ‘s Middags wordt het beter. Samen met Vincent schrijf ik 6 kaarten. Een opdracht van de bingo: breng kaartjes hardlopend rond. De eerste gaat in de brievenbus op weg naar mijn tante in het zuiden van het land. Vincent doet de route en mag van mij niet dubbelen. Ik draag de kaartjes in de rugzak en het bibliotheekboek.
Door naar mijn teamgenootje die dichtbij woont. Vincent doet de bezorging er ook nog bij. Dan gaan we bij Manuel langs met een heerlijk neppe vakantiekaart uit “Huisaloniki”. Daarna is de vriend van Vincent aan de beurt die ook in onze wijk woont. We gaan rustig verder, want ik heb echt geen haast vandaag en ik mis ook een beetje kracht. We gaan naar mijn andere teamgenootje. ‘t Is best een rare bezigheid zo, want geen idee of de ontvangers het waarderen! Dan maakt Vincent een klein, grappig en achteraf best slim ommetje. We moeten nu nog naar de bieb en een vriendin die Almere Buiten woont. Ik klets tegen Vincent en hou zijn tempo laag. Meestal hoor ik over zijn Pokemons, maar vanmiddag klets ik hem de oren van het hoofd. We brengen het boek terug en dan gaan we langs DR voor de laatste kaart.
We dubbelen bijna, maar blijven aan de andere kant van de straat! Ik begrijp dat het slome gehobbel van mij voor Vincent ook lastig is, dus hij mag een heel stuk eigen tempo doen. Dan vindt hij ineens weer gemakkelijker! We zijn te warm gekleed in onze regenjasjes. We gaan weer naar huis en in de wijk versnelt Vincent nog een keer. “Hou je hem niet meer bij”, vraagt de buurman-wacht die altijd zijn hond uitlaat. Ik antwoord lachend: “al lang niet meer”. We maken 7,5 kilometer vol. Ik heb echt in zone 1 gelopen!
Thuis zit ik te dralen en te appen en te wachten tot de zandkoekjes klaar zijn. Na 3 zandkoekjes ga ik toch nog even fietsen. Op de ATB. Alleen. Hoeft niet zo lang. Het is niet meer zo stil in de Oostvaardersplassen want er kwetteren kei-veel vogels. En dan hoor ik iets aparts in deze tijd: er vliegt een vliegtuig over! Ik val bijna letterlijk van mijn fiets van verbazing. Ik heb wind tegen. Op een zware fiets. Maar niemand die last van me heeft. Ik ga de dijk op en dan heb ik pas echt wind tegen. Schuin voor vanaf het woelige water. Dat woelige water met hoge golven en schuimkoppen beangstigt me. Dat is voor het eerst sinds hele lange tijd. Ik zie hoe hoog de golven zijn en zie mezelf ook weer zwemmen, ploeteren en verzuipen. Ik ga het dijkje even op om het goed in me op te nemen.
Daar word ik rustiger van. Dan besluit ik iets verder te fietsen. Naar de ophaalbrug maar. Liever dan het Wilgenbos, maar eigenlijk kan niet zo goed kiezen! Ik zie zowaar weer een vliegtuig. De wandelaars die ik inhaal, kijken ook al omhoog. De ATB gaat allemaal niet zo hard met mij. Zal ik gewoon teruggaan door het Wilgenbos? Dan kan ik ook genieten van wind-mee op de dijk! Ik heb de tijd en het lukt wel met fietsen. Dus dat doe ik. Hoge Vaart over en dan weer een stuk wind tegen. Ik ploeter me er wel doorheen. Sluisje over en een fotootje maken.
Wie zou er aangebeld hebben? Ik kijk niet verder – dom- want het was Joyce met haar nieuwe fiets! Dan was ik alsnog terug naar haar gereden!! Nu ga ik door het bos en over de brug en dan het dijkje op in de laagste versnelling. Blijft akelig. Vanaf nu heb ik wind mee. Dan vallen de golven ook wel mee. Het is leuk dat ik nu 27 fiets op de ATB, maar daarstraks ging het niet zo hard! Ook langs de plassen is het genieten. Wind mee, mooie kleuren, vergezichten. En zouden ze een nieuwe route vanaf de dijk de plassen in aan het maken zijn? Ik zie wel een soort van bruggetje. Oh, dat zou fijn zijn! En dan hoor ik nog een vliegtuig! De derde al vandaag. Het is een wonder. Ik heb me een beetje verkeken op de afstand, want ik dacht 15-20 kilometer te fietsen, maar het worden er 25. Het fietste wel lekker, alleen erg jammer dat ik Joyce heb gemist.
3 mei. We gaan de Corona Triatlon doen vandaag, Vincent en ik. De Corona Triatlon gaat om fun hebben en hoe je het ook doet: als je het deelt in foto’s of een filmpje, dan krijg je een unieke medaille. Wij hebben ons ingeschreven voor een achtste triatlon: 5 minuten droogzwemmen, 20 kilometer fietsen en 5 kilometer hardlopen. En toen zag ik wat je kon winnen en opeens wilde ik mijn best doen! Ik sliep slecht -en dan bedoel ik: extreem slecht, of eigenlijk helemaal niet, dus zo slecht kon het ook niet zijn! Toen kreeg ik een leuk idee voor een film! Het wordt een avontuur in zwart-wit! In een uurtje schrijf ik het idee uit. Een heuse wedstrijd tussen moeder en zoon, maar dan ludiek, als in een oudhollands journaal. We zouden na de middag beginnen, want er gaat een hoop werk in zitten, in het filmen. We gingen de badkamer in voor het droogzwemmen in het bad en in de douche. Het was hilarisch. We lachten meer dan dat we zwommen en niet alleen wij waren nat, maar de hele badkamer! We maakten prachtige plaatjes.
Door de vermoeidheid kon ik wat lastiger beslissingen nemen. Maar ik wist wel dat we meteen alles in de wisselzone “achtertuin” moesten opnemen. Inclusief de finish. Rob had onze startnummers voorzien van onze namen. Ik nam Vincent op, hij mij. Terwijl we de finish filmden, werd het al donkerder. Ja, helaas: nog voor we de triatlon hadden afgerond, stond de finish al vast… Film is bedrog!
En toen begonnen de druppeltjes. Dat was te verwachten. We zouden wachten tot na de bui en dan gaan fietsen. Maar die bui – daar was onze badkamer niks bij! Het hagelde en alles werd drijfnat. Geen optie meer om te gaan fietsen. Die fietsen stonden onder de overkapping maar ternauwernood droog. We proberen het morgen nog wel een keer.
Maar ik wilde wel hardlopen hoor! Dus in de avond gingen Vincent en ik trailen door het Kotterbos. PL is daar een route aan het uitzetten en ik wilde wel eens weten of hij nog paadjes heeft gevonden die ik niet ken. Eentje. We parkeerden de auto op de parkeerplaats in het midden. De route stond in mijn horloge. We gingen door het pas geopende gedeelte over paden die ik heel lang niet heb gelopen. Het tempo lag niet zo hoog, want dat lukte niet met mijn vermoeidheid. Ik loop dan een beetje als met een jet-lag. Net alsof alles net buiten bereik is. Besef van tijd is zoek.
Ik liep lekker toch de berg over! We liepen over het prachtige knuppelpad.
En over het modder-ommetje. En de natuurbrug. Toen langs de vogeltjes- ieder een andere kant langs. Het werd heel langzaam aan donker. Maar heel langzaam. We slingerden er overal doorheen en dat is wel erg leuk. Op en neer ga je. Allemaal onverhard. Ik kon de route goed volgen.
Vincent pakt even zijn eigen tempo op langs het spoor en dan de berg op. De lucht is mooi rood. Vincent gaat de route doen en neemt mijn horloge over. We komen mountainbikers tegen. Dan gaan we de brug omhoog en in plaats van naar huis gaan we nog een keer het bos door. Over ‘mijn’ pad. Geinig maar waar gaat Vincent nu nog een keer hetzelfde stuk als Manuel vrijdag deed op eigen tempo. Kan ik weer lekker in mijn eigen tempo genieten! De geuren zijn echt overweldigend. De grondmist maakt alles sprookjesachtig. Dan het donkere bos in en over het ATB-pad slingeren. Het wordt nu donkerder, maar toch is alles nog te zien. We moeten een stukje verhard lopen en dan het laatste stukje langs het water. Daar is de grondmist helemaal mooi, maar ongrijpbaar.
Het zullen net geen 10 kilometer worden. Als we bij de parkeerplaats zijn is daar net iets teveel volk om nog 500m rondjes te lopen. We stappen snel in. Het is half 10.
4 mei
We gaan het opnieuw proberen met de Corona Triatlon. We moeten alleen de beelden onderweg nog maken op de fiets en bij het hardlopen.
We kijken naar het weerbericht, maar dat ziet er voor vandaag prima uit. We pakken de spullen. Gelukkig hoeven we niet op de kleuren te letten, want het filmpje wordt zwart-wit! Ik vind dat ik toch zoveel mogelijk het idee van triatlon moet vasthouden, dus ik ga eerst ‘droogzwemmen’. Niet in de douche, maar nu op een kist liggend. Dat valt best tegen! Het is nog best zwaar met de zon, een brilletje wat beslaat, slechte buikspieren en een slag die je niet helpt! Ik moest het 5 minuten volhouden en dat lukte, maar Vincent sloeg even over!
Daarna gingen we fietsen. We gingen gewoon naar de dijk en langs het Bloq. Al na 2,5 kilometer zag ik dat we mooi konden filmen op de plek waar het fietspad hoog en laag langsgaat. Horloges uit, fietsen aan de kant en de telefoon klaarzetten om te filmen. Tegen een bidon aan. En dan langsfietsen. Maar toen waaide de telefoon om! Even denken…. Daar heb je twee bidons voor! Klemmen met die telefoon en dan rond fietsen. Gek genoeg zijn die onderbrekingen nog zwaarder dan gewoon hard doorfietsen. Op de dijk gingen we nog een keer filmen. We gingen een parkeerplaatsje op. De golven waren best flink. Op en neer fietsen. Toen Vincent mij wilde gaan filmen, toen kwam er een DHL-busje pauzeren op d plek waar wij wilden filmen! Ik vroeg hem iets verder te gaan staan en de jongeman grijnsde om onze opnames bij zijn boterhammetje. Toen fietsen we snel door naar het Bloq. De brug achter het Bloq (de Wilgenbrug) leende zich ook weer voor opnames. Weer stoppen en op en neer fietsen. De telefoon stond wel leuk tussen het riet en twee bidons! Hij was weer gevallen, maar pas op het allerlaatste moment gelukkig.
Toen gingen we eventjes doorfietsen. Tot het sluisje in elk geval.
Ik dacht: we hebben de opnames, ik ben het een beetje zat. En toen bedacht ik dat wel even bij Joyce langs konden gaan, zodat ik haar fiets kon zien. Helaas was Joyce niet thuis. Toen ging Vincent kijken of zijn vriendjes er waren en ik fietste even rond, maar ik zag Joyce niet. We kwamen weer snel en onverrichter zaken bij elkaar en toen dacht ik dat we maar eens anders moesten gaan fietsen richting de medaillemaker. Ik was een beetje kregel doordat het niet zo opschoot aan alle kanten. Ik raakte echt geïrriteerd toen mijn collega dingen ging vragen op mijn vrije dag. En toen schakelde Vincent zijn ketting vast. Dat was de druppel. Ik was pissed op mijn collega die ik moest gaan helpen en dat we moesten lopen en dat mijn handen zwart waren: even niet leuk. We liepen terug naar Joyce’ huis en Joyces man zei dat we het wiel even moesten loshalen en toen ging het goed met de ketting. Gelukkig maar. Ik was erg mokkig en zwijgend fietsten we de 20 kilometer vol. We moesten ook nog gaan lopen, maar eerst moest ik die collega helpen. Ik baalde er echt van, maar ik mailde en belde en loste het op.
Toen gingen we hardlopen. Het was nog best warm, maar het ging wel goed. We liepen een rondje om de wijk, want we hoefden maar 5 kilometer te lopen. Op het onverharde pad gingen we filmen. Vincent zei de hele tijd met een knipoog: maar ik heb al gewonnen, dus ik hoeft niet hard te lopen! Ik had ontzettend trek intussen, dus ik wilde wel flink doorlopen. En het ging ook goed. Achter de wijk gingen we nog een keer filmen. We gingen ook even kijken voor PL of er een pad liep, maar dat was er niet. Al die stopjes bij het lopen zijn juist minder vermoeiend! De laatste kilometer wilden we nog even aanzetten, maar toen reed PL voorbij en toeterde naar ons. We kletsten nog even.
Hier staat het filmpje van de Corona-triatlon (ingesproken door Rob)
https://www.badnews.nl/corona.html
Eenmaal thuis ging ik eerst lekkere dingen naar binnen werken! Het filmpje moet maar even wachten. Mijn conditie is helemaal op zijn top! Een VO2max van 48 is mega-mega-hoog.
5 mei Ik had geen zin vandaag. Nergens in. Niet dat er iets was, maar ik zat niet lekker, lag niet lekker en wilde niet. Er kwam ook niks uit mijn handen. Zelfs niks doen lukte niet echt. We zouden gaan fietsen, Vincent en ik, maar ook daar kon ik geen zin voor vinden. Zo’n met-het-verkeerde-been-uit-bed-dag. Doe je niks aan. Toch maar gaan fietsen dus. We zouden het rondje om het Gooimeer gaan doen. Eerst wind mee op de Oostvaardersdijk en dan door Huizen terug. De zin kwam niet. Het fietste niet slecht of vervelend, maar de zin ontbrak. Het voelde niet als een vrije dag. Eens in de 5 jaar is 5 mei vrij, maar het voelde niet zo. Ik moest ook nog iets werken, wat ik al had gedaan ‘s morgens, maar ‘s middags moest controleren, dus het was ook niet echt vrij. Toen we bij Duin fietsten overlegden we wat we zouden doen en we besloten gewoon door het Kromslootpark en de stad terug te fietsen. We maakten een plasstop bij een bankje en een bosje.
Allebei een beetje van de route. Langs de snelweg en grappig genoeg kwamen we toen achter het kasteel uit. We kletsten en overlegden en toen reden we toch 45 kilometer. Dat paste vandaag gewoon beter dan de bedachte 70 kilometer. Dan moet je maar zorgen dat je het goede been pakt om weer in bed te stappen ‘s avonds!
6 mei
Tijdenlang vroeg ik me al fietsend op de Oostvaardersdijk richting het Bloq af wat er nou toch aan de overkant lag… En meestal was ik het dan weer vergeten als ik thuis was. Tot een week geleden: toen ging ik het eindelijk eens nakijken: daar ligt Marken. Ongeveer op dezelfde dag kwam de uitnodiging binnen om mee te doen aan de Virtuele Water Run. Ik combineerde die twee meteen en SMSte Joyce of ze mee een rondje om Marken ging lopen. Route uitgestippeld over de dijken en langs het vuurtorentje van ongeveer 14 kilometer.
Nu keek ik vanaf de fiets gisteren of ik dat torentje kon zien staan, maar ik zie vooral veel zeiltjes van bootjes. We spreken af aan het begin van de toegangsdijk om Marken niet in te hoeven rijden. We lopen dus een ander stukje extra. Het beloofde prachtig weer te worden, dus een beetje zonnebrand op en het rugzakje vullen en na weer even bijspringen op het werk naar Amsterdam rijden. Ik moet binnendoor omdat er een ongeluk is gebeurd op de A10 en daardoor kom ik door pittoreske dorpjes. Het weggetje is smal en een beetje onnederlands, maar het water en de Zaanse huisjes er omheen maken dat ruimschoots goed! Ik ben er bijna als Joyce me appt dat zij er is samen met een miljoen muggen. Dat is een heel zuinige schatting… Ik denk eerder aan miljarden. Een hele toegangsdijk tot Marken lang lopen we door mugjes-mugjes en nog meer mugjes. Het is 3 kilometer lang en ik tegen de verwachting in loop ik gemakkelijk. Ik zag er tegenop, want ik vind 14/15 kilometer ook best veel. We kletsen een beetje, maar de vliegjes laten het niet zo toe. Aan de kant van de weg staat dat Marken is afgesloten. Ik weet niet dat ik of ik ooit eerder in Marken was, ik weet er niks van. Het is voor mij ‘de andere kant’ als waar ik woon. Joyce kent het wel van de boot vanuit Volendam, maar die vaart niet meer natuurlijk tijdens de Corona stilte.
We gaan het hobbelige paadje aan de buitenkant volgen vanaf paaltje 12 tot aan paaltje 1. De vliegjes nemen gelukkig af. En dan staan we in de haven van Marken. Het ziet er popperig uit. De bootjes en huisjes zijn echt schattig. We zien twee plantsoenmedewerkers die ons gedag zeggen en 1 bewoonster staat buiten. We kijken even naar de stilte en Joyce verzekert me dat het hier normaal vol toeristen zou moeten staan.
Ik weet niet wat ik er van denk eigenlijk, ik vind het vooral mooi en lieflijk in de prachtige zon. En ik ben blij dat de vliegjes geweken zijn! We verlaten de haven en beginnen nu bij paaltje 85 en dat vind ik dan weer lollig: aftellen tot 12. We lopen in een kalm tempo door richting de onafgemaakte dam. Die zullen we overslaan vandaag, want we moeten nog terug naar het ‘vasteland’. Ik twijfel even of ik alleen op en neer zal lopen, maar het is niet verstandig en we zijn hier samen, dus om Joyce nu een half uur op mij te laten wachten – nee. Verstandig zijn. En dat is helemaal niet zo moeilijk, want nu lopen we de goede kant op: we gaan uitkijken van Almere tot aan Lelystad. Ik denk de hele tijd: oh, ik ben aan de andere kant! Zomaar! Ik loop hier nu!
Er ligt een jaren-70 wijkje en de inwoners moedigen ons aan. Het water kabbelt. En er is niemand. Het pad blijft hobbelig, het water de hele tijd aanwezig; wat mooi is voor een virtuele water run! De plaatselijke bewoners moedigen ons aan en we mogen terugkomen voor de koffie als we klaar zijn! We komen niemand tegen, kilometers lang niet. Hoeven we alleen maar te kijken naar wat nu de overkant is en naar het prachtige vuurtorentje. We maken foto’s.
Haast is vandaag niet ons motto. Bij het vuurtorentje zijn twee racefietsers, 1 ervan heb ik al bij Uitdam ingehaald. We kijken en genieten uitgebreid en lang. Op het strandje met 1000 foto’s en dan zie je weer waar de Oostvaardersplassen moeten liggen en daarna zie je de IJbrug bij Amsterdam, er is een zeilbootje en vogels en een be-safe spandoek bij het vuurtorentje. Er zijn golfjes en een klein vliegtuigje. Ook is er een saaie toilet, maar zelf dat stelt me gerust, omdat ik niet hoeft. Er staat een oerhollandse koe met zijn spiegeling in het water.
En dan zie je Almere weer – het lijkt zo dichtbij eigenlijk! Na een uitgebreid geniet-moment gaan we verder met paaltjes aftellen. Ik loop vooruit tot paaltje 35, maar Joyce blijft niet echt ver achter.
Er zijn lammetjes en een paar tegenliggers. In de verte huisjes. We lopen langs de authentieke huisjes met een fiets en de was ervoor. Weer even een fotootje.
En daar ligt Almere voor ons. We komen samen tot de conclusie dat het eigenlijk niet goed genoeg is doorgedrongen hoe stil het centrum was. We willen allebei nog een keer terug. Ik kan dat wel, maar dan worden het meer dan 15 kilometer. We hebben het er voor over. We lopen via de ‘grote’ weg naar het dorp. De zon is lekker fel nu en ik drink door alle stops veelvuldig van de sportdrank. Dat geeft me energie. En het feit dat ik hier ben en kan zijn en mag genieten geeft me nog meer kracht en energie.
We komen bij het ophaalbrugje langs de parkeerplaats. Er is niemand. Niet bij de klompenmakerij, niet op de brug, niet bij de huisjes daarachter, niet bij de lammetjes. 1 Jongentje die de hond uitlaat en 1 auto, maar de foto’s van ons zijn volledig vrij van toeristen. Aan de ene kant prachtig, uniek en super-authentiek; aan de andere kant: waar moeten die mensen nu van leven? Er is geen winkeltje open. Geen terrasje gevuld. Er wordt geschilderd en we moeten ons langs een steiger wurmen. Een bewoonster zit in haar tuin te lezen en verder wordt er wel geleefd, maar de stilte is ook… drukkend en onwerkelijk.
Joyce wordt vermoeider en we doen rustig aan. We hoeven dit alleen maar in ons op te nemen, deze training hoeven we niet te winnen. We komen weer in de haven en er is nog steeds niemand.
De plantsoenmedewerkers herkennen ons! Twee bewoonsters zonder klederdracht staan te kletsen. Je hoort vogels, water en wind en een pomp van een vijvertje. Geen Japans, geen fototoestellen, geen gejoel en geschreeuw, geen drukte. We zitten op het bankje. Er komt een medewerkster aangefietst van een cafe voor een overlegje op straat. En dat zijn werkelijk alle mensen die er zijn. We voelen ons de toeristen van de dag. Alle twee. Twee toeristen – we vragen ons af of we in de plaatselijke courant vermeld zullen worden. We lopen nog naar het beeld en kijken naar Volendam en dan gaan we terug van paaltje 1 naar paaltje 12. Ik kan nog steeds met gemak lopen, ook al zitten er al 15 kilometer op. Joyce zit nog in de opbouw en ze neemt het dappere besluit dat ze achter zal blijven en dat ik de auto ga halen.
De vliegjes zijn sterk gedecimeerd, of dat nu komt omdat we ze vanmorgen hebben doodgelopen of doordat er meer wind of zon is zal me een worst wezen! Ik heb nog 3 kilometer voor de boeg in mijn eigen tempo. Ik heb geen haast, maar ik heb nog kracht zat. En een missie! De zon brandt nu wel meer. Ik loop naar de molens toe. 2 Motoren overleggen of ze nu wel of niet Marken in mogen. Als ik de hoek om ga, wordt het gras gemaaid en ruikt het heerlijk. Voor mij, dat ik het volhoud en gewoon lekker blijf lopen! Vincent belt me of ik kom lunchen. De laatste kilometer is iets zwaarder, want die wil ik de snelste laten zijn. Dat lukt en ik kom toch nog 3 dikke zwermen vliegen tegen. 18 Kilometer. Ik loop soort van ‘zomaar’ achttien kilometer! En dat met een gemiddelde van onder de 7 minuten, want ik heb lekker mijn horloge uitgezet bij de lange stops. We zijn wel minstens een half uur langer onderweg geweest, maar dat kan me niet schelen. Bij de auto wordt het opeens druk met andere picknickers en daar zijn wel nog veel vliegjes. Ik stap in, leg de handdoek klaar voor Joyce en rij naar haar toe, terwijl ik de hersteldrank al wegdrink. Als we weer samen bij de parkeerplaats zijn pikken we snel het laatste bankje in en drinken de cola en eten de nootjes. We kletsen door alsof we nog geen 3 uur samen zijn geweest. Dan gaan we ieder met onze eigen auto weer terug naar huis.
Het was geweldig. Uniek. Niks virtueels aan. Wel veel water. En vooral heel, heel weinig mensen. Thuis ben ik eigenlijk alweer aardig bij en blijkt dat ik keurig een liter sportdrank heb gedronken! We maken het filmpje van de Corona triatlon ook nog af. Zo kan het van de ene dag op de andere verschillen!
7 mei Een dag werken. En Rob moest naar het ziekenhuis voor een bezoek en die moest ik weer ophalen ook, want hij mocht niet zelf rijden van de narcose. Niets ernstigs gelukkig, maar wel onrustig met het werken erbij. Ik wilde toch eventjes naar buiten! Dus ik vroeg Joyce of ze nog ging fietsen en die vraag kwam als geroepen. Want zij wilde wel, maar het kwam er nog niet van. We spraken af voor half 8 en eindelijk mocht ik de brandschone, nieuwe, stralende ATB van Joyce ook aanschouwen! Het was heerlijk fietsen samen: geen haast, lekker kletsen zonder moeite en uitkijken op Marken. Dat zag er nog best groot uit en de vuurtoren was ontzettend herkenbaar. hoe kan ik die al die jaren hebben gemist….
We gingen langs de Noorderplassen. Veel vliegjes. En over de rode ophaalbrug. En toen gebeurde het….. Op de brug. Ik fietste raar en hoorde PLOEF en toen was de band plat. Kei-plat.
En Rob mag niet rijden. En Joyces man is niet bereikbaar. Ik baalde er niet van ofzo, maar besefte wel dat het een lastig parket was. Mijn conditie is top, dus ik loop wel. Joyce vond het idee dat een ATBband lek kan raken niet zo prettig, want daar had ze juist een ATB voor gekocht! Joyce zou naar haar huis fietsen en de auto pakken en me ophalen. Ik liep richting het sportpark. De band klonk de hele tijd als flofff-floef. Ik liep op klikpedalen! Ik liep flink door en fotografeerde de ganzen.
Ik sleepte de fiets en mij de brug op en was echt snel. Toen het sportpark in en ik dacht wel de baan te halen. We hadden iets minder goed het waar afgesproken. Ik liep naar het zwembad. Daar haalde Joyce mij op en zette mij en mijn fiets thuis af. Gister hielp ik haar, vandaag zij mij! Het bleek dat het ventiel stuk was gegaan. Dus de stelling dat de band van een ATB niet lek kan raken, blijft gelukkig redelijk overeind!
8 mei Ik had mijn werkdag geruild met 4 mei, dus op deze vrijdag was ik aan het werken. Dat vind ik niet erg hoor! Maar dat het steeds rustiger wordt aan de telefoon vind ik wel jammer. Ik zou vanavond naar Amsterdam gaan om te gaan zwemmen. Met de groep waar ik nu lid van ben: Trispiration.
Een groep vrouwen, dames, meiden die op hun eigen niveau en naar eigen vermogen triatlons doen. Onder leiding van JB, die de drijvende kracht en inspiratie is. Ze heeft een 5-tal triatlon-achtige wedstrijden georganiseerd. Als lid van de club mag ik vanzelf meedoen. Ik ben er nog niet aan toe om het te promoten, maar SG en KH doen ook mee. De snelste ga ik niet worden. Het is een uitdaging, laten we maar zeggen. De eerste uitdaging is het om 2000m te zwemmen en 10 kilometer te lopen in dit weekend. Ik doe namelijk (natuurlijk) mee voor de lange afstand. Dit hoeft niet achter elkaar, maar het mag wel en dat ga ik natuurlijk ook doen! Maar eerst rij ik naar IJburg om te gaan zwemmen. We moeten op tijd eten. Ik vind het altijd erg spannend als ik met anderen mee moet. Mag. Ga. Elke keer komt die vraag boven: “wat als dit de keer is dat het niet lukt?” Ik heb al buiten gezwommen, dus zo erg zal het niet zijn. Ik parkeer de auto en betaal voor het laatste kwartiertje. Dan loop ik naar de andere 3 dames. Ik ben een beetje stilletjes, voor mij geen circus. Spullen aan en dan vertelt 1 van de meisjes dat ze zou uitkomen in de eredivisie. Ineens voel ik me heel klein en vooral heel erg langzaam. In een halve triatlon heeft ze 30 minuten gezwommen, ik op mijn beste dag ooit 40 minuten. Ze hoeven niet op mij te wachten hoor! Ik doe mijn eigen ding wel. JB vraagt me hoe lang over een kilometer zwem en ik zeg dat ik blij ben met 22 minuten. Voor mij is dit een training, geen echte wedstrijd. We zullen langs de huizen gaan zwemmen, tot de tweede brug en dan terug. Zij zwemmen voor mij uit en dan zullen we elkaar weer tegenkomen. Ik vind het prima, maar laat mij mijn eigen gang gaan alsjeblieft!
We beginnen bij de boei. Ik kan het nog! Het lukt nog! Het water is troebel, maar niet koud. De andere twee boeitjes verdwijnen voor me net niet uit het zicht. Dan kan ik mooi iets volgen. De omgeving is onrustig met alle vlonders, bootjes, huizen. Er zijn geluiden, geurtjes, heel veel vormpjes. Het is lastig in mijn rust te komen en ik blijf een beetje gejaagd voelen. Ik vind het wel weer erg leuk om onder de brug door te gaan. Echt erbij stilstaan/liggen doe ik niet, want ik moet wel een beetje doorzwemmen. Dan begin ik me opeens zorgen te maken dat 2 kilometer voor mij een enorm stuk is. Dat is net zoveel als iemand die normaal tien kilometertjes loopt, opeens een halve marathon aan te bieden. Die anderen zijn sterkte zwemmers, maar ik niet. Hoewel dit wel gemakkelijk zwemt zonder golven. Als ik me erbij neerleg dat ik niets meer of minder hoeft te doen dan 2 kilometer volzwemmen, dan gaat het iets beter. Mijn slag is niet heel sterk vandaag. Ik kan wel 1 op 4 ademen, maar dat is net teveel gevraagd. 1 op 2 is dan weer te onrustig. Ik kom de anderen tegen onder de tweede brug. Iets verderop zegt Josta me tot de groene boei te zwemmen en dan om te keren, dat is ongeveer 700 meter. Ik zou wel tot 1000m willen zwemmen en dan omkeren, dan weet ik zeker dat het lukt. Ik zie ze nu niet meer voor me, ze zijn ver weg. De onrust maakt het vermoeiender. Nog lastiger zijn de kinderen op de motorboot en het vlot, waarvan ik niet goed kan inschatten of zij wel met mij rekening houden. Ik ga heus 2000m halen, maar voor mij is het prima als ik dat binnen 3 kwartier zou redden. En anders niet hoor, als ik het maar volzwem! Ik ga afwisselend 1 op 4 en 1 op 2 ademen, dat is erg prettig. En zo kom ik dan ook in een laat-mij-maar-lekker-gaan-ritme.
En dan is JB daar opeens weer! Ze vraagt of het nog lukt en dat kan ik bevestigen. Ze zwemt een stukje mee, maar onmiddellijk voel ik de druk dat zij zich voor mij moet inhouden of ik voor haar sneller zou moeten zwemmen. Gelukkig zwemt zij door en dan ga ik de laatste 500m ook nog wel halen en ik ben de huizen voorbij en heb letterlijk en figuurlijk meer ruimte om me heen. Dat doet me goed. Mijn slagen worden langer en ik iets rustiger. Ik kan nu van boei naar boei gaan zwemmen. Dan hou ik de afstand een beetje in de gaten. Als ik een beetje mijn best doe, dan gaat het lukken. Ik ben heel blij als ik binnen 45 minuten klaar ben met de 2 kilometer. Ik heb het gewoon gehaald en voor mijn doen binnen een prima tijd nog ook! Dat de anderen al bijna omgekleed zijn, zal me wat. Het meisje van de eredivisie heeft shinsplits, dus die zit met hardlopen. Tja, niet in haar eigen tempo waarschijnlijk. Ieder z’n ding! Ik kleed me om en ga beleven hoe het ook weer was om met natte spullen aan te lopen. Ik mag dit alleen doen, nu gaat er niemand meer mee. Behalve mijn eigen muziek. Gelletje erin en dan ga ik met mijn nieuwe Trispiration topje aan. Brug over. Tempo hoeft niet hoog te zijn van mezelf. Maar eens genieten van deze nieuwe omgeving. De eerste kilometer gaat top! Dan ga ik het lange pad op langs het park, waar ik ooit met Joyce ging hardlopen van Amsterdam naar huis. Toen was er niemand, nu was het slingeren om de mensen heen. Je hoort idioot veel talen! En er zijn konijnen. Ik zag een mevrouw in een sari met sportschoenen. En ik hoorde kikkers. De tweede kilometer ging ook goed en al iets sneller. Ergens in de derde kilometer plopte het idee op om de tien kilometer in een uur te lopen. Vind ik heel redelijk. Ik liep onderlangs. Op 4 kilometer stond ik aan het einde van het park en ik maakte foto’s.
Ik was aardig opgedroogd en alle kleren zaten perfect. De zon is mooi en ik geniet even, maar bedenk dat 10 kilometer hardlopen na 2 kilometer zwemmen ook niet gemakkelijk zou moeten zijn. Ik loop bovenlangs terug en ga dan het park door. Het wordt zwaarder. Dat voelt zo. Ik ben minder scherp en ik begin met aftellen. Ik heb de 5 kilometer netjes binnen het half uur gedaan, dus een uur moet lukken. Ik ga aan het zwerven in de zesde kilometer. Anders ben ik met 8 kilometer weer bij de auto. Ik begin me zorgen te maken over het wetsuit, of dat wel goed ligt in de auto. Ik zoek een onverhard pad uit in de zevende kilometer. Mul zand is erg, maar losse kiezels is een ramp!
Ik moet aan de zijkanten lopen, anders verspeel ik mijn uur. De zon gaat onder en het is wel erg mooi nu hier, zo midden in de stad. Ik maak nog een ommetje en kom op 8 kilometer uit. Gelukkig maar, want ik begin het een beetje zat te worden. Waarom wilde ik dit ook alweer…. Wie moet ik iets bewijzen ook alweer…. En dan nog maar 1 kilometer terug naar de auto. Ik ga het halen binnen een uur, maar ruim is het niet. Het schemert al. Ik ben netjes bij de auto op 10 kilometer en daar heb ik ruim 59 minuten over gedaan. Met stopjes erin natuurlijk wel iets langer dan een uur, eerlijk is eerlijk…. het wetsuit ligt er uiteraard prima bij. Nu moet ik naar huis om te plassen. Ik ben blij en trots op mezelf dat ik dit heb gedaan!
9 mei Vincent wil ook buiten zwemmen. Hij heeft een nieuwe (tweedehands) wetsuit, maar die is nog te groot. Ik bedenk dat we dan ook de korte afstand van Trispiration kunnen doen: dat is 1 kilometer zwemmen en 5 kilometer lopen. Dus we pakken de loopspullen ook in. In de middag rijden we naar de Noorderplassen. Het is er druk. Er is zelfs ijs te koop! Kindertjes spelen in hun badpakjes in het water. Komen wij aan… Maar goed, het is de eerste minuut niet warm. Vincent vindt het spannend.
Ik ben er snel doorheen en het is fijn dat je hier de bodem kunt zien. Ik blijf vlak bij Vincent die veel meer moeite heeft met doorkomen. We houden de schoolslag aan. Ik blijf met hem praten en dan steekt hij toch heel voorzichtig zijn hoofd in het water. Ik voor mijzelf zou zo weg willen zwemmen, want ik vind het niet koud of moeilijk. Het is wel retedruk op het water. Vol met bootjes. We gaan zwemmen en ik blijf in Vincents buurt, links van hem, zodat ik rechts kan kijken. Gek genoeg heb ik geen enkele last van het feit dat ik gister al gezwommen heb. We zwemmen naar de boot. Daar kletsen we weer even en dan weer terug. We zullen doorgaan tot Vincent een kilometer heeft. Ik zet mijn horloge elke keer stil als we niet zwemmen. We zwemmen weer terug en nu ik aan de andere kant zwem, kan ik opeens 1 op 3 ademen omdat ik Vincent wil blijven volgen! Ik zwem echt lekker, hoeft mijn best niet te doen en dan zijn mijn slagen heel rustig. Ik kan zelfs eens even op mijn techniek letten, nu ik hier toch in het water lig! We zwemmen het strand voorbij. Ik zit al op een dikke kilometer, maar Vincent nog niet. Het is verzamelen, maar dan lukt het toch mooi en kunnen we het water uit. Het is gelukkig niet koud en de zon schijnt volop!
We kletsen nog met de moeder van een mooie meisje (volgens Vincent) in een kano. Wij gaan ons omkleden in wisselzone achterbak. Ondertussen maken we een ‘vlog’ Vroeger heette dat filmen, maar nu is het “vloggen”. Dat we voor Trispiration nog 5 kilometer gaan hardlopen. Lekker rustig aan. Dat het warm is. En dat we nat zijn. Dat zetten we op film. We hebben geen haast, we gaan gewoon lekker lopen! Het is in elk geval gezellig en we lachen ons suf om het Plassenpad en dat we kunnen hardlopen. De hitte valt mee. Als we langs het andere strandje lopen, blijkt bij ons strandje de drukte ook mee te hebben gevallen! We lopen nog best redelijk hard eigenlijk. We gaan de Hogering over en lopen lekker in de schaduw. Vincent heeft mijn Trispiration shirt aan en noemt het “mijn” shirt. Hm, ik weet niet of ik dat wel over heb voor lekker samen sporten!! Na 3 kilometer in een keurig tempo weet ik dat voor mij het moeilijke stuk komt: in de volle zon over een saai industrieterrein. Vincent houdt me vrolijk en houdt het tempo op peil. Omdat we wind tegen hebben, valt het wel mee. Dan komen we weer langs de drukke stukken. Het gaat lekker en we gaan elke kilometer iets sneller. Dus de laatste kilometer zeg ik maar niks meer en we lopen best door. Dat gaat wel eigenlijk. We lopen 5 kilometer binnen het half uur.
En dan kunnen we naar huis om af te spoelen en ik ben behoorlijk tevreden met de zwemloop die ik na gisteren toch maar weer even heb uitgevoerd. Ook al kost het me een Trispiration-shirt! Om het af te maken gaan we ‘s avonds met zijn drietjes nog een rondje om de wijk wandelen.
10 mei. Het is moederdag. Kan mij niet boeien, maar het voelt toch raar dit jaar. Geen moeders te bezoeken. En ik heb ook niet meer heel veel werk en dingen te doen. Vincent wel, die heeft een beetje hoofd- en buikpijn. Hij gaat niet met mij mee en ik ga lekker alleen fietsen. Ik ga richting de Oostvaardersdijk en geniet even van de stilte en het alleen zijn. Dat komt niet zo heel vaak (meer) voor in deze periode. Alleen thuis zijn heb ik al maanden niet meer beleefd. Wel keert er nu wat rust en gewenning terug, want Rob gaat weer beter en het thuis-werken went. Morgen is Vincents vakantie weer voorbij en wordt het thuis-leren ook weer gewoner. Ik heb over de dijk wind mee en dat gaat lekker! Ik besluit mijn cadans eens hoog te houden. Het gaat zo lekker dat ik bij de Noorderplassen besluit door te fietsen naar het Garden of Love and Fire kunstwerk. Ik ga dan door de stad om de wind tegen een beetje te breken. Zin om een foto te maken ontbreekt me. Het gaat echt lekker, ook al halen kuddes heren me in. De wind langs het kunstwerk valt ook nog mee en het tempo dat daarbij hoort dus ook. Ik ga rechtdoor entwijfel nog even om ook nog om het Weerwater te gaan, maar dat doe ik toch maar niet, want ik heb ook een beetje trek in lunch!
Ik ga terug over het Spoorbaanpad en het tempo blijft maar hoog. Dus misschien word je van die hoge cadans toch later moe. Ik neem nog een ommetje om de 30 kilometer vol te maken. En dan zit ik ook eens op een gemiddelde van 27 kilometer per uur! Kwestie van kijken naar de wind, misschien een hoge cadans aan blijven houden en doorfietsen. Ik smul van het frikandellenbroodje!
‘s Middags heb ik nog steeds niet zo heel veel te doen. Ik voel me prima, dus ik ga denk ik maar hardlopen. De extra uitdaging van de bingo is afgelopen vrijdag ingegaan en je moet daarvoor 4 kilometer achter elkaar hardlopen. Ik ben nu toch bezig, dus laat ik doorgaan! Ik ga alleen. Ik combineer deze opdracht met een andere opdracht van de bingo, namelijk de “pitstop thuis”. Dan doe je 2 rondjes met je huis als middelpunt. Ik wil 4 rondjes doen van een kilometer. En dan elke keer langs huis lopen. Het waait hard, maar ik loop lekker. Ik vind het grappig om zo rond te lopen en na dik een kilometer ben ik weer bij huis en loop ik langs. En langs de meneer van nummer 19 uit onze straat die zijn hondje uitlaat. “Je loopt je huis voorbij” zegt hij. Ik ga door tegen de wind in en maak het tweede ommetje iets groter, zodat ik dadelijk aan de andere kant ook een rechthoekje kan maken. “Daar ben je weer” zegt de meneer met het hondje verbaasd. Ik neem thuis een slok drinken en maak gebruik van de camera-bel die we hebben voor een kort filmpje. Dan een rondje richting het station en ik ga voor het spoor naar rechts. Ik loop gewoon door over het gras en ontdek zowaar in de wijk op nog geen kilometer van huis een prachtig onverhard paadje langs het spoor! Dat soort dingen maken me opgetogen.
Ik loop over de Evenaar en dan bij de AH ga ik terug richting het station. Ik hoeft nu nog maar 1 klein rondje te lopen. Ik ga niet langs huis, dat is niet nodig. Ik loop om de oude Albert Heijn heen die nu een bouwput is en dan word ik het ook wel een beetje moe. Maar het klavertje zal ik volmaken! Het tempo blijft lekker hoog en doet niet onder voor gisteren. Ik onthoud de tijden waarop ik thuis langs heb gelopen voor de camera. Ik loop 6 kilometer.
11 mei Om de extra bingo-opdracht toch vol te maken, moet ik vandaag ook lopen. Ik werk de hele dag en dan kijk ik er aan de ene naar uit en aan de andere kant zie ik er tegenop. We hebben ook nog een virtuele Roparun uitstaan voor een mooie medaille in de vorm van een molentje. Voor Vincent en mij.
Na het klavertje gister, heb ik bedacht vandaag een molentje te lopen! Vincent had de route uitgedacht. Na het eten gaan we en ik vind het best zwaar. Eerst dezelfde blokjes als gisteren, maar Vincent maakt ze kleiner. Dat vind ik niet erg, want ik wil niet heel veel lopen. Voor de bingo zou ik maar 1 mijl te hoeven, maar daar doe ik mijn schoenen niet voor aan! We gaan de wieken lopen aan de andere kant van het spoor. Vincent kan zijn wiek niet precies maken zoals hij had gedacht, maar ik weet dat het goed komt. Ik ga me er tot ergernis van Vincent tegenaan bemoeien.
We lopen de vierde wiek ook vol discussie, want zijn idee van het huisje onder de molen is ook een vierkantje, terwijl ik op zoek ga naar een driehoekje. We steken de Evenaar over en moeten een klein stukje te ver en dan volgens Vincent te lang terug. Hij denkt niet dat het een driehoekje wordt, maar ik heb hoop! Ondanks de driftige discussie is het wel gemoedelijk lopen. Voor mijn gevoel gaat het supertraag. We steken weer door de wijk terug en het worden meer kilometers dan gisteren! Al met al zijn het er 7 en ik ben best blij dat het er op zit! Het is een prachtige molen geworden, die heel herkenbaar is.
En dan heb ik ook nog vier dagen achter elkaar gelopen!
12 mei Doen we een wandelingetje met zijn drietjes. Een drukke werkdag, een hele serie sportdagen achter elkaar: zelfs ik word wel eens een heel klein beetje moe! We combineren het met een bezoekje aan de Albert Heijn, maar was winkelen vroeger al niet leuk, nu is het helemaal een mislukte stoelendans tussen afstand houden, geduld bewaren en proberen producten te vinden. Kan ik mooi iets anders met jullie delen, waar ik heel, heel blij van werd. Deze foto:
Dit is heel lang geleden, ik gok in 2013 en ik loop achteraan. Dit was de eerste groepstraining die ik ooit heb gedaan bij Just Run. Eigenlijk is dit de ontbrekende schakel in mijn hardloopcarriere! Ik heb me al die jaren afgevraagd of ik vanaf het begin met Joyce meeliep en hoe het toch kwam dat ik me haar totaal niet van Just Run kan herinneren. En hier staat het bewijs: ze loopt voor me in het roze. Voor de rest zie ik aan mezelf in alles één brok onervarenheid: de joggingbroek; niet eens echte hardloopkleren, de warme trui, de losse haren en niet te vergeten: niet eens hardloopschoenen!! Maar wel een hele grote lach en dat is het allerbelangrijkste.
13 mei Deze week werk ik vier dagen. Dus ik zit de hele woensdag achter mijn thuisbureautje. ‘s Avonds wil ik er toch graag even uit, dus ik vraag of Joyce mee gaat fietsen en dat wil ze wel! Vincent wil eigenlijk ook wel mee, maar ons damestempo en zijn racefiets zijn geen beste match en met zijn drietjes is ook niet zo prettig, dus ik stel hem voor zijn vriend JvA uit de straat te vragen mee te gaan. Die ziet het wel zitten! Kunnen de boys samen voor ons uitfietsen. Ik maak heel duidelijke afspraken met Vincent: waar ze op ons wachten, waar zij versnellen en een langer rondje maken en vooral dat het geen wedstrijd is en dat verkeer altijd voor gaat. Ik ga op de ATB. Als we naar Joyce fietsen, rij ik voor de racers uit en ik merk dat ik lekker trap. Onder ons door de Vaart vaart een heel groot vrachtschip, mooi om te zien!
Bij Joyce laten we de heren voorgaan, maar echt heel veel harder dan wij gaan ze niet. Zij moeten ook veel bijkletsen. Net als wij. Er staat best een stevige wind tegen. Ik vind dat alleen maar leuk eigenlijk, maar van Joyce had het niet gehoeven. Bij het sluisje komen we het grote schip weer tegen, maar we kunnen er nog over! Dan door het Wilgenbos. Ik ben heerlijk aan het fietsen. Als we de dijk op gaan, wachten de jongens voor de laatste keer op ons.
Zij zullen om de Noorderplassen fietsen, wij gaan binnendoor. We hebben nu wind mee en ik geniet van de mooie avond. We gaan tussen de plassen door en klagen over alle corona-gerelateerde zaken: dat het stil is, dat er mensen zo lijden en ziek zijn, dat het ook overspannen is. Deze keer steken we veilig de Rode Ophaalbrug over zonder lekke banden.
We komen de jongens alweer tegen en samen fietsen we aan de andere kant van de Vaart terug. Ik zeg Vincent en JvA maar zelf naar huis te fietsen en zie dat ze dat ook netjes veilig doen met de stoplichten. Ik fiets met Joyce mee die de 20km nog vol wil maken.
We staan natuurlijk nog een hele tijd stil omdat we nog niet zijn uitgepraat! Ik ga terug via de manege in mijn eentje en kan nu op de ATB lekker een keer door het bos fietsen. Heb ik toch weer lekker dik 30 kilometer de beentjes laten draaien!