browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2020-37

Posted by on 19 October 2020

Maandag 5 oktober. Het is zeldzaam. Extreem zeldzaam. Eerlijk gezegd kan ik me niet heugen dat dit ergens in de afgelopen twee jaar is voorgekomen.

Ik heb geen zin en ik ga niet sporten vandaag.

En dat zeg ik, voor deze ene keer, was getekend Anke

In minstens 99% van de gevallen vind ik ‘geen zin’ een slechte reden. Geen-zin hoort meestal bij ‘onzin’. Zeker om niet te gaan hardlopen, wat vandaag op het schema staat. Nog niet eens een uur, 50 minuten zone 1 en zone 2. ‘Geen zin’ betekent in al die 99% van de gevallen: ik-ga-het-toch-proberen-al-is-het-voor-12-minuten-dan-ga-je-wel-verder. Meestal is er wel één of ander te doel te verzinnen. Maar vandaag NIET. Er is geen doel en ik zie meer smoezen dan zin: het regent, dit hoeft voor niemand, ik ben moe, ik heb slecht geslapen, er is geen doel en het regent hard. Vandaag – en alleen vandáág- vind ik alle smoezen goed en hoop ik dat het nog harder gaat regenen ook! Ik moet wel blijven sporten van de trainer (ja, duhhhhh), maar het mag wel minder zijn de komende tijd. Ik zou me schamen dat ik niet ga – in al die 99% van de andere gevallen! Laat het maar lekker regenen. De bank is ook goed.

Dinsdag 6 oktober. Meestal is oktober ook zo’n eind-van-het-seizoen-en-tijd-voor-niks-meer-periode. Maar ik ga vandaag toch naar het zwembad! Het is behoorlijk druk en ik ben mijn mondkapje vergeten. Dus ik mag pas naar binnen als het ook echt 9 uur is. In baan 2 liggen wel 12 mensen. Dus er moet geschoven worden. Ik ga naar baan 3. Dan maar met achtje, maar daar zijn we netjes met zijn zessen. En niet allemaal baan-3 snelheid! Twee snelle heren voorop, 1 heer er achteraan en dan wij twee meiden. Zo is het ongeveer. We gaan minuten zwemmen. Eerst 3 minuten redelijk tempo, dan 2 minuten hard en daarna 1 minuut heel hard. Ik haal in de 2 minuten 100m, hoewel ik niet als eerste start! We doen het 4 keer. Ik neem niet elke keer mijn achtje mee, maar meestal wel. Dan doen we 4 keer honderd meter met elke keer een andere baan hard.

Ik doe mijn best. Want het is net iets harder werken dan baan 2. En ik eet niks meer vanaf vandaag tussen 8 uur ‘s avonds en 12 uur de volgende ochtend. Intermitted fasting (onderbroken vasten) heet dat. Daarmee kan ik in elk geval zwemmen, zo bewijs ik deze avond. We zwemmen nog 200m rustig en doen dan nog 4×50, waarvan de helft snel.

Woensdag 8 oktober. We gaan fietsen, Vincent en ik. Omdat het kan. We gaan op de ATB en we gaan het bos in. Ik ga de modderige stukken vermijden. Het is rustig in het bos, dus we kunnen ons wat rare paden permitteren. Dan is het hartstikke leuk om door het gras te rijden!

Het blijft droog, we pakken de gemakkelijke berg en het licht gaat mooi onder. Het is lekker om even samen buiten te zijn!

8 oktober. Het regent. Dit is ook het seizoen van de herfst en de regen en de wind. De kachel en vroeg donker. Ik heb me uitgeschreven voor de TVA vanaf 1 december. Tot die tijd ga ik nog naar de trainingen. Vandaag naar de baan. Omdat het redelijk droog zal zijn. En om te testen hoe Intermitted Fasting werkt met hardlopen. Ze vertrekken meteen als ik er ben.

Het inlopen valt me al niet zo mee, maar ik klets lekker met RV. Die zal ik wel een beetje missen. Op de baan gaan we 4×400 lopen: de eerste keer 300m steigerun en 100m wandel/dribbel, de tweede keer 300m 5-kilometertempo en 100m wandel/dribbel, de derde keer 100m sprint, 100m rustig, 100m sprint en 100m wandel/dribbel, de vierde keer is de seriepauze met 400m rustig lopen. Die hele serie vier keer.

Ik loop met MB en vertel haar dat ik wegga. Haar zal ik ook missen (niet omdat je meeleest hoor!). Het mooiste van de baantraining vind ik het om naar Vincent te kijken. Daar hoeft ik zelf niet voor hard te lopen! Het gewisseld van tempo valt me niet gemakkelijk. Ik heb het te lang niet gedaan. En ik mis motivatie. Waarom zou ik dit doen? Maar goed, ik doe het en ik wil de vierde serie ook volmaken met de sprint/rustig/sprint/dribbel. Dan lopen we uit en ik moet de 10 km volmaken. Het heeft niet echt geregend, maar het is wel donker intussen. Intermitted Fasting werkt, maar ik drink direct na de training nog een chocomelk. Dan gaan mijn 16 uur vasten weer in. Benieuwd hoe het morgen gaat!

9 oktober. Vanmorgen ga ik met de trainer hardlopen. Nuchter dus. Benieuwd of dat lukt. Voor de zekerheid neem ik een gel mee. Ik rij naar de trainer toe in Lelystad en we drinken eerst thee. Hij zit ziek thuis en ik vind dat hij er erg moe uitziet. We gaan lekker naar het bos. Voor de rust. Tempo laag. Voor ons allebei het beste. Ik vind het vervelend om de altijd vrolijke trainer somber te zien en ik hoop dat hij opknapt, maar dat zal ‘m tijd kosten. Ik probeer de onrust die hij over zich heen heeft te temperen en kwebbel de route vol.

Ik loop moeiteloos. Niet snel, maar ook zonder problemen. We wandelen stukjes. Het is een mooi stuk bos bij de Zandzuigerplas. Gelukkig weet de trainer wel de weg! We gaan ook even op een bankje zitten, van het uitzicht genieten. Daar is hij net te rusteloos voor!

We lopen, dribbelen en wandelen een dik uur. Ik klets het moeiteloos vol en ik hoop maar dat ik niet te veel gerateld heb. Aangezien ik nu echt een supertrainer heb gevonden, wens ik hem een goed herstel van harte toe! En weet je wat mijn overwinning is? Ik had geen moeite met het lopen, pas na 50 minuten dacht ik dat het wat leger aanvoelde! Tof he. Als je je aanpast, is super-nuchter lopen dus ook prima te doen. Voor mij dan.

10 oktober. Ik lig lekker lang in bed. Honger te hebben. Als ik opsta zegt Rob: “lekker weer om te fietsen!” Het is droog. En een beetje zonnig. En koud. Ik hoeft niet echt te fietsen, maar vandaag ben ik een slechte beslisser. Misschien doordat ik trek heb? Ik ben wel (minstens) een pond kwijt. Maar ik weet niet precies hoeveel ik vorige week woog, dat heb ik toen even overgeslagen omdat ik wat was losgeslagen. Als ik kan fietsen, ga ik maar. Met het oog op buien die van tijd tot tijd vallen, kies ik de ATB. Dat gaat niet zo snel. Ik hou de flinke trek. Ook onderweg.

Daardoor trap ik gewoon maar een beetje. Langs de plassen naar de Praambult, zodat ik wind mee heb op de Trekweg en daarna weer terug tegen de wind in. Dan heb ik een beetje wind tegen en ik kom zo’n tien druppels tegen. Na 15 kilometer wordt het pas echt zwaar. Gewoon, omdat ik echt iets wil eten. Ik voel me slapjes. Dus tot zover. Ik sukkel voor mijn gevoel naar huis en ben erg blij als ik daar ben. Ik rek het eten nog op en kan dan opeens niet meer zoveel naar binnen werken!

‘s Middags ga ik zwemmen. Ik heb veel uitgerust, maar vandaag ben ik over het algemeen een beetje gedesoriënteerd aan alle kanten. Ik heb moeite met de tijd en met wat ik allemaal nog zou moeten van mijn to-do-lijstje en ik lig op de bank. Het regent buiten. Er zijn veel acties van andere mensen waar ik me aan erger. Ik zit een uur in het zwembad te wachten met een mondkapje op tot Vincent klaar is. Ik ga het uur niet volmaken, dat weet ik al. Mijn sporttijd van deze week zit er met een half uurtje op. Ik ‘hoeft’ dus maar 30 minuutjes. Het is niet druk. We zijn met zijn viertjes in baan 2. Ik ga zonder achtje. Inzwemmen. Er zwemmen 2 snellere mensen voor me. Prima. We gaan 1000m doen: 200m rustig, 50m snel en dat vier keer. De eerste keer hou ik bij, zonder achtje. De tweede keer niet meer. De derde keer helemaal niet meer, ook al doe ik die met achtje.

Het verwarde gevoel wordt erger. De ademhaling wordt onrustig en moet goed nadenken wat ik aan het doen ben. Ik doe mijn best rustig te blijven, maar dat kost me veel energie. De vierde keer sla ik de 50m versnellen over. We zijn nog maar met zijn drietjes in de baan. Ik maak me druk dat de andere twee last van mij hebben. We doen 4×50 techniek: slepen, oksel, bijleggen en vuisten. Die doe ik met achtje. Ik kijk maar op de klok en hoop dat de tijd sneller gaat. Net als bij het fietsen vanmorgen, vind ik het niet echt leuk. De motivatie is weggeëbd. Dan gaan we 50 armen doen en 50 benen, maar ik ruil de 50 benen in voor schoolslag. Als uitzwemmen doe ik schoolslag heen en borstcrawl terug en dat twee keer en dan ben ik het helemaal ZAT. Ik ga het bad uit na nog geen drie kwartier. Wat 10 minuten meer is als ik gedacht had. Ik heb het erg koud en ik raak in het kleedhokje bijna verstrikt in de volgorde van aankleden! Of het gevoel van desoriëntatie komt omdat mijn lichaam moet wennen aan het overslaan van het ontbijt, aan het veel te lang in bed blijven liggen of aan het sombere weer – ik weet het niet. Vanavond maar lekker op tijd naar bed.

11 oktober. Het heeft geholpen om een keer op tijd naar bed te gaan. Wat ook helpt is een keer ontbijten, omdat het moet van Vincent. We gaan namelijke een virtuele wedstrijd lopen om 10 uur. Met een app en oortjes in starten we vanuit huis en lopen 10 kilometer. We hadden ook op de esplanade kunnen starten, maar het weer is wat instabiel met regenbuien en Vincent kent de route dan niet. Nu lopen we naar de Oostvaardersdijk en terug. Om kwart voor 10 staan we buiten en doen we aan inlopen!

Om 10 uur gaan we van start. Via de app horen we het gejuich. Heel lollig! Vincent blijft het eerste stuk bij mij en zal daarna kijken of hij kan versnellen. Ik leg het tempo meteen hoog. Ik hoop onder het uur te lopen. De eerste kilometer gaat in 5:25 en daarmee liggen we tweede. Gek genoeg allebei! Ik krijg last van mijn rug, wat ik heel lang niet heb gehad. Dan loop ik iets te hard, maar daar moet ik dan even doorheen. Veel kletsen doen we niet. Het is soms stil, maar hier en daar staat dan een ‘band’ die muziek voor je maakt. En we krijgen informatie over “Ally”. Na 2 kilometer kan ik niet meer aanzetten, maar Vincent wel. Hij mag gaan van me, maar niet te snel teveel. Langzaam loopt hij van me weg. Ik hou mijn tempo rond de 5:25. Dat lukt me, al heb ik het al wel warm intussen. Het is droog en de zon schijnt. Op 4km krijg ik te horen dat mijn tempo op 11,1 gemiddeld ligt en dat ik net het ‘kuitenbijtersbruggetje’ heb gehad. Ik ken de route goed genoeg om te weten waar dat is! Door voor de 5 kilometer. We krijgen een lekker stukje muziek en het juichen werkt ook, al is er niemand te zien. 5 Kilometer loop ik in iets van 26 minuten en ik lig tweede in deze wave. Degene die eerste ligt komt me na het keerpunt tegemoet en roept trots dat hij eerste is. Hij loopt nog steeds lekker soepel. Dan aftellen en terug gaan lopen.

Als we de Oostvaardersplassen weer indraaien zie ik een moeder met kind aankomen. Ik ken dat jongetje van vroeger, toen zijn oudere zus met mijn kind speelde in de kleutergroep! Ik vind het geweldig om te zien, want zo zijn Vincent en ik ook begonnen en kijk hem daar nu eens lopen ver voor me. Na 6,5 kilometer krijg ik het zwaar. De zin vervaagt en ik ga het nu toch wel lopen binnen het uur, het gaat zo hard! Maar het is ook nog zo ver, nog zomaar dik 20 minuten. Ik raak Vincent uit het oog. Als ik een wandelaar inhaal, beginnen ze net te cheeren voor mij, zo geinig getimed! Bij 7,5 kilometer gaan ze je moed inpraten en dat is best welkom. Dat ik het ga halen en er volgt een hele drumband met het deuntje wat ik zo leuk vind. Ik weet dat kilometer 6 tot en met 8 het zwaarste zijn: vermoeidheid gaat tellen en dan komt wilskracht om de hoek kijken. We moeten de Hogering over en ver voor me zie ik Vincent. Ik wil gaan tellen hoe ver hij voor me zit, maar als hij in de schaduw verdwijnt komt er een wandelaar aan, waardoor er een soort persoonsverwisseling plaatsvindt en ik het tellen vergeet. Het is nog even afzien!

Deze kilometer is het minst snel en de enige die boven de 5:30 uitkomt. De brug af hou ik het tempo zo veel mogelijk aan en haal ik het onderste uit het kannetje. Er zit niet veel meer in, maar toch… Nu is het nog maar eventjes. Ze zijn nog bezig met het krachtuurtje. Ik zoek Vincent. Nu wil ik opeens op 53 minuten uitkomen. 55 Minuten zou ook tof zijn, want dan is het tempo 5:30, maar ik wil zo op het laatst, toch altijd iets meer proberen te bereiken. Maar hallo: dit is echt wel een dik tempo voor mij! Ik ben geen 14 meer, ik ben geen man, ik heb nog altijd een BMI die hoger is dan 5 jaar geleden! De witte brug over. Waar is Vincent? De straat nog door en dan opeens hoor ik in mijn oor dat ik van de laatste meters moet genieten. Ik zie Vincent, juich en verwacht een finishmoment.

Mijn horloge zit op 10 kilometer en die liepen bijna gelijk. Net geen 53 minuten meer, maar ook absoluut geen 55 minuten. Ik loop nog even door en denk dan: ik moet er zijn! En dan stop ik. Ik heb er precies 54 minuten over gedaan.

Ik sta in de top 10! Vincent heeft onder de 52 minuten gelopen. Hij moet even faken dat hij 18+ is, voor hij in de uitslagen mag en op de tweede plaats van de wave binnenkomt. Ik ben 5de.

We zijn er behoorlijk moe van. Ik vond het geweldig om dit op deze manier te doen! Je kunt niet sjoemelen met je tijd en met rustpauzes en je krijgt wat afleiding onderweg. Uiteindelijk presteer ik ook nog niet slecht, van alle 50 deelnemers (verdeelt over 4 waves), ben ik tiende geworden. Tweede bij de vrouwen. Maar vooral trots dat ik weer eens zo lekker gelopen heb en dat ik zomaar 10 kilometer kan lopen met een gemiddelde van 5:24!

maandag 12 oktober. Gewerkt, het huis geschrobt met het kind wat vakantie heeft, tienerkleren gekocht (online) en op de bank gezeten. Wat al een heleboel is als het enige wat je zou willen is in bed blijven liggen. Maar er moet gesport worden, want het is lekker weer. Vincent moet mee. We gaan fietsen. Niet rond de Oostvaardersplassen, want dat is wat ver en we hebben het vertrek te lang uitgesteld. We gaan naar de Grote Trap. Via het Kotterbos. We constateren dat we geen van beiden zin hebben en dat het koud is. Uiteindelijk zullen we 25 kilometer blijven hopen op de komst van zin (tevergeefs). We gaan naar links na de bruggen. “We moeten toch rechts?”, vraagt Vincent. Hij heeft gelijk. Zo blijkt later. Dus we fietsen maar om. Hebben we nog wind mee. Op de Vogelweg hebben we wind tegen en kijken we uit naar de Grote Trap. Ik zou ‘m nog gemist kunnen hebben! Als we er zijn is het ook daar saai, recht en koud. Plus wind tegen. En als bonus doen mijn bovenbenen pijn. Dat doen ze nooit, maar vandaag wel. We maakten foto’s.

Daarna kwam we een scooter tegen en een serie koeien. 1 Stond midden op het pad met enge ogen naar ons te kijken. We vonden de route zo saai dat we wie-heb-ik-in-mijn-hoofd gingen spelen. Dat hielp tegen de verveling en de wind tegen op de Ibisweg, die eigenlijk met dikke minpunten was afgekeurd, maar het alternatief was verder om. Na 80 minuten kou, verveling, pijntjes, een traag tempo en nog steeds geen zin hadden we niet eens meer trek om de 30 kilometer vol te maken!

13 oktober. Een lekker stuk lunchwandelen tussen de middag. Met Manuel en Vincent. Telt niet echt of wel? Maar ik vind het goed. Ik heb geen zin om naar het zwembad te gaan. Ik heb even nergens zin in. Dus ik doe niks dan de lunchwandeling.

Woensdag 14 oktober. Ik heb een rotdag: met het verkeerde been uit bed gestapt. Ik vind niks leuk, had helemaal niet uit bed willen stappen, heb nergens echt zin in en erger me aan vanalles en iedereen. En dan komt er een pakje voor me:

De medaille die ik heb verdiend met de Trispiration Halve Triatlon! De medaille is zwaar, maar ik ben er apetrots op! Het shirtje en de pet zijn voor mijn helper van die dag: die mag Vincent hebben. Anywhere is Possible!

Tussen de middag ga ik een lunchrun doen met Manuel. Veel gezelligheid zal ik niet inbrengen, maar ik moet er even tussenuit! Om 12 uur staat Manuel voor de deur. Ik doe het kleine rondje van 6 kilometer langs de Oostvaardersplassen, Manuel plakt er een extra kilometer op zijn eigen tempo aan vast. In de eerste 2 kilometer kletst Manuel me er lekker doorheen. Ik vind het wat zwaar en mijn tempo ligt niet zo hoog als dat van hem, maar eenmaal gewend gaat het wel en onverhard verbaas ik mezelf over het tempo! Terwijl ik dan ook nog kan kletsen. (lees: klagen 🙂 ) Bij het Oostvaarderscentrum gaat Manuel rechtdoor en ik ga naar het trapje. Ik zou langzamer moeten gaan, maar het gaat nu net lekker.

Ik maak de 5 kilometer vol binnen het half uur en wacht op de brug tot Manuel er weer bij is.

Samen lopen we naar huis terug en dan heb ik 6 kilometer hardgelopen. Het helpt me niet van mijn verkeerde-been-uit-bed af helaas.

Donderdag 15 oktober. We zijn 5 jaar getrouwd vandaag. Onze Houten Bruiloft. Rob en ik hebben een dagje vrij en Vincent heeft herfstvakantie. We maken er een heerlijk rustige dag van! Met uitslapen, een spelletje Rummikub en ‘s middags gaan we met zijn drietjes wandelen in…
Almere Hout! We zoeken de schat.

‘s Avonds eten we thuis pannenkoeken.

16 oktober. Het valt niet mee om energie te vinden om je te houden aan hardloopschema’s zonder doel, aan trainingen die nergens toe lijken te lijden en aan sporten terwijl het in bed lekker warm is. Daar is maar 1 oplossing voor, waarvan ik nooit had gedacht die nodig te hebben: ik ga niet alleen! Dus ik wacht tot Joyce gaat. Het is lekker weer buiten met de zon en droog (om te fietsen bijvoorbeeld), maar ik zoek een boek uit. Het is zelfs een prima moment om de Tacx tevoorschijn te halen, maar ik doe het huishuiden. Als Joyce om half 3 laat weten dat ze eerder kan, maak ik haast. Rugzakje mee met water en gaan! Lengte, tempo, route: mij maakt het niks uit, ik ben nogal onverschillig. Ik heb alleen zin om Joyce te spreken! Gewoon langs de Vaart gaan we. We kletsen. Over Maarten van der Weijden (die Joyce opbelt!!!), over wat anderen doen aan sport, over Corona natuurlijk en we rijgen kilometer aan kilometer. We kletsen en lopen maar door. De kou valt mee met lange mouwen aan. Het tempo is wat mij betreft perfect.

Geen gemiep over buiten-spelen, zoals het tegenwoordig een hype is om te noemen, nee gewoon hardlopen. Ik kijk niet naar de tijden. Joyce vertelt ook heel veel over haar vakantie. Dat las ik wel, maar het is heerlijk te hóren hoe fijn ze het heeft gehad. pas na kilometer 8 denk ik dat 9 kilometer een prima afstand is en laat die 12km maar zitten. Geen moment dat we stoppen – niet met kletsen en niet met lopen. We gaan over de tien kilometer heen en voor de deur bij Joyce maken we de 11 kilometer vol. Dit was gewoon een manier om bij te kletsen! Niets meer en niets minder. En dat was supergeslaagd. Dat we ondertussen ook weer kilometers hebben gelopen…. dat is mooi meegenomen.

17 oktober. Ik slaap onrustig en voel me ook onrustig. Ik ben van alle kanten een beetje boos en verveel me daarop ook nog. Het huishuiden is hartstikke klaar, ik ben een beetje futloos en heb niet echt ergens zin in. En dan mag ik niet zwemmen, want het is ‘mijn beurt’ niet en dat is mijn eigen schuld (had ik dinsdag of woensdag maar moeten gaan) en dat irriteert me allemaal bij elkaar. Ik ga fietsen. Het is droog, er is geen wind, ik ga gewoon.

Ik ga richting de Oostvaardersdijk en luister naar mijn muziek. Ik trap door, maar het tempo maakt mij niks uit. Ik besluit nog een rondje om de Oostvaardersplassen heen te fietsen, nu het nog kan. Het is wel afgekoeld. Duidelijk. Op de dijk ga ik op mijn fiets liggen. En dat doe ik kilometers lang. Ook in de bochten. Ik hoeft niet om me heen te kijken. Ik hoeft niet te piekeren. Ik hoeft me niet te ergeren. Ik hoeft alleen maar te trappen. En op de Knardijk moet ik wat mensen inhalen en roepen dat er een fietser aankomt, want het is overal hartstikke druk. Ik neem het pad langs de Vaart. Ook hier hoeft ik niet te kijken en heb ik windkracht 2 tegen, maar dat is zo goed als niks. Trappen. Alleen maar trappen. Het helpt me van de irritatie en verveling af. Gewoon 35 kilometer volmaken. Ik hoeft geen afstand, geen virtuele dingen; gewoon volfietsen. En dan thuis de fiets wegzetten en als Vincent (wel) zwemt, wandel ik samen met Rob een ronde. Dat helpt ook!

18 oktober. Nog een dag lang blijven liggen in bed! Deze keer sta ik wel met het goede been op. Ik voel me een stuk beter dan eerdere dagen. Daarom wil ik eigenlijk niet op een (voor mij) heel rustig tempo met MV en PS door de Soesterduinen lopen. Wel de 10 kilometer die we hebben afgesproken, maar ik hoeft daar geen 1,5 uur over te doen! Ik ga meteen na de lunch weg met mijn rugzakje en zal op de andere parkeerplaats gaan staan. Die is MUTJEvol. Ik wacht 7 minuten voor ik iemand zie vertrekken. We hebben om 2 uur afgesproken op 4 kilometer van de plek waar ik sta (of het rondje andersom, op 1,5 kilometer) en ik moet gewoon doorlopen. Niet te gek, maar op een tempo wat lekker aanvoelt.

Het is druk. Overal wandelaars, families, honden. Niet leuk meer. Tenzij je even van het pad af bent, dan is het lekker rustig. Maar rond het zand is het overvol. Zonder ook maar 1 mondkapje. Ik loop 6:35. Behalve die ene kilometer over het zand, die gaat in 6:50. Mijn horloge piept nogal irritant, maar als we dadelijk met z’n drietjes zijn, houdt ie gelukkig op! Ik slinger tussen iedereen door en heb de goede afslag en precies om 2 uur sta ik bij MV (van de Island Trispiration Triatlon – zij komt uit een rolstoel en doet volgend jaar de hele triatlon) en PS. PS woont hier in Soest en kent de weg. Ik heb er 3,7 kilometer opzitten.

PS is ouder dan ik ben en heeft ook twee oudere zoons. De eerste kilometers hoor ik haar uit, dan kan MV op stoom komen. We houden MV’s tempo aan. Dat is gelukkig een heel stuk gemakkelijker dan wanneer ik het tempo van Manuel zou moeten bijbenen! Het is allemaal onverhard. Gelukkig, want ik heb mijn trailschoenen aan. Na een kilometer of 6 (voor mij) gaan we even wandelen. Ik vind het prima, kan ik mijn gel nemen. En een foto van het mooie bos.

De oranje-zwarte paaltjes zijn goed te volgen, leuk dat dat ook de kleuren zijn van Trispiration! MV gaat nu goed en kwebbelt lekker mee. Ik heb het totaal niet moeilijk, maar dat mag ook wel toch? We kletsen veel over het team, wat ons bindt, maar ik blijf toch een einzelgänger met veel interesse in andere mensen, maar ik hoeft niet perse ergens bij te horen. In dit bos is het lang zo druk niet, want hier mogen honden niet los en het is allemaal wat verder van de parkeerplaatsen af. Dit ligt meer richting de dierentuin en Amersfoort.

We lopen nog een keer een stuk en staan zelfs even stil. Ik vind het lastigste om dan weer op gang te komen. We kijken bij iets wat de manege is of misschien de paardenkamp en dat brengt hele slechte montage-herinneringen in mij naar boven! Weg hier! Dan komen we bij het zand en de heuveltjes. Yes! Ik laat de anderen wandelen, maar ik wil graag het zand omhoog ploegen.

Daarna wordt het nog leuker met singletracks die op en neer gaan. Ik loop even door en mis in mijn enthousiasme de oranje paaltjes. Maar ik zie ze verderop op het zand staan. Ik ga erheen en wil verder en verder. Zand ploegen, dat kun je maar het beste rennend doen, dan is het het snelste voorbij. Of is dat helaas 😉 Ik geniet er echt even enorm van.

Maar dan wordt het weer druk en komen we richting de parkeerplaats. En dan opeens zijn we er weer. Nog een klein ommetje om voor hun de 10 kilometer vol te maken. Ik wil straks de 15 kilometer halen. PS heeft koffie, thee en cake bij zich. Omdat ik nog anderhalve kilometer moet, hou ik het bij thee. Niet gaan zitten en net niet teveel afkoelen, na een kwartiertje ga ik weer naar de Lange Duinen om de blauwe paaltjes route af te maken. Door de drukte mis ik nog een stukje ook, maar ik weet dat je het zand niet meer op hoeft. Zit ik weer op een keurige kilometertijd van 6:35! Ik heb nog genoeg energie, dat is het fijne van rustig lopen. Ik weet precies hoe ver dit is en ik haal ook precies de 15 kilometer.

Bij de auto app ik of er nog cake is en zij zijn nog op dezelfde parkeerplek. Ik rij er heen door de drukte en de cake is echt verrukkuluk! We kletsen nog een tijd na. Fijn dat dit nog altijd kan, ondanks Corona. Ik had het even nodig geloof ik! Over de 15 kilometer heb ik wel lang gedaan, 2 uur. Maar ik ging niet voor een snelle tijd.

maandag 19 oktober. Een halve dag werken en het blijft maar droog. Misschien is dat de rest van de maand niet meer zo. Ik heb wat te mopperen. En tijd. En Joyce heeft ook tijd. En zin om te lopen. Zij heeft een route, ik neem de auto mee en we rijden naar… Natuurpark Lelystad! Niet zo heel ver en toch komen we er zelden. Het is koud buiten, de lange broek mag weer van stal.

Joyce heeft een route deze keer en die is 16 kilometer. Ik heb geen idee of ik dat ga halen, maar het tempo doet er weer niet toe. Het is grotendeels verhard, maar wel leuk in het park. We lopen langs de Prcezwalski (?) paarden en voor mijn gevoel cirkelen we door het park heen. Ik vind het lekker dat ik nergens op hoeft te letten. Het voelt alleen niet simpeltjes! Het voelt alsof ik gisteren ook al heb gelopen. haha….

We lopen de eerste vier kilometer in 27 minuten. We hobbelen lekker door en kletsen dat het een lieve lust is! Je vraagt je echt af of wij nou nooit uitgepraat raken en ik vermoed dat het zo is. Als ik dit schrijf, zijn we enige uren verder en ik weet zo nog 2 dingen die ik niet heb verteld! Over de gecancelde vakanties, over onbetaalde doelen, over scholen en kinderen. We nemen de grote omweg en ik vind dat het tempo wel wat lager mag. We wandelen gewoon ook stukjes! Om een foto te maken of gewoon even te kijken waar we heen moeten.

We gaan het park uit en lopen langs de weg naar Dronten en langs Lelystad. Ik zit helemaal in een flow en voor mijn gevoel gaat het volkomen rustig, maar het hangt rond de 6:40. We lopen terug richting het park en ik heb het idee dat we op 10 kilometer zullen uitkomen. Maar dan steken we het park weer in. Over tien kilometer doen we 68 minuten, maar nu gaan we echt vertragen. We zullen wandelen en hardlopen afwisselen. 500 om 500 meter is het idee, maar na 200m staan we weer stil voor een prachtig edelhert!

Dit is de tijd van genieten! We lopen door, zien het hert weer voor ons uit en wandelen stilletjes langs en we lopen langs en om het hert heen. Prachtig.

We gaan rustig de brug over en dan zit er weer opeens een kilometer op die anders is dan de rest! Qua tijd, maar ook qua beleving. Zoals Joyce zegt: “Je herinnert je over een jaar niet meer hoe lang je erover deed, je herinnert je het hert.” En zo doen we ongeveer 500m rennen en 500m wandelen we dan flink door. Het is nog redelijk druk, zeker voor een maandagmiddag. We komen langs nog meer hertjes en de zwijntjes.

Dan is het eigenlijk wel een beetje klaar zo vind ik. Wat mij betreft gaan we niet meer om en nemen we de route van 1,6 kilometer naar de uitgang. In ‘intervallen’- tempo. We zoeken nog naar de otters en dan hebben we in 300m volgens de bordjes 1 kilometer gelopen. Na 14 kilometer staan we weer bij de parkeerplaats. Ik vind het mooi geweest, mijn benen zijn er klaar mee en het is wel goed geweest! Over de laatste 4 kilometer hebben we 37 minuten gedaan. Maar die laatste 4 kilometer herinner ik me voorlopig en die eerste 4 waarschijnlijk niet.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

eighteen − three =